'Ik denk niet meer: het land moet
schudden'
Dichter Frank Koenegracht aan vooravond publikatie verzamelbundel:
RPhO viert
verjaardag
bescheiden
Monument Brei omstreden
Cursus 'kunst redden'
Bij dichtbundels is een oplage van zo n duizend
exemplaren gebruikelijk. Als er daarvan vijf- a
zeshonderd worden verkocht is dat veel. De Leidse
dichter Frank Koenegracht haalt dat aantal meestal
wel met zijn werk. Maar wakker ligt hij niet van de
verkoop ervan. Koenegracht: "Als je het vergelijkt met
proza, dan is de verkoop van poëzie in dit land
natuurlijk miserabel. Maar het kan me niet meer zoveel
schelen. Bij mijn eerste bundel, 'Een gekke
tweepersoonswesp', had ik dat nog wel. Ik dacht: dit
moeten zoveel mogelijk mensen lezen en ik deed daar
ook alles aan. Maar op den duur hou je zo'n instelling
niet vol. Dan leg je je bij de situatie neer. Als ik nu met
een nieuwe bundel kom, denk ik niet meer: het land
moet schudden".
Koenegracht debuteerde in 1971 met de dichtbundel
'Een gekke tweepersoonswesp'. Daarna volgden
'Camping De Vrijheid', 'Stichting De Drie Lichten' en
'Epigrammen'. In het najaar zal er bij De Bezige Bij een
door hemzelf gemaakte keuze uit zijn werk verschijnen.
LEIDEN Frank Koenegracht
werd geboren in 1945. 'tien dagen
na de atoombom op Hiroshima",
zoals hij het zelf uitdrukt. In Rot
terdam, in Tuindorp. Hij herinnert
zich dat zo vlak na de oorlog het
bombardement op de havenstad
nog vaak in de gesprekken van d*
volwassenen terugkeerde. Koene
gracht: "Ik speelde dat bombarde
ment na met knijpers. Dan maakte
ik van twee knijpers een dubbel-
dekkertje en bombardeerde ik een
zelfgebouwde stad".
door
Cees van Hoore
Niets in zijn jeugd wees erop dat
hij zich later zo intensief met de li
teratuur zou gaan bezighouden. Hij
las niet meer dan andere kinderen,
had geen zijden oogopslag en gaf
zich ook niet extra veel over aan ge-
mijmer."Nee, ik was geen drome
rig ventje, zoals je dat over dichters
in de dop nog wel eens leest. Ik lag
wel eens op mijn buik aan de sloot
kant te kijken naar het zand onder
water, naar hoe het licht daarop
wiegelde, maar dat zullen wel meer
jongens hebben gedaan. Wel heb ik
altijd een verlangen naar de dood
gehad, dat keert in mijn gedichten
telkens terug. Ik weet nog dat ik op
de laatste dag van een schoolreisje
bijna ben verdronken. Toen ik on
der water schoot en zonk, dacht ik
bij mezelf: dit is wel goed, dit is niet
erg, laat maar zo. Maar ik ben ge
red".
Depressies
We zitten in de weelderige tuin
van Koenegrachts huis, ergens aan
een lommerrijke Leidse Singel.
Tussen ons in ligt een mes op tafel.
En er staat een fles koele witte
wijn. De vrouw van de dichter is
een weekje weg. Hij heeft het rijk
alleen. In de voorkamer van het
diepe huis bliksemt de televisie.
Kijkend in het lover, zegt Koeneg
racht: "Ja, als je hier zo om je heen
kijkt, dan denk je natuurlijk: waar
om zijn die verzen van die man zo
hopeloos melancholiek? Die heeft
toch niks te klagen. Klopt. Maar
van tijd tot tijd ben ik ten prooi aan
depressies. Dat komt dan zo maar
ineens over me. Het schijnt iets in
de hersenen te zijn, een chemische
reactie of iets dergelijks. Dan zie ik
in de wereld, in het leven om mij
heen, een kwaadaardige samen
hang. Op die momenten komt er
niets uit mijn handen, wil ik het
liefst dood. Eng? Welnee. Op die
momenten ben ik op een plek waar
de anderen niet zijn en de anderen
zijn op een plek waar ik niet ben,
dus we missen elkaar niet. Eigen
lijk hebben de depressieven natur-
lijk ook gelijk. De optimisten zien
het leven altijd te zonnig in. In een
Engels onderzoek is dat bewezen.
