Coachen is kijken en reageren Sportbijlage 1988-1989 Kennis van zaken, weten waar je over praal en wat moet je doen. Vakkennis dusonontbeerlijk voor een coach. Hoe doen jullie die ken nis op. hoe maken jullie jezelf wij- Klerks: Vakkennis kun je op verschillende manieren verzame len. Onder meer door veel te lezen, maar daar heb ik te weinig tijd voor en bovendien geen zin in. Ik vind het veel plezieriger en zinvoller om een avondje met andere sporters BRAM WASSENAAR Bram Wassenaar (44) is voor malig Nederlands atletiekkain- pioen op de 800 en 1500 meter. Werkzaam op het Voorlichtings bureau voor Voeding verbond hij zich tien jaar geleden als trainer aan De Bataven, een functie die hij nu nog vervult. Als bonds coach kreeg hij te maken met de iniddenafstandlopers Rob Drup pers en Han Kulker. Laatstge noemde (van wie hij de persoon lijke trainer is) bracht hij vlak achter ('ram en Coe naar het Eu ropese brons op de 1500 meter en naar de Europese indoortitel. De Voorschotenaar beschouwt dat als zijn grootste succes in zijn trainersloopbaan tot nu toe. GERARD BAKKER Gerard Bakker (48) was in zijn actieve periode als tafelten nisser viermaal finalist bij de strijd om de nationale titel, maar won niet eenmaal. Zijn revanche kreeg hij later met Bcttine Vries- ekoop, de meest succesvolle pupil uit de befaamde school van Bak ker. De Leidsc verzekeringsdes- kundige is als coach reeds toe aan zijn zilveren jubileum. "Mijn grootste succes? Nee. niet de Eu ropese titel van Bcttine. Belang rijker vind ik dat ik vrijwel elk jaar een jeugdkampioen van Ne derland heb afgeleverd". en coaches te praten. Dat werkt veel sneller dan een paar dikke pil len proberen door te worstelen. Na tuurlijk, er zijn best nuttige boek werkjes verschenen, maar een groot nadeel is dat je aan een boek niets kunt vragen. Bovendien, op het moment dat een boek ver schijnt is de inhoud door de praktijk achterhaald. Als je je trai ningsmethodieken uit boeken moet halen dan loop je achter de feiten aan". Van den Berg: "Ik kan echt uren met andere trainers ouwehoeren. Heerlijk vind ik dat en ik steek er enorm veel van op. Hoe vaak ik niet met Gerard Bakker heb zitten pra ten en wat ik van hem niet allemaal heb opgestoken". Klerks: "Ook voor medische as pecten geldt dat je een directere weg moet kiezen om je kennis te verzamelen. In boeken verschijnen meestal rapporten die twee, drie jaar oud zijn. Als je op medisch ge bied bij wilt blijven, kun je veel be ter regelmatig met artsen gaan pra ten en af en toe een kijkje nemen in een laboratorium. In de roei wereld is dat niet zo'n probleem want daarin is zo'n beetje iedereen arts". Bakker: "Ik steek het meest op van coaches uit andere sporten. Zo ben ik ooit heel wat wijzer gewor den van een lezing van Leen Pfrommer. Ik spreek ook liever een kwartier met iemand als Han Kulker dan dat ik een uur met een andere tafeltennis-malloot zit te kleppen. Het zijn vaak psychologi sche dingetjes die je oppikt. Ik mag ook graag interviews lezen met mensen als Trumbic, Michels en Happel. Die zeggen vaak hele sim pele dingetjes, die echter o zo be langrijk zijn". Klerks: "Daar ben ik het helemaal mee eens. Als coach van topspor ters moetje het van details hebben, meestal liggen die op het mentale vlak. Bij een sport als roeien be schikt op zeker moment iedereen over het beste materiaal. Dan geeft mentale kracht de doorslag". Bakker: "Bij ons ligt dat toch even anders. Het materiaal kan nog altijd de doorslag geven. Dan kom je plotseling weer tegenover een Chinees te staan die met een of an dere autoband speelt en daarmee de meest vreemde ballen slaat. Voordat je het in de gaten hebt en je aan je tegenstander hebt aange past is het al afgelopen