'Bluffen, maar met mate'
'Coachen is 'n complex iets'
Sportbijlage 1988-1989
Lugdunum-trainer Hennie de Klerk
HENNIE DE KLERK:"NIET HOGER TRAINEN DAN JE ZELF HEBT GESPEELD"
Sportbijlage 1988-1989
Basketbalcoach Han Wallaart:
HAN WALLAART:"SNELHEID IN HET SPEL HOUDEN"
eel voetbaltrainers zitten bij een
?rkeerde club, is de stellige
rertuiging van Hennie de Klerk.
De meesten zijn al blij dat ze
innen zijn, zonder eerst goed in te
hatten of ze wel passen bij de
vereniging waar ze beginnen",
meent de 36-jarige oefenmeester.
"Met alle gevolgen vandien". De
Klerk zondigde overigens zelf
tegen deze regels van
bedachtzaamheid. Hij stuurde in
een impulsieve bui' een
sollicitatiebriefje naar
tweedeklasser Lugdunum en was
bij de Leidse club na 'een kort en
bondig gesprekje' snel onder de
pannen. Maar Lugdunum kent De
Klerk en andersom. Een gesprek
over de beperkingen van het
amateurvoetbal, het trainen van
een team waarin je zelf hebt
gespeeld en het coachen volgens het
recept waarmee je zelf hebt
gevoetbald. "Bluffen, maar dan met
mate".
ij is beland op het niveau dat
>m voor ogen stond toen hij
an de trainerssursus begon,
iet hoger gaan trainen dan je
'lf hebt gespeeld, gaf-ie zich-
>.lf mee. Met zijn oefenmeester
diploma mag De Klerk nog
iger dan Lugdunum, maar
mrlopig beschouwt hij de zon-
■zgtweedeklasser als een uit-
jging.
oor
lob van der Zanden
De 'Kikkers' willen een ander
ïzicht laten zien in de toe-
omst en daarvoor moet de
Dormalige middenvelder en
ugdtrainer van de club zor-
?n. "Bij Lugdunum heeft het
2 laatste jaren ontbroken aan
>n strakke organisatie. Ik
snk dat ik daar verandering in
in brengen. De club dobberde
nge tijd betrekkelijk anoniem
>nd in de tweede klasse. Erg
isselende resultaten ook.
ooral aan dat laatste wil ik iets
Den. Ik schreeuw niet van de
aken dat er weer resultaten
ïan komen, maar ik probeer
el via een duidelijke lijn te
irgen dat de club weer mee-
aait in de top of subtop".
Het woord discipline staat
,et in het woordenboek van
e Klerk. "Dat heeft ook zo'n
?laden betekenis. Dat autori-
ire hoeft voor mij niet zo no-
g. Spelers hebben als het
ped is voldoende zelfdiscipli-
Wel hou ik van afspraken.
ga geen ballen uit de sloot
alen en pionnen verzamelen
i afloop van een training,
oor een wedstrijd beginnen
e gezamenlijk aar. de war-
ing-up, dus niet de laatste een
vartier later naar buiten dan
eerste. Dat zijn kleine din-
hn, maar toch. De spelers moe-
in weten waar ze zich aan te
nuden hebben, er moet ge-
'ioon organisatie zijn. In het be-
n zal dat voor een aantal men-
n bij Lugdunum nieuw zijn,
lisschien leidt het zelfs wel tot
oblemen. Maar uiteindelijk
1 iedereen erkennen dat ze er
lf bij gebaat zijn. Ik vergelijk
■t met het oplaten van een
ieger. In het begon moet je
ird werken. Als-ie eenmaal in
lucht hangt, gaat het van-
lf'.
samverband
Mooie beeldspraak, maar
-en goed beseft hij dat in de
nateurvoetballerij een hele-
iel vliegers niet eens opgaan,
e moet steeds voor ogen hou-
?n dat je bezig bent met ama-
urs, hoe professioneel het er
genwoordig ook aan toe gaat.
