'Ik denk niet meer: het land moet schudden' Dichter Frank Koenegracht aan vooravond publikatie verzamelbundel: RPhO viert verjaardag bescheiden Monument Brei omstreden Cursus 'kunst redden' Bij dichtbundels is een oplage van zo n duizend exemplaren gebruikelijk. Als er daarvan vijf- a zeshonderd worden verkocht is dat veel. De Leidse dichter Frank Koenegracht haalt dat aantal meestal wel met zijn werk. Maar wakker ligt hij niet van de verkoop ervan. Koenegracht: "Als je het vergelijkt met proza, dan is de verkoop van poëzie in dit land natuurlijk miserabel. Maar het kan me niet meer zoveel schelen. Bij mijn eerste bundel, 'Een gekke tweepersoonswesp', had ik dat nog wel. Ik dacht: dit moeten zoveel mogelijk mensen lezen en ik deed daar ook alles aan. Maar op den duur hou je zo'n instelling niet vol. Dan leg je je bij de situatie neer. Als ik nu met een nieuwe bundel kom, denk ik niet meer: het land moet schudden". Koenegracht debuteerde in 1971 met de dichtbundel 'Een gekke tweepersoonswesp'. Daarna volgden 'Camping De Vrijheid', 'Stichting De Drie Lichten' en 'Epigrammen'. In het najaar zal er bij De Bezige Bij een door hemzelf gemaakte keuze uit zijn werk verschijnen. LEIDEN Frank Koenegracht werd geboren in 1945. 'tien dagen na de atoombom op Hiroshima", zoals hij het zelf uitdrukt. In Rot terdam, in Tuindorp. Hij herinnert zich dat zo vlak na de oorlog het bombardement op de havenstad nog vaak in de gesprekken van d* volwassenen terugkeerde. Koene gracht: "Ik speelde dat bombarde ment na met knijpers. Dan maakte ik van twee knijpers een dubbel- dekkertje en bombardeerde ik een zelfgebouwde stad". door Cees van Hoore Niets in zijn jeugd wees erop dat hij zich later zo intensief met de li teratuur zou gaan bezighouden. Hij las niet meer dan andere kinderen, had geen zijden oogopslag en gaf zich ook niet extra veel over aan ge- mijmer."Nee, ik was geen drome rig ventje, zoals je dat over dichters in de dop nog wel eens leest. Ik lag wel eens op mijn buik aan de sloot kant te kijken naar het zand onder water, naar hoe het licht daarop wiegelde, maar dat zullen wel meer jongens hebben gedaan. Wel heb ik altijd een verlangen naar de dood gehad, dat keert in mijn gedichten telkens terug. Ik weet nog dat ik op de laatste dag van een schoolreisje bijna ben verdronken. Toen ik on der water schoot en zonk, dacht ik bij mezelf: dit is wel goed, dit is niet erg, laat maar zo. Maar ik ben ge red". Depressies We zitten in de weelderige tuin van Koenegrachts huis, ergens aan een lommerrijke Leidse Singel. Tussen ons in ligt een mes op tafel. En er staat een fles koele witte wijn. De vrouw van de dichter is een weekje weg. Hij heeft het rijk alleen. In de voorkamer van het diepe huis bliksemt de televisie. Kijkend in het lover, zegt Koeneg racht: "Ja, als je hier zo om je heen kijkt, dan denk je natuurlijk: waar om zijn die verzen van die man zo hopeloos melancholiek? Die heeft toch niks te klagen. Klopt. Maar van tijd tot tijd ben ik ten prooi aan depressies. Dat komt dan zo maar ineens over me. Het schijnt iets in de hersenen te zijn, een chemische reactie of iets dergelijks. Dan zie ik in de wereld, in het leven om mij heen, een kwaadaardige samen hang. Op die momenten komt er niets uit mijn handen, wil ik het liefst dood. Eng? Welnee. Op die momenten ben ik op een plek waar de anderen niet zijn en de anderen zijn op een plek waar ik niet ben, dus we missen elkaar niet. Eigen lijk hebben de depressieven