'Ome Willem gunt me geen rust op straat'
'Soms denk ik dat m'n liefde
voor de fiets ziekelijk is'
Het is afgelopen met de vrijheid van liedjesschrijver Harry Bannink
Alain Delon
ontkent
vaderschap
WOENSDAG 27 JULI 1988
PAGINA 17
BRT-sportjournalist Mark Uytterhoeven:
BRUSSEL (GPD) - 'Tour de
trance' is een fictief verhaal waarin
heel wat gerenommeerde renners
van na de Tweede Wereldoorlog
een belangrijke rol spelen. Ik wil er
niet het etiket roman opplakken en
daarom heeft mijn uitgever het om
schreven als een docu-drama. Het
gegeven klopt min of meer met de
werkelijkheid, maar ik weet bij
voorbeeld nog niet of Tom Simp
son -in het boek- zal sterven. Als
auteur kun je een verwachtingspa
troon opbouwen. Ik bedoel: je kunt
de lezer de indruk geven dat Simp
son zal sterven en hem later toch
over streep laten rijden."
In 'Monumentenzorg' bundelde
Mark Uytterhoeven columns over
voetbal, tennis en de Ronde van
Frankrijk. Uytterhoeven: 'Toen ik
nog geen twintig was maakte ik al
voetbalverslagen voor de krant.
Nadien heb ik voor het Vlaamse
blad 'Sportmagazine' een tijdlang
over tennis geschreven. Ik heb dus
een beetje een schrijftraditie. Maar
wat ik schreef -over sport- was alle
maal 'op aanvraag'. Ik ben nooit
naar een blad gestapt om er een
stukje aan te bieden."
Hij ontkent niet dat hij vanwege
zijn 'bekende kop' om columns
werd gevraagd. „Het zou dom zijn
om dat te ontkennen."
Op de vraag of hij het boek 'De
renner' van Tim Krabbé heeft gele
zen volgt een vinnig antwoord: „Ik
heb dat boek elf keer gelezen, ik
heb er twee exemplaren van. Eén
geef ik geregeld aan vrienden die
fietsen, het andere staat op de boe
kenplank. Ik ken het boek bijna uit
mijn hoofd. 'Wielerverhalen' vind
ik een stuk minder. Nu ja, het is
ook niet helemaal eerlijk om een
verhalenbundel met een roman te
vergelijken."
In hoeverre verschil jij van Krab
bé?
„Ik heb een ander uitgangspunt.
Ik heb nooit aan de Tour deelgeno
men, ik behoor ook niet tot de wie-
Iergoden. Krabbé is ook een van de
weinigen die zeer goed over zich
zelf kunnen schrijven."
Uytterhoeven is van fietsen beze
ten. „Zo heb ik tijdens een veer
tiendaagse vakantie op Kreta mijn
fiets meegenomen en Kreta is niet
bepaald een fietsparadijs. De we-
Mark Uytterhoeven is een bezig baasje. Hij is presentator van
diverse BRT-sportprogramma's, werkt mee aan het amusante
radioprogramma 'De taalstrijd' (elke zondagochtend op BRT
1) en hij klimt met enige regelmaat in de pen. Twee jaar
geleden publiceerde hij 'Momumentenzorg', een aardige
bundel sportcolumns. Nu legt hij de laatste hand aan 'Tour de
trance'. Het boek ligt vermoedelijk eind dit jaar in de
boekhandel. 'Ik krijg op de BRT-sportredactie zo weinig
opdrachten dat ik verplicht ben andere dingen te doen. Ik
barst van de ideeën. Wellicht kom ik tijd te kort om ze ooit
allemaal uit te werken.' Een interview.
