Optimisme bij Oegstgeest
Lagendijk:'Waken voor gezapigheid'
Sportbijlage 1988-1989
In de zaterdagvierdeklasse zijn de
vertegenwoordigers uit de Lcidse regio
stuk voor stuk tot de kanshebbers te
rekenen. Met uitzondering van Oegstgeest
wordt getracht de weinig
benijdenswaardige positie van favoriet
zijn - evenals het vorig seizoen - aan de
opponent over te doen. Overigens een niet
onbekend verschijnsel in voetballand.
Veel gehoord is de opmerking dat een
goede gooi naar de titel kan worden
gedaan, mitsMet een tiental derby's in
het vooruitzicht is de hoop op een
interessante competitie echter alleszins
gerechtvaardigd.
Trainer Swaak: 'Eén en twee worden kampioen'
Oegstgeest-trainer Swaak:"Dit jaar heb ik een stabiele groep bij elkaar'
(Foto Loek Zuydcrduin)
OEGSTGEEST
"Oegstgeest één en Oegst
geest twee worden kampioen",
orakelde oefenmeester Henk
Swaak."Dat is toch duidelijk",
vervolgde hij,"ik ga er geen el
lenlang verhaal over ophangen
want wij hebben de selectie er
voor". Boude uitspraken van
Swaak die ervoor past zich ge
matigd op te stellen. "Het is
geen bluf. Dit jaar heb ik een
stabiele groep bij elkaar en
zoals ik ze heb meegemaakt
heb ik er het volste vertrouwen
in. De nieuwe jongens vallen
goed in de groep en worden
sne\ ingepast
Met name van twee debutan
ten in de selectie van Swaak
wordt het eén en ander ver
wacht. Uit het derde elftal werd
Jack Beekhuis gehaald en de
jeugdige Joris van Benthem
heeft het netvlies van Swaak
getroffen met oogstrelende ac
ties. "Beekhuis is voor honderd
procent bezig en Van Benthem
paart een goede techniek aan
een goed overzicht. Aangevuld
met de routine van Alex Stra-
ting en Gert Ouwersloot kun
nen zij Oegstgeest iets extra's
geven".
door
Ruud Pattiapon
Die extra's werden vorig sei
zoen vooral benadrukt door de
aanwezigheid van de gebroe
ders Peter en Frank Hogewo-
ning die nu hun heil hebben ge
zocht bij het Voorschotense
Randstad Sport. Een aderlating
die Swaak geen zorgen baart.
"Ik denk dat de groep nu meer
uitgebalanceerd is. Het is alle
maal misschien individueel
niet beter als vorig jaar maar de
hele selectie op zich steekt goed
in z'n vel".
Ook in de aanval is het weg
vallen van Bert Postma opge
vangen door Rein Grooters en
Rick Abma zodat in die belang
rijke linie Swaak zijn zaakjes
ook goed voor elkaar heeft.
Concurrentie heeft Oegstgeest
vooral te vrezen van het Sas-
senheimse Ter Leede en Ro-
hda'76 uit Bodegraven maar
"die zullen het gewoon verlie
zen". Derhalve een zeer opti
mistische Oegstgeester oefen-
meester, die er absoluut zeker
van is dat in het seizoen
1988/1989 Oegstgeest de vierde
klasse zal ontstijgen. "En dat is
niks meer maar ook niks min
der". besloot Swaak.
DE SLEUTELS
"Dit jaar gaan we het probe
ren waar te maken", bleef de
Leidse oefenmeester Jan van
Bemmelen aan de voorzichtige
kant "Er zijn dit seizoen veel
favorieten en ik denk dat Kagia,
Ter Leede en DEVJO dit jaar
volop gaan meedoen". De voor
zichtige opstelling van Van
Bemmelen is vooral te verkla
ren uit de oefenperiode die be
paald niet florissant verliep.
"Er zijn veertien spelers bijge
komen die het in de selectie
kunnen proberen. Zo zijn er bij
voorbeeld drie A-junioren van
UVS overgekomen. In de
breedte zijn we dus sterker ge
worden maar er kunnen nog
geen namen worden ingevuld".
