Burgerschool met vijfjarigen cursus' 0NUMEMTAAL Een 'Hoogere Op de grens van historie en zakelijkheid ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1988 PAGINA 19 Foto links boven: bepalend voor het interieur van het schoolgebouw is de fraaie houten kap constructie boven de monumentale trap. Foto rechts boven: de gebeeldhouwde olifant in de gevel aan de Hoge Rijn dijk; zijn slurf ein digt in de regenpijp. Foto rechts: de in gang van het school gebouw aan de Burggravenlaan thans onderdak bie dend aan het Bona- ventura-college en voordien aan het Rembrandt Lyce um. (foto's Wim Dijkman) In 1913 werd begonnen met de bouw van een 'Hoogere Burger school met vijfjarigen cursus' aan de Hoge Rijndijk. Dit nieuwe ge bouw moest het oude pand aan de Pieterskerkgracht vervangen. De nieuwe school werd in twee jaar gebouwd en de totale kosten be droegen 230.000,-, een bedrag dat (ook toen) alleszins meeviel. De ontwerper was Willem Marinus Dudok (1884-1974). Dudok was een ver maard architect die ook internationaal roem genoot. Hij werd een 'geniSal bouwmeester' genoemd, en hij ontving in de loop der jaren vele medailles en eretitels. Na zijn middelbare school volgde hij een opleiding aan de Militaire Acade mie in Breda. Hierna werkte hij een tijdje als telegrafist in Utrécht en hielp mee aan de fortificaties van Uithoorn en Purmerend. In 1910 werd hij bij de staf der Genie ingedeeld en moest hij zich met architectuur bezighouden. Een opleiding daartoe had hij niet ge noten. Hij had echter zijn roeping ge vonden en zou de architectuur eeuwig toegewijd blijven. Reactie Van 1913 tot 1915 werkte hij in Lei den als ingenieur-plaatsvervangend di recteur van Gemeentewerken. In deze functie bouwde hij de HBS aan de Ho ge Rijndijk, en in 1915 en 1916 samen met architect J. P. Oud een woonwijk in Leiderdorp. Van 1915 tot 1927 werkte hij in Hilversum als Directeur Publieke Werken. Zoals bekend heeft hij hier tal van scholen, villa's en het bekende stadhuis gebouwd dat door iedereen wordt gezien als het hoogtepunt uit zijn loopbaan. De HBS te Leiden was een van zijn eerste werken. Toen hij dit gebouw ont wierp stond hij nog sterk onder de in vloed van de koele en strakke bouwstijl van Berlage, de architect van het Beursgebouw in Amsterdam. Vervol gens onderging Dudok de invloed van de Amsterdamse School. Die vormde juist een reactie op het werk van Berla ge. Volgend tij dgenootG. Friedhof kon den 'deze spontane kunstenaar-natu ren zich niet meer in het dogmatische Berlagiaanse keurslijf persen en sprin gen er bruisend en spattend uit'. De af keer voor versieringen verdween, en een goed voorbeeld van zijn werk uit deze tijd is het gebouw van het Leidsch Dagblad aan de Witte Singel, dat al eer der in deze serie besproken is. Karakteristiek Later ging Dudok steeds meer bou wen in kubussen en werd zijn architec tuur rustiger en eenvoudiger. Dit is vooral goed te zien aan zijn Hilversum- se gebouwen. Hij ontwikkelde een ge heel eigen stijl die als een synthese van de verschillende stromingen in de mo derne architectuur wordt beschouwd. Het gebouw van de HBS (thans on derdak biedend aan het Bonaventura- college en voordien aan het Rem- brandt-Lyceum) bestaat uit twee in baksteen opgetrokken vleugels met een benadrukte hoekpartij. Dudok zelf zei over zijn ontwerp voor de school dat voor hem belangrijk was geweest het karakteristieke van de functie van het gebouw te benadrukken: het moest duidelijk te zien zijn dat het om een school ging. Een belangrijk element was volgens hem