door
Carlos Alleene
gen zijn er nogal slecht, maar in die
twee weken heb ik toch zeshon
derd kilometer gereden. Ik voel me
pas goed als ik een paar dagen ge
fietst heb. Soms denk ik wel eens
dat mijn liefde voor de fiets zieke
lijk is, maar aan de andere ként:
waarom zou ik me er tegen verzet
ten? Ik amuseer me rot. Om aan
wedstrijden voor wielertoeristen
deel te nemen voel ik me nog niet
rijp, nee. Ik heb wel voldoende uit
houdingsvermogen maar te weinig
'weerstand'. Sinds enige tijd pro
beer ik die weerstand wat te ver
groten zodat ik tenminste het wiel
kan houden. Maar het mooiste vind
ik klimmen. Ik ben meer kapot na
een wedstrijd van amper veertig ki
lometer dan na honderd vijftig kilo
meter in de Pyreneeën. In de ber
gen kan ik een eigen tempo ont
wikkelen. Ik heb nog nooit zo hard
gereden dat ik op de top van de
fiets moet stappen om naar adem te
happen, ik kan doseren."
Vind je het niet jammer dat je
voor de 'BRT niet de belangrijke
wielerwedstrijden mag volgen?
„Ik kan die dingen gescheiden
houden, maar als ze me zouden vra
gen de Ronde van Frankrijk te vol
gen zal ik niet neen zeggen. Ieder
een vraagt me altijd waarom ik
voor de BRT geen wielrennen doe,
het is een voor de hand liggende
vraag. Maar het is niet omdat ik
veel fiets dat ik perse wielerver-
slaggeving moet doen." En la
chend voegt hij er aan toe: „Als ik
het wel zou doen zou ik over veel
minder vrije tijd beschikken."
Je bent niet iemand die aarzelt
om zijn nek uit te steken. Wordt dat
door de BRT-leiding altijd in dank
afgenomen?
„Ik heb het gevoel dat ze het daar
altijd wat moeilijk mee gehad heb
ben. Ik ben nog nooit terecht gewe
zen, maar je voelt dat ze zich afvra
gen of dat allemaal wel nodig is. Ze
kunnen me op de sportredactie
veel meer laten doen dan wat ik nu
doe. Ik heb, in tegenstelling tot an
dere collega's, geen specifiek ter
rein waarop ik me volledig kan uit
leven. Vandaar dat ik allerlei ande
re dingen doe."
Publiek
Binnen de BRT-sportprogram
ma's, zo vindt Mark Uytterhoeven,
zijn er nog mogelijkheden zat om
de sport 'op een meer aangename
op de buis te brengen.
Je hebt meer dan eens een
pleidooi gehouden om publiek in de
studio uit te nodigen.
„Af en toe mis ik het publiek.
Vooral in een programma als 'Ex
tra Time' zou de aanwezigheid van
het publiek een gunstig effect kun
nen hebben. Ik mag daar eigenlijk
geen uitspraken over doen omdat
ik niet weet wat een verandering
van de opzet van zo'n programma
allemaal kost, maar ik voel me wel
gefrustreerd omdat het bij de BRT
nooit gebeurt, terwijl het bij de RT-
BF wel allemaal kan. Bij de BRT is
nooit van een stroomversnelling
sprake, alles blijft altijd hetzelfde.
Er wordt nooit naar voorstellen ge
vraagd. Maar voor de rest heb ik
geen enkele reden tot klagen."
Mark Uytterhoeven: van fietsen bezeten.
„Ik heb op de BRT-sportredactie
nooit echt met hem samengewerkt.
Ik zag hem geregeld en nu is dat
minder. Dat vind ik jammer. Carl
was meer dan een goeie collega, hij
is een hele goeie vriend. We gingen
vroeger altijd samen op vakantie.
Nu bellen we geregeld. Maar het
zou best kunnen dat we samen nog
eens iets ondernemen wanneer hij
terugkomt uit Nederland of wan
neer ik hier weg zou gaan."
Mark Uytterhoeven staat in elk
geval niet te trappelen van onge
duld om de overstap te maken naar
de VTM, de Vlaamse commerciële
zender, die in februari 1989 met uit
zenden begint. De BRT, zo luidt
zijn oordeel, heeft een bepaalde
traditie. De commerciële omroep
moet alles nog bewijzen.
