'Het kan morgen allemaal over zijn'
Joop van den Ende: van bouwvakker tot succesvol makelaar in illusie
Joop van den Ende (46) ten voeten uit, eigenhandig een tv-produktie regisserend: Werken zit mij in het bloed".
(foto Roland de Bruin/GPD)
Het begon allemaal met de
ambachtsschool en een jaartje
in de bouw. Maar Joop van den
Ende voelde zich
aangetrokken tot de
artiestenwereld. Zijn succes
story is inmiddels bekend. Van
den Ende Productions BV te
Aalsmeer is goed voor een
jaaromzet van 80 miljoen
gulden. Toch zegt hij er niet
wakker van te liggen. "Geld en
macht zijn woorden die in mijn
gedachtenwereld niet
voorkomen".
door Gerlof Leistra
en Coen Verbraak
Zijn kantoor is sober ingericht. Don
ker meubilair op een smetteloos wit
te vloerbedekking. Alleen zijn
groen-paarse das doorbreekt de
kleurschakering. In de gangen por
tretten van Henny Huisman, Jos
Brink, Ron Brandsteder en al die an
dere exponenten van de succesfor
mule.
Vijfentwintig jaar geleden dreef Joop
van den Ende (46) nog een winkel in
feestartikelen aan de Amsterdamse
Oostzanerdijk. Nu is hij directeur van
een bedrijf dat z'n omzet in vijf jaar tijd
van twintig miljoen naar tachtig miljoen
gulden zag stijgen.
In 1986 sloeg Van den Ende Produc
tions BV zijn tenten op in de voormalige
Centrale Aalmeersche Veiling. Honderd
vaste medewerkers en ruim duizend
free-lancers verdienen er hun brood met
het maken van theater- en televisiepro-
dukties en het organiseren van perso
neelsfeesten en andere grootschalige
evenementen.
Van den Ende blijft nuchter onder het
succes. "Het kan morgen allemaal over
zijn. De afgelopen jaren is er door de pers
een negatief beeld van mij geschilderd.
Ik zou alleen uit zijn op geld en macht.
Maar dat zijn woordeh die in mijn ge
dachtenwereld niet voorkomen. Ik ben
vanuit het niets begonnen. Vier jaar gele
den ging ik nog zelf op pad om stofjes te
kopen".
Met nadrukkelijke handgebaren on
derstreept hij zijn woorden. Hij maakt
een beminnelijke indruk, maar is tegelij
kertijd op zijn hoede. Als hij bang is dat
zijn woorden verkeerd begrepen worden-
schiet hij overeind en roept: "Hallo, hallo
daar, dat heb ik niet gezegd".
Twee winkels
Joop van den Ende groeide op in een
katholiek arbeidersgezin in Amsterdam-
Oost. Zijn vader verdiende de kost als
machinist. Van den Ende bewaart naar
eigen zeggen prima herinneringen aan
zijn jeugd. "Ik vind het alleen jammer
dat mijn ouders mij niet gedwongen heb
ben op school beter mijn best te doen, er
meer uit te halen".
Na de ambachtsschool en een jaartje in
de bouw kon hij aan de slag als leerling-
decorbouwer bij de Nederlandse Opera.
Vijf jaar lang gaf hij zijn ogen goed de
kost. Maar het echte leven begon pas 's
avonds, als hij zelf op de planken stond.
In het begin met het Amsterdams Jonge-
rentoneel en later met een eigen cabaret
groepje.
Na zijn diensttijd koos hij voor "het on
zekere bestaan van artiest". Omdat hij
daar niet van kon leven werkte hij erbij
als verzekeringsagent. Toen die combi
natie hem te zwaar werd opende hij een
winkel in goochel-attributen. "Daar had
je tenminste geen vakdiploma voor no
dig. Binnen een jaar had ik twee win
kels".
Zijn liefde bleef echter uitgaan naar
het theater en hij maakte kennis met
mensen als Adèle Bloemendaal, Leen
Jongewaard, Willeke Alberti en Willy
van Hemert. Hij merkte al snel dat het or
ganiseren hem beter af ging dan het zelf
op de planken staan.
Adèle Bloemendaal en Leen Jonge
waard haalden Van den Ende over om
voor televisie te gaan werken. Sinds die
tijd heeft hij voor vrijwel alle omroepen
gewerkt, op de EO, de Vara en de VPRO
na. Van Sky Channel en andere commer
ciële stations wil hij niets weten. "Dat is
geen markt. Het is het grote probleem
van televisie in Europa, het uitmelken
van het vak. De kwaliteit wordt losgela
ten. Het moet allemaal steeds sneller
worden gemaakt. Je merkt het nog niet
op het scherm omdat veel mensen in hun
eigen tijd doorwerken. Maar dat kan niet
langer. Als de bezuinigingen doorgaan
krijg je Sky Channel-achtige produkten.
