Pierre de Coubertin, de versmade patriot De hoge idealen van een olympische wegbereider De Spelen waren zo ongeveer het enige waarin hij slaagde; verder mislukte alles Olympia lag er stralend bij, die 26ste maart van het jaar 1938. Adel, diplo maten en hoogwaardigheidsbekle ders hadden zich verzameld op dat historische stukje Griekse grond voor een merkwaardige ceremonie. door Ruud Paauw Acht maanden tevoren was Pierre Fré- dy baron de Coubertin. de stichter van de moderne Olympische Spelen, overleden en in zijn woonplaats Lausanne begra ven. In zijn testament had hij bepaald dat zijn hart uit zijn lichaam moest worden gesneden en naar Olympia overgebracht om daar een laatste rustplaats te vinden Olympia, waarvan de filosofie hem zo zeer bij zijn werken en denken tot inspi ratiebron was geweest. Als de baron nog had geleefd zou de plechtigheid in Olympia hem zeker het hart hebben verwarmd. Hij was altijd verzot geweest op bijeenkomsten met veel luister en symboliek, bijgewoond door klinkende namen. Kroonprins Paul van Griekenland, zoon van de man die De Coubertin zo krachtig had bijgestaan om de eerste Spelen in 1896 in Athene tot stand te brengen, nam na de gebeden van een orthodoxe priester de witsatijnen doos met De Coubertins hart van het al taar en plaatste deze in de marmeren her denkingszuil. Opgevoed door edelen en notabelen, werd De Coubertin ten slotte ook door hen begraven. Weerklank Het tafereel was niet zonder ironie. Want het werk van Dé Coubertin had juist weerklank gevonden buiten de elite die hier zo rijkelijk aanwezig was. Meer dan wie ook was de kleine Franse baron de wegbereider geweest van de interna tionalisering en de popularisering van sport en lichamelijke opvoeding. De Amerikaanse socioloog John Mac Aloon heeft in zijn boek 'This Great Sym bol' aangetoond dat De Coubertins leven vol was geweest van dit soort markante spanningsvelden. Zijn olympische pro ject ademde onmiskenbaar de geest van de twintigste eeuw, zelf bleef hij echter in stijl en leefwijze nauw verbonden met de negentiende die hem had voortge bracht. Hij beschouwde zichzelf niet ten onrechte als een man met politieke kwa liteiten, maar geen moeite was hem te veel om de politiek buiten de Spelen te houden. Als intellectueel vond hij dat alleen klare, goed doordachte argumenten tot het gestelde doel konden leiden, maar de olympische beweging hield hij in de pe riode 1894-1908 voornamelijk overeind door wilskracht, om niet te zeggen kop pigheid. Hij was diep in zijn hart monar chist, wat hem niet verhinderde de Fran se Republiek te verdedigen tegen al haar aanvallers. Ofschoon een echte Franse patriot, hield hij het in eigen land op den duur niet uit; de laatste twintig jaar van zijn leven woonde hij in Zwitserland. Voor de buitenwereld poseerde hij als succesvol man, in werkelijkheid werd zijn persoonlijk leven geteisterd door bittere tegenslagen. Die verscheurdheid bleek nog eens bij zijn dood: zijn lichaam moest rusten in Zwitserse, zijn hart in Griekse aarde. Op die zonnige dag in maart 1938 in Olympia hadden de diver se sprekers het louter over De Cou bertins glorie, blijkbaar niet beseffend dat die al lang door tragiek was overwoe kerd. Bijzonder kind Pierre de Coubertin werd geboren op nieuwjaarsdag 1863, als derde zoon van Charles Frédy de Coubertin en Agathe- Gabrielle de Grisenoy. Hij kwam uit wat men noemt een goed nest. De Frédy's waren een oud adellijk geslacht dat rechtskundigen, diplomaten, officieren en hoffunctionarissen had voortge bracht. De Grisenoy's waren al niet min der voornaam. Pierres vader was een welgestelde, zeer vrome katholiek die zijn dagen vulde met het beheren van zijn bezittingen in Parijs en Normandie en het schilderen van religieuze tafere len. Pierre was een bijzonder kind. Al heel jong brandde de eerzucht in hem om voor Frankrijk 'grote daden' te verrich ten. Hij ging naar een van de beste Parij- se scholen waar strenge jezuiten de