Sabbat „Voorlopig blijf ik bij
de BRT. VTM heeft me ook nog
geen concrete voorstellen gedaan.
Ik weet ook niet hoe de VTM-sport-
redactie zal functioneren, welke de
mogelijkheden zullen zijn. Als ik
de BRT al zou verlaten dan zou het
zijn om een sabbatjaar te nemen zo
dat ik alles eens rustig kan over
denken."
Op de vraag wat, in de nabije toe
komst, zijn belangrijkste troef
kaart wordt, moet Uytterhoeven
het antwoord schuldig blijven. „Ik
heb nog maar met een klein aantal
aspecten van de sportjournalistiek
kennis kunnen maken. Ik heb nog
niet zoveel kansen gekregen. Pre
sentatie is mijn sterkste kant om
dat ik dat tot nog toe het meest ge
daan heb. Of ik evengoed een
rechtstreekse verslaggeving kan
verzorgen of een achtergrondre
portage maken, ik weet het niet."
Toon van Driel
ontvangt
Stripschappiïj s
AMSTERDAM (ANP) - Toon van
Driel heeft de Stripschapprijs
1988 gekregen voor zijn hele oeu
vre. Deze prijs wordt jaarlijks
uitgereikt door het stripschap,
Nederlands centrum voor be
langstellenden in strips, voor het
werk van striptekenaars en/of -
scenaristen die zich bijzonder
verdienstelijk hebben gemaakt
voor het beeldverhaal binnen het
Nederlands taalgebied.
Toon van Driel maakt strips
als FC Knudde, de Stamgasten,
Hullie, Rokus en de rest, Vreem
delingenlegioen, de Kanjers en
André van Duin, die in verschil
lende kranten en tijdschriften
worden gepubliceerd. Volgens
de jury is Van Driel „een humo
ristisch stripmaker die met een
eigen stijl een groot publiek weet
te bereiken". Hij wordt ook
„baanbrekend" genoemd voor
een jonge generatie stripteke-
De Stripschappenning voor
het beste Nederlandse stripal
bum is dit jaar toegekend aan
Aart Clerkx voor het album
Doodverf. Die voor het beste bui
tenlandse stripalbum gaat naar
Jacques Tardi voor zijn album
120, Rue de la Gare. Het strip
schap reikt ook jaarlijks een pen
ning uit voor de meest bijzonde
re prestatie ten gunste van het
beeldverhaal. Die gaat naar Ro
bert van der Kroft, Wilbert Plijn-
aar en Jan van Die voor de spits
vondige en humoristische ma
nier waarop zij Sjors en Sjimmie
omgevormd hebben nadat zij de
ze strip van Jan Kruis en Jan
Steenman hadden overgeno
men.
De prijzen zullen worden uit
gereikt op de laatste avond van
de strip-driedaagse op 3, 4 en 5
november in het Congresge
bouw in Den Haag.