En wat ik ook zo gek vind: de slech
ten in de wereld vinden elkaar al
tijd. Daar kun je vergif op innemen.
Net zoals goede vrienden elkaar al
tijd vinden. Kijk eens naar het be
drijf waar je werkt. Als er een nieu
weling binnenkomt, zie je het al:
die gaat aanpappen met het scho
rem. En dat doet hij dan niet eens
welbewust. Nee, het lijkt wel alsof
AMSTERDAM (GPD) - Tijdens
een rechtstreeks door de televisie
uitgezonden gala worden maandag
19 september in de Stadsschouw
burg in Amsterdam de Nederland
se Theaterprijzen voor het seizoen
'87-'88 uitgereikt. De genomineer
den zijn gisteren alvast bekendge
maakt. De KRO verzorgt op 19 sep
tember, onder de noemer 'Haal het
doek maar op', een avondvullend
programma over de Nederlandse
theater- en podiumkunsten. Aan
de hand van fragmenten en ge-
Expositie werk
tussengeneratie
1945-1960
Geometrisch-
abstracte kunst
in De Lakenhal
LEIDEN - Niet alleen de Cobra
kunstenaars zijn in de periode vlak
na de oorlog artistiek actief ge
weest. Er was ook een soort tussen
generatie die zich bezighield met
het maken van geometrisch-ab-
stracte kunst, waaraan niet zelden
maatschappelijke idealen verbon
den waren. Aan het werk van deze
generatie, die zich onder andere
verenigde in De Stijl en het Con
structivisme, is de tentoonstelling
'Een nieuwe synthese' gewijd, een
expositie die van 12 augustus tot en
met 3 oktober is te zien in het Ste
delijk Museum 'De Lakenhal'.
Een van de idealen van de geo-
metrisch-abstracten was de volle
dige samensmelting van beelden
de kunst en architectuur. Voor
beelden daarvan zijn in het dage
lijks leven nog overal te zien.
De expositie is een samenwer
kingsproject van museum De La
kenhal, Rijksmuseum Twenthe,
Princessehof Leeuwarden en de
Rijksdienst Beeldende Kunst. Er is
werk te zien van 32 verschillende
kunstenaars, onder andere van
Siep van den Berg, César Domela
en Bart van der Leek. Een 320 pagi
na's tellende catalogus begeleidt
de tentoonstelling.
hij de signalen opvangt die dat
schorem uitzendt, het is een soort
telepathie".
Kunstpoezen
De vader van Koenegracht - een
fervent visser, die in een vers in de
bundel 'Stichting De Drie Lichten
'Vadertje zoetwatergids' wordt ge
noemd - was een hardwerkende
verzekeringsinspecteur. Hij wilde
zijn zoon een goede toekomst ge
ven, zag hem graag temidden van
de gegoede bourgeoisie. Frank
ging medicijnen studeren, werd
uiteindelijk psychiater. Een be
roep dat hem een zekere welstand
opleverde. Maar, zo zegt hij, "het is
gek, die hang naar de modder, naar
de bagger, die is er bij mij altijd ge
weest. Ik weet niet waar dat van
daan komt. Maar van het zoge
naamde kunstenaarsleven heb ik
altijd gegruwd. Ik kwam in mijn
studententijd eens in 'De Fles',
zo'n artistiekerig café in Rotter
dam. Daar zat Vaandrager met alle
maal van die hysterische kunstpoe
zen om hem heen. Walgelijk, dat
soort dames. Daar ben ik gewoon
bang voor. Nee, voor mij is een
ktinstenaar veel meer een gewone
man die hard werkt en er geen bui
tensporige levenswandel op na
houdt, zo'n Van Oudshoorn-type,
wiens onstuimige hart klopt achter
een grijs vest met horlogeketting".
