'Ja, de staat houdt overal rekening mee'
Vakantie in de DDR: met een volgestouwde 'Trabbi' door het arbeidersparadijs
EXTRA
door Taco Slagter
Voor de DDR-burger is de jaarlijkse
vakantie niet zonder meer een zorgeloos
uitje. Mocht hij of zij al in het trotse bezit
zijn van een Trabbi' (zoals de tweetakt-
Trabant in de volksmond wordt
genoemd), dan is het beslist noodzakelijk
een grote gereedschapskist mee te
nemen omdat sleutelen onderweg een
hoogst normale zaak is. Eenmaal bij de
staatscamping wachten nog tal van
andere verrassingen. Taco Slagter
noteerde vanuit zijn tentje zomaar wat
grieven.
Opmerkzaam, toegewijd, gediscipli
neerd. Die tekst op borden aan via
ducten over snelwegen in Oost-
duitsland duikt overal op. In de va-
kantietijd in veelvoud waargeno
men door tienduizenden DDR-bur-
gers in hun pruttelende tweetakt-
autotootjes.
Want Hitiers autobanen het Oostduit-
se wegennet ligt er nog net zo bij als toen
zijn in de zomer de voornaamste ade
ren waarover Oostduitsers zich naar hun
vakantiebestemming verplaatsen. Files
van rokende Trabanten en Wartburgs
zijn eerder regel dan uitzondering.
Moet dat nou, die bij de volksaard pas
sende tekst langs de autowegen? Zelfs
burgers van een communistisch land
hebben op hun vakantie het recht gevrij
waard te blijven van politieke leuzen,
denk je. Totdat op een camping in Pots
dam een laconieke DDR-burger fijntjes
uitlegt dat het hier gaat om het aanprij
zen van een 'volksverzekering'. Maar, zo
voegt hij er aan toe: "Ook als je op vakan
tie bent verwacht het regime van je datje
handelt zoals in die tekst staat aangege
ven. Daarom mag je er zeker politieke be
tekenis aan ontlenen".
In de DDR is ook de vakantiebeste
ding een onderdeel van de partij-ideolo
gie, een verlengstuk van het collectivis
me. De eenheidsvakbonden en staatsbe
drijven (Volks Eigene Betrieben, VEB's)
waken erover dat de vrije tijd 'opmerk
zaam, toegewijd en gedisciplineerd'
wordt doorgebracht. Volgens het door
de staat uitgeven boekje 'De DDR stelt
zich voor' (een met politiek doorspekte
gids voor buitenlandse toeristen) gaat
het vooral om een 'zinvolle vrijetijdsbe
steding'. De nadruk ligt op sport, spel,
cultuur en het 'gezellig samenzijn met
gezinnen, vrienden en bekenden'.
Geen zin
Wat het eigen land betreft hebben de
vakbonden en de VEB's niet alleen de
produktiemiddelen in handen, maar ook
de mogelijkheden om op vakantie te
kunnen. Zij (lees: de staat) beschikken in
eigen land over de meeste plaatsen op
campings, hotelbedden, hebben tenten
en caravans in eigendom, beheren vrij
wel alle vakantiehuisjes en maken uit op
welke tijd en naar welke bestemming je
op vakantie gaat. Individueel er op uit
trekken is niet verboden, maar door de
schaarste aan hotels en campings heeft
het weinig zin je aan de collectieve va
kantieplanning te onttrekken.
En wie een 'zinvolle' buitenlandse reis
per trein of vliegtuig op het oog heeft,
ontkomt eveneens niet aan het staatsmo
nopolie in deze branche. Slechts het Rei-
seburo DDR (de enige reisagent) is be
voegd dit te regelen. In het verveloze fili
aal van dit reisbureau aan de Charlotte-
strasse in Oost-Berlijn liggen daartoe op
kringlooppapier gedrukte instructies.