24 (16)
Monkey George Mi
chael
Tougher then the rest
Bruce Springsteen
Pamela Toto
The best of joint tni
Flim Flam
Wild World - Maxi
Priest
Circle in the saiid Bel
inda Carlisle
Oh what a night F
Valli Four Seasons
Perfect Fairground
Attraction
Be gentle BVSMP
Nothing's gonna change
Glenn Medeiros
Chica Cubana Tatja-
1(1) Push it Salt n pepa
2(5) The Twist Fat boys
Chubby Checker
3(2) Fast car-— Tracy Chap-
4(3) Wij houden van oranje
- A Hazes Ned elftal
5(9) Aanvallen Holland
6 (7) Het Oranjelied De
Hollanders
7 8) Breakfast in bed - UB
40 Chrissie Hynde
8 (20) Tribute (Rightoii) The
Pasaaenas
9(6) Love will save the day
Whitney Houston
10 (15) I owe you nothing
Bros
11 4) South Africa Revela
tion time
12 (10) Do you love me The
Contours
13 (18) Never tear us apart
Inxs
25 (33) There's a beat going on
London Beat
26 Glam Slam Prince
27 (31) Doti't blame it on that
girl Matt Bianco
28 (30) Don't go Hothouse Flo-
29
30 (21)
31 (32)
32 (22)
33
34 (27)
35
36
37
38 (38)
39
40 (28)
The right stuff Vanes
sa Williams
Doctorin' the tardis
The Timelords
Stop your fussin' Toni
Childs
Check this out LA Mix
Stop Sam Brown
Hotel California The
Eagles
Love Cat Roberto Jac-
ketti
Don't be afraid Robert
Cray Band
Superfly guy S Ex
press
I'm real James Brown
Samaiitha Diesel
Born to be alive 88 Pa
trick Hernadez
Op een mooie Pinksterdag, Vluchten kan niet meer, M'n
Opa, Frekie, Tearoom Tango, Herr Heinzclmann, Zeg
maar ja tegen het leven, Nee Karei niet vandaag en nog
zo'n duizend andere liedjes zijn allemaal geschreven
door Harry Bannink. Met Annie M.G. Schmidt schreef
hij acht musicals en een aantal televisieseries
(waaronder Ja zuster, Nee zuster); hij deed tien jaar
Vrij Entree met Henk Elsink; hij speelde meer dan
vierhonderd voorstellingen met Wim Sonneveld en de
laatste vijftien jaar kennen we hem als de
'geitenbreier', die vanachter zijn piano Ome Willem
(Edwin Rutten) er in zijn gelijknamige
televisieprogramma elke keer weer op attenteert dat
broodjes poep niet te eten zijn en dat bloemkool bij
voorkeur met een papje genuttigd dient te worden. Hij
heeft net de opnamen achter de rug van een nieuwe tv-
serie Beppie en hij schrijft nog steeds liedjes voor
Sesamstraat, Klokhuis en Teleac. Voor de
negenenvijftig jarige pianist Harry Bannink begon het
ooit in zijn geboorteplaats Enschede.
BOSCH EN DUIN (GPD) - Harry
Bannink: „Het begon toen ik een
jaar of zes was. Bij ons in de straat
woonde een aannemer met een
heel groot gezin. Die kinderen wa
ren mijn speelkameraadjes op
straat, maar ik kwam daar ook
graag over de vloer. Ze hadden na
melijk een piano. Daar moet ik tot
vervelens toe met één vinger op
hebben zitten te spelen. Die men
sen moeten gek zijn geworden van
mij. Ik heb lang gezeurd bij mijn
moeder dat ik ook een piano wil
de."
„Na de oorlog, toen ik een jaar of
zestien was, speelde ik in bigband
de Casaloma's. We speelden veel
voor de Canadezen en voor.de En
gelsen. Het was een gekke tijd, net
na de oorlog. Elke dag was het
feest. Iedereen dacht dat het eeu
wig zou duren. De dirigent van de
Casaloma's, Frans Egtemeier, zei
op een gegeven moment dat ik les
moest gaan nemen als ik echt iets
in de muziek wilde bereiken. Zo
kwam ik bij Martin Kaptein te
recht. Hij heeft me, zoals ik het nu
voel, van de ene op de andere dag
piano leren spelen."
Na privélessen van Kees van
Baaren, die wekelijks in Enschede
kwam om het toonkunstkoor te di
rigeren, deed Harry Bannink in het
begin van jaren '50 staatsexamen
aan het conservatorium van Den
Haag. „De bedoeling was eigenlijk
dat ik les zou gaan geven, dat leek
toen de de enige zekerheid. Ik
dacht voorzichtig wel eens aan een
baan bij de radio.
„Op een gegeven moment was al
les een beetje genormaliseerd. De
PARIJS (AFP) - De Franse filmac
teur en zakenman Alain Delon
heeft gisteren "op de meest catego
rische wijze" persberichten tegen-
gesproklen dat hij een zoon heeft
bij de zeer onlangs op Ibiza overle
den zangeres Nico.