de gelijkvormigheid van de lokalen en de herhaling hiervan. Ook de hoekpartij vond hij essentieel, en deze is dan ook benadrukt door er de ingang te plaatsen. Tot het schoolcom plex hoort nog de conciërge-woning die ernaast staat. Rondom de school is een hek neerge zet waarin aan weerszijden van de in gang twee uilen (symbool van de wijs heid) zijn aangebracht. Vroeger bevond zich in de gevel aan de Burggravenlaan een tegeltableau met het opschrift "Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus". Nog wel aanwezig is een wij zerplaat van geglazuurde aardewerkte gels met aan weerszijden een terracotta zandloper die (naar Dudok hoopte) 'de jeugd ertoe mogen brengen den tijd goed te gebruiken'. In dezelfde gevel zijn onder andere op de eerste verdieping twee terracotta reliëfs van Willem Brouwer gemetseld: een uil 'bladerend in een lijvige foliant als vogel der wijsheid' en een aap 'ver diept in de beschouwing eener reageer buisje als de gepersonifieerde aan dacht' (symbolisch voor respectievelijk de bibliotheek en het scheikundelo kaal). De uil is tegenwoordig overwoe kerd door klimop. Olifant Rest nog te wijzen op een gebeeld houwde olifant van de hand van L. Vreugde in de gevel aan de Hoge Rijn dijk. Ziet u dat zijn slurf eindigt in de regenpijp? Als u in de buurt bent moet u beslist eens binnenlopen. Van het oor spronkelijke interieur is veel bewaard gebleven. Met name de monumentale trap en daarboven de houten kap zijn zeer de moeite waard. BIANCA VAN DEN BERG Niet voor niets heeft Leiden de reputatie van monumentenstad. De officiële lijst vermeldt alleen al zo'n 1500 bouwsels die uit oogpunt van schoonheid, wetenschappelijke betekenis of volkskundige waarde als zodanig wettelijk zijn erkend. Maar ook veel gebouwen die niet op die lijst staan, verdienen het predikaat monumentaal. Een tiendelige serie in Extra. laatste hand aan het gedeelte van de fa briek aan het Levendaal. In deze grote fabriekshal waren de modernste ma chines ondergebracht. In tegenstelling tot het 'ouderwetse' gedeelte aan de Hogewoerd was dit gedeelte van de fa briek al in de moderne zakelijke stijl ontworpen. In de jaren negentig van de vorige eeuw was in Frankrijk het gewapend beton geïntroduceerd. Aan het begin van onze eeuw ging men dit meer en meer toepassen en vanaf 1910 bracht men de betonnen constructie zelfs be wust in het zicht. Bij de fabriekshal aan het Levendaal is dit ook gebeurd, en voor Nederland is dit een vrij vroeg voorbeeld van deze manier van wer ken. De gevel van de hal is waarschijnlijk geïnspireerd op die van het ernaast ge legen pand dat eveneens bij de fabriek hoorde. De gevelsteen van dat pand is de moeite van het bekijken waard, er is een man op afgebeeld die 'gaeren' spint. De twee fabriekspanden dateren ei genlijk uit dezelfde periode, maar ver tegenwoordigen twee totaal verschil lende opvattingen over de architectuur van bedrijfsgebouwen aan het begin van deze eeuw. Het gedeelte aan de Ho gewoerd is een laat voorbeeld van de zogenaamde historiserende stijl; het gedeelte aan het Levendaal (waarin thans een supermarkt is gevestigd) is een vroeg voorbeeld van de zakelijke stijl, een stijl die hierna veelvuldig toe gepast zou gaan worden. De fabriek van Van Wijk is dan ook een goed voor beeld van die overgangsperiode. Van beide panden - die momenteel deels verbouwd worden tot eefi woon complex blijft het aanzicht behou den. Minder gelukkig liep het af met de firma Van Wijk zelf. In oktober 1945 werd nog een nieuw bedrijfspand ge opend aan