Punchline
De gedichten van Koenegracht
hebben vaak een opvallend ritme,
een indringende cadans die je bij
blijft. Voorbeeld: 'Een jongen die
zijn meisje kwijtraakt/davert nie-
t./En de wereld niet van zijn ge-
dichten./En de nacht niet van zijn
stap'. Neem daarbij de vaak bizarre
teksten met hun onverwachte wen
dingen en het is niet vreemd dat
Koenegrachts verzen, ondanks
hun hermetische karakter, vrij
goed memoriseerbaar zijn. Bernlef
heeft eens geschreven dat Koeneg
rachts gedichten zijn gemaakt vol
gens het 'hit or miss'-principe. Ze
hebben, om het eens populair te
zeggen, allemaal wel een 'punchli-
Koenegracht: "Dat is misschien
wel een erfenis uit mijn studenten-
sprekken met betrokkenen zal een
beeld worden gegeven van de thea
terproducties die het komende sei
zoen te verwachten zijn. De presen
tatie van de avond is in handen van
Henny Huisman, Aad van den
Heuvel en Berend Boudewijn.
De waslijst van Nederlandse the
aterprijzen is inmiddels uitge
groeid tot veertien. De Vereniging
van Schouwburg- en Concertge
bouw Directies (VSCD) heeft na
melijk nog weer vier nieuwe prij
zen ingevoerd: de Cabaretprijs, de
Musicalprijs. de Ereprijs van de
Nederlandse Muziekpodia en de
Oeuvreprijs. Volgens drs. P. van
Klink, waarnemend voorzitter van
de VSCD, is hierdoor een eind ge
komen aan „een willekeurige lap
pendeken en wordt het veld nu
goed gecovered". Behalve aan de
Hans Snoekprijs is er aan de prij
zen geen geldbedrag verbonden.
De prijsuitreiking was vorig jaar
nog gekoppeld aan het Theaterfes
tival, maar dat was volgens VSCD
en KRO geen succes.
Nominaties
Voor de Louis d'Or, de beste
mannelijke dragende rol, zijn geno
mineerd: Porgy Franssen voor zijn
rol in 'De rit over het Bodenmeer'
van Handke, Carol van Herwijnen
als 'Nicolas' in 'Om het af te leren'
van Pinter en Kees Hulst als de
man in 'De Minnaar', eveneens van
Pinter. Ook voor de Theo d'Or zijn
er drie genomineerden: Marion
Brandsma voor haar rol in 'In de
eenzaamheid van de katoenvelden'
van Koltes, Ilse Uitterlinden als
'Ritter' in 'Ritter, Dene, Voss' van
Thomas Bernhard en Sigrid Koet-
se voor haar rol in 'Bakeliet' van
Gerardjan Rijnders.
Voor de Ereprijs van de Neder
landse Muziekpodia zijn Reinbert
de Leeuw, Frans Brüggen en Elly
Ameling genomineerd. De Caba
retprijs gaat naar Dubbel en dwars
('De Vogelaar'), Frisse Jongens
('Ons Lowietje heeft een Engel ge
zien'), Youp van 't Hek ('Hond op
het ijs') of Freek de Jonge ('De Pre
tentie'). Voor de Musicalprijs ko
men in aanmerking: Jos Brink en
Frank Sanders met 'Max Havelaar',
het Koninklijk Ballet van Vlaande
ren met 'Evita' en theater Carré
met 'Cats'.
tijd. Ik trad toen met een gitaar op
in café-chantants. Het was irï de
tijd dat Gerard Cox en Jaap Fi
scher begonnen. Ik zong liedjes,
chansons eigenlijk, die een duide
lijk begin, midden en einde had
den. Die structuur en het ritme van
die liedjes, die verzwegen muziek,
zit ook nog steeds in mijn gedich
ten. Ik hou er ook erg van om een
verhaal te vertellen over een be
paald mens. Om zijn wel en wee in
het bestek van een vers zo helder
en pregnant mogelijk over te bren
gen. Van mijn debuut heb ik in dat
opzicht, op een paar verzen na, af
stand genomen. Dat was te onzorg
vuldig, slordevosserij. Ik be
schouw ze nu als kladjes. Ik heb
onlangs in Hollands Maandblad
een gedicht heb gepubliceerd dat
een rigoureuze bewerking is van
een vers mijn debuut. Er zijn maar
een paar regels van dat oorspron
kelijke gedicht blijven staan. Ik
ben tegenwoordig veel beter in
staat om de spanning binnen een
gedicht vast te houden. En - ik laat
mijn verzen langer liggen, schakel
meer mensen in die hun mening er
over kunnen geven. Laatst zei
Hans Faverey over mijn gedichten:
je weet bij jou niet of je moet la
chen of huilen. Dat vind ik een
groot compliment".