at betekent dat je wel aan een
oeg als geheel kunt schaven
dens trainingen, maar op het
dividuele vlak kun je weinig
jen. Daar ontbreekt eenvou-
g de tijd voor De trainer moet
is bij het coachen ook de na-
uk leggen op het teamver-
ind. Daar kun je je invloed la-
n gelden. Als ik vind dat er in
ilbezit te traag wordt overge-
hakeld van verdediging op
nval, dan kun je daar via be-
lalde spelvormen makkelijk
trainen. Het moet allemaal
nctioneel zijn. Je moet jezelf
balier en trainer. Behalve een
creatieve speler, was hij - naar
eigen zeggen - ook mentaal
sterk en weerbaar. "Een pittige
speler". Dat wil hij terugzien bij
de spelers die hij nu onder zijn
hoede heeft. Zijn ervaringen
binnen de lijnen zijn daarbij on
misbaar voor hem, maar het
gaat hem te ver om daarmee te
concluderen dat de cursussen
voor oefenmeesters een wassen
neus zijn, zoals weieens door
met name falende cursisten
wordt gesuggereerd. "De cur
sus heeft me erg veel bijge
bracht. Op het medische vlak
en maar ook. qua taktiek en
wedstrijdanalyse. Verder leer
je er om rustig te blijven als ver
antwoordelijke voor een team
onder de meest gekke stress-si
tuaties. Ik heb cursisten jan
kend voor een groep zien staan.
Ze waren eenvoudig niet be
stand tegen de druk. Hoe je het
ook bekijkt, het is toch een
hard wereldje dat van de trai
ners. Je moet het geestelijk alle
maal kunnen verwerken. De
docenten maaien je onderuit
tot net boven je enkels. Vervol
gens mag je laten zien dat je er
nog bent".
Hoogtepunt
Op 28-jarige leeftijd gaf hij al
de brui aan zijn voetbalcarrière.
Misschien wat te vroeg, beseft
hij nu. "Maar ik wilde op het
hoogtepunt van mijn loopbaan
overstappen. Niet als late derti
ger, terwijl je uit de schijnwer
pers en over je top heen bent.
Toen ik stopte voelde ik nog
lange tijd de kriebels, dat wel".
Na te hebben gespeeld in de
jeugd van Lugdunum belandde
hij bij Roodenburg en vervol
gens RVC. Na Randstad Sport
en Rijnsburgse Boys keerde hij
terug in de Kikkerpolder waar
hij een kampioenschap vierde
in de tweede klasse. Als twinti
ger begon De Klerk zijn trai
nerscarrière op bescheiden
schaal met de junioren van
Lugdunum. Daarna was-ie drie
jaar coach bij Meerburg en za
terdagclub Lyra uit De Lier.
Tussen de bedrijven door be
haalde hij zijn diploma's. Te be
ginnen met de destijds nog ge
hanteerde oefenmeester C en
D-licentie.
Inmiddels heeft de in Hazers-
woude woonachtige oefen
meester 1 op zak, waarmee hij
zelfs assistent-coach bij een be
taald-voetbalclub mag worden.
Zover kijkt de tengere coach
echter niet vooruit. Hij heeft
bovendien een staffunctie bij
een grote schoenenfirma en ziet
de voetballerij nog steeds als
een prettige hobby met een
aangename bijverdienste. "Als
ik een paar maanden bezig ben
bij Lugdunum ga ik met mede
werkers en misschien spelers
rond de tafel zitten. Evalueren.
Wat gaat goed en wat fout. De
kritiek neem ik dan mee, ik zeg
niet dat ik ook mqj: alle dingen
iets doe. Ik heb er wel vertrou
wen in. Gek eigenlijk. Toen ik
de advertentie van Lugdunum
zag staan, dacht ik: niet doen.
Allemaal jongens die je te goed
kent. In een impulsieve bui ben
ik toen toch gaan bellen. Het
bestuur en ik zagen het zitten.
Vervolgens zijn ook de spelers
gevraagd. Het klikte allemaal
meteen. Dat ik hier heb ge
speeld, is eigenlijk alleen maar
een voordeel. Ik geloof achteraf
niet dat er problemen kunnen
komen met jongens die eerder
naast me in het veld stonden.
Ze accepteren me gewoon denk
ik".
Hennie de Klerk: "Dat autoritaire hoeft voor mij niet zo nodig.
(foto Lock Zuyderduin)
niet populair maken bij de spe
lers door steeds met afwisselen
de dingen te komen tijdens de
training".