en lig je er uit". Wassenaar: "Gelukkig is dat bij atletiek uitgesloten. Materiaal speelt geen enkele rol. atleten zijn helemaal op zichzelf aangewezen en dus speelt de mentaliteit een hoofdrol. Mijn kennis haal ik wel degelijk voor een belangrijk deel uit boeken. Ik vind het heerlijk om vakliteratuur te lezen en volgens mij is het ook belangrijk om boe ken te lezen. Om een analyse te kunnen maken van aspecten die je moet beheersen en op basis waar van je je oefenstof samenstelt is het pure noodzaak om te lezen. Je moet potverdomme toch weten hoe bepaalde spieren heten en hoe het hart functioneert?" Klerks: "Maar die spieren heten al duizend jaar hetzelfde, dus daar hoef je niet achter te komen door intensief te lezen" Van den Berg: "Hoe het hart werkt? Ik controleer de hartslag van Mandy nooit. Ik kan tijdens de training zien hoe zij er voor staat en of er pauzes moeten worden inge last. Ik weet met welke snelheid en kracht zij bepaalde schoppen moet en kan maken. Als ik merk dat die snelheid en kracht verminderen weet ik dat het anders moet. dat ik haar andere technieken moet laten doen of rust moet inbouwen. Als ik Bram hoor praten denk ik dat ik maar weinig theoretische kennis heb en veel meer op mijn gevoel werk". Klerks: "Maar dat is ook logisch Bram en ik hebben veel meer met het fenomeen uithoudingsvermo gen te maken dan bij een explosie ve sport als taekwondo. Bij roei- trainingen moet je nauwkeurig op de hartslag letten. Ik laat mijn roei ers bijvoorbeeld een half uur lang met een hartslag van 185 roeien en dat doe ik niet zomaar" 'De simpele details doen het 'm dikwijls' Gerard Bakker, Bram Wassenaar, Jan Klerks en Gerard van den Berg hebben met zijn vieren een paar dingen gemeen. Ze zijn stuk voor stuk trainer/coach van een individuele sporter, behaalden met die atleten in verleden en heden aansprekende successen en zijn met hun respectievelijke pupillen straks in Seoul ook aanwezig op de Olympische Spelen. In tegenstelling tot de in deze bijlage veelal opgevoerde club- of teamcoaches concentreren zij zich een goed deel van het jaar op één topper, hoewel zij, als verenigingsmensen, de achterban vanzelfsprekend niet uit het oog verliezen. De drie Leidenaars en ene Voorschotenaar, die overigens geheel toevallig Wassenaar heet, kwamen op de uitreiking van de Leidato-sportprijs in januari van dit jaar zelf op het idee om eens gevieren rond de tafel te gaan zitten voor een discussie over het fenomeen coach. Ad van Kaam en Jaap Visser schoven namens het Leidsch/Alphens Dagblad aan en tekenden het volgende verhaal op. Klerks: "Bij het roeien in elk ge val niet. Iedereen die een oude fiets heeft kan een ploeg coachen. Het is toch vooral een kwestie van fee ling. Weten wat er bij een sporter leeft. Ik zeg niet dat diploma's waardeloos zijn, maar ze bieden in elk geval geen garantie datje, als je ze hebt. ook een goede coach bent". Bakker*'Ik heb één diploma. Voor mijn tweede ben ik gezakt. Zou Bettine beter zijn geweest wanneer ik daarvoor was ge slaagd? Ik denk het niet, hè" Wassenaar: "Ik heb op de diver se cursussen niet veel nieuws ge leerd. Literatuur in de atletiek is al verouderd als die uitkomt. Je eigen ervaring als sporter, gekoppeld aan de ontwikkelingen in het vak, zijn de belangrijkste uitgangspunten. Veel praten met kenners, met lo pers, met collega's uit andere tak ken van sport levert meer en betere informatie op dan de cursus. Ik heb overigens alle diploma's wel". Van den Berg "Integendeel zou ik zeggen, een diploma biedt geen enkele garantie. Kijk naar Cruijff, neem Michels. Persoonlijkheid en ervaring zijn veel belangrijker dan papiertjes". Hoever reikt de invloed van de coach van een individuele sporter? Kunnen jullie invloed uitoefenen Een Leids (trainers)onderonsje op een typisch Leids plekje. Van links r ?n Bram Wassenaar. rechts Jan Klerks Gerard van den Berg, Gerard Bakker tijdens de wedstrijd? Zo niet, zou den jullie willen dat je die moge lijkheid had? 