Het is niet eerlijk de omroepen te verwij
ten dat ze geen risico's willen lopen. Het
kleine beetje geld dat ze hebben moeten
ze gebruiken om hoge kijkcijfers te ha
len. Het geld is er domweg niet. We kun
nen niet allemaal VPRO's hebben".
Poep geven
Wanneer Van den Ende het woord
VPRO uitspreekt laat hij zijn hand onbe
wust enkele decimeters omhoog gaan.
Hij is zelf VPRO-lid omdat hij het be
langrijk vindt "dat die dingen ook ge
maakt worden". Behalve bij de VPRO
komt de verarming bij alle omroepen
voor, vindt hij.
"Het wordt de omroepen niet makke
lijk gemaakt. Als je in een quiz een prijs
weggeeft mag je die eigenlijk niet in
beeld brengen. Dat is toch onzin. Dan
kun je net zo goed poep geven. Je moet
het tonen van prijzen niet als sluikrecla
me zien. Het geld komt ten goede aan
nieuwe programma's".
Toch wil hij dat het huidige systeem
gehandhaafd blijft. "In feite hébben we
al commerciële televisie, met al die
STER-spotjes. Ik zou willen zeggen: ver
koop je STER. Op prime-time moetje ge
woon het vijfvoudige tarief rekenen. En
als je een lang programma uitzendt, on
derbreek dat dan voor een spotje. In het
theater heb je toch ook een pauze. Dan ga
je toch ook je ijsje eten?".
Onlangs had Van 'den Ende een ge
sprek met de mediaspecialisten van de
vier grootste partijen in de Tweede Ka
mer over zijn grieven. "Neem het Neder
landse Omroepproduktie Bedrijf, dat is
het mooiste televisiebedrijf van Europa.
Er werken fantastische vakmensen.
Toch komt het maar langzaam van de
grond. De leiding zit vast aan het sys
teem, vastgelegd door de politieke par
tijen. De structuur deugt niet. Daardoor
ontspoort het".
Niettemin is hij er van overtuigd dat
het NOB binnen driejaar een belangrijke
plaats op de Europese televisiemarkt zal
innemen. "Het wordt een topbedrijf. Of
ik er dan een geduchte concurrent bij
krijg? Natuurlijk niet. In dit vak bestaan
geen concurrenten, alleen collega's. Er is
zó'n uitgebreide markt, die is nog lang
niet verzadigd. Ik heb maar een heel
klein segment bestreken. Ik sta nog aan
het begin".
Dirigent
Van den Ende noemt als een van de be
langrijkste oorzaken voor de malaise bij
de omroepen het feit dat het kader niet
gegroeid is. "De bedrijfstak is ernstig
verarmd. Er zitten mensen tussen die
niet zo goed zijn. Sommigen hebben nog
nooit een theater van binnen gezien. Die
nemen op hun beurt weer mensen aan
die minder goed zijn dan zijzelf. Dat leidt
onherroepelijk tot moeilijkheden. Ik
neem wel mensen aan die beter zijn dan
ik. Dat komt je bedrijf alleen maar ten
goede".
Binnen zijn bedrijf werkt Van den En
de met steeds wisselende teams. "Dan
haal ik hier eens een produktieleider weg
en zet ik daar eens een regisseur op. Dat
werkt. Het wordt in Amerika ook ge
daan. In die zin kun je mij wel een diri
gent noemen. Ik heb een antenne voor
goeie mensen en goeie produkties".
Ideeën doet hij op door veel in het bui
tenland rond te kijken en kant-en-klare
formule's aan te kopen, maar vooral door
regelmatig met een klein groepje men
sen te brainstormen. "In een hotelletje in
de duinen of gewoon op de hei achter
mijn huis. Zo is bijvoorbeeld de Honey-
moonquiz ontstaan. We zaten met een
paar mensen op Texel om een idee uit te
werken voor een programma met drie
generaties. We kwamen er niet uit en
toen zei ik: ik vind het altijd lekker een
bruid en een bruidegom te zien. Dat doet
mij iets, en ook bij het publiek gaat het er
in als koek. Laten we dat als middelpunt
nemen. Het lijkt heel simpel, maar be
denk het maar. Al die mensen die roepen
dat ik hun idee heb gejatik heb nog
nooit een idee in z'n totale vorm gepikt.