"Op die manier kun je wel de
gelijk je stempel drukken op
een team. Maar we moeten de
invloed van een trainer niet
overschatten. Aan de andere
kant: ook niet onderschatten.
Ik heb de indruk dat de voor
naamste taak toch ligt in de
voorbereidende sfeer. Het elftal
klaarstomen voor de wedstrijd.
Zorgen dat de juiste samenstel
ling binnen de lijnen staat en
dat de zaak op scherp staat, al is
dat laatste natuurlijk ook de
verantwoording van de spelers.
Maar als het fluitje heeft ge
klonken ben je in principe
klaar. Althans voor het grootste
gedeelte. Ik denk dat er van de
honderd procent aanwijzingen
die je dan nog geeft er nog geen
twintig procent overkomt".
Trainers trekken zelden het
boetekleed aan na een verloren
wedstrijd. Het is vaak 'ze heb
ben verloren' of er zijn altijd
wel andere factoren (lullige te
gendoelpunten, falende arbi
ter) die de nederlaag verklaren.
Waar blijft de trainer die open
lijk zegt dat hij met de taktiek
en de opdracht aan zijn spelers
volledig de mist in is gegaan,
waardoor zijn team niets te ver
wijten valt. Of geven de oefen-
meesters hiermee - onbewust
wellicht - aan dat hun invloed
grotendeels is te verwaarlo
zen... De Klerk kijkt verbaasd
en zegt dan: "Nou je het zegt, ja.
Ik geloof dat ik ooit één keer te
gen een journalist heb gezegd
dat ik zelf fout zat als coach.
Merkwaardig eigenlijk". La
chend: "Misschien moeten wij
eens wat meer bij ons zelf te ra
de gaan".
Taktiek
"Het taktische verhaal is na
tuurlijk interessant. Bij mijn
vorige club Lyra zette ik wel
eens twee centrumspitsen
naast elkaar. Die gingen dan
steevast tegen de voorstopper
en de vrije verdediger aanlo
pen. De tegenstander weet het
dan vaak niet meer. Moeten de
backs naar het centrum op
schuiven? Je ziet ze twijfelen
en dan kun je als ploeg je slag al
slaan. Dat is een beetje bluffen.
Maar dan bedoel ik bluffen met
mate. Na een kwartiertje kun je
dat weer veranderen. Soms ga
je ook weieens op je bek als je
op de bluftoer bent". De Klerk
erkent dat ook hij na vier neder
lagen op rij de zaken in verdedi
gende zin gaat aanpassen. Wat
dat betreft is hij dus niet meer
of minder bluffer dan de mees
te collega's. Hoe groot de ver
schillen in het trainerscorps
ook zijn, ze worden vrijwel alle
maal gekenmerkt door een
zucht naar behoudend voetbal.
De Klerk vindt dat er duide
lijk overeenkomsten zijn tus
sen zijn opvattingen als voet-
Han Wallaart: 'Time-outs zijn er om de zaak mentaal tot rust te brengen of om te zeggen dat we nu dit of dat gaan doen'. (Foto Loek
Zuyderduin)
Basketbalcoach Han Wallaart
heeft in zijn bijna
zestienjarige loopbaan al heel
wat bergen beklommen. De
Leidse sportleraar heeft niet
alleen genoten van het
uitzicht aan de top. maar ook
de schaduwkanten van het
vak meegemaakt als de
resultaten eens tegenvielen
of het vertrouwen door het
management werd opgezegd.
Dit seizoen begint Wallaart
met het vrouwenteam van
Grasshoppers aan een nieuwe
klimtocht. De Katwijkse
ploeg debuteert volgende
maand in de eredivisie.
Op. het eerste gezicht lijkt een
basketbalcoach meer invloed op
het wedstrijdverloop te hebben
dan willekeurig welke andere
coach. Onbeperkt wisselen, des
noods de hele ploeg, vier time
outs van één minuut per wed
strijd, en'de positie vlak langs
het veld, geven de coach veel
mogelijkheden om in te grijpen.
Om dat met succes te doen is een
flinke dosis kennis nodig be
toogt Wallaartdie zijn team re
delijke overlevingskansen geeft
in de eredivisie.
door
Hans Jacobs
Wallaart-kan bogen op een in
drukwekkende staat van
dienst. In 1972 begon hij bij
Forwodians in Voorhout.