'Het belangrijkste is dat je je als coach kunt inleven in de sporter. Ik probeer er achter te komen wat er door mijn atleten heengaat. Ik kan daarvoor gebruik maken van mijn persoonlijke en-a- ringen uit een grijs verleden. Coachen is een kwestie van kijken en reageren. Soms moet je ingrij pen. corrigeren en soms moet je je op de vlakte houden. Tijdens het EK van Stuttgart, twee jaar gele den, maakte Han een hele ontspan nen en zelfverzekerde indruk. Dan is mijn inbreng nihil. In Rome, op het WK. was het vorig jaar anders. Toen heb ik een paar keer op Han moeten inpraten omdat ik zag dat het niet helemaal goed zat". 'Ik kan dus uitsluitend invloed uitoefenen vóór een wedstrijd. Als ik tijdens de warming-up consta teer dat Han een lome indruk maak, stap ik naar hem toe. Maar tijdens de wedstrijd kan ik alleen maar toekijken. Overigens vind ik dat niet zo'n punt, want Han is een pure tacticus. Als het er op aan komt, tijdens grote toernooien, dan staat hij er. Bij minder belangrijke wedstrijden heb ik wel eens de be hoefte Om hem ia" ïi-nnt dan is hij soms helemaal niet bij de les". Klerks: "Ook ik ben tijdens een wedstrijd aan de goden overgele verd. Dat vind ik jammer, want er zijn best wel eens momenten waar op ik contact met mijn roeiers zou willen hebben. Maar het is nu een maal verboden om tijdens wed strijden met die toeter in de hand mee te fietsen Het enige wat ik kan doen is de jongens opbeuren als ik zie dat ze voor een wedstrijd onze ker zijn. Dan herinner ik ze aan be paalde dingen die heel goed zijn ge gaan in vorige wedstrijden of tij dens de recente trainingen". Van den Berg: "Ik kan wel dege lijk invloed uitoefenen tijdens een wedstrijd, heel veel zelfs. Ik zit aan de rand van de mat en kan een wed strijd behoorlijk beïnvloeden. Ik kan mijn pupillen tijdens een wed strijd bepaalde technieken toeroe pen. Na een ronde van drie minu ten komen ze naar de kant en kan ik bepaalde zaken nog duidelijker maken. Ik heb constant, de volle negen minuten, direct contact met mijn pupillen. Dat houdt ook een risico in, want het kan wel eens fout gaan en dan vraag je je ach teraf af of het wel zo verstandig is geweest om bepaalde aanwijzin gen te geven". Bakker: "Ik word dan geacht tij dens de wedstrijd mijn kaken op elkaar houden, maar ik kan wel be paalde signalen geven. Ik heb oog contact met Bettine waardoor ik haar bepaalde adviezen kan geven, bijvoorbeeld welke service ze moet gebruiken. Tussen de games door kan ik dus gewoon met haar praten en dan kun je als coach grote in vloed uitoefenen. Tafeltennis is een concentratiesport, dus is inti midatie een belangrijk wapen. Om dat ik zelf een beetje het klappen van de zweep ken, kan ik in de huid van Bettines tegenstanders krui pen. Zo probeer ik er achter te ko men wat Bettine moet doen om haar tegenstanders uit hun even wicht te halen". "Een voorbeeld. Bettine speelde ooit ergens in Tsjechoslowakije een wedstrijd waarin ze geen greep had op het spel. Volgens haar was de bal niet rond, ze maakte een wanhopige indruk. Dan kun je als coach zeggen: 'Joh. zeur niet, zij speelt met precies dezelfde bal'. maar daar schiet je niets mee op. Ik heb tegen haar gezegd: 'Oké, als jij vind dat die bal niet rond is dan doe je net alsof je struikelt en ga je bo venop op die bal staan'. Dus Betti ne trapt die bal plat waarop ik haar bij mij roep en net doe alsof ik woe dend ben. Maar in werkelijkheid zei ik. 