De nachtmerrie wordt bespreekbaar
Westduitsland langzaam rijp voor dialoog met RAF- terroristen
PAGINA 19
Bijna twintig jaar nadat in het
roerige West-Berlijn tijdens
studentenprotesten de kiem
werd gelegd voor de
stadsguerrilla, lijkt de
Westduitse samenleving zich
voor te bereiden op een
dialoog met de ex-RAF-leden
die tussen 1970 en 1977 het
land terroriseerden. De
overlevenden van die eerste
generatie offerden hun jeugd in
een strijd tegen de naar hun
mening ontaarde samenleving.
Zowel de maatschappij als
zijzelf betaalden er een hoge
prijs voor. Hoewel de Rote
Armee Fraktion in naam nog
altijd bestaat, beginnen
maatschappij en ex-terroristen
hun wonden te likken.
door Hans Hoogendijk
Vandaag de dag zijn voormalige
RAF-leden vaak melancholieke
veertigers die hun verleden niet
kunnen en willen verdringen. Deze
Aussteiger zoeken een nieuwe iden
titeit, en liberale stromingen in het
land willen hen daarbij helpen.
Maar de weg zal lang en moeizaam zijn,
want er wordt in naam van de Rote Ar
mee Fraktion nog altijd gemoord in
Duitsland. En ieder halfjaar waarschuwt
de hoogste openbare aanklager Kurt
Rebman voor de gevaarlijke terroristen.
Nog altijd wordt de aanblik van het rege
ringscentrum van Bonn gedomineerd
door gewapende politiemannen, rondrij
dende pantserwagens en videocamera's
op vrijwel elke hoek van de straat.
Maar de huidige terroristen van de der
de en vierde generatie hebben vrijwel
niets meer gemeen met de groep rond
Andreas Baader, Ulrike Meinhof, Gud-
run Ennslin, Jan-Carl Raspe en Horst
Mahler, die, voortkomend uit het studen
tenprotest, met geweld de maatschappij
wilden hervormen.
Het begon allemaal aan het eind van de
jaren zestig met de anti-Vietnam-demon-
straties in Westduitsland. Het was de tijd
van de APO, de Ausser Politische Oppo
sition: linkse jongeren bereidden zich
voor op de lange weg naar regeringsfunc
ties. Maar een aantal jongeren legde die
weg slechts gedeeltelijk af. Zij bonden
met stenen en molotov-cocktails de
strijd aan met de prille Bondsrepubliek,
die zich in hun ogen ontwikkelde tot een
geraffineerde vorm van fascisme.
Illegaliteit
De in het debat goed van de tongriem
gesneden linkse intellectuelen ontpop
ten zich steeds vaker als illegale 'verzets
strijders'. Andreas Baader en Gudrun
Ennslin zaten snel voor drie jaar achter
de tralies na het leggen van een paar
brandbommen. Ulrike Meinhof, toen
nog actief als journaliste bij het linkse
blad 'Konkret', schreef een vlammend
commentaar dat zij besloot met een ci
taat van Fritz Teufel: "Het is nog altijd
beter een warenhuis in brand te steken
dan er een te exploiteren". Toen bij een
poging Baader te bevrijden een bewaker
zwaar werd gewond, moest de hele groep
in de illegaliteit verdwijnen. En vanaf dat
moment ging het helemaal mis.
De regering-Schmidt-Brandt was ab
soluut niet voorbereid op deze geweld
dadige provocatie en reageerde dan ook
zeer ondoordacht. De politie opereerde
even amateuristisch als de kleine groep
gewelddadige linksen. Peter Jürgen
Boock, die in 1972 als eenzame, verwarde
19-jarige onderdak vond bij de groep en
nu levenslang uitzit, zegt over die tijd:
"De tendens was richting geweld. Dat
kwam door de Amerikaanse volkeren
moord in Vietnam, maar ook door de ma
nier waarop de RAF werd vervolgd.
Door deze waanzinnige poging een heel
volk te indoctrineren tegen een nietige
groep".