Met ideeën kan ik de kast volhangen,
maar een idee is pas een idee als het is
uitgevoerd".
Musicaltheater
Van den Ende zegt niets te begrijpen
van ons verwijt dat hij televisiekijkend
Nederland een grauwe eenheidsworst
voorschotelt. "Dat slaat nergens op. Jul
lie weten niet waar jullie over praten. Ik
vind het absurd dat mensen mij aanzien
voor een cultuurbarbaar. Ik heb in het
theater 'Cyrano de Bergerac' gedaan.
Daaraan heb ik 800.000 gulden verlies ge
leden. Vier jaar lang heb ik moeten afbe
talen. Dat kan geen enkele theatermaker
in Amsterdam mij nazeggen".
Om de theatertak van zijn bedrijf
nieuw leven in te blazen, trok Van den
Ende onlangs Bart de Groot aan, de man
achter het succes van 'Cats'. Met zijn the
ater-afdeling produceerde Van den Ende
onlangs de grote André van Duin-revue
ter gelegenheid van het honderdjarig be
staan van Carré. Momenteel bereidt hij
de produktie voor de musical 'Bar-
num'. En onlangs kwamen zijn plannen
voor een groot musicaltheater in Amster
dam in het nieuws.
Vijftien jaar geleden probeerde hij al
het Desmet-theater te kopen, aan de Am
sterdamse Plantage Middenlaan. Een
naam had hij al: het Ko van Dijk-theater.
Daar zouden uitsluitend blijspelen moe
ten worden opgevoerd. De koop ging
niet door, omdat Van den Ende de finan
ciering niet rond kon krijgen. Over het
nieuw te bouwen musicaltheater is hij
echter zeer optimistisch. Hij heeft zelfs al
produkties aangekocht die alleen maar
daar gebracht kunnen worden.
Over tweeëneenhalf jaar moet het
klaar zijn, bij voorkeur op het Waterloo-
plein. "Het hangt alleen nog van de ge
meente Amsterdam af. Als die niet te
veel geld voor de grond vraagt, gaat het
door. Het moet een theater worden op
wereldniveau, maar zonder overbodige
franje. Ik wil dat er grote produkties ko
men te staan, een jaar, twee jaar...geen
probleem. Daar is voldoende animo
voor. Om zo'n project rendabel te maken
heb je 600.000 bezoekers per jaar nodig.
Op een potentieel van viereneenhalf mil
joen lukt dat makkelijk. Het wordt de
hoogste tijd dat Amsterdam zo'n theater
krijgt".
Omroepgebonden
Als een kameleon past Van den Ende
zich moeiteloos aan aan zijn belangrijk
ste opdrachtgevers: de omroepen. Zelfs
het soort grappen is omroepgebonden,
vindt hij. "De KRO bijvoorbeeld, wil ab
soluut geen platte grappen. Voor de 1-2-3
Shows hadden we scènetjes met Piet
Bambergen bedacht. We zijn eindeloos
aan het schaven geweest om het KRO-
achtig te maken. Ik zeg niet dat er katho
liek amusement zou bestaan, maar met
platte grappen pas ik op".
"Als je het Avro-gebouw binnenkomt
lijken alle secretaresses op elkaar, al ja
ren. De KRO heeft ook zo'n eigen sfeer,
de NCRV, noem maar op. Daar moet je
niet te ver naast gaan zitten. En ik denk
dat ik weet wat de doelgroep wil. Maar ik
kan het natuurlijk mis hebben. Ik twijfel
enorm vaak aan de dingen die ik doe. El
ke dag begin ik opnieuw. Maar dat hoort
bij creatief bezig zijn".
Schoorvoetend geeft Van den Ende
toe niet goed tegen kritiek te kunnen.
Wat hij van de Spaan Vermeegen-pa-
rodie 'Joop van Ellende' vindt? "Ach, ik
kijk er maar niet naar. Waarom moet je
iemand die door hard werken succes
heeft zo beledigen? Als ze beweren dat
dit satire is moeten ze maar gauw een
cursus gaan volgen. 'Popie Jopie' vond
ik nog wel aardig in elkaar zitten. Maar
met die zogenaamde parodie op mij blij
ven ze steken in gemene verdachtmakin
gen. Ik heb er geen problemen mee om in
de maling te worden genomen, maar de
ze haat want dat is het begrijp ik
echt niet".
Hij koestert overigens al jaren een gro
te wens: een lange talkshow produceren.