natur- lijk ook gelijk. De optimisten zien het leven altijd te zonnig in. In een Engels onderzoek is dat bewezen. En wat ik ook zo gek vind: de slech ten in de wereld vinden elkaar al tijd. Daar kun je vergif op innemen. Net zoals goede vrienden elkaar al tijd vinden. Kijk eens naar het be drijf waar je werkt. Als er een nieu weling binnenkomt, zie je het al: die gaat aanpappen met het scho rem. En dat doet hij dan niet eens welbewust. Nee, het lijkt wel alsof AMSTERDAM (GPD) - Tijdens een rechtstreeks door de televisie uitgezonden gala worden maandag 19 september in de Stadsschouw burg in Amsterdam de Nederland se Theaterprijzen voor het seizoen '87-'88 uitgereikt. De genomineer den zijn gisteren alvast bekendge maakt. De KRO verzorgt op 19 sep tember, onder de noemer 'Haal het doek maar op', een avondvullend programma over de Nederlandse theater- en podiumkunsten. Aan de hand van fragmenten en ge- Expositie werk tussengeneratie 1945-1960 Geometrisch- abstracte kunst in De Lakenhal LEIDEN - Niet alleen de Cobra kunstenaars zijn in de periode vlak na de oorlog artistiek actief ge weest. Er was ook een soort tussen generatie die zich bezighield met het maken van geometrisch-ab- stracte kunst, waaraan niet zelden maatschappelijke idealen verbon den waren. Aan het werk van deze generatie, die zich onder andere verenigde in De Stijl en het Con structivisme, is de tentoonstelling 'Een nieuwe synthese' gewijd, een expositie die van 12 augustus tot en met 3 oktober is te zien in het Ste delijk Museum 'De Lakenhal'. Een van de idealen van de geo- metrisch-abstracten was de volle dige samensmelting van beelden de kunst en architectuur. Voor beelden daarvan zijn in het dage lijks leven nog overal te zien. De expositie is een samenwer kingsproject van museum De La kenhal, Rijksmuseum Twenthe, Princessehof Leeuwarden en de Rijksdienst Beeldende Kunst. Er is werk te zien van 32 verschillende kunstenaars, onder andere van Siep van den Berg, César Domela en Bart van der Leek. Een 320 pagi na's tellende catalogus begeleidt de tentoonstelling. hij de signalen opvangt die dat schorem uitzendt, het is een soort telepathie". Kunstpoezen De vader van Koenegracht - een fervent visser, die in een vers in de bundel 'Stichting De Drie Lichten 'Vadertje zoetwatergids' wordt ge noemd - was een hardwerkende verzekeringsinspecteur. Hij wilde zijn zoon een goede toekomst ge ven, zag hem graag temidden van de gegoede bourgeoisie. Frank ging medicijnen studeren, werd uiteindelijk psychiater. Een be roep dat hem een zekere welstand opleverde. Maar, zo zegt hij, "het is gek, die hang naar de modder, naar de bagger, die is er bij mij altijd ge weest. Ik weet niet waar dat van daan komt. Maar van het zoge naamde kunstenaarsleven heb ik altijd gegruwd. Ik kwam in mijn studententijd eens in 'De Fles', zo'n artistiekerig café in Rotter dam. Daar zat Vaandrager met alle maal van die hysterische kunstpoe zen om hem heen. Walgelijk, dat soort dames. Daar ben ik gewoon bang voor. Nee, voor mij is een ktinstenaar veel meer een gewone man die hard werkt en er geen bui tensporige levenswandel op na houdt, zo'n Van Oudshoorn-type, wiens onstuimige hart klopt achter een grijs vest met horlogeketting". Punchline De gedichten van Koenegracht hebben vaak een opvallend ritme, een indringende cadans die je bij blijft. Voorbeeld: 'Een jongen die zijn meisje kwijtraakt/davert nie- t./En de wereld niet van zijn ge- dichten./En de nacht niet van zijn