Met vermelding van talrijke paragrafen
uit wetten die vooral bepalen wat niet
mag. De bestemmingen voor deze 'geor
ganiseerde' reizen laten zich raden: met
hier en daar een uitzondering voor een
trip naar het westen, zijn Oostduitsers
aangewezen op de Oostbloklanden, Cu
ba en Vietnam.
Reizen per auto naar een camping of
hotel in de aangrenzende landen, zoals
Polen of Tsjechoslowakije, is geen politie
ke zonde tegen het vakantiestelsel in de
DDR, maar het Reiseburo zorgt er wel
voor dat daarmee zo min mogelijk
vreemde valuta zijn gemoeid. Met ande
re woorden: Oostduitsers kunnen be
trekkelijk weinig Ostmarken wisselen
tegen de Tjsechische kroon of de Poolse
zloty. Met als gevolg dat het weinige om
gewisselde geld slechts toereikend is
voor veertien dagen vakantie. Want de
Ostmark is in de socialistische 'broeder
landen' geen pfennig waard, met uitzon
dering van Polen misschien, waar soms
vanwege de handel met de DDR op de
zwarte markt behoefte bestaat aan Oost-
duise deviezen.
Moeilijk praten
Het is niet vreemd dat Oostduitsers
over dit alles moeilijk praten. Verbeel
ding of werkelijkheid: argus luistert al
tijd mee. Hermann en Juta uit Dresden
spieden, bang voor de buren op de cam
ping, met getrainde ogen de directe om
geving af. Lui uitgestrekt op een
stretcher voor de door een steenhou-
wersbedrijf beschikbaar gestelde cara
van zegt Hermann: "Ach, we hebben niet
te klagen. Liever zouden we op een cam
ping aan de Oostzee staan, maar bij ons
bedrijf kom je daar slechts eenmaal in de
vijf jaar voor in aanmerking. Kamperen
is in de DDR erg populair. Het geeft je
een vrij gevoel. Helaas zijn er te weinig
campings om elk jaar zeker te zijn van de
plek waar je naartoe wilt. En er zijn on
voldoende goede hotels om een plezieri
ge vakantie te garanderen".
Het gesprek stokt. De buurman is
thuisgekomen. We hadden het over poli
tiek. Gorbatsjov, perestrojka, glasnost.
Hermann durft verder niets meer te zeg
gen. Hij had er overigens schouderopha
lend en meesmuilend over gesproken.
Glasnost is goed voor de Sovjetunie, niet
voor de DDR. Ze willen er bij ons niet
had hij gezegd. Maar het zou zijn tijd
wel duren. Vluchten kan niet meer. Her
mann en Juta zouden dat ook niet probe
ren. Ze dromen weliswaar van een reis
het Westen, maar ze houden altijd
terugkeren. "Hoe beroerd het hier
ook is, we horen hier thuis", vinden
Met de laatste opmerking doelt het
echtpaar uit Dresden op de slechte eco
nomische situatie in Oostduitsland. Hoe
wel de DDR in verhouding tot menig an
der Oostblokland een 'welvarende' staat
is, worden haar burgers niettemin dage
lijks gekweld door de schaarste aan le
vensbehoeften. Daardoor en door een
groot tekort aan plaatsen waar bijvoor
beeld brood, groente en vlees te koop
zijn vormen zich al veertig jaar lang
dagelijks ellenlange rijen mensen voor
winkels. Aan dit ritueel ontkomt een
Oostduitser ook in de vakantie niet.
Op de ook voor buitenlanders toegan
kelijke Inter-camping Schmöckwitz aan
de Crossinsee, even buiten Oost-Berlijn,
groeit elke ochtend een menselijk lint
voor de campingwinkel. Wie zich niet
vóór zeven uur in de rij schaart loopt
kans die dag inkopen in een naburig
dorp te moeten doen. En daar is de file
vorming nog groter. Maar ook rijen zwij
gende kampeerders met verkrampte
blikken voor de sanitaire gebouwtjes ge
ven het 'tekort' aan. In tegenstelling tot
de frisse lucht die tijdens het wachten
voor de winkel kan worden opgesnoven,
is de stank bij de toiletten onverdraag
lijk. Tien wc's voor 2000 kampeerders lei
den onvermijdelijk tot verstoppingen.