"Daar heb ik zelf de basis ge
legd voor wat ik nu doe". Wal
laart stapte daarna over naar
het Haagse Jumpers, waar hij
toen zelf nog speelde. Het.team
gold als "niet te coachen" om
dat het naast Wallaart nog twee
spelers had met een coach li
centie. Jumpers stond op de
drempel van de eredivisie,
maar maakte de stap uiteinde
lijk niet. Wallaart wel, hij werd
assistent-coach bij de toenmali
ge Delftse topclub Punch. Na
een jaar kwam hij alleen aan het
roer en loodste Punch naar de
finale van de play-offs, waarin
uiteindelijk werd verloren van
Parker Leiden.
Bij een rodeo in de Menken
IJshal werd Wallaart benaderd
door Parker-directeur Robert
Bockweg. Wallaart werd assis
tent bij de landskampioen en
volgde twee jaar later Henny
Blom op als coach. Na een ge
dwongen exit bij Leiden werd
Wallaart coach van het Neder
lands vrouwenteam, later volg
den Lisse en DAS. Na een on
derbreking van twee jaar kwam
hij terecht bij Grasshoppers in
Katwijk, dat onder zijn leiding
naar de eredivisie promoveer
de.
Kansen
Han Wallaart heeft veel kan
sen gehad om zijn ideéen over
het basketbal te vormen en te
toetsen. "Bij de mannen heb ik
de absolute top van Nederland
meegemaakt. Ik heb vooral bij
Punch van Jan Bruin en Jan
Sikking veel geleerd. Ook van
een speler als Jimmy Woudstra
heb ik veel opgestoken. Wat zij
deden en dachten sloot aan
mijn idee hoe het spelletje tech
nisch en tactisch gespeeld moet
worden".
"Coachen is een heel com
plex iets. Van zo veel discipli
nes moet je min of meer op de
hoogte zijn. Dat is bij basketbal
niets anders dan bij voetbal of
volleybal. Je merkt vooral aan
buitenlandse coaches dat ze
overal wat van weten. Natuur
lijk, die zijn full-time met hun
vak bezig maakt wat gemakke
lijker".
Wallaart geeft een opsom
ming van de vele onderdelen
die een (basketbal)coach moet
beheersen. "Je moet iets weten
van trainingsleer. Anders heb
je steeds blessures en raken
spelers raken niet in de condi
tie. Je moet dus een medische
achtergrond hebben. Hoe
bouw je conditie op, wat voor
soort conditie heb je nodig. Dat
is bij basketbal anders dan bij
voetbal. Vergelijk hèt maar met
een lange afstandsloper tegen
over een sprinter. Die moeten
anders trainen. Aan de top heb
je hulp van een teamarts en fy
siotherapeut, wanneer je begint
moet je simpele dingen zelf
kunnen verhelpen en voorko
men".
Snelheid
"Je moet uiteraard specifieke
kennis hebben van het basket
bal. Je moet op de hoogte zijn
van alle technieken en alle tac
tieken en je moet weten wat je
zelf met het spelletje wilt. Hoe
meer achtergrond je hebt, hoe
beter je zelf een standpunt kunt
bepalen. Mijn idee is datje snel
heid in het spel moet houden.
Dus snel reageren, hoog sprin
gen, hard lopen, zo veel moge
lijk break spelen. Dat trek je
door naar de verdediging. Die
moet agressief zijn. Je moet zo
veel mogelijk laten gebeuren".
"Er is een golfbeweging in
het basketbal. Soms wordt er
heel strak vastgehouden aan
systemen, andere keren is er
meer vrijheid. Ik geloof niet in
de filosofie van (ex-Leiderdorp
en Trotters coach) Ben van
Cleef, die zei 'speel maar wat'.
Er moet een aantal automatis
men zijn. je kunt pas vrij spelen
als je na lang oefenen zo speelt
dat je niet meer door hebt dat
het vaste patronen zijn".
"Dat zag je tijdens het Pré-
Olympisch Toernooi bij de
ploeg van de Sovjetunie. Af en
toe speelden de Sovjets heel
duidelijk een spelletje, maar
daarnaast was er ook vrij spel,
al lagen de lijnen op de onder
delen vast. Je neemt beslissin
gen die van te voren vast staan.