Lievelingen
Hans Faverey heeft eens gezegd:
'Dichten is aan je tafel gaan zitten
en wachten tot er wat komt... dat
kan wel even duren'.
Koenegracht herkent dat. Ook
bij hem is het dichten een moei
zaam proces. Wanneer een gedicht
echt meteen goed wordt of hij wat
regels krijgt aangereikt, geeft hem
dat een groot geluksgevoel. Hij zat
eens in zijn studentenkamer te
werken, toen hij daar een pakje
'Earl Grey'-thee zag staan. Hij ver
taalde dat theemerk voor Zichzelf
met de woorden: 'vroeg grijs'. Het
werd de aanhef van het bekende
vers 'Endegeest revisited': 'Vroeg
grijs, thee en suïcide', een gedicht
dat in zeven regels de troosteloze
sfeer van de psychiatrische kliniek
oproept. Koenegracht: "Zo'n toe
valstreffer. dat is iets heerlijks. Dan
Ook in Leiden
ROTTERDAM (GPD) - Het Rotter
dams Philharmonisch Orkest be
gint het nieuwe seizoen op 7 sep
tember met een jubileumconcert
(herhaling op 10 september) onder
leiding van James Conlon. Het ze
ventigjarig bestaan van het orkest -
voortgekomen uit het Genoot
schap van Beroepsmusici tot On
derlinge Kunstbeoefening dat op
10 juni 1918 werd opgericht door
Jules Zagwijn - wordt bescheiden
gevierd om in 1993 des te daveren-
der te kunnen uitpakken. Het veer
tiende lustrum wordt luister bij ge
zet met een tentoonstelling over
het orkest en zijn verleden met fo
to's van de Rotterdamse fotograaf
Jack Putting en een jubileumboek
je dat wordt geschreven door Hans
Boerrigter.
Een aanloopje op het nieuwe sei
zoen neemt het RPhO op 19 augus
tus tijdens de Rotterdamse Kunst
markt, maar vanaf 11 september zit
de vaart er goed in. In de nieuwe
reeks abonnementen zijn zo'n zes-
krijg je van God-weet-wie 'een uit
kering ineens'. Daar doe je het ei
genlijk voor. Ik weet dan later ook
bijna altijd nog waar en wanneer
het was dat ik het gedicht heb ge
schreven en wat er op mijn tafel lag
en zo. Maar meestal gaat het niet zo
makkelijk. En heb je dan eenmaal
een mooie strofe, een strofe waar je
gehecht aan bent geraakt, dan kan
het voorkomen dat hij maar niet
wil passen in een bepaald gedicht.
Dan moet je zo'n 'lieveling' om
zeep brengen, weglaten. Gek toch,
vaak is het het juist zo'n strofe die
de aanzet heeft gegeven tot het ge
dicht. Dat is een geheimzinnig prö-
ces: dat je eerst een paar mooie re
gels hebt die dan niet blijven staan
en dat er dan een totaal ander ge
dicht voor in de plaats komt. He
laas, ik weet altijd wel waar de
zwakke plekken zitten in mijn ge
dichten. Maar dan blijf ik om die
gedichten heen lopen, bang voor al
het werk dat er weer aan vastzit. Op
die momenten ben ik gewoon bang
voor mijn werkkamer".
tig concerten opgenomen. Daar
naast reist het orkest door het land
(Leiden, Amsterdam, Utrecht. Den
Bosch, Den Haag, Heerlen) en
wordt van 9 tot en met 26 april een
concertreis gemaakt door Duits
land, Zwitserland en Italië.
In het nieuwe seizoen zal ook een
aantal gastdirigenten zijn opwach
ting maken in de Doelen. Onder
hen de in Rotterdam niet onbeken
de Edo de Waart (december, juni)
en Simon Rattle (maart). De Waart
leidt onder meer stukken van
Adams. Walton. Holst, Reinecke.
Tomasi. Tsjaikovski. Saint-Saëns.
Beethoven en Rattle dirigeert wer
ken van Boulez, Sjostakovitsj en
Mahler.