De ontkenning werd aan het
persagentschap AFP gegeven door
Delons advocaat Pierre Hebey.
De 48-jarige zangeres Nico, die
eigenlijk Christa Paffgen heette, is
een week geleden aan een hersen
bloeding overleden. Vijfentwintig
jaar geleden had zij een kind gekre
gen, Ari, van wie hardnekkige ge
ruchten wilden dat het een zoon
van de Franse acteur is.
troepen vertrokken en het orkest
werd uitgedund tot drie, vier of vijf
personen. Ik speelde in die tijd veel
met Wim Brokken. Hij was een be
grip in die tijd. Hij speelde viool,
accordeon en tenorsax. Ben Hoge-
weg was trompettist bij het
Overijssels orkest. Bij ons speelde
hij bas en Hans Dekker was de
drummer. Met dat groepje speelde
ik heel veel en ik heb nog steeds
contact met ze. Ik herinner me dat
we op een bruiloft speelden en dat
een ober een schaal met rijst liet
vallen. Toen liet de eigenaar een
stel kippen los om tussen al die
etende mensen de rijst vandaan te
pikken."
Vol idealen
„Een auto was in die tijd een luxe
vervoermiddel. We gingen altijd op
de fiets als we moesten spelen. De
drummer moest twee keer fietsen.
Ik herinner me nog wel dat ik een
keer met een contrabas onder mijn
arm naar de Waarbeek ben gefietst.
Ik kon geen noot meer spelen, die
avond."
„Hans Dekker, Ben Hogeweg,
Wim Ebbink en ik hebben in die
tijd de Enschedese Jazzsociëteit
opgericht. Wij zaten vol met idea
len. We wilden met platen en lezin
gen de mensen in contact brengen
met de muziek die uit Amerika
kwam. Je hoorde op de radio wel
eens wat, maar in Enschede brak
dat niet door. We zijn begonnen
met jazzavonden in de kantine van
een sportvereniging, maar toen die
avonden bekendheid kregen,
moesten we uitbreiden. We organi
seerden jazzquizzen in de schouw
burg en we draaiden platen voor
publiek. In die tijd had je nog niet
van die geavanceerde installaties.
Je moetje voorstellen: een podium
door
Ton Ouwehand
met daarop een koffergrammo
foon, waar dan zo'n hele zaal naar
zat te luisteren. Ik denk dat we er
de mensen ontzettend veel plezier
mee deden. Ons zelf zeer zeker."
„In die tijd hadden de meeste
bigbands ook een vocalgroup. De
bestond dan meestal" uit drie man
nen en twee vrouwen. Dat waren
hele populaire groepen in die tijd,
die je wel kunt vergelijken met de
popgroepen van nu. Jazzzanger
Mei Tormé had indertijd een per
fecte groep: de Mel-Tones. Ben Ho
geweg, Wim Ebbink en ik wilden
ook zo'n soort groep. We scharrel
den twee meisjes op in Hengelo, de
zusjes Tine en Joukje Riemersma
en we richten de 'Vocal Touches'
op. Ben en ik arrangeerden heel
minutieus voor vijf stemmen. We
hebben audities gedaan bij de
AVRO. In Nederland was zo'n
groep iets volkomen nieuws. We
hebben opnamen gemaakt met de
Skymasters, toen onder leiding
van Pi Scheffer, en we zijn met de
groep naar Engeland geweest. We
kregen heel veel aanbiedingen, we
hadden zelfs in Engeland kunnen
blijven, maar uiteindelijk viel de
groep toch uit elkaar. De meisjes
'kregen engagementen bij andere
orkesten en ik besefte dat ik niet
mijn hele leven zanger wilde blij
ven. We hadden een echt uitgeba
lanceerde groep. Ik herinner me
wel dat als we op de fiets van een
repetitie kwamen, dat we achter el
kaar fietsten. Dan zette een'van ons
een noot in en dan met z'n vijfen
'woewoe' dan kwam het akkoord
en dan sloegen we rechtsaf."