stap'. Neem daarbij de vaak bizarre teksten met hun onverwachte wen dingen en het is niet vreemd dat Koenegrachts verzen, ondanks hun hermetische karakter, vrij goed memoriseerbaar zijn. Bernlef heeft eens geschreven dat Koeneg rachts gedichten zijn gemaakt vol gens het 'hit or miss'-principe. Ze hebben, om het eens populair te zeggen, allemaal wel een 'punchli- Koenegracht: "Dat is misschien wel een erfenis uit mijn studenten- sprekken met betrokkenen zal een beeld worden gegeven van de thea terproducties die het komende sei zoen te verwachten zijn. De presen tatie van de avond is in handen van Henny Huisman, Aad van den Heuvel en Berend Boudewijn. De waslijst van Nederlandse the aterprijzen is inmiddels uitge groeid tot veertien. De Vereniging van Schouwburg- en Concertge bouw Directies (VSCD) heeft na melijk nog weer vier nieuwe prij zen ingevoerd: de Cabaretprijs, de Musicalprijs. de Ereprijs van de Nederlandse Muziekpodia en de Oeuvreprijs. Volgens drs. P. van Klink, waarnemend voorzitter van de VSCD, is hierdoor een eind ge komen aan „een willekeurige lap pendeken en wordt het veld nu goed gecovered". Behalve aan de Hans Snoekprijs is er aan de prij zen geen geldbedrag verbonden. De prijsuitreiking was vorig jaar nog gekoppeld aan het Theaterfes tival, maar dat was volgens VSCD en KRO geen succes. Nominaties Voor de Louis d'Or, de beste mannelijke dragende rol, zijn geno mineerd: Porgy Franssen voor zijn rol in 'De rit over het Bodenmeer' van Handke, Carol van Herwijnen als 'Nicolas' in 'Om het af te leren' van Pinter en Kees Hulst als de man in 'De Minnaar', eveneens van Pinter. Ook voor de Theo d'Or zijn er drie genomineerden: Marion Brandsma voor haar rol in 'In de eenzaamheid van de katoenvelden' van Koltes, Ilse Uitterlinden als 'Ritter' in 'Ritter, Dene, Voss' van Thomas Bernhard en Sigrid Koet- se voor haar rol in 'Bakeliet' van Gerardjan Rijnders. Voor de Ereprijs van de Neder landse Muziekpodia zijn Reinbert de Leeuw, Frans Brüggen en Elly Ameling genomineerd. De Caba retprijs gaat naar Dubbel en dwars ('De Vogelaar'), Frisse Jongens ('Ons Lowietje heeft een Engel ge zien'), Youp van 't Hek ('Hond op het ijs') of Freek de Jonge ('De Pre tentie'). Voor de Musicalprijs ko men in aanmerking: Jos Brink en Frank Sanders met 'Max Havelaar', het Koninklijk Ballet van Vlaande ren met 'Evita' en theater Carré met 'Cats'. tijd. Ik trad toen met een gitaar op in café-chantants. Het was irï de tijd dat Gerard Cox en Jaap Fi scher begonnen. Ik zong liedjes, chansons eigenlijk, die een duide lijk begin, midden en einde had den. Die structuur en het ritme van die liedjes, die verzwegen muziek, zit ook nog steeds in mijn gedich ten. Ik hou er ook erg van om een verhaal te vertellen over een be paald mens. Om zijn wel en wee in het bestek van een vers zo helder en pregnant mogelijk over te bren gen. Van mijn debuut heb ik in dat opzicht, op een paar verzen na, af stand genomen. Dat was te onzorg vuldig, slordevosserij. Ik be schouw ze nu als kladjes. Ik heb onlangs in Hollands Maandblad een gedicht heb gepubliceerd dat een rigoureuze bewerking is van een vers mijn debuut. Er zijn maar een paar regels van dat oorspron kelijke gedicht blijven staan. Ik ben tegenwoordig veel beter in staat om de spanning binnen een gedicht vast te houden. En - ik laat mijn verzen langer liggen, schakel meer mensen in die hun mening er over kunnen geven. Laatst zei Hans Faverey over mijn gedichten: je weet bij jou niet of je