De discipline zal strakker
moeten worden aangehaald
want daar wil het de Vlietploeg
wel eens aan ontbreken. "Voor
al in het laatste wedstrijden van
het vorig seizoen hebben wij
daarin gefaald. We haalden bij
Floreant en Ter Leede drie pun
ten weg terwijl we van MVKV
en Koudekerk verloren. Als je
rechtvaardig kampioen wilt
worden dan mag je van de
kleintjes niet verliezen".
"De Sleutels is een ploeg die
aan de weg wil timmeren door
prestatief zo hoog mogelijk te
eindigen. We hebben dit jaar
een goed stuk voetbal te bie
den. Normaal moeten we het
niet van het knokken hebben
maar dit jaar moeten we dat
erin brengen. We mogen niet
verslappen", sprak Van Bem
melen strijdlustig "Verwach
tingen wil ik niet uitspreken
maar van Leo Compeer ver
wacht ik wel wat. Vorig jaar is
hij verhuisd en deed hij het wat
rustiger aan. Compeer op het
middenveld deed het toen best
goed maar nu Klaas Dekker
weg is kan hij weer doorschui
ven naar zijn ouwe stek. Hij
blijft bij voorkeur een spitsspe-
ler".
Met nieuwkomer Robert van
der Mark en Leo Wetselaar ziet
de toekomst er zonnig uit maar
"Wetselaar heeft zich wel aan
gemeld maar is nog voorlopig
nog een vraagteken. Hij moet
de stap nog maken. Voorlopig
is hij met vakantie waardoor hij
nog niets heeft kunnen laten
zien. Het is een kwestie van
passen en meten maar twijfelen
doe ik niet", sprak Van Bem
melen.
VOORSCHOTEN
Ex-UDO-oefenmeester Leo
Holl heeft zich al terdege op de
hoogte gesteld van het wel en
wee van zijn nieuwe ploeg. Hij
beseft dat er dit jaar met name
door de buitenwacht veel van
hem wordt verwacht. "Er is vo
rig jaar goed gepresteerd en dat
levert een hoge verwachting
op. Niet alleen door de de hele
vereniging maar ook bij mijzelf.
Na de winterperiode is een rian
te positie verloren gegaan en op
grond van die gegevens is de
druk is nu groter".
Hij geeft zich er echter reken
schap van dat die hoge klasse
ring vooral door hard werken
was veroverd. "Ja, ze hebben
ook wel een beetje boven hun
stand geleefd. Er werd hard ge-
Vierde
klasse
zaterdag
'werkt maar er zat te weinig
voetbal in en de terugval was
daarom wel verklaarbaar". Van
de controverses onder het be
wind van Pieter Donath is hem
niet veel bekend en volgens
hem ook niet van een grote im
portantie. "Het was een samen
spel van factoren en het had
minder te maken met interne
problemen. Hoewel er voldoen
de werklust was en daardoor
een eenheid werd geschapen
had Voorschoten ook te kam
pen met langdurige blessures
en dan krijg je de rekening ge
presenteerd.
Met de komst van Perry
Berk, Wim Oranje en Marco
den Hollander is de Voorscho
tense selectie behoorlijk aange
vuld. Dat kan betekenen dat er
nu minder op de schouders van
aanvoerder Hein de Graaff
komt te liggen. "Vorig jaar hing
er veel te veel af van De Graaff.
Als hij vast lag dan was Voor
schoten uitschakeld en ik hoop
dat dat zich niet voortzet".
Voorlopig is Holl er nog niet he
lemaal uit. "Voorschoten is op
dit moment nog geen goede
ploeg. De mensen staan nog
niet op de goede plaatsen maar
we zijn nog aan het zoeken. Als
ik echter de selectie bekijk dan
moet het een redelijke ploeg
kunnen worden. We moeten
dan wel gevrijwaard blijven
van blessures en ander onheil.
De sfeer blijft positief als de re-
sulaten er zijn. Alles valt en
staat ermee".