Het voornaamste doel van de kleine
groep was de vrijlating van hun leiders
van het eerste uur, maar dat ontaardde in
zinloos bloedvergieten. Het hele land
verkeerde bijna in staat van oorlog. De
regering kondigde vrijheidsbeperkende
wetten af, de Berufsverbote werden inge
voerd, en de politiemacht enorm ver
sterkt.
Deze staat laat zich niet intimideren,
klonk het uit Bonn. Dat bleek ook bij de
processen die in 1975 begonnen in de tot
een vesting omgebouwde gevangenis
Stammheim. Hoewel de RAF beslist
geen collectief was, beriep de justitie
zich bij de rechtspleging wel op deze
Solidariteit met de RAF-gevangenen, staat er op een Berlijnse muur ge
kalkt. Zo ver is het voor menigeen nog lang niet, maar de aanzet tot een dia
loog is inmiddels een feit. ü«to Dirk Ketting)
door de RAF zelf verbreide legende, om
dat zo de individuele bewijslast verviel.
De vonnissen waren steevast een-, twee-
of tig-maal levenslang.
Legende
In 1977 probeerden de terroristen van
de eerste generatie nog één keer met
bruut geweld hun leiders vrij te krijgen.
Er werd gemoord en ontvoerd, een vlieg
tuig werd gekaapt maar ontzet, en in
Stammheim werden de lijken gevonden
van Jan-Carl Raspe, Andreas Baader en
Gudrun Ennslin. Irmgard Móller werd
badend in haar bloed gevonden, maar
overleefde.- Sindsdien bestaat de legende
van een poging tot moord op haar. Dit
verhaal zorgt er vandaag de dag nog
steeds voor dat de RAF vers bloed krijgt.
Irmgard Möller is de enige die de waar
heid kan vertellen, maar zij zwijgt.
Daarna werd het wat rustiger. De in
middels zeer professioneel opererende
politie-speurders pakten steeds meer
RAF-leden van het eerste en tweede uur
en ook zij werden uiterst streng gestraft,
terwijl vaak niet eens alle ten laste geleg
de feiten waren bewezen. Een aantal van
hen had de banden met de terreurgroep
al verbroken of stond op het punt dat te
doen, maar de interne controle binnen de
groep was ontaard in terreur. De 'Aus
steiger' waren verraders en werden met
de dood bedreigd. Peter Jürgen Boock
liet zich in 1981 in Hamburg arresteren.
Hij wilde niets meer met de moordende
derde generatie te maken hebben.
De centrale recherche, het Bundeskri-
minalamt, stelde hem voor de keus: be
kennen en verklikken, of levenslang.
Boock appelleerde uit' zijn cel aan de
groep: "Aan hen die nog over zijn, en aan
degenen die er intussen bij zijn geko
men. Ik weet dat ik voor jullie een varken
ben. Ik zal niemand belasten, niemand
verraden, maar ik zal me verdedigen".
Hoewel niet werd bewezen dat Boock
heeft vermoord, veroordeelde
de onverbiddelijke rechter hem tot drie
maal levenslang plus 15 jaar wegens zes
voudige moord en viermaal poging tot
moord. Hij heeft intussen een gratiever
zoek ingediend.
Boock heeft, net als veel andere nu nog
vastzittende (ex)terroristen, zijn ervarin
gen van zich af geschreven. En uit al die
boeken komt een beeld naar voren dat
niet klopt met de studies van politicolo
gen en sociologen uit de jaren zeventig.
Daarin wordt veel gespeculeerd over
jongeren uit burgelijke gezinnen die de
gemiste revolutie met bommen en gewe
ren alsnog wilden bewerkstelligen; over
invloeden van het calvinisme; over ver
wende kinderen; over ontbrekende moe
derliefde en psychische schade in de
prilste jeugd.
Toeval
Uit boeken van (en interviews met) de
daders van het eerste uur blijkt dat het
toeval een grote rol heeft gespeeld. Ze
kwamen uit alle denkbare milieus. Ast-
rid Proll, alweer enige jaren op vrije voe
ten en nog steeds zoekend naar een echte
plaats in de samenleving: "We waren ge
grepen door een existentialistisch le
vensgevoel, een soort heldendom, en de
drang naar een moraal van honderd pro
cent".