scep ter zwaaiden, en toonde zich er een bril jante leerling. Grote daden voor Frankrijk maar op welk gebied? Hij probeerde het in het le ger, maar merkte al spoedig dat het een tonige kazerneleven niets was voor zijn onrustige, zoekende geest. Zijn vader raadde hem aan een rechtenstudie te gaan volgen. Hij deed dat, en verveelde zich er dood bij. Pas toen hij aan de Sor- bonne politieke wetenschappen ging studeren bloeide hij op. Hij genoot van de vele gastdocenten en de grote gescha keerdheid aan ideeën die over hem wer den uitgestort. Maar ook die studie zou hij niet afmaken. Intussen was er al een verwijdering tussen hem en zijn ouders ontstaan. Zij waren pure monarchisten en wilden niets met de Republiek te maken heb ben. Eens per jaar ondernamen zij een reis naar Oostenrijk, waar in hun ogen de ware vorst der Fransen in ballingschap verbleef. Pierre ging één keer met hen mee. Hij ontmoette een beverig, uitgeblust fos siel. Moest van die treurige figuur het nieuwe Franse élan komen? Pierre wei gerde vierkant zijn ouders ooit nog op hun pelgrimstocht te vergezellen. Hij be sloot zich te gaan verzoenen met de Re publiek. Het was het begin van een rebel lie die zich later tot andere terreinen zou uitbreiden. Jongensboek Pierre groeide op in de schaduw van het verschrikkelijke Franse echec in de oorlog van 1870 tegen Duitsland. Als ge volg van de nederlaag heerste er veel neerslachtigheid en apathie in de Franse samenleving. Er leek geen fut meer in het land te zitten. Daar moest wat aan ge daan worden. Pierre piekerde erover hoe die algemene lusteloosheid kon worden doorbroken. Het was uiteindelijk een jongensboek dat hem zijn verdere levenspad wees. Hij las Tom Brown's Schooldays van Thomas Hughes. Het boek verhaalt de geschiede nis van Rugby School waar de Engelse geestelijke Thomas Arnold (1795-1842) er in was geslaagd een onderwijsvorm te vinden waarbij jongeren goed werden voorbereid op het harde latere leven. Ar nold leerde zijVi leerlingen zelfstandig heid, liet ze hun eigen wereldje inrichten, en staalde hun lichamen met behulp van veel sport. Met een waakzaam oog bleef hij op de achtergrond, bijsturend waar dat naar zijn oordeel nodig was. Een libe rale, inspirerende 'headmaster'. Het zeer moralistische boek gaf het le ven op Rugby al te romantisch weer. In werkelijkheid was Arnold een fanatieke geestelijke die zich richtte op de vorming van weerbare christelijke jongemannen, met het accent op christelijk. Hij werd een keer veroordeeld wegens het te hard slaan van een ziekelijke jongen. Met sportbeoefening had hij eigenlijk niet veel op. Maar De Coubertin heeft Arnold nooit anders willen zien dan als de schitteren de figuur uit het jongensboek. Hij reisde naar Rugby om het zelf allemaal te zien. Arnold was toen al lang dood, maar vol gens De Coubertin leefde zijn geest er voort. De Coubertin sprak met leerlin gen en zag en hoorde wat hij na 'Tom Brown's Schooldays' wilde zien en ho ren. Zó kweekte Engeland in zijn ogen de toekomstige leiders van zijn imperium. Hoon Hoe duf stak daar het Franse school systeem bij af, met zijn louter intellectue le vorming. Laaiend enthousiast keerde hij naar Parijs terug. Frankrijk moest zich richten naar het Engelse voorbeeld. Rebronzer la France (het verjongen van Frankrijk) werd zijn slogan, en met een stroom van publikaties probeerde hij zijn ideeén ingang te laten vinden. Het stond voor hem nu vast: de 'grote daden' voor Frankrijk moest hij op het gebied van de onderwijshervorming verrichten. Jarenlang was hij ermee bezig de sport een belangrijke plaats in de Franse op voeding te geven, om evenwicht te cre ëren tussen intellectuele en lichamelijke vorming. Hij oogstte slechts hoon en on verschilligheid. De Fransen moesten weinig hebben van de baron met z'n 'En gelse ziekte'. Ook De Coubertins ouders begrepen niets van de problemen waarvoor hij naar een oplossing zocht. Sport was een bijzaak, een frivoliteit, er