KAGIA
Volgens de Haarlemse oefen
meester Rob Suttorp zal Kagia
het verblijf in de vierde klasse
KNVB moeten continueren.
"Daar ben ik niet bang voor. We
hebben daar namelijk een te
goede ploeg voor. De laatste ja
ren zie je wel dat ploegen na
promotie weer terugvallen
maar wij zijn daar niet be
nauwd voor. Het is de eerste
maal in de geschiedenis dat Ka
gia in de KNVB speelt en ieder
een is er op gebrand er iets van
te maken. Het is een grote uit
daging voor de spelers".
Suttorp is niet van plan het
spel aan te passen. "Er is verge
lijk met vorig jaar niet zoveel
veranderd en we zullen hetzelf
de spel zoveel mogelijk hand
haven". Toch zal er met name
in de middenlinie wat worden
gesleuteld. "Het middenveld
was verdedigend sterk maar
aanvallend wat minder. Nu
hebben we daar wat jongeren
lopen die de drang hebben wat
te laten zien. Het is nu wat meer
uitgebalanceerd. Bovendien is
het tweede ook gepromoveerd
waardoor een aantal plaatsen in
het eerste moeiteloos is op te
vullen".
Toen Suttorp zich als trainer
bij Kagia aandiende viel het
spel hem toen al reuze mee.
"Die lange ballen waar Kagia
om bekend stond dat is echt he
lemaal uit de tijd". Een belang
rijk man in de ploeg is Richard
Trompert die als spits veelal
meer dan de helft van de doel-
puntenproduktie van Kagia bij
elkaar schoot of kopte. Volgens
Suttorp kan Trompert met ge
mak hoger spelen. "Er hebben
wel clubs aan hem getrokken
maar Lisserbroek is een hechte
gemeenschap. Het is uniek dat
je hier zo iemand hebt rondlo
pen".
Voor Suttorp, die zijn tweede
seizoen bij Kagia ingaat, is het
ongemeen spannend. "Ik ben
heel benieuwd. De jongens
kennen ze wel maar voor mij
zijn het allemaal nieuwe tegen
standers. Prettig is ook de lan
gere competitie, we spelen
tweeëntwintig wedstrijden. We
hebben er zo lang naar uitgeke
ken. Nu kijken wat er in werke
lijkheid gebeurd".
TER LEEDE
Ter Leede is de ploeg waar
naar uitgekeken wordt. Vorig
seizoen begon de ploeg van trai
ner Dick Blijleven aan een in
drukwekkende opmars en
kwam en liet pas tegen het ein
de van het seizoen enkele ste
ken vallen. Ook al omdat de te
genstanders zich terdege op
een confrontatie met de Sas-
senheimers zullen voorberei
den zal het een turbulent jaartje
worden op Sportpark Menne-
weg. "Vanuit de eigen situatie
is een waardeoordeel moeilijk
te geven. Aan het eind worden
de prijzen pas verdeeld. Doel is
de zaak beter voor elkaar te
krijgen dan het jaar ervoor. Er
zit genoeg voetbal in de ploeg
om lekker mee te gaan doen. De
verwachting is dat er elk geval
weer gevlamd wordt".
Blijleven kijkt verlangend uit
naar de naderende competitie.
"Het is een leuke afdeling en er
zit ook veel voetbal in deze af
deling. Natuurlijk gaan wij
voor de winst maar als je de eer
ste wedstrijd een pak slaag
krijgt kan dat een averechtse
uitwerking hebben". De Sas-
senheimers laten niets aan een
toeval over. Voor de B-selectie
is Katwijker Dick van Duin als
een aparte trainer aangetrok
ken. "Dit heeft tot gevolg dat
het tweede elftal ingeklemd
wordt tussen het eerste en het
derde elftal. Het tweede is nu
gedwongen om te presteren", is
de visie van Blijleven.