Een reactie op het oorlogsverleden van
hun ouders. Christoph Wackernagel,
eens met Gerd Schneider gewond na een
schietpartij met de Amsterdamse politie
en nu sinds een jaar voorwaardelijk op
vrije voeten na tien jaar cel: "Wij hebben
minstens tien jaar in de bak gezeten. Dat
is het verschil met onze vaders".
Gerd Schneider: "De staat en ik staan
quitte. Treurnis, moraal en scrupules
zijn in eerste instantie een privé-aangele-
genheid". Anderen, onder wie Jurgen
Peter Boock, zochten geborgenheid en
kameraadschap en vonden die bij de eer
ste generatie van de RAF.
Astrid Proll: "Ik weet niet of de RAF
Nog altijd wordt de aanblik van het regeringscentrum in Bonn gedomi
neerd door gewapende politiemannen en rondrijdende pantserwagens.
een politieke groep was, en ik verbaas
mij er elke keer weer over hoe jongeren
op de geschiedenis reageren. Of je wilt of
niet, wij zijn een soort cultusfiguren voor
ze geworden. Je probeert ze uit te leggen
dat het een nachtmerrie was, maar ze
zeggen: jullie hebben tenminste wat
meegemaakt".
Te vroeg
Het zijn deze signalen die nu enige
weerklank vinden in de Westduitse sa
menleving. Een eerste poging waagden
de inmiddels weer als advocaat actieve
Horst Mahler en de toenmalige liberale
minister van justitie Gerhard Baum in
hun beroemde (door het weekblad Der
Spiegel gepubliceerde) gesprek in 1979.
Baum maakte duidelijk dat de staat pas
van houding kon veranderen als de ex-
terroristen de eerste stap deden. Maar
het was te vroeg, de schok van de tiental
len doden was nog niet verwerkt. Vele ja
ren bleef het stil.
Nu begint de discussie opnieuw en is
Astrid Proll:
tevergeefs uit te
Je probeert de jongeren van nu Gerd Schneider: "De staat en ik staan quitte",
leggen dat het een nachtmerrie Koto a
Christoph Wackernagel: "Wij hebben tien jaar in
de bak gezeten. Dat is het verschil met onze vaders".
de kans op een verzoening tussen staat
en de uitdagers van het eerste uur groter.
Het opmerkelijke daarbij is dat het om
een heterogene stroming gaat. Het zijn
niet meer alleen de linkse politici en bla
den die zich voor discussies beschikbaar
stellen. Kerken en christen-democraten
worden ook actiever. De meeste indruk
maakte de open brief aan de RAF van de
gebroeders Von Braunmuhl, een jaar na
dat hun broer, de diplomaat Gerold, was
vermoord. "Houd op en kom terug in de
maatschappij", schreven zij. De broers
hebben ook een fonds gesticht waaruit
Boock verdere beroepsprocedures tegen
de staat kan voeren.
Boock daarover in een tv-interview:
"Dat heeft me het meest verrast, en ik
heb me geschaamd. Ik heb indertijd bij
de RAF zelf meegemaakt hoe vrienden
werden doodgeschoten. Ik heb met on
gecontroleerde haat gereageerd. Bij de
broers Von Braunmuhl was de reactie to
taal anders. Zij waren natuurlijk ook
woedend, maar hebben die woede crea
tief gemaakt. Zij hebben gezegd: wij wil
len weten waarom jullie het hebben ge
daan. Ik was destijds niet in staat die
vraag te beantwoorden".
Nederlaag
Christoph Wackernagel heeft soortge
lijke ervaringen. De Amsterdamse poli
tieman Van Hoogen zocht in 1977,
meteen na de schietpartij waarbij ook hij
was betrokken, contact met de terrorist,
ondersteunde diens gratieverzoek en
vertelde Wackernagel jaren later dat hij
het als een nederlaag had gezien dat hij
zijn pistool moest gebruiken.
Enkele weken geleden kreeg de eerste
terrorist gratie. Het is de inmiddels 41-ja-
rige Klaus Junschke die na 16 jaar werd
begenadigd door de christen-democrati
sche minister-president van Rijnland-
Pfalz, Bernhard Vogel. Zijn grootste
pleitbezorger was Vogels staatssecreta
ris Hanns Eberhard Schleyer, zoon van
de in 1977 op beestachtige wijze ver
moorde werkgeversvoorzitter. Tot ver
bazing van velen bleef een verkettering
door rechts vrijwel uit.