Andere dirigenten die naar Rot
terdam komen zijn Leonard Slat
kin, Andrew Litton. Hartmut
Haenchen, Valeri Gergjev, Claus-
Peter Flor. Kurt Sanderling. Paul
Daniel, Roland Kieft. Carl Davis,
Peter Gülke, Peter Maxwell Davies
en Richard Brashaw
De reeks in de Rotterdamse
Schouwburg, vanaf 18 oktober,
wordt geleid door Reinbert de
Leeuw. 'Solid ashes' is een theater
project van Paul Gallis. Roberto
Longo en Janine Brogt, bestaande
uit vijf toneelscènes en vier video
episodes. De muziek bij de toneels
cènes werd in opdracht gecompo
neerd door Stuart Arbnght, Joe
Hannan, Arvo Pèrt, Philip Glass en
Boudewijn Tarenskeen. 'Solid
ashes' is een produktie in het kader
van Rotterdam '88.
"Soms geef ik mezelf een onder
werp op om over te dichten. Dat
deed Tsjechov ook wel. Die zei;
daar staat een asbak, daarover
moet ik een verhaal schrijven. En
dat deed hij dan. Ik heb dat gehad
met een bushalte hier voor de deur.
Daar heb ik jarenlang over willen
schrijven en pas onlangs is het me
gelukt. Het is een nogal morbide
gedicht geworden. Een tijdje gele
den is die bushalte verplaatst. Of er
een causaal verband bestaat? La
ten we hopen van niet".
Kritiek
Koenegracht is door een recen
sent eens 'nét geen groot dichter'
genoemd. Dat stak hem wel. Dat
steekt hem nog. Een groot dichter
- zo iemand komt maar eens in de
vijftig jaar voor. Maar is het met de
critici niet net zo gesteld? Zijn de
grote critici dan zo dik gezaaid in
Nederland? In Engeland heeft men
wat dat betreft veel meer een tradi
tie. Ik heb wel eens het idee dat ze
bij een krant het jongste lid van de
redactie aan het recenseren van
poëzie zetten. Zo van: ach. dat
maakt niet uit, het is maar poëzie,
daar kan iedereen wel wat omheen
lullen. Vaak schrijft zo'n jongen
dan zelf ook nog vrije verzen, dus
men denkt: laat maar gaan...Maar
het recenseren van poézie is nu
juist het moeilijkste wat er bestaat.
Er is hier in Nederland maar één
man die dat kan, iemand waarvan
je ook als dichter nog wat kunt op
steken, dat is Kees Fens".
Koenegracht is uiterst 'precies'
in zijn gedichten. Het schokkerige
vliegen van een paar zeezwaluwen
wordt door hem beschreven met
de woorden 'Terwijl de zeezwalu
wen buiten/niet zweven maar
springen/lucht in lucht uit'. Dat ge
tuigt van een scherp waarnemings
vermogen. Voor wie goed kijkt, is
het inderdaad net alsof die vogels
een andere ruimte binnengaan, of
ze over een soort rand heen sprin
gen.
Soms tref je bij Koenegracht
beelden aan die niet zo nauwkeurig
zijn. Dan heeft de emotie de over
hand genomen, het grote gebaar
Bijvoorbeeld als hij over zijn vader
schrijft: '...toen/sloeg er in je maag-
Zeen gat/groot als een middag vis
sen'. Dat is dan misschien wel niet
zo'n precieze vergelijking, maar in
een gedicht dat over vissen gaat
past hij perfect. Het is die menge
ling van hartstocht en nauwkeurig
heid die Koenegrachts poëzie zo in
teressant maakt. Soms legt het
denken het in zijn verzen af tegen
het gevoel. Koenegracht: "Ja, ei
genlijk is dat wel gek. Bij zo'n ver
gelijking zien de mensen mis
schien wel dat beeld van Zadkine
voor zich en dat is niet helemaal de
bedoeling".
Maximalen
Een ander hoofdstuk. De Maxi
malen. Hebben we dan eindelijk
weer eens een stroming van bete
kenis binnen de Nederlandse lite
ratuur? Koenegracht: "Ik ben het
eens met wat Wiel Kusters heeft ge
schreven. Wat de 'Maximalen' ma
ken, is 'Belgenpoëzie', je weet wel:
van dat soort woordkakkerij waar
van blaadjes als 'Appel', 'Kreatief
en meer van dergelijke marginale
tijdschriften volstaan. Ze hebben
Harry ter Balkt uitgekozen als hun
'voorman'. Ik vind Ter Balkt ook
een groot dichter. Maar ik zou als ik
hem was niet blij zijn met de Maxi
malen. Ik heb liever helemaal geen
volgelingen".