In de vakantie is onder lei
ding van de ook bij erediviso-
nist Haarlem werkzame Cedo
Kovacevic aan de looptraining
begonnen. "Dat is in goede aar
de gevallen en er is nu een dis
cussie gaande of dit een vervolg
moet hebben". De aanpak van
Kovacevic had succes want
Blijleven bespeurde progressie
in het loopvermogen van de
spelers een niet onmisbaar ge
geven voor een zware competi
tie. "Er wordt behoorlijk ge
werkt bij Ter Leede op alle ge
bied maar belangrijker is dat
we dezelfde kant opkijken",
stelde Blijleven verheugd vast.
JAN VAN BEMMELEN: "SLEUTELS WIL AAN DE WEG TIMMEREN"
Sportbijlage 1988-1989
Lagendijk"Mijn manier van werken verschilt van club tot club". (Foto Loek Zuyderduin)
Een voetbalclub trainen,
het lijkt voor de
buitenwacht een fluitje
van een cent. Maar dat is
het niet, zeker niet indien
de vereniging zich
beweegt in de hogere
regionen v,an het
amateurvoetbal. Dan
komt er meer kijken dan
een praatje voor de
wedstrijd, wat
aanwijzingen vanuit de
dug-out en twee keer
trainen in de week. Arie
Lagendijk is een man die
zijn sporen als
oefenmeester inmiddels
verdiend heeft. Hij staat
bekend als iemand die
weinig aan het toeval
pleegt over te laten,
uitgaat van een gedegen
seizoenplanning en niet
alleen geïnteresseerd is in
het eerste elftal. Ruim
baan voor Lagendijk dus,
die zijn visie op het
trainersvak geeft en de
manier schetst waarop hij
de zaken aanpakt.
door
Chris Hartman
Lagendijk: "Ik ben een trainer
die belangstelling heeft voor de
hele club. Dat probeer ik te laten
blijken door zoveel mogelijk
wedstrijden van de jeugd en de
selectieteams te bekijken en
door regelmatig contact te heb
ben met de jeugdtrainers en de
begeleiders van het tweede en
derde elftal. Kijk, ik zal me
nooit verschuilen, het eerste
team is te allen tijde het belang
rijkste team van de club. Dat is
het vlaggeschip, daar kijkt ie
dereen naar. Maar je moet niet
vergeten dat zo'n eerste elftal
afhankelijk is van zijn achter
ban. Staat er jeugd klaar om te
zijner tijd de ouderen op te vol
gen, lopen er in het tweede team
spelers die in geval van blessu
res ingepast kunnen worden in
het eerste?"
"Om te benadrukken dat ik
echt in de jeugd geïnteresseerd
was heb ik bij Quick Boys een
jaar lang de D-junioren en bij
Rijnsburgse Boys een seizoen
de C-junioren getraind. Ik
hecht eveneens veel waarde
aan een doelstelling op langere
termijn. Je moet een visie voor
ogen hebben. Ik heb in de pe
riode dat ik studeerde voor
mijn diploma's heel bewust ge
kozen voor de jeugdtraining, ik
wilde weten wat er te koop was
in het vak. Pas toen ik naar de
A-cursus ging, tegenwoordig is
dat de opleiding coach betaald
voetbal, ben ik zelfstandig bij
een club gaan werken. Dat
moest, anders mocht ik die cur
sus niet volgen. Bij veel colle
ga's daarentegen, proef ik dat
ze hun diploma te snel te gelde
willen maken".
Verschil
"Mijn manier van werken?
Die verschilt van club tot club.
Ik heb als hoofdtrainer gewerkt
bij Quick Boys, Rijnsburgse
Boys, UVS en nu dus Katwijk.
Allereerst kijk je wat voor club
het is. Het is nu eenmaal een ge
geven dat een vereniging uit
een kustplaats een andere iden
titeit heeft dan een ploeg uit de
stad. Bij Katwijk en Quick
Boys bij voorbeeld zijn de inzet
en de bereidheid tot leren
enorm. De techniek en het com
binatievermogen zijn wat min
der. Bij UVS was dat precies
omgekeerd Maar goed, laat me
uitleggen hoe ik te werk ga.