'Prima gedaan, die bal is hartstikke plat, die krijgt niemand meer overeind. Hier is zij doodziek van, nu moetje lachend naar de ta fel lopen, haar recht aankijken en er meteen tegenaan gaan'. Bettine won die partij op haar sloffen en na afloop kreeg ik van alle kanten complimenten voor mijn sportie ve gedrag als coach. 'Fantastisch, je gaf haar meteen op haar sode mieter', werd er gezegd. Zo zijn er een heleboel mogelijkheden om je tegenstander te zieken. Als je be zweet bent kun je heel eenvoudig de bal nat maken. Je haalt hem even door het zweet, serveert diep en als je tegenstander de bal op z'n forehand krijgt rolt-ie zo van het batje af. Of dat ethisch verant woord is? Weet ik veel, het gaat toch alleen maar om de winst. Er zullen best grenzen zijn, maar waar die ergens liggen, ik zou het niet weten". Waar doen ze hel voor, jullie pu pillen? Al dat gezweet en geploeter ineen land waar nauwelijks waar dering bestaat voor de individuele topsporter en waarin alles behalve een topsportklimaat heerst? Klerks: "Ze doen het in elk geval niet voor de eer van het vaderland of zoiets. Ze doen het puur voor zichzelf. Inderdaad, het topsport klimaat is in Nederland verre van optimaal. Toch wordt het langzaam iets beter" Bakker: 'Maar het schiet niet echt op. Je wordt door de samenle ving nog altijd voor gek verklaard als je zegt dat je vijf uur per dag traint. Dat begrijpt niemand. Ze kunnen het wel begrijpen dat ie mand elke avond in de disco zit. De laatste vijf jaar is het voor Bettine een stuk moeilijker geweest om zo veel trainingsarbeid op te brengen. Van alle kanten kreeg ze te horen dat het toch wel eens tijd werd om 's avonds lekker uit eten te gaan en om twee uur haar nest in te duiken. 'Joh Bettine', je hebt het nu toch al lemaal wel een beetje gezien? Je bent Europees kampioene geweest en twee keer de Top 12 gewonnen, waar maak je je nu nog druk om?' En dan al die ruzies met de bond. JAN KLERKS: "IEDEREEN MET EEN OUDE FIETS KAN TRAINER WORDEN" Bettine werd van buitenaf min of meer gedwongen af te wijken van de lijn die je moet volgen om top prestaties te kunnen leveren. Op een gegeven moment heeft ze de draad toch weer op kunnen pak ken en is ze teruggekeerd naar de oude situatie. Dat betekent dat ze weer heel wat dingen opzij heeft moeten zetten Ze is pakweg zes jaar teruggekeerd in de tijd". Waarom ze dat doet? Omdat ze nog één keer alles wil geven, straks in Seoul, waar ze haar carrière af sluit. Als ze er daar vroegtijdig uit vliegt is het jammer, maar ze zal niet verliezen omdat ze niet hard genoeg heeft gewerkt Ze kan straks alleen verliezen omdat een ander beter is. Het woordje 'als' zal in Seoul niet mogen klinken. We hebben het gevoel dat we werke lijk alles doen wat in onze moge lijkheden ligt om straks goed te kunnen presteren. We zijn bij wijze van spreken bereid een zak stront op te eten als we straks maar niet tegen elkaar hoeven te zeggen: 'als we toch zus', of, 'als we nou zo'. Mocht dat toch gebeuren dan zul len we beiden strontziek zijn. Betti ne wil gewoon proberen het maxi male uit zichzelf te halen". Wassenaar: "Natuurlijk doet Han het voor zichzelf en de tijd die hij er in steekt is ook de beste moti vatie. Op een kampioenschap hoef ik hem alleen maar te herinneren aan de geïnvesteerde trainingsar beid om hem er van te overtuigen dat hij een paar minuten echt kei hard moet gaan lopen". Van den Berg: Waar doet ze het voor? Dat vraag ik me ook wel eens af als ik zie wat ze er allemaal voor moet doen. Het kost Mandy echt klauwen met geld. De bond is zo armlastig dat ze voor elk toernooi zelf geld mee moet brengen. Voor het laatste EK moest ze 550 gulden bijpassen en als ze straks inder daad naar Seoul gaat kost dat haar 4000 