de Kanaalweg, maar kort hierna raakte de textielnijverheid weer in het slop. Na enkele fusies met andere bedrijven werden de deuren van de fa briek in 1973 definitief gesloten. BIANCA VAN DEN BERG Al in 1795 werd Dirk van Wijk in Leiden als 'fabriquer' erkend. Deze Dirk werkte waarschijnlijk thuis, mogelijk werkten ook anderen voor hem. Hoe dan ook, in 1818 werd door de familie Van Wijk een dekenfabriekje aan de Heren gracht opgericht. Dit fabriekje groeide snel uit tot een groot bedrijf: in 1836 ging men naast dekens ook sajet produceren. De sa- jetspinnerij werd in een ander pand aan de Herengracht/Vestestraat onderge bracht. In 1862 nam men de sajetfa- briek van P. de Geer aan de Hogewoerd over; in datzelfde jaar werd overge schakeld op stoommachines. Aan het eind van de vorige eeuw produceerde men naast wollen dekens ook de be faamde Leidse duffels, sajetten (ge- twijntd brei- en stopgaren) en andere textielprodukten. Aangepast Naast de aan het einde van de negen tiende eeuw verbouwde panden van De Geer (Hogewoerd 145-149) wilde Van Wijk de fabriek met een nieuw te bou wen gedeelte uitbreiden. De meeste Leidse fabrieken uit de negentiende eeuw waren in de arbeiderswijken aan de noord- en oostzijde van de stad ge bouwd. Het fabrieksgedeelte van Van Wijk aan de Hogewoerd zou echter midden in een bestaande buurt komen. Om deze reden moest het gebouw dan ook passen in de omliggende bebou wing. Het pand aan de Hogewoerd werd SS Si fsk. rond 1910 neergezet en was qua ont werp duidelijk aangepast aan de omge ving: het is'slechts één bouwlaag hoog. Deze ene bouwlaag was even hoog als de huizen naast de fabriek. De bakste nen gevel werd verrijkt met allerlei na tuurstenen elementen. Toen men aan het eind van de negen tiende eeuw voor het eerst fabrieken ging bouwen, keek men bij gebrek aan ervaring de decoratiemotieven vooral af van 'oude' grote gebouwen zoals kerken en kastelen. Pas later ont wikkelde men voor bedrijfsgebouwen een eigen 'zakelijke' stijl. Het gedeelte van de fabriek van Van Wijk aan de Hogewoerd werd nog in de zogenaamde 'historiserende stijl' ont worpen, met een barok-achtige ba lustrade langs het dak en een typisch negentiende eeuwse toren op de hoek. Het feit dat bij dit gedeelte zoveel oude re stijlelementen zijn toegepast zal ze ker te maken hebben gehad met de aan passing aan de directe omgeving, want in het algemeen bouwde men rond 1910 bedrijfsgebouwen al iets moderner. Al leen de grote vensterpartijen getuigen daarvan. Op de hoek van het pand werd een to ren neergezet die dit stukje van de Ho gewoerd zou gaan domineren. De toren deed dienst als watertoren voor de fa briek. Bij textielfabrieken die aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw gebouwd wer den, was dit een gebruikelijk verschijn sel. Het water was nodig voor de stoom machines, de brandbeveiligings- en luchtbevochtigingsinstallaties. Lucht- bevochtiging was nodig om draad breuk van het garen tegen te gaan. De arbeiders konden op den duur echter longziekten overhouden aan de stoom die via buizen in de produktieruimte werd geblazen. In de toren is nog een natuurstenen wijzerplaat van een klok aanwezig en rondom kan men lezen: WOLLENDE- KENFABRIEK/ GEBR. VAN WIJK CO/ SAJETFABRIEK. In 1913, zo'n driejaar later dan het ge deelte aan de Hogewoerd, legde men de De voormalige 'wollendekenfabriek' van Van Wijk aan de Hogewoerd. Inzet: de gevelsteen (spinnende man) aan de Levendaal-zijde. (fotos wim Dijkman)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 19