Langzaam maar zeker komt een ge
sprek op gang over het hoe en waarom
van deze terreur tussen 1970 en 1977. De
sociaal-democratische fractie- en partij
voorzitter Hans-Nochen Vogel, ooit mi
nister van justitie, meldt zich voorzich
tig. En president Richard von Weizsac-
ker heeft in verschillende toespraken ge
zinspeeld op het belang van de open dis
cussie om zo nieuwe terreur te voorko-
De grijze eminentie van de Duitse jour
nalistiek, Marion gravin Donhoff, zette
in haar blad 'Die Zeit' vraagtekens bij het
principe 'oog om oog-tand om tand'. Vol
gens haar moeten ex-terroristen die in
zien dat er geen enkele zinvolle relatie
bestaat tussen hun toenmalige doel
namelijk het vrij krijgen van hun leiders
en moord in aanmerking kunnen ko
men voor gratie. De kans op herhaling is
volgens haar kleiner dan bij 'normale'
misdadigers. Ook vindt zij dat de maat
schappij er belang bij heeft dat het voor
terroristen eenvoudiger wordt uit de sce
ne te stappen.
Baanbrekend
Een baanbrekende rol vervult de
Groene parlementariër en theologe
Antje Vollmer. Dat is haar door andere
Groenen en door de extreem-linkse groe
pen niet in dank afgenomen. Maar Voll
mer gaat door omdat zij ervan overtuigd
is dat een ander klimaat ook minder ter
reur betekent. Zij schreef de nog vastzit
tende terroristen onder meer: "Hoeveel
leed en pijn hebben jullie anderen en je
zelf aangedaan? De eerste stap zal van
jullie moeten komen". En samen met de
evangelische theoloog Ernst Kasemann
en de schrijver Martin Walser benaderde
ze de huidige liberale minister van justi
tie Engelhard om een dialoog te organi
seren tussen de 'maatschappij' en de
RAF-gevangenen die willen meedoen.
Maar daar is de tijd nog niet rijp voor.
Rechtse kringen vinden dat er opnieuw
wordt geprobeerd van de daders slacht
offers te maken. En extreem links eist
amnestie voor iedereen.
Maar ook binnen de 'oude' RAF heerst
allesbehalve eensgezindheid. Voor enke
len bestaat de enige levenszin nog uit het
vermeende martelaarschap. Sommigen
noemen de pogingen tot een dialoog een
'alternatieve hersenspoeling'. Enkelen
hebben hun cel spartaans ingericht om
dat ze zichzelf nog steeds als soldaat zien.
Weer anderen schrijven elkaar dagelijks
eindeloze brieven vol revolutionaire
theorieën. Sommigen zijn psychisch to
taal gebroken en lichamelijk een wrak.
Leven buiten de cel kunnen zij zich niet
meer voorstellen.
Natuurlijk zijn er onder de enkele tien
tallen nog vastzittende terroristen ook
die hun falen hebben ingezien. En hoe
wel sommigen misschien nog geloven
dat de jonge Westduitse republiek bijna
net zo ontaard is als het nazi-rijk van wel
eer, zullen ze toch niet meer de wapens
opnemen om hun gelijk te bewijzen.
Iets geleerd
Heel voorzichtig, en bijna steeds bui
ten de media om, werken vooruitstre
vende, liberale Duitsers aan de verwer
king van een schok die aan het begin van
de jaren zeventig Westduitsland op zijn
grondvesten deed schudden. En dat on
der het motto: alleen door lering te trek
ken uit het verleden kan in de toekomst
herhaling worden voorkomen.
Maar steeds hangt de dreiging van een
nieuwe moord door de ongeveer 15 reste
rende RAF-commando's als een donder
wolk boven dit streven. De CDU-politi-
cus Bernhard Vogel realiseert zich dat:
"Wie tekens zet legt zich vast. Ook als ei
weer geschoten wordt, en dat kan elke
dag gebeuren. Maar er zijn aanwijzingen
dat we allemaal iets hebben geleerd".