Wie uiteindelijk daarvan ontlast is,
haast zich naar de met supermarkt aan
geduide stenen barak. Hier functioneert
een tot discipline dwingend syteem dat
je ook elders in de DDR aantreft. Er is
i beperkt aantal winkelmandjes. Pas
i beschikbaar is kan de vol
gende wachtende naar binnen. Voor
westerling die bij een trage
een supermarkt of een treuzelende ver
koper van een warenhuis al begint te
grommen, is het bijna aandoenlijk om te
zien hoe Oostduitsers zelfs op vakantie
zonder morren dergelijk humeur verpes
tend leed ondergaan.
De mandjes zijn klein; de voorraad
voedsel in blikken en pakken met fanta
sieloze etiketten is schaars. Uit de koelvi
trine komen je ranzige luchtjes tegemoet
1 melkprodukten die liggen te beder
ven. Begrippen als 'vers' en 'gevarieerd'
zijn de DDR-burger vreemd. En zeker op
een kampeervakantie. Het ingewikkelde
distributiesysteem van voedsel werkt
naar de campings toe nog trager. Oost
duitsers hebben meer dan Nederland
se kampeerders dan ook genoeg rede
nen de toch al zo kleine kofferbak van
hun Trabanten (in de volksmond Trab-
bi's genoemd) vol te stouwen met van
huis meegenomen ingeblikte etenswa-
Bofkonten
Van Trabbi's, en in mindere mate de
'luxe' Wartburgers, wemelt het tijdens
de vakantiemaanden op de autowegen.
Bestuurd door bofkonten, want nog
steeds wacht een Oostduitser gemiddeld
twaalf jaar op aflevering van de bestelde
wagen. De auto, hoe vormloos en van een
povere technische staat ook, wordt door
z'n eigenaar als een geliefde vertroeteld.
Nauwelijks valt te zien hoe oud de wa
gens zijn. De meeste zijn grondig ge
poetst en glimmen als nieuw. Maar het al
tientallen jaren oude prototype is in de
loop der tijd nauwelijks gewijzigd.
Toeren met dat kostbare bezit, vooral
tijdens de vakantie en in de weekeinden,
is in de DDR een favoriet tijdverdrijf.
Maar niet probleemloos. Een gereed
schapskist van fors formaat behoort tot
de uit noodzaak geboren standdaarduit-
rusting van de autotootjes, hetgeen bete
kent dat er op vakantie één weekendtas
minder mee kan. Tijdens t
tweehonderd kilometer zuidelijker 1
Oost-Berlijn gelegen stad Dresden is
hoeveel technische ge
breken onder de glimmende motorkap
pen verborgen zitten. Tientallen door
pech getroffen Trabbi's staan half op de
rechter rijstrook vluchtstroken
er in het Derde Rijk kennelijk nog niet
terwijl de bestuurder met door olie en an
dere vettigheid besmeurde handen loopt
te sleutelen. De luxe van een wegen
wacht is de in DDR een onbekend ver
schijnsel.
Heinz, een 'Meister' in een staalfabriek
bij Magdenburg, heeft in de lange rij voor
de enige benzinepomp tussen Oost-Ber
lijn en Dresden alle tijd om iets over dat
dagelijks terugkerende slagveld van ge
strande Trabanten te vertellen. "Er zijn
nauwelijks voldoende onderdelen voor
radig om die Trabbi's in elkaar te zetten,
laat staan dat er reserve-onderdelen te
krijgen zijn", zegt hij. "Gaatje uitlaat ka
pot, dan moet je op een nieuwe ten min
ste een half jaar wachten. Trabbi's han
gen hier van paperclips aan elkaar. Je
leert verdomd goed sleutelen om ze aan
de praat te houden. Vóór je vakantie pro
beer je zo veel mogelijk zelf na te gaan
wat er onderweg fout kan gaan. Je im
proviseert met zelfgemaakte onderdelen
en bidt dat je ten minste op je vakantie
geen vuile handen hoeft te maken".