waren wel be langrijker zaken voor een edelman om zich druk over te maken. Naar hun op vattingen werd de jonge Pierre zo het zwarte schaap van de familie. Hij trok zich er niets van aan. De tegen werking in Frankrijk bracht hem ertoe een breder platform voor zijn ideeën te zoeken. Groot bewonderaar van de oude Helleense cultuur en geïnspireerd door de berichten van Duitse archeologen die in het laatste kwart van de 19de eeuw het oude Olympia blootlegden, ging hij aan de slag om de in de oudheid verloren ge- gane Olympische Spelen nieuw leven in te blazen. Hij was zeker niet de enige in Europa die met dat idee rondliep. In Zweden, Engeland, en Griekenland bijvoorbeeld, waren al eerder gedachten die richting uitgegaan en men had ze hier en daar al gerealiseerd. Het betrof dan echter steeds sportontmoetingen met een natio naal karakter. De Coubertin was de eer ste die zich richtte op internationale spe len. Dat leek een onmogelijkheid in die sterk nationalistisch getinte wereld van toen. Maar hij wierp zich met heel zijn ziel en zaligheid op het project. Impuls "Het is duidelijk dat de telegraaf, de te lefoon, de spoorwegen en wetenschap pelijke congressen meer voor de vrede hebben gedaan dan alle verdragen en bij eenkomsten van diplomaten. Ik ver wacht werkelijk dat de sport zelfs nog meer zal doen. Laat ons atleten, roeiers en schermers exporteren. Als de dag komt dat dit gewoongoed wordt, zal de zaak van de vrede een nieuwe, krachtige impuls krijgen", zo verkondigde hij. Een vermetele gedachte die nu naïief en wereldvreemd aandoet, omdat de er varingen anders hebben geleerd. Maar op dat moment mocht De Coubertin die illusie nog koesteren. Hij reisde stad en land af om voorstanders voor zijn plan nen te vinden. Op een bijeenkomst in de Sorbonne in 1892 probeerde hij Frankrijk voor het laatst tot een voortrekkersrol te bewe gen. Hij ving weer bot. Ontgoocheld op weg naar huis werd hij aangesproken door een jonge vrouw die zich onder zijn gehoor had bevonden: Marie Rothan. Ze moedigde hem aan vol te houden. Een paar jaar later trouwde hij met haar, op nieuw tot woede van zijn ouders, want ze kwam uit de Elzas (een omstreden pro vincie) en ze was bovendien protestant. Pierre, zijn leven lang een zeer lauwe ka tholiek, haalde er de schouders over op. In 1894 organiseerde hij uit eigen zak, na veel pijn en moeite, een groot interna tionaal sportcongres in Parijs. Daarop lukte het hem zijn plannen door te druk ken. Besloten werd de eerste Spelen in 1896 in Athene te houden. Toen dat nieuws tot Griekenland doordrong, toonde de regering van premier Tricou- pis zich onwillig enige medewerking te verlenen. De Coubertin reisde in 1895 naar Athe ne, zette de oppositie in het Griekse par lement tegen de regering op, en toen de zaak in een soort patstelling was geraakt bracht hij met grote behendigheid het Griekse koningshuis ertoe de beslissen de stem uit te brengen. Het was een poli tiek meesterstuk, ongetwijfeld De Cou bertins 'finest hour'. Het bewees tevens dat hij niet tot het grote leger van wazige dromers behoorde, maar uiterst prak tisch te werk kon gaan. Tegenvaller De Spelen van Athene trokken grote publieke belangstelling, maar uit oog punt van deelneming waren zij, na alle moeite die er in was gestoken, een tegen valler: slechts zo'n 300 sportlieden kwa men opdraven, van wie het overgrote deel Grieken. Een poging van de Griekse koning om de Spelen permanent in Griekenland te houden werd door De Coubertin, en door hem alleen verijdeld. Als de Spelen als katalysator voor de internationale sport wilden dienen, dan moest men er de we reld mee in. Met tact en elegantie maakte hij dat de vorst duidelijk. De daaropvolgende Spelen van 1900 in Parijs werden in alle opzichten een vre selijke mislukking, omdat De Coubertin in eigen land weer op zware tegenwer king stuitte. Die van 1904 in St. Louis on dergingen hetzelfde lot. De Coubertins olympische project leek