Neem Katwijk, mijn nieuwe
club, waarvan ik in de loop van
het vorige seizoen al wist dat ik
er zou gaan werken".
"Op de zaterdag ben ik gaan
inventariseren, wat niet zo
moeilijk was omdat UVS op
zondag speelt. Ik heb de sfeer
van de vereniging geproefd.
Wat voor mensen komen er?
Wat gaat er om in de club? Wat
zijn de sterke punten, wat zijn
de zwakke punten? Vervolgens
heb ik de organisatie op poten
gezet. Ik houd van korte lijnen,
reden waarom ik met betrek
king tot de technische zaken
van zowel de senioren als de
jeugd slechts te maken heb met
één bestuurslid Jan van der
Plas. Dan ga je kijken wie als
begeleiders en hulptrainers
kunnen optreden. Van UVS
heb ik Cees du Prie meegeno
men en bij Katwijk liep al Arie
van der Boon rond. We hebben
samen gesproken, afspraken
gemaakt en zijn overeen geko
men met elkaar in zee te gaan".
"De jeugdafdeling was het
volgende onderwerp van ge
sprek. Die hebben we gesplitst
in een recreatieve groep, de D-,
E- en F-junioren, en een presta-
tieve groep, de A-, B- en C-ju
nioren. Voor de laatste groep
zijn drie gediplomeerde jeugd
trainers beschikbaar, de trai
ningen van de D-, E- en F-junio
ren worden verzorgd door men
sen die in de regel geen trai
nersdiploma hebben. Katwijk
is twee jaar geleden begonnen
met een jeugdplan, daaraan
heb ik mijn ideeen toegevoegd.
Een volgende stap betrof de
medische begeleiding, ook heel
belangrijk. Er zijn afspraken
gemaakt, de werksituatie is be
sproken, kortom de medische
begeleiding is geregeld. In juni
hebben alle leden van de A- en
B-selectie nog een informatie
boekje met trainingsadviezen
voor de trainingsvrije periode
van me gekregen
"Daarin konden ze tevens
precies lezen hoe de eerste vijf
trainingswelcen ingedeeld wa
ren. In juli ben ik op vakantie
gegaan, op 1 augustus begon de
eerste training. De voorberei
dingsperiode laat ik het liefst
vijf weken duren. Niet langer,
dan heb je kans dat het een
sleur wordt, waaronder de con
centratie gaat lijden. Toch geef
ik Rijnsburgse Boys en Noord-
wijk groot gelijk dat ze in juli te
gen Barcelona en Feyenoord
hebben gespeeld. Als je dat
soort tegenstanders kunt krij
gen moet je dat altijd doen, des
noods bestrijd je ze ongetraind.
Dergelijke wedstrijden bren
gen nu eenmaal geld in het
laatje. In de voorbereiding pro
beer ik de basisconditie van de
spelers om te zetten in wed
strijd conditie".
Speelwijze
"En ik tracht afhankelijk van
de kwaliteiten van de groep, tot
een speelwijze te komen die
past bij de club. Tekortkomin
gen die ik constateer koppel ik
terug tot oefenstof, die ze de
kans biedt zich te verbeteren.
Vanaf de eerste training werk
ik met de bal. Ook al kan ik op
het eigen veld niet terecht. Dan
zoek ik een plantsoen of een
grasveld in het bos. Baltraining
hoort bij een voetbalclub, al
hoor je mij niet zeggen dat ik al
les met een bal doe. Er zal be
hoorlijk wat looptraining zon
der bal verricht moeten worden
om de vereiste wedstijdcondi-
tie te verkrijgen. In de voorbe
reiding train ik drie keer per
week, met een of twee oefen
wedstrijden erbij".
"In die oefenduels geef ik zo
veel mogelijk spelers een kans.
Dan begint je team vorm te krij
gen en kan je de laatste twee
weken van de voorbereiding
trainen op wedstrijdsituaties.