Wachten op je beurt bij de kampwinkel van Inter-camping
Schmöckwitz: een alledaagse kwelling herhaalt zich ook tijdens de va
kantie.
Zonnige dag
Trabants ('Trabbi's') omzomen de camping: een gereedschapskist van
grootformaat behoort tot de standaarduitrusting. (foto-s gpd)
Maar voor'dagjestoerist Heinz is het
vandaag in alle opzichten een zonnige
dag. Hij kan met zijn splinternieuwe
Trabbi ongestoord toeren. Via zijn
schoonmoeder heeft hij op het tweetakt-
autootje beslag kunnen leggen. Zij be
stelde de wagen vijftien jaar geleden.
Heinz betaalde. Twaalfduizend Ostmark.
"Dat geld was geen probleem", vervolgt
hij op dezelfde ironische toon, "we had
den tijd genoeg om ervoor te sparen". Hij
lacht. Trekt snel het gezicht weer in de
plooi. Ironie maakt plaats voor cynisme.
"Ja, de staat houdt overal rekening mee.
Zelfs met het feit dat je je auto contant
kan betalen".
Na drie kwartier wachten is de tank
met mengsmering van Heinz weer vol.
De file voor de pompen is inmiddels toe
genomen. Oostduitsers- worden ook van
het langdurig wachten op brandstof
ogenschijnlijk koud noch warm. Zelfs
een lange rij voor het enige wegrestau-
rantje op deze route beroert hen niet.
Maar vrolijk is anders. Altijd dat zwijgen.
Dat schikken in je lot.
Maar dié houding kent een uitzonde
ring. Bij de grote benzinepompen langs
de autobanen zijn de afgelopen jaren zo
geheten Inter-Shops verrezen, belasting
vrije paradijzen waar in principe alleen
buitenlanders kunnen kopen. De partij
bonzen in Oost-Berlijn zijn tot het inzicht
gekomen dat dit een lucratieve manier is
om de zo broodnodige westerse valuta
binnen te slepen. Tot ergernis van de
Oostduitsers, die slechts mogen kijken
naar die spotgoedkope parfums, rookba
re sigaretten, sterke drank en de droom
wereld van elektronica en kleurentelevi
sies. Tenzij een buitenlandse kennis hen
naar deze volgens het socialistisch dog
ma vermaledijde kooppaleizen mee-
troont en betaalt in Westeuropese valuta
of Amerikaanse dollars.
Cola, Fanta, Zwitserse chocolade en al
le andere luxe versnaperingen zijn er te
koop. Je hoeft er niet op te wachten. De
lange rijen voor het wegrestaurant F re ie
Hufen kunnen we op die manier mijden.
Maar de afgunst van dorstige dagjestoe
risten bij het zien van het felrood ge
kleurde blikje en de triangelvormige
chocoladereep is voelbaar.
Even denk je aan het gevleugelde
woord Beziehungen (relaties), een ma
nier van ritselen waarmee Oostduitsers
het kleurloze leven pogen te veraangena
men. We zouden een gezin naar de Inter-
shop kunnen meenemen. Valse beschei
denheid, onzekerheid over de reacties en
het onbestemde gevoel voor kerstman te
worden aangezien weerhoudt ons ervan.
Stefan, uit een plaatsje in Thuringen,
kent in het geheel geen terughoudend
heid bij het vragen van een gunst. Terwijl
de beheerder zoekt naar een plek voor
ons bescheiden tentje op de overvolle
camping in Potsdam, benadert Stefan
ons met de rechtstreekse vraag of we
Ostmarken tegen guldens of D-marken
willen wisselen. Een streng verboden
transactie, maar Stefan maakt duidelijk
dat de zwarte markt ook hier welig tiert.