ten dode opgeschreven. Niemand zag er nog wat in. Dat het toch niet ten onder ging, kwam omdat de kleine baron er onvermoeibaar voor bleef ploeteren en reizen. Hij liet geen moment de moed zakken. De al eerder aangehaalde olym pische vorser, Mac Aloon, is dan ook de mening toegedaan dat "in onze wereld geen enkel ander instuut van vergelijk bare grootte valt aan te wijzen dat zoveel te danken heeft aan het werk van één In Londen-1908 ging het eindelijk de goede kant op. Bij die gelegenheid vatte de bisschop van Pennsylvenië in de ka thedraal van St. Paul de olympische filo sofie samen in één regel: "Het belang rijkste bij de Spelen is niet het winnen, maar het deelnemen". De Coubertin adopteerde die stelling later, en ze wordt nu algemeen aan hem toegeschreven. Maar het blijft navrant dat zijn naam nauw is verbonden met een begrip dat niet van hem afkomstig is. Pas met de Spelen van 1912 in Stockholm, sportief en organisatorisch een groot succes, be gon de bloei en groei van de Spelen die tot vandaag voortduurt. Niet serieus Pierre de Coubertin bracht zijn dagen niet alleen door met ijveren voor onder wijshervorming, sportbeoefening en Olympische Spelen. Hij schreef tal van boeken op politiek en historisch gebied, waarvan er enkele zeker opmerkelijk wa ren. Maar ook hier moest hij teleurstel ling op teleurstelling incasseren. De kritiek nam hem niet serieus. Ie mand die zich met zoiets banaals (in die tijd) als sport bezig hield kon geen be hoorlijk historicus zijn, oordeelde men. En zo werden zijn publikaties ook afge daan. In Frankrijk kreeg De Coubertin tijdens zijn leven geen voet aan de grond. Er. als patriot haakte hij juist naar erken ning, aanzien in eigen land. Bij die pittere pil voegden zich nog tra gedies in zijn persoonlijk leven. In 1897 werd hem een zoon geboren, Jacques. Het kind werd op een warme dag te lang in de zon gelaten, liep een zonnesteek op en zou verder als een hulpeloze stakker door het leven gaan. Een dochter. Renée. die een paar jaar later ter wereld kwam. werd door haar moeder overladen met zorg en aandacht en aanvankelijk zelfs als jongen opgevoed. Het meisje, intelli gent en kunstzinnig, viel aan zware de pressies ten prooi en kon later nooit lang zonder psychiatrische hulp. Het vreselijke lot van hun kinderen legde over het huwelijk een doem die niet meer zou verdwijnen. De biografe van De Coubertin, Marie-Thérèse Equy- em, kreeg in de jaren zestig inzage in de dagboeken van de baron (waar die dag boeken sindsdien zijn gebleven weet nie mand) en kon daaruit opmaken dat de echtelieden elkaar heftige verwijten maakten over hetgeen met hun kinderen was gebeurd. Neutraal In de loop van de Eerste Wereldoorlog verlieten De Coubertin en zijn vrouw Frankrijk. Als argument voerde de baron aan dat het door hem voorgezeten Inter nationaal Olympisch Comité (IOC) op neutrale grond moest worden gehuis vest. Het werd een kasteeltje in Lausan ne ('Mon Repos') in Zwitserland. De te leurstellingen die Frankrijk hem had be zorgd, speelden ongetwijfeld ook een rol bij dat besluit. Hij zou nimmer meer in zijn geboorteland gaan wonen. Na afloop van de oorlog kreeg De Cou bertin te kampen met financiële proble men. De kosten van zijn vele activiteiten, zijn reizen, zijn boeken, de oorlog en de inflatie hadden het fortuin waarover hij eens beschikte danig aangetast. Omdat hij niet meer kon gaan en staan waar hij wilde, nam De Coubertin in 1925 afscheid van het IOC. Hoewel hij de ont wikkeling van de Spelen met warme be langstelling bleef volgen, bezocht hij ze niet meer. Terwijl zijn Olympisch project voortdurend aan belangstelling en popu lariteit won, raakte hijzelf steeds meer op de achtergrond. Zijn schepping drukte zijn eigen faam naar de vergetelheid. De financiële moeilijkheden werden zo groot dat zijn vrouw zelfs ging beknib belen op zijn zakgeld. De Coubertins olympische vrienden sprongen menig maal bij. Zij deden dat discreet door fondsen