Jj,
BRUGGE (AP) - In een park in
Brugge is een beeld onthuld om de
in 1978 overleden chansonnier Jac
ques Brei te eren.
Het beeld van 1.80 meter hoog
stelt het Vlaamse meisje 'Marieke'
voor, naar het gelijknamige lied
van Brei.
Het monument was een initatief
van de Vlaamse journalist Johan
Anthierens, die zaterdag bij de ont
hulling van Marieke sprak van een
„grote verzoening tussen Vlaande
ren en haar weerspannige zoon".
Hoewel Brei in 'Le Plat Pays' de
schoonheid van het vlakke Vlaam
se land heeft bezongen, was de zan
ger ook zeer kritisch over de taal
strijd en het gekrakeel waarmee
die gepaard ging. Een debat over
het beeld enkele weken geleden in
de gemeenteraad van Brugge gaf
nog heftig oplopende emoties te
zien en wettigde de conclusie dat
Brei ook na zijn dood niet lekker
ligt in diens „Vlaanderland".
ROME (RTR) - Het culturele erf
goed in Afrikaanse musea dreigt
langzaam maar zeker opgevreten te
worden door miljoenen insecten.
In Rome, in de ooit schilderach-
tig-volkse wijk Trastevere, krijgt
personeel van Afrikaanse musea
nu echter een stoomcursus 'kunst
redden' met goedkope, maar effi
ciënte methoden.
De cursusleider van het IC-
CROM, Gael De Guichen, wil geen
namen noemen, maar hij heeft vre
selijke dingen gezien in Afrika:
zoals dat museum waar pal naast
een kamer met 700 antieke mas
kers een termietenhoop van drie
meter stond te groeien. De termie
ten hadden de buitenkant van en-
J 9
Een aantal gemeenteraadsleden
had liever gezien dat het beeld er
niet was gekomen vanwege Brels
ongeneeslijke haat-liefde-verhou
ding met Vlaanderen. Naar het oor
deel van deze raadsleden moet
Brei, die in 1933 in Brussel werd ge
boren, maar zichzelf als een Vla
ming zei te beschouwen, in de ge
schiedenis worden bijgeschreven
als anti-Vlaams.
Volgens een van
hen was Brels band met Vlaande
ren niet meer dan een „poëtische
obsessie" wat naar zijn zeggen on
der meer valt af te leiden uit het feit
dat Brei „zijn dochters verhinder
de Nederlands te leren" Ook het
Nederlands van Brei zelf was ge
brekkig.
Uiteindelijk ging de raad met
krappe meerderheid akkoord met
de plaatsing van het beeld van Ma
rieke: 21 raadsleden voor, 15 tegen
en vier onthoudingen.
kele zwarte maskers weggevreten,
waardoor ze wit waren geworden
en de kamer vol stof lag.
Diefstal uit slecht beveiligde mu
sea is een minstens zo groot pro
bleem. Van een collectie van 226
voorwerpen uit het nationale mu
seum van de Ivoorkust, die aan het
eind van de jaren '60 door Europa
en Latijns-Amerika reisde, zijn nu
nog 119 stukken over.
De methodes om kunstwerken
tegen insecten te beschermen zijn
soms verrassend simpel: behalve
in de zon zetten, blijkt het ook vaak
al afdoende de kunstwerken net
ver genoeg uit elkaar te zetten dat
insecten niet durven over te vlie
gen.
James Conlon, dirigent van het zeventigjarige RPhO. (archieffoto)
Voor 31 december
Nacht was het, nacht
het stormde zacht.
Vol diademen hing de vacht
van het heelal.
Een man, een vrouw,
een stofzuiger, die drie
lieten zich gaan. De storm
op zee drukte graan
schepen tegen zich aan
en brak ze op haar knie,
zag je twee mensen die
het deden met een elektrolux,
600 Watt, koningin
der apparaten.
Klokslag twaalf was het voorbij
en zagen wij dat
de man, de vrouw-
de stofzuiger of stofzuigerin
elkander kusten en zeiden:
een zalig uiteinde liefje een goed begin.
FRANK KOENEGRACHT
Enorme chaos in Afrikaanse musea