HET GALA DER VRIJE VOGELS 3r~ Leger straatmuzikanten bevolkt morgen de Leidse binnenstad ZATERDAG 16 JUL11988 PAGINA 15 BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD Sf m De Blim Brothers uit Engeland op de Hooglandsekerkgracht: "Een echte straatartiest geeft een goede show voor een kleine prijs". Inzet: Sarah Mc- Crory uit Belfast: "In Engeland wordt een vrouw die op straat optreedt als een bedelares gezien". (foto-s Loek zuyderduin> Vergezeld van zijn onafscheidelijke hond Lady, sinds zijn scheiding de enige vrouw in zijn leven, geeft hij er een complete muzikale show weg. Herman the German, king of the road - eenmansband, kleurrijk vertegen woordiger van het weer groeiende gil de van straatmuzikanten. Duitser dus ("maar ik kom van overal en nergens"), midden-veerti ger, en al 25 jaar in het vak. Hij is als het ware vergroeid met zijn instru menten, heeft succes bij het winke lende publiek ("die kan er wat van"), en merkt dat aan zijn inkomsten die met dubbeltjes, kwartjes en guldens langzaam aangroeien tot een redelijk bedrag. Hij wil dan ook niet klagen. "Maar vroeger was het wel veel beter", ver kondigt hij tijdens een pauze die hij benut om een shaggie te draaien. Vroeger lag het geld nog echt op straat. "Toen hoefde ik maar vier maanden te werken en kon ik acht maanden vakantie houden. Nu moet ik het hele jaar door optreden. De con currentie is te groot geworden; er zijn te veel straatmuzikanten en er komen er ook steeds meer bij. Elke idioot die een gitaar kan vasthouden gaat daar mee tegenwoordig langs de weg staan. Op plaatsen waar je er voor heen nooit een zag staan er nu opeens In het bloed Je ziet ze tegenwoordig dan ook overal in de stad, de straatartiesten. Vooral op zonnige dagen tegen het weekeinde duiken ze op. Bij de Harte- brugkerk, op de Hoogstraat, bij de Koornbeursbrug. Hele groepen, duo's, maar ook de eenzame saxofo nist die op de markt een deuntje staat te spelen. Ze treden op om hun dage lijks brood te verdienen, om uit de ww te blijven, om het vak te leren, of om hun vakantie te betalen. Ze komen uit alle windstreken, en of ze nu professional zijn of hobbyist, ze hebben één ding gemeen: het rei zen zit ze in het bloed. Ze kunnen er niet tegen om aan één plaats gebon den te zijn, trekken langs de wegen en bepalen hun eigen werktijden. Daarin bekijken ze de jachtige maatschappij op hun eigen wijze en worden ze op hun beurt steeds welwillender beke ken. Althans de mannelijke artiesten, want het aantal vrouwen dat op straat optreedt is relatief beperkt. Het meis je dat die middag aan de Hoogstraat staat te zingen beschouwt zichzelf ook als de uitzondering die de regel bevestigt. "Er zijn inderdaad maar weinig vrouwen die op straat optre den", constateert Sarah McCrory, stu dente uit Belfast en als folkzangeres meereizend met de jonglerende Blim Brothers uit Engeland. "Je merkt ook dat hpt publiek dat vreemd vind. Hier niet, want Holland is heel tolerant, maar in Engeland wordt een vrouw die op straat optreedt'echt als een be delares gezien". Zo benaderd worden is zo ongeveer het ergste wat een echte straatartiest kan overkomen. "Een echte straatar tiest is geen bedelaar, maar biedt waar voor zijn geld", stellen Alan en Paul Blim fel vast. "Hij is trots op wat hij doet en geeft een goede show voor een kleine prijs. Dat moet ook wel, want er is inderdaad meer concurrentie en de mensen zijn verwend. Door de tv. Daardoor moetje wel kwaliteit te bie den hebben, anders blijven ze niet staan. En er is niets demoraliserender voor een straatartiest dan mensen die zomaar doorlopen. Ze hoeven niet eens wat te geven, als ze maar wel de show bekijken". De beroepseer die uit die woorden spreekt is in hun geval begrijpelijk. De Blim Brothers zijn pas begonnen met hun act, waarvoor ze negen maanden lang hebben geoefend. Ze jongleren met een soort bowlingpins en berijden mono-fietsen. Ze zijn nog jong en enthousiast en benutten de vakantiemaanden om hun vaardig heid op peil te houden en om routine op te doen voordat ze na de zomer in Engeland het theater in gaan. Eerst 'doen' ze Europa in negen we ken. Zonder geld op zak. "We hebben alleen travellerscheques