Hij probeert ons te belazeren met de
koers één tegen vier, in plaats van de
gangbare notering van één tegen zeven
maar de lust (en misschien wel de
moed) ontbreekt om hem voor het hoog
ste tarief te laten opdraaien. Achter de
auto bij de omhooggeklapte laaddeur
wisselen een briefje van honderd gulden
en acht bankbiljetten van 50 Ostmark
discreet van eigenaar.
In ruil voor deze bereidwilligheid wil
Stefan wel een in de DDR publiek ge
heim verklappen. Campings zijn bij uit
stek plaatsen om buitenlanders redelijk
veilig voor het geld wisselen te benade
ren. En daarbij gaat het niet alleen om
westerse deviezen. Met name bij vakan
tiegangers naar Tsjechoslowakije en Po
len is de kroon en de zloty in trek. Maar
daarvoor heb je eerst weer westers geld
nodig. Voor een Oostduitser, die van de
centrale bank slechts een paar honderd
Ostmarken mag wisselen tegen valuta in
de rest van het Oostblok, betekent suc
ces op de zwarte markt kamperen dan
wel 'kramperen'.
Haat
Stefan wisselt met bloedend hart als
het om Tsjechen op Polen gaat. Beter ge
zegd: hij haat ze. Om verschillende rede
nen. "In het Oostblok zijn wij twee
derangs burgers. Ons geld is er niets
waard. Wanneer je in een winkel in Praag
of Warschau Duits spreekt is de eerste
vraag: ben je Westduitser? Zo niet, dan
word je genegeerd. De schraapzucht
naar westerse valuta, en zeker naar de
Westduitse mark, is in die landen zo
groot datje als 'broeder' uit een socialis
tische buurstaat in het geheel niet mee
telt. Je kunt met je geld barsten".
Een nog grotere ergernis bij Stefan en
diens landgenoten is de 'plundering' van
winkels door Polen en Tsjechen. "Ze ro
ven met gewisselde Ostmarken het land
leeg. Door dat grote koersverschil zijn zij
in staat dure kleding, tv's, geluidsappa
ratuur en andere voor ons onbetaalbare
luxe artikelen te kopen. Het is voor hen
de voornaamste reden om in de DDR op
vakantie te gaan".
Die grief is in Oost-Berlijn het duide
lijkst zichtbaar. Rond de Alexanderplatz
vergapen dagjestoeristen zich voor de
etalages van modezaken en warenhui
zen. De kleding is blijkbaar zo duur dat
de moeite niet is genomen het uitgestal
de van een prijskaartje te voorzien. Pla
tenspelers die in het westen als nostalgi
sche herinnering aan de vijftiger en zesti
ger jaren op vlooienmarkten tegen een
spotprijs te koop worden aangeboden,
zijn in de DDR het laatste toonbeeld van
technisch vernuft. Dat geldt ook voor
pover ogende transistorradio's of draag
bare casetterecorders. 'Made in DDR',
maar naar verhouding peperduur. Om
over de kwaliteit maar te zwijgen, zo be
vestigen Oostduitsers die we ernaar vra
gen.
Kijken, maar niet kunnen kopen. Het
is een wrang vermaak. In de rij staan
voor een Bockwurst, een glaasje smaak
loze citroensap, een ijsje. De vakantie
gangers moeten uren geduld opbrengen
om met een lift naar het restaurant op 207
meter hoogte van de prestigieuze televi
sietoren in Oost-Berlijn te worden ge
trokken. Om te blikken naar het westen.
Maar ook voor de staatsboekhandel Das
gute Buch op de Alexanderplatz schui
felt een lange rij mensen traag in de rich
ting van de ingang.
De Brandenburger Tor. De muur. Rus
sische militairen laten zich er als over
winnaars fotograferen. Het is geen uit
stapje voor Oostduitsers. Ze loeren liever
vanuit de televisietoren naar het onbe
reikbare aan de andere kant. Die vakan
tie is nog ver weg.