"Op mijn favoriete televisie-avond hoort
een talkshow te zitten. Naast sport en
amusement. Van een goede talkshow
kan ik genieten. Mensen als Van den
Heuvel vind ik heerlijk. En ik zou dol
graag met Van Kooten en De Bie willen
werken. Die maken fantastische pro
gramma's. Maar de VPRO had veel meer
met ze kunnen doen. Ik zou Kees van
Kooten dolgraag een dramaserie laten
schrijven".
Te eigenwijs
Ook Freek de Jonge werd jaren gele
den door Van den Ende benaderd. De sa
menwerking liep echter op niets uit, om
dat Van den Ende hem, maar vooral zijn
toenmalige theaterpartner Bram
Vermeulen te eigenwijs vond. "Bram
had de grootste bek. Er heerste een
voortdurende spanning tussen die twee.
Ik heb Freek toen al voorspeld: binnen
twee jaar werk je alleen. Hij lachte mij
vierkant uit".
Van den Ende vindt zelf dat niet niet
alles wat hij aanraakt in goud verandert,
integendeel. De Joop van den Ende-
story telt een fiks aantal commerciële
mislukkingen, flops dus. De tweede An
dré van Duin-film 'De boezemvriend'
trok minder publiek dan verwacht. Aan
'Ik ben Joep Meloen' heeft hij "zwaar
geld verdiend", maar 'De Boezemvriend'
heeft alleen maar geld gekost. "Toch
kwamen er nog 900.000 mensen op af.
Noem dat maar een sof. Het was inder
daad geen goede film. André is een fan
tastisch talent, maar hij komt beter tot
zijn recht op televisie en in het theater.
We hadden eigenlijk een paar korte
proeffilms moeten maken, maar daar is
geen geld voor. Als filmproducent loop
je in Nederland een waanzinnig risico,
het is net een loterij. De markt is voor een
dure produktie al gauw veel te klein".
Successen
"Eerlijk gezegd spreekt film mij als
medium minder aan dan theater en tele
visie. Het maken van een goede film is in
Nederland niet haalbaar. Ik richt mij lie
ver op andere dingen. Zo zou ik heel
graag kinderprogramma's willen maken.
Kinderen moetje naast die super-visuele
seksistische clips Pipo de Clown geven.
Waar is de tijd van de Swiebertjes? In
Nederland worden veel te weinig leuke
kinderprogramma's gemaakt. Maar ja,
als je maar twintig miljoen gulden per
omroep per jaar te besteden hebt, kun je
niet anders".
"Natuurlijk vind ik niet al mijn pro
gramma's mooi. Maar het aantal succes
sen is gelukkig vele malen groter dan het
aantal sofs. Het is voor een bedrijf soms
heel leerzaam dat niet alles van een leien
dakje gaat. Ik kan niet zeggen wat mij
meer aantrekt: televisie of theater. Tele
visie is veel vluchtiger. Bij een theater-
produktie denk je veel langer na, omdat
die honderd keer mee moet. Tv-drama
moet veel meer conflict hebben dan the
ater. Je zoekt bij televisie veel meer een
grote gemene deler. Dat is veel moeilij
ker dan voor een duidelijke doelgroep
werken. Je zoekt de middenweg, maar
daar zit het gevaar in dat je een vlees-
noch-vis produkt maakt. Het beeld
wordt ook altijd vertekend door de me
ning van minderheidsgroepen. Jongeren
vinden dat een programma te langzaam
gaat terwijl bejaarden juist weer vinden
dat het allemaal te snel gaat".
Van den Ende zucht diep. "Nee, het is
niet zo makkelijk als het lijkt".
Wat vindt hij nou echt lelijk? "Iets dat
smakeloos is, iets dat vakmatig slecht in
elkaar zit". Voorbeelden durft hij niet te
geven. "Ach, het komt zo gauw over als
broodnijd". Hij maakt er echter geen ge
heim van dat hij de meeste tv-presentato-
ren waardeloos vindt. "De formule van
bijvoorbeeld RUR vind ik heel goed,
maar Jan Lenferink zit op een dood
spoor. Het is vaak gebabbel om de bab
bel. Iedereen is momenteel zo enthou
siast over Dame Edna. Nou, geef Mar-
greet Dolman hetzelfde budget en het
wordt nog leuker. Dan ligt heel Neder
land voor de buis".
De arbeidsomstandigheden bij Van
den Ende Productions BV laten volgens
insiders ernstig te wensen over. Middel
eeuws, vinden sommigen. Er wordt te
hard gewerkt en te weinig betaald. Dat
laatste wordt door 'the boss' ontkend.