bij ons, maar die zijn bestemd voor echte noodge vallen. De bedoeling is dat we leven van wat we verdienen op straat. Dat motiveert je wel om te werken", zeg gen ze. "We hebben ook bewust geen geld meegenomen, want we willen het vak echt goed leren. En waar kun je dat beter doen dan op straat? Daar leer je het toch het best, want daar ligt nog de echte uitdaging. Het is veel span nender dan een show geven in een the ater. Daar komt publiek dat vooraf heeft betaald om je te zien. Op straat moet je de aandacht van de mensen trekken voordat ze iets geven. En vooral in het buitenland ligt dat erg moeilijk omdat je de taal niet kent. Dus moet de act voor zich spreken". Met hun kleurige narrenkostuums en hun jongleurs-act lukt het ze die middag aardig de belangstelling te vangen, al is het financiële succes niet overweldigend. Dertig gulden is na tuurlijk geen opbrengst waarvan je met een groep van zeven personen een deur kunt intrappen. Het is net genoeg om de tank van de bus waar mee ze reizen van voldoende benzine te voorzien om de volgende bestem ming te halen ('Amsterdam, en dan gaan we door naar Freiburg, Mün- chen, Italië en Zuid-Frankrijk"). Ze lijken er niet mee te zitten, en trekken vrolijk verder. Zoals het de ware straatartiest betaamt. "Want hem zit het reizen in het bloed". door Paul de Tombe Opeens staat-ie er er, als de reïn carnatie van de ooit door Wim Sonneveld uitgebeelde Nikkelen Nelis. Hij is neergestreken op het stukje Haarlemmerstraat voor de Hartebrugkerk, in Leiden het fa voriete plekje voor straatartiesten Het beroep is zo oud als de weg naar Rome. Straatartiest. Vrijheid, blijheid. En zo nu en dan een enkel ideaal. Ze komen uit alle windstreken, en bepalen hun eigen werktijden. Je ziet ze steeds vaker in de stad. Vooral morgen, als ze massaal de Leidse binnenstad in trekken ter gelegenheid van het tweede nationale straatmuziekconcours 'De Gouden Pet', waarmee de Leidse Lakenfeesten worden afgesloten. "Op straat ligt nog de echte uitdaging". multinationals, tegen de milieuver vuiling, tegen de apartheid in Zuid- afrika. De 31-jarige David Lister uit Leeds die achter de artiestennaam Scribe ('Hebreeuws voor schrijven') schuil gaat, laat tijdens zijn optreden ook fol ders uitdelen van onder meer Amnes ty International, de wereldwinkels en de milieuwinkels. Het is zijn manier om te laten zien waarvoor hij staat, het is zijn manier om de mensen 'bewust' te maken van de problemen en het on recht in de wereld. Hij is vijftien jaar geleden 'ge vlucht' uit Engeland en is voorlopig niet van plan er terug te keren. "Om dat ik niet kan leven onder het regiem van Thatcher", legt hij uit. "Econo misch heeft ze Engeland sterker ge maakt, maar wel over de ruggen van de armen heen. Onder haar bewind zijn de klasseverschillen groter ge worden. Toen ze nog minister van on derwijs was heeft ze de schoolkinde ren de gratis melk afgenomen en nu onthoudt ze arme, slechtziende be jaarden een gratis bril. Zo maakt ze het gat tussen rijk en arm alleen maar groter". Minstrelen Met zijn idealen en zijn in zelfge schreven songs verpakte boodschap pen is Scribe misschien wel de beste vertegenwoordiger van de straatcul tuur zoals die in vroeger tijden be stond, want het verschijnsel is al zo oud als de weg naar Rome. Misschien hebben ze daarlangs ook al wel ge staan; rondtrekkende minstrelen, bards en troubadours waren in elk ge val in de middeleeuwen bekende ver schijningen. Ze verschaften de weinig mobiele burger van die tijd vaak be langrijke informatie met hun verha len uit verre streken, maar tegen het einde van de tussentijd verloederde die functie. Zie verder pagina 17 Herman the German voor de Leidse Hartebrugkerk: "Ik duld niemand naast me". Idealist Een idealistische enkeling ver spreidt daarbij ook een boodschap. Zoals de sinds kort in Leiden wonen de Scribe, die zingend en spelend op zijn akoestische gitaar langs de stra ten zwerft. Vroeger trok ook hij Euro pa door, maar dat kan niet meer sinds hij de zorg heeft voor vriendin en kind. Wel verpakt hij nog altijd pro testen in zijn country-blues. Tegen de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 15