Dat doe ik met groepjes, twee
spitsen en een middenvelder
bijvoorbeeld, of twee midden
velders en een vleugelverdedi
ger. Nee, individuele training is
dan nog niet aan de orde. Die
komt pas na de voorbereidings
periode. Vervolgens krijg je de
eerste competitiewedstrijden.
Die zijn enorm belangrijk. Kom
je die goed door dan krijg je
rust in de tent, kun je verder
bouwen, doorborduren op je
doelstelling. Verlies je een paar
keer, dan ontstaat er onrust.
Derden proberen invloed uit te
oefenen hetgeen je werksitua
tie niet ten goede komt".
"Tijdens de competitie blijf
ik werken aan de tekortkomin
gen door trainingen met groep
jes en individuele training. Een
en ander vergt ongeveer veertig
procent van de trainingstijd. De
overige tijd gebruik ik om de
conditie en techniek op peil te
houden. Uiteraard kun je de
competitie ook weer verdelen
in periodes. Gelukkig bestaat
er tegenwoordig in december
en januari een winterstop. Ik
vind dat ideaal. Vroeger had je
die niet en bleef je maar door-
trainen, hoewel je aan competi
tievoetbal meestal niet toek
wam. Nu stuur ik de spelers
groep drie weken naar huis. Er
wordt niet getraind. Dat blijkt
in de praktijk uiterst verfris
send te werken. Als ze weer te
rugkomen zijn ze gretig als van
ouds".
Speelser
"In de zes, zeven weken voor
de winterstop breng ik de trai
ningen van anderhalf uur terug
tot vijf kwartier. Bovendien
zien de trainingen er wat speel
ser uit. Via spel- en wedstrijd-
vormen laat ik de spelers gees
telijk een beetje tot rust komen.
Er wordt niet meer 'bewust' aan
de conditie gewerkt.
Onbewust wordt die echter
via dergelijke vormen wel de
gelijk bijgehouden. Na de win
terstop moet de wedstrijdcon
ditie weer opgebouwd worden.
Deels door extra trainingen,
deels door een wat intensievere
aanpak. Ook gaan de trainingen
weer anderhalf uur duren. Ge
durende de competitie overi
gens train ik twee keer met de
groep en een keer per week in
dividueel met spelers".
"Door sneeuw en regen moet
je in de winter soms improvise
ren. Een keer naar het strand,
een keer een sporthal afhuren
of trainen in een groente- of
bloemenveiling. Dat hoort er
bij. Ja, en dan krijg je het slot
van het seizoen. Hoe er dan ge
traind wordt hangt vooral af
van de stand in de competitie.
In april en mei breng ik de trai-
ningsduur weer terug tot vijf
kwartier. Sta je bovenaan dan
verloopt alles probleemloos, ie
dereen is gretig en wil preste
ren. Sta je onderin dan is het
zaak scherp te blijven trainen
en te zorgen voor een zo goed
mogelijke sfeer. Kun je niet
meer promoveren of degrade
ren dan ben ik iemand die toch
het maximale rendement uit
een elftal wil halen".
Waken
"Je moet waken voor geza
pigheid, proberen nog zo hoog
mogelijk te eindigen. Over ac
commodaties heb ik het nog
niet gehad. Het mooiste voor
een trainer is dat hij zowel over
een heel gras- als een heel
gravelveld kan beschikken.
Een heel gras- en een half
gravelveld is ook al heel aardig.
Over gravel wordt vaak nega
tief gesproken, maar voor het
opvoeren van de technische
vaardigheid en voor positiespe
len is zo'n veld prima. Louter
op gravel zou ik niet willen trai
nen. Je speeltje wedstrijden op
gras, dan moet je ook op gras
kunnen oefenen. Doordeweek
se oefenwedstrijden tijdens de
competitie hoeven voor mij
niet zo nodig. Een enkele keer
is leuk. Maar gebeurt het regel
matig dan leidt het de aandacht
maar af van de competitie. En
juist in competitiewedstrijden
wil ik dat iedereen gretig is".
ARIE LAGENDIJK:"BELANGSTELLING VOOR DE HELE CLUB"