moet la chen of huilen. Dat vind ik een groot compliment". Lievelingen Hans Faverey heeft eens gezegd: 'Dichten is aan je tafel gaan zitten en wachten tot er wat komt... dat kan wel even duren'. Koenegracht herkent dat. Ook bij hem is het dichten een moei zaam proces. Wanneer een gedicht echt meteen goed wordt of hij wat regels krijgt aangereikt, geeft hem dat een groot geluksgevoel. Hij zat eens in zijn studentenkamer te werken, toen hij daar een pakje 'Earl Grey'-thee zag staan. Hij ver taalde dat theemerk voor Zichzelf met de woorden: 'vroeg grijs'. Het werd de aanhef van het bekende vers 'Endegeest revisited': 'Vroeg grijs, thee en suïcide', een gedicht dat in zeven regels de troosteloze sfeer van de psychiatrische kliniek oproept. Koenegracht: "Zo'n toe valstreffer. dat is iets heerlijks. Dan Ook in Leiden ROTTERDAM (GPD) - Het Rotter dams Philharmonisch Orkest be gint het nieuwe seizoen op 7 sep tember met een jubileumconcert (herhaling op 10 september) onder leiding van James Conlon. Het ze ventigjarig bestaan van het orkest - voortgekomen uit het Genoot schap van Beroepsmusici tot On derlinge Kunstbeoefening dat op 10 juni 1918 werd opgericht door Jules Zagwijn - wordt bescheiden gevierd om in 1993 des te daveren- der te kunnen uitpakken. Het veer tiende lustrum wordt luister bij ge zet met een tentoonstelling over het orkest en zijn verleden met fo to's van de Rotterdamse fotograaf Jack Putting en een jubileumboek je dat wordt geschreven door Hans Boerrigter. Een aanloopje op het nieuwe sei zoen neemt het RPhO op 19 augus tus tijdens de Rotterdamse Kunst markt, maar vanaf 11 september zit de vaart er goed in. In de nieuwe reeks abonnementen zijn zo'n zes- krijg je van God-weet-wie 'een uit kering ineens'. Daar doe je het ei genlijk voor. Ik weet dan later ook bijna altijd nog waar en wanneer het was dat ik het gedicht heb ge schreven en wat er op mijn tafel lag en zo. Maar meestal gaat het niet zo makkelijk. En heb je dan eenmaal een mooie strofe, een strofe waar je gehecht aan bent geraakt, dan kan het voorkomen dat hij maar niet wil passen in een bepaald gedicht. Dan moet je zo'n 'lieveling' om zeep brengen, weglaten. Gek toch, vaak is het het juist zo'n strofe die de aanzet heeft gegeven tot het ge dicht. Dat is een geheimzinnig prö- ces: dat je eerst een paar mooie re gels hebt die dan niet blijven staan en dat er dan een totaal ander ge dicht voor in de plaats komt. He laas, ik weet altijd wel waar de zwakke plekken zitten in mijn ge dichten. Maar dan blijf ik om die gedichten heen lopen, bang voor al het werk dat er weer aan vastzit. Op die momenten ben ik gewoon bang voor mijn werkkamer". tig concerten opgenomen. Daar naast reist het orkest door het land (Leiden, Amsterdam, Utrecht. Den Bosch, Den Haag, Heerlen) en wordt van 9 tot en met 26 april een concertreis gemaakt door Duits land, Zwitserland en Italië. In het nieuwe seizoen zal ook een aantal gastdirigenten zijn opwach ting maken in de Doelen. Onder hen de in Rotterdam niet onbeken de Edo de Waart (december, juni) en Simon Rattle (maart). De Waart leidt onder meer stukken van Adams. Walton. Holst, Reinecke. Tomasi. Tsjaikovski. Saint-Saëns. Beethoven en Rattle dirigeert wer ken van Boulez, Sjostakovitsj en Mahler. Andere dirigenten die naar Rot terdam komen zijn Leonard Slat kin, Andrew Litton. Hartmut Haenchen, Valeri Gergjev, Claus- Peter Flor. Kurt Sanderling. Paul Daniel, Roland Kieft. Carl Davis, Peter Gülke, Peter Maxwell Davies en Richard Brashaw De reeks in de Rotterdamse Schouwburg, vanaf 18 oktober, wordt geleid door Reinbert de Leeuw. 