gulden. Waar doet ze het dan voor? Voor zichzelf natuurlijk". Waar doen jullie het eigenlijk voor. Waarom moesten jullie zo no dig coach worden Klerks: 'Omdat je je wil laten gelden. Het is ook heel interessant om te kijken wat je uit je sporters kan halen, hoever je ze kunt krij gen. Ik beleef er heel veel plezier aan. Het is gewoon leuk om met twee mensen heel lang. heel inten sief samen te werken en dan iets te bereiken. Dat kunnen de Olympi sche Spelen zijn, maar het geeft net zo veel voldoening om van een paar minder getalenteerde sporters een paar redelijk goeie roeiers te ma ken. Bovendien is dat een beter be wijs van je kwaliteit als coach dan succesvol zijn met grote talenten van wie ik wel eens denk dat mijn grootmoeder ze ook aan de top had kunnen brengen", Wassenaar: 'Zo denk ik er ook over. Mijn drijfveer is om mensen beter te laten presteren dan ze daarvoor deden Daarbij maakt het niet zo gek veel uit op welk niveau dat gebeurt. Het is natuurlijk ge weldig om te constateren dat ie mand mede dankzij jouw onder steuning de wereldtop bereikt. Maar ik kan ook geweldig blij zijn als tien van mijn atleten, zoals laatst in Lisse. bij een regionaal wedstrijdje hun persoonlijk record verbeteren". Van den Berg: 'Ik heb zelf op nationaal niveau aardig gepres teerd, maar internationaal kwam ik er niet aan te pas. Toevallig ben ik iemand tegengekomen die dat wel kan en wil. Ik probeer haar te laten bereiken waar ik tevergeefs naar heb gestreefd. Bovendien ben ik helemaal gek van taekwondo". Bakker: "Ik ben coach gewor den omdat ik altijd maar iedereen moest feliciteren. Ik wilde als tafel tennisser de wereldtop halen, maar had de mogelijkheden niet. Ik had niets, geen trainingspartner, geen zaal, niets. Ik ging in Leiden bij de Imenexco zinkplaten jatten en die verkocht ik dan aan De Nobel in de Langestraat zodat ik weer een paar gulden had om ergens een tafel te kunnen huren. Maar dat schoot niet op, want dan moest ik het op nemen tegen één of andere Hon gaarse robot die met looie armen achter de tafel stond en die in zijn hele lichaam net zoveel aanleg had als ik in mijn pink. Maar ik kon hem wel feliciteren omdat om hij de mogelijkheid had om zes uur per dag te trainen "Bij grote toernooien deed ieder een altijd heel opgewonden als de Russen binnenkwamen. Nou, ik vond het maar een stelletje Mongo len, maar als ik tegen ze moest spe len kon ik ze na afloop wel een hand geven. Daar had ik een bloed hekel aan en daarom ben ik zo blij dat ik iemand tegen het lijf ben ge lopen die mij van die frustratie heeft afgeholpen. Iemand met aan leg die de mogelijkheid en wil heeft om hard en veel te trainen. Maar het gaat helemaal met om mij hoor, ik ben verder helemaal niet belang rijk. Vergeleken met Bettine ben ik maar een pipootje" JAN KLERKS Fysiotherapeut Jan Klerks (39) heeft zelf «een 'sportverle den' maar viert als roei-coach desondanks al een decennium successen. Elk jaar bereikt één van zijn ploegen wel de finale van EK of WK en met Ronald Flo rijn was hij al eens op de Olympi sche Spelen. Daar gaat hij nu. met het duo Florijn/Rieks, weer naar toe en de Leidenaar mikt daarbij minimaal op een fina leplaats. "Een medaille zou mijn grootste triomf tot nu toe beteke- GERARD V/D BERG Zesvoudig Nederlands kam pioen taekwondo Gerard van den Berg (31) is sinds zes jaar actief als coach en werd recentelijk be noemd tot bondscoach bij de vrouwen. Niet toevallig want met de Zoetermeerse Mandy de Jongh behaalde de onderhoudsmonteur brandbeveiliging de Europese de wereldtitel. Vanzelfsprekend rekent de Leidenaar die feiten tot zijn meest aansprekende re sultaten op het gebied van coaching.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 42