te vormen voor zijn nog op sta pel staande projecten, maar in wezen ging het er om hem, zijn vrouw en kinde ren fatsoenlijk te laten verder leven. Het feit dat De Coubertins van ande ren afhankelijk waren, teisterde de laatste jaren van hun huwelijk nog eens extra. Mevrouw De Coubertin hield niet op haar man dat te verwijten. Al over de zeventig probeerde de baron, voor het eerst in zijn leven, een betaalde baan te krijgen. Tevergeefs. Vermoeid Het werd stiller en stiller rond hem. Zijn haar en formidabele snor werden wit, zijn gezicht leek gevuld met melan- cholie. Hij maakte dagelijks fikse wande lingen en roeide op het Meer van Genève. Af en toe schreef hij nog wel wat, maar niemand nam er notie van. In 1936 nodigde nazi-Duitsland De Coubertin uit om bij de Spelen van Ber lijn tijdens de openingsceremonie via de grammofoonplaat een woord te spreken tot de atleten. Een vol stadion hoorde de stem van een door en door vermoeide man. Zijn idealisme en zijn hooggestem de verwachtingen van de jeugd bleken nog onverflauwd. Hij wees er nog eens op dat het om het deelnemen ging en niet om het winnen, "zoals het belangrijkste in het leven is niet het veroveren, maar de goede strijd". Volgens onderzoeker Mac Aloon "rea liseerde De Coubertin zich in het geheel niet dat de idealen van zijn olympische beweging op dat moment in dodelijk ge vecht waren gewikkeld met de nazileer, die immers alleen uit was op veroveren en geen enkele boodschap had aan goede strijd". De Coubertin behoorde tot de kandi daten voor de Nobelprijs voor de vrede in 1936. Hij hoopte yurig dat hij die jbrijs zou krijgen, als bekroning van zijn leven en werken, als teken ook dat hij méér was geweest dan alleen maar de inrichter van een sportfestival. In zijn laatste jaren zocht hij wanhopig naar een dergelijke bevestiging. Maar na hetgeen de nazi's van de Berlijnse Spelen hadden ge maakt, kon de prijs hem onmogelijk ten deel vallen. Het zou zijn laatste ontgoo cheling zijn. Op 2 september 1937 kwam aan het le ven van Pierre de Coubertin een einde. Tijdens een wandeling in een park in Ge nève begaf zijn hart het. Van overal stroomden de condoleance-telegram men binnen op het IOC-hoofdkwartier in Lausanne. Dat van de Franse regering ar riveerde als een der laatste. Wroeging Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Frankrijk dan eindelijk wroeging over de kilte waarmee het deze markante zoon had bejegend. Straten, pleinen en een prachtig stadion werden naar De Coubertin genoemd. In 1965 ondernam het Frans Olym pisch Comité stappen om hem te laten opnemen in het Panthéon, de erebe graafplaats voor de helden en grote gees ten van Frankrijk. De Franse regering stemde er meteen mee in, waarna het voorstel werd voorgelegd aan de verwan ten van De Coubertin. Maar die wilden er niet van weten. Zij vonden dat aan De Coubertins laatste wilsbeschikking niet kon worden getornd. En zo bleef zijn hart waar het was: in Olympia, aan de voet van de Kronos-heu- vel, onder de hoede van Zeus, ver van het rumoer van alledag. Pierre de Coubertin blies aan het eind van de vorige eeuw de in de oudheid verloren gegane Olympische Spelen nieuw leven in. Hij koesterde ze en hielp ze door de kinderziekten heen. Het was zo ongeveer het enige in zijn leven dat slaagde. Verder mislukte alles: zijn poging het Franse onderwijs te hervormen, zijn boeken, het beheer van zijn fortuin, en zijn huwelijk. Zijn hart klopte vurig voor Frankrijk, maar zijn vaderland had weinig met hem op. Portret van het zwarte schaap van de familie, wiens naam in de historie bleef voortleven. "Geen enkel ander instituut van vergelijkbare grootte heeft zoveel te danken aan het werk van één man". Pierre de Coubertin op 26-jarige leeftijd: klaar om de lusteloosheid te doorbreken. Op 33-jarige leeftijd, vlak voor de wederinvoering van de Spelen. Vlak voor zijn dood. Een gezicht vol melancholie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 29