'Solid ashes' is een theater project van Paul Gallis. Roberto Longo en Janine Brogt, bestaande uit vijf toneelscènes en vier video episodes. De muziek bij de toneels cènes werd in opdracht gecompo neerd door Stuart Arbnght, Joe Hannan, Arvo Pèrt, Philip Glass en Boudewijn Tarenskeen. 'Solid ashes' is een produktie in het kader van Rotterdam '88. "Soms geef ik mezelf een onder werp op om over te dichten. Dat deed Tsjechov ook wel. Die zei; daar staat een asbak, daarover moet ik een verhaal schrijven. En dat deed hij dan. Ik heb dat gehad met een bushalte hier voor de deur. Daar heb ik jarenlang over willen schrijven en pas onlangs is het me gelukt. Het is een nogal morbide gedicht geworden. Een tijdje gele den is die bushalte verplaatst. Of er een causaal verband bestaat? La ten we hopen van niet". Kritiek Koenegracht is door een recen sent eens 'nét geen groot dichter' genoemd. Dat stak hem wel. Dat steekt hem nog. Een groot dichter - zo iemand komt maar eens in de vijftig jaar voor. Maar is het met de critici niet net zo gesteld? Zijn de grote critici dan zo dik gezaaid in Nederland? In Engeland heeft men wat dat betreft veel meer een tradi tie. Ik heb wel eens het idee dat ze bij een krant het jongste lid van de redactie aan het recenseren van poëzie zetten. Zo van: ach. dat maakt niet uit, het is maar poëzie, daar kan iedereen wel wat omheen lullen. Vaak schrijft zo'n jongen dan zelf ook nog vrije verzen, dus men denkt: laat maar gaan...Maar het recenseren van poézie is nu juist het moeilijkste wat er bestaat. Er is hier in Nederland maar één man die dat kan, iemand waarvan je ook als dichter nog wat kunt op steken, dat is Kees Fens". Koenegracht is uiterst 'precies' in zijn gedichten. Het schokkerige vliegen van een paar zeezwaluwen wordt door hem beschreven met de woorden 'Terwijl de zeezwalu wen buiten/niet zweven maar springen/lucht in lucht uit'. Dat ge tuigt van een scherp waarnemings vermogen. Voor wie goed kijkt, is het inderdaad net alsof die vogels een andere ruimte binnengaan, of ze over een soort rand heen sprin gen. Soms tref je bij Koenegracht beelden aan die niet zo nauwkeurig zijn. Dan heeft de emotie de over hand genomen, het grote gebaar Bijvoorbeeld als hij over zijn vader schrijft: '...toen/sloeg er in je maag- Zeen gat/groot als een middag vis sen'. Dat is dan misschien wel niet zo'n precieze vergelijking, maar in een gedicht dat over vissen gaat past hij perfect. Het is die menge ling van hartstocht en nauwkeurig heid die Koenegrachts poëzie zo in teressant maakt. Soms legt het denken het in zijn verzen af tegen het gevoel. Koenegracht: "Ja, ei genlijk is dat wel gek. Bij zo'n ver gelijking zien de mensen mis schien wel dat beeld van Zadkine voor zich en dat is niet helemaal de bedoeling". Maximalen Een ander hoofdstuk. De Maxi malen. Hebben we dan eindelijk weer eens een stroming van bete kenis binnen de Nederlandse lite ratuur? Koenegracht: "Ik ben het eens met wat Wiel Kusters heeft ge schreven. Wat de 'Maximalen' ma ken, is 'Belgenpoëzie', je weet wel: van dat soort woordkakkerij waar van blaadjes als 'Appel', 'Kreatief en meer van dergelijke marginale tijdschriften volstaan. Ze hebben Harry ter Balkt uitgekozen als hun 'voorman'. Ik vind Ter Balkt ook een groot dichter. Maar ik zou als ik hem was niet blij zijn met de Maxi malen. Ik heb liever