"Er wordt inderdaad keihard gewerkt,
maar ik betaal goed. Het sociale leven
speelt bij onze bedrijfsvoering een grote
rol. De lange werktijden maken we goed
met een extra vakantie, een dienstreisje
en soms een extraatje. Ik vind dat we een
uitermate goed sociaal beleid voeren. We
zijn een bedrijf in de groei. Dan heb je
nog zulke problemen".
Zonnig
Waar die groei ophoudt weet ook Van
den Ende niet. Maar dat zijn bedrijf gro
ter zal worden en ook buiten Nederland
zal gaan opereren, daar twijfelt hij niet
aan. "Ik probeer internationale samen
werking van de grond te krijgen. Ooit
heb ik het idee geopperd om de 1-2-3
Show samen met andere landen te ma
ken. In veel landen is er op de televisie
namelijk een show met precies dezelfde
formule. Waarom combineer je die niet?
Op die manier kan het veel goedkoper.
Maar het is ontzettend moeilijk om zoiets
van de grond te tillen".
"Zeker is dat mijn bedrijf zich in de na
bije toekomst ook in het buitenland zal
gaan vestigen. Daarbij denk ik aan Duits
land en Engeland. En dan niet, zoals veel
bedrijven dat doen, met een paar miljoen
in de hand een filiaal openen, ik wil het
serieus in het buitenland gaan probe-
De toekomst van zijn bedrijf ziet Van
den Ende zonnig in. "Ik zei al dat de
markt nog lang niet is uitgeput. Volgens
mij zal ons bedrijf nog groter worden,
zullen we nóg meer produkties afleve
ren. Televisie is op dit moment de groot
ste poot van het bedrijf. Maar het winst
percentage is nog wel te laag. Dat moet
verbeterd worden. Ik wil wat meer na
druk gaan leggen op het theater. Mooie
grote produkties, die zich kunnen meten
met produkties in andere wereldsteden.
En dat alles dan zonder een cent subsi
die. Hopelijk zal het musicaltheater daar
aan het nodige bijdragen".
De telefoon rinkelt: zijn secretaresse.
Zijn zesde afspraak van die dag staat
voor de deur. "En het is vandaag nog op
vallend rustig". Per week is hij ongeveer
zeventig uur in touw. Dat hij een
workaholic is geeft hij grif toe. "Maar het
werk gaat nou eenmaal niet op vakantie.
Het nieuwe televisieseizoen en de musi
cal 'Barnum' staan voor de deur. Maar ik
vind het fantastisch om te doen".
In het bloed
"Werken zit mij in het bloed. Als ik
eens een dagje thuis ben vind ik het lek
ker om even naar mijn kantoor te gaan.
Daar een uurtje of twee zitten, met een
muziekje op de achtergrond, dat geeft
mij ontzettend veel rust. Een avondje tv
kijken, dat komt er jammer genoeg wei
nig van. Ik zorg ervoor dat ik alle nieuwe
programma's zie, maar het driehonderd
ste quizje hoeft voor mij niet. Ik ben ook
niet iemand die veel naar partijtjes gaat.
Vrienden, in de klassieke zin van men
sen met wie je vist of tennist, die heb ik
niet".
Op de vraag of zijn enorme werkdrift
het gevolg is van zijn wil om zichzelf te
bewijzen, knikt Van den Ende instem
mend. "Ik denk dat dat zeker speelt, ja.
Ik wil laten zien dat ik iets kan, dat ik
toch iemand ben, ook al heb ik geen di
ploma. Misschien is dat mijn belangrijk
ste drijfveer, hoewel ik er niet dagelijks
bij stilsta. Ik heb harder moeten werken
om dit te bereiken dan wie ook. Meer
moeten doen dan iemand met een betere
opleiding. Automatisering, talenkennis,
al dat soort problemen heb ik dubbel en
dwars meegemaakt".
"Aan het eind van mijn leven wil ik
kunnen terugzien op iets waarover ik te
vreden ben. Ik hoop dat de mensen later
over mij zullen zeggen: hij heeft zijn le
ven serieus genomen. Ik vind het ver
schrikkelijk als mensen mij afschilderen
als een no-no. Ik leef niet in een schijn
wereld. Ik ben een melkboer die gewoon
flessen komt langsbrengen. Mijn arties
ten houd ik ook altijd voor dat ze met
hun beide benen op de grond moeten
blijven staan. Het is niet echt, dat gejubel
en het vragen om handtekeningen. Mor
gen kan het weer voorbij zijn. Dan vin
den ze je weer een vervelende klier".
"Adèle Bloemendaal zei bij de dood
van Elvis Presley iets dat mijn credo is
geworden: "O God, hij dacht dat het echt
was!".