Je moet dan de makkelijkste
oplossing herkennen en dat
kan alleen als het spel ingesle
pen is".
"Je moet dus uit alle voor
beelden datgene kiezen wat het
beste bij jouw persoonlijkheid
en bij jouw team past. Je kunt
anderen niet zo maar imiteren,
al verander je over de loop van
de jaren wel door wat je leest en
ziet. De volgende fase voor een
coach is, hoe leer je dat aan. Ik
kan me ook nauwelijks voor
stellen dat je een aparte trainer
en coach hebt - die zaken liggen
in eikaars verlengde".
Bepraten
"Je kunt spelers bij basket
bal beter bepraten dan bij ande
re sporten mogelijk is. Behalve
dan een keer in Barcelona. Ach
ter onze bank zaten supporters
van Barcelona met toeters en
hoorns. Dan is mogelijkheid
om te communiceren weg.
Daar moet je natuurlijk wel aan
denken. Je moet een team voor
bereiden op veel situaties: man
tegen man, press, zone, een
spelletje voor het uitspelen van
de laatste dertig seconden, of
hoe te handelen als je één punt
achter staat en er nog vijf se
conden te spelen zijn".
"Dat kun je niet meer in een
time-out gaan vertellen. Time
outs zijn er om de zaak mentaal
tot rust te brengen of te zeggen
dat we nu dit of dat gaan doen.
Even aan de afspraken herinne
ren, maar die afspraken moetje
al van te voren hebben .ge
maakt".
"In het veld moeten de spe
lers dingen zelf regelen. Bij
meiden duurt het wat langer al
vorens ze dat ook doen. Bij
Grasshoppers heeft het wel een
halfjaar geduurd voordat ze bij
een vrije worp, een uitstekend
dood moment in de wedstrijd,
even de koppen bij elkaar sta
ken en overlegden over wat er
na vrije worp moet gebeuren.
In andere sport zie je dat ook,
denk maar aan volleybal".
"Je hebt als coach via het
wisselen heel duidelijk invloed
op het spel. Je kunt een ander
type speler inbrengen, een
schutter bijvoorbeeld tegen
een zone-verdediging, of als in
de verdediging iemand steeds
gepasseerd wordt, een speciale
bewaker of een fittere speler".
Ander type
"Tussen het coachen van bas
ketbal en andere sporten is in
principe geen verschil. Je hebt
natuurlijk wel te maken met
een ander type sporter. Een ten
nisser, voetballer en basketbal
ler zijn vaak andere mensen en
die vragen een andere benade
ring. Ze hebben vaak een ande
re mentaliteit, al moet je na
tuurlijk oppassen als je genera
liseert".
Wallaart houdt zijn kennis bij
met vakliteratuur, door het be
zoeken van clinics waar andere
coaches een voordracht hou
den over hun werkwijze of be
paalde facetten van de training
en het spel. Kennis uitwisseling
met andere disciplines is er ei
genlijk niet bij. "Iedere bond
heeft zijn eigen opleiding. Er is
hier geen sportinstituut die al
die kennis verzameld. Als dat er
wel was, zo'n databank, dan
kun je van elkaar leren en komt
er vanzelf meer ervaring".
"Ik vraag me af of als je pro
fessioneel bezig bent je nog tijd
hebt om de zaak bij te houden.
Ton Boot lost dat op door om de
twee jaar een jaar er tussenuit
te stappen, maar als je echt van
basketbal moet leven kun je dat
niet doen. Er zijn in Nederland
maar weinig coaches puur vak
kundig bezig. Bij de meeste
clubs is het hobbyisme".
Met Grasshoppers gaa' v'al-
laart dit seizoen voor hei i_erst
in sporthal Cleijn Duin spelen.
"Ik hoop dat we daar mee;
mensen trekken", zegt Wal
laart. De organisatie is aange
past, en in het team is iedereen
gebleven. Versterkingen van
buiten achtte Wallaart (nog)
niet gewenst. "We hebben wel
wat meer speelsters, in de
breedte zijn we beter geworden
omdat twee meisjes uit het
tweede erbij zijn gekomen. Ik
hoop dat we ons kunnen hand
haven. Consolideren om van
daaruit het volgende stapje te
kunnen zetten. Handhaven is
belangrijk voor de club, er is
toch al zo weinig continuiteit in
het basketbal".