helemaal geen volgelingen". Jj, BRUGGE (AP) - In een park in Brugge is een beeld onthuld om de in 1978 overleden chansonnier Jac ques Brei te eren. Het beeld van 1.80 meter hoog stelt het Vlaamse meisje 'Marieke' voor, naar het gelijknamige lied van Brei. Het monument was een initatief van de Vlaamse journalist Johan Anthierens, die zaterdag bij de ont hulling van Marieke sprak van een „grote verzoening tussen Vlaande ren en haar weerspannige zoon". Hoewel Brei in 'Le Plat Pays' de schoonheid van het vlakke Vlaam se land heeft bezongen, was de zan ger ook zeer kritisch over de taal strijd en het gekrakeel waarmee die gepaard ging. Een debat over het beeld enkele weken geleden in de gemeenteraad van Brugge gaf nog heftig oplopende emoties te zien en wettigde de conclusie dat Brei ook na zijn dood niet lekker ligt in diens „Vlaanderland". ROME (RTR) - Het culturele erf goed in Afrikaanse musea dreigt langzaam maar zeker opgevreten te worden door miljoenen insecten. In Rome, in de ooit schilderach- tig-volkse wijk Trastevere, krijgt personeel van Afrikaanse musea nu echter een stoomcursus 'kunst redden' met goedkope, maar effi ciënte methoden. De cursusleider van het IC- CROM, Gael De Guichen, wil geen namen noemen, maar hij heeft vre selijke dingen gezien in Afrika: zoals dat museum waar pal naast een kamer met 700 antieke mas kers een termietenhoop van drie meter stond te groeien. De termie ten hadden de buitenkant van en- J 9 Een aantal gemeenteraadsleden had liever gezien dat het beeld er niet was gekomen vanwege Brels ongeneeslijke haat-liefde-verhou ding met Vlaanderen. Naar het oor deel van deze raadsleden moet Brei, die in 1933 in Brussel werd ge boren, maar zichzelf als een Vla ming zei te beschouwen, in de ge schiedenis worden bijgeschreven als anti-Vlaams. Volgens een van hen was Brels band met Vlaande ren niet meer dan een „poëtische obsessie" wat naar zijn zeggen on der meer valt af te leiden uit het feit dat Brei „zijn dochters verhinder de Nederlands te leren" Ook het Nederlands van Brei zelf was ge brekkig. Uiteindelijk ging de raad met krappe meerderheid akkoord met de plaatsing van het beeld van Ma rieke: 21 raadsleden voor, 15 tegen en vier onthoudingen. kele zwarte maskers weggevreten, waardoor ze wit waren geworden en de kamer vol stof lag. Diefstal uit slecht beveiligde mu sea is een minstens zo groot pro bleem. Van een collectie van 226 voorwerpen uit het nationale mu seum van de Ivoorkust, die aan het eind van de jaren '60 door Europa en Latijns-Amerika reisde, zijn nu nog 119 stukken over. De methodes om kunstwerken tegen insecten te beschermen zijn soms verrassend simpel: behalve in de zon zetten, blijkt het ook vaak al afdoende de kunstwerken net ver genoeg uit elkaar te zetten dat insecten niet durven over te vlie gen. James Conlon, dirigent van het zeventigjarige RPhO. (archieffoto) Voor 31 december Nacht was het, nacht het stormde zacht. Vol diademen hing de vacht van het heelal. Een man, een vrouw, een stofzuiger, die drie lieten zich gaan. De storm op zee drukte graan schepen tegen zich aan en brak ze op haar knie, zag je twee mensen die het deden met een elektrolux, 600 Watt, koningin der apparaten. Klokslag twaalf was het voorbij en zagen wij dat de man, de vrouw- de stofzuiger of stofzuigerin elkander kusten en zeiden: een zalig uiteinde liefje een goed begin. FRANK KOENEGRACHT Enorme chaos in Afrikaanse musea

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 15