„Na diverse audities werd ik
dikwijls gevraagd om piano te spe
len bij de KRO in het programma
Springplank. Voor een van die uit
zendingen had ik een muziekje ge
maakt op tekst van Arie Staudt.
Het werd gezongen door Jetske
Boxem. Naar aanleiding daarvan
nodigde de KRO me uit voor een
kleinkunstcursus. Zij wilden een
groep met acteurs, actrices, schrij
vers en een componist, die in de
toekomst misschien een radio-uit
zending zou kunnen verzorgen. Als
schrijvers hadden we Wim Meul-
dijk, Ernst van Altena en Bob Wes-
terveld. Ergens in de jaren '56/'57
werd het een radioprogramma, dat
elke zaterdagavond werd uitgezon
den: Poppetjes op de ruit."
Marathons
„Met Joop Koopman heb ik ja
renlang ontzettend veel program
ma's gemaakt voor de VARA. Mijn
taak bestond uit het maken van
composities, deze arrangeren en in
studeren met acteurs, die eigenlijk
nog nooit gezongen hadden. Alles
op de band en hup, daar had je
weer een nieuw programma. Ik
praat er nu gemakkelijk over, maar
het waren soms hele marathons. Ik
herinner me dat we zondags in het
Minervapaviljoen zaten om dan
een stuk of acht programma's op te
nemen."
„Het is een praktisch vak. Ze
moeten er bij de radio en televisie
van opaan kunnen dat, als ze je ge
vraagd hebben om ergens muziek
voor te verzorgen, die muziek er
dan ook is. Het is bijzonder hard
werken. Ik heb nooit spijt van lied
jes die ik ooit geschreven heb,
maar ik heb wel dikwijls het gevoel
dat het beter had gekund. Je zult
me er nooit op betrappen dat ik jui
chend in de lucht spring."
„Al mijn liedjes moeten het heb
ben van goed interpreteren, anders
worden het heel saaie dingen. He
laas moet ik zeggen dat ik wel eens
dingen schrijf, waarvan ik denk:
dat wordt een gruwelijke uitvoe
ring. Maar dan denk ik altijd maar
dat ik het schrijf voor Conny Stuart
of voor Jenny Arean. Toen ik de
musicals met Annie M.G. Schmidt
schreef, wist ik altijd van te voren
wie die liedjes gingen uitvoeren.
Dan wist ik dat Conny of Frans
Halsema het lied ging zingen en
dan dacht ik: laat maar komen. Die
wetenschap was een enorme inspi
ratiebron. Bij die mensen kun je
ook niet met flut aankomen."
„Met de film van Ome Willem
gaan we het vijftiende seizoen in.
Het is een enige bezigheid. Willem
Wilmink, die van die prachtige
liedjes schrijft en Edwin Rutten
die zich schitterend met die rol
heeft vereenzelvigd. De aardige va
der op verjaardagen. Aan ome Wil
lem is te wijten dat ik niet meer rus
tig over straat kan lopen. Tot dan
toe, was ik heerlijk anoniem bezig.
Als er nu een stoet kinderen aan
komt, stuif ik altijd een portiek in.
Ja hoor, met de vrijheid is het wel
afgelopen."
„Met Pinksteren waren mijn
vrouw en ik op vakantie in Tosca
ne. Daar zaten we op 700 meter
hoogte naar de wereldomroep te
luisteren en toen hoorden we in
eens 'Op een mooie Pinksterdag'.
Ik moest toen vreselijk lachen. Dat
liedje was een soort noodsprong.
In een musical moest een change
ment plaatshebben, iemand moest
zich geloof ik verkleden. En dan
moet er een liedje komen, zoals dat
altijd gaat bij musicals. Maar toen
ik Op een mooie Pinksterdag in
Toscane nog eens terughoorde,
dacht ik: het is toch beter dan ik
het toen vond."