Nalatenschap van Cézanne in Overholland
'Mamaatje in vers 6 zit me dwars'
Miljoenen
opbrengst
Russische
loinstveiling
Sponsorcontract tussen lomstenaar en bedrijf
Klassiek door Paul Korenhof
Puccinofielen
Fascinerend
Ongeëvenaard
Verre van zoet
Bob van Asperen opgetogen over Vondel-vondst en Padbnié
AMSTERDAM "In Haarlem
zouden ze een straat moeten noe
men naar Padbrué. Een jaar of der
tig geleden hebben ze daarover ge
loof ik gesproken, maar die naam
was toen te moeilijk. Padbrué is in
Haarlem geboren en heeft er zijn
hele leven gewoond. Hij was een
heel goede componist".
door
Frans Keijsper
Bob van Asperen is nog steeds
opgetogen over zijn vondst in het
Gemeente-archief van Haarlem:
muziek van Cornelis Thymens-
zoon Padbrué bij twee onbekende
gedichten van Joost van den Von
del. Die gedichten zijn, zoals we
eerder berichtten, een zang ter ge
legenheid van het huwelijk tussen
Cornelis de Graedt en Catharine
Guldewagen, een juffrouw uit een
Haarlems burgemeestersgeslacht,
alsmede een psalm. De namen van
de trouwlustigen zijn in het brui
loftsgedicht verwerkt. Het is on
dertekend met J.V.V., initialen die
voor Vondel gebuikelijk zijn.
Naast de vele concerten die Bob
van Asperen in binnen- en buiten
land geeft is 'hij sinds kort hoofd
vakleraar clavecimbel aan het
Sweelinckconservatonum in Am
sterdam, een functie die hij tot voor
kort uitoefende aan het Koninklijk
Conservatorium in Den Haag. Hij
maakte diverse plaatopnamen en
verricht bovendien historisch on
derzoek naar muziek.
Gewaagd
Bob van Asperen legde zijn Von
del-ontdekking voor aan de des
kundige Marijke Spies van het In
stituut voor de Neerlandistiek in
Amsterdam. Over gedicht en
psalm schreef ze hem: "Ik weet het
niet. Op het eerste gezicht lijken ze
alle twee van Vondel. Maar dan
toch waarschijnlijk niet uit 1575.
Zijn laatste gedichten die we ken
nen zijn uit '74. Je krijgt de indruk
dat hij het dan toch niet meer zo
kan als hier. Daarnaast zit me om
een of andere reden 'mamaatje' in
vers 6 me dwars".
"Padbrué was toen al vijf jaar
dood", zegt Bob van Asperen.
"Vondel dichtte niet meer zo. Dus
het is een even gewaagde als inte
ressante verondersteling dat het
eerder is geschreven. En dat ie
mand, misschien wel Vondel, de
laatste coupletten heeft aangevuld
om de toespeling te maken op de
naam. Anderen vinden 'mamaatje'
ook vreemd. Het kan nog een toe
speling zijn die hem is aangegeven
door de familie. Zoiets vind je ook
bij Mozart en bij Shakespeare. De
vorm is ongebruikelijk voor de an
dere huwelijksgedichten. Maar het
is ondenkbaar dat de burgemees
tersfamilie er J.V.V. onderzet als
het niet zo is. Marijke Spies gaat
ten slotte verder: 'Mijn indruk is
dat het al met al toch wellicht van
Vondel is, maar vóór 1675. Ik zou
niet weten wie anders zo zou kun
nen dichten'. Ik vind dat een mooie
analyse".
"Wat overigens vreselijk interes
sant is, is dat Padbrué op de Grote
Markt woonde, het huis waar nu
restaurant Napoli is, naast de Ko-
ninckshoek als het ware. Buiten
hoort een druif te hangen, die is nu
weg. Het is een prachtig punt al is
het huis niet meer hetzelfde, maar
het stond daar. Later ging de fami
lie naar de Korte Begijnestraat. Hij
was voor Haarlem natuurlijk een
belangrijk man".
Enorm gat
Gewichtig facet is de ontdekking
van die muziek: "Ja, er was geen
muziek... Het laatste werk dat we
van Padbrué kennen is merkwaar
dig genoeg 'De Tranen van Petrus
en Paulus' uit 1646. Toen was hij al
geen stadsmusicus meer. Hij is pas
in 1670 overleden. Er zit dus een
enorm gat. Er is niks bekend, we
weten niets meer. Wel dat hij in
Haarlem is blijven wonen. Van zijn
familie bestaat een uitgebreide ge
nealogie. Tussen 1646 en 1670 moet
hij nog hebben gecomponeerd, het
kan niet anders. Ik vermoed dat dit
werk er enigszins moet invallen,
het enigszins invult. Want het lijkt
me jonger".
"Je moet je realiseren dat Pad
brué in twee stijlen heeft gecompo
neerd. Hij heeft de oude Neder
landse stijl, de oude polyfonisten,
navolgers van Obrecht en Swee-
linck in ere gehouden. De andere is
de 'stylo moderno', dus de rethori-
sche stijl zoals die in Italië is geïn
troduceerd in het begin van de 17e
eeuw. Ik heb meer dan 300 biblio
theken en archieven aangeschre
ven over Padbrué', in binnen- en
buitenland. Ik hoop iets te vinden,
al is het maar een blaadje".
Waarom zo gespitst op Padbrué?
"Dat moet gebeuren. Want hij is
voor de Nederlandse muziek van
groot belang. Hij heeft goede mu
ziek geschreven".
AMSTERDAM (ANP) - De eerste
- commerciële - veiling in de Sov
jetunie zelf van Russische avant
garde en hedendaagse kunst heeft
bijna 7,3 miljoen gulden opge
bracht. Ongeveer 2.000 mensen
woonden de veiling bij.
Veilinghuis Sotheby. organisa
tor van de veiling in Moskou, sprak
gisteren via de vestiging in Amster
dam van een "daverend succes".
Het meeste geld werd in Moskou
betaald voor het schilderij 'Line'
van Alexander Rodchenko: ruim
1,1 miljoen gulden. Een kunsthan
delaar in Londen kocht dit werk
Nooit eerder werd zoveel geld be
taald voor een Rodchenko.
De beroemde Amerikaanse zan
ger Elton John, die wekenlang de
westerse hitlijsten aanvoerde met
zijn lied 'Nikita', kocht in Moskou
twee schilderijen van Kopystains-
ky. John betaalde voor beide wer
ken samen ruim drie ton.
De Sotheby-veiling in Moskou
mag qua opbrengst een succes zijn
geworden, het aantal daadwerke
lijk verkochte werken is maar ge
ring. Van de 119 lotnummers werd
maar een twintigtal werken (1,7
procent) verkocht.
Museum Overholland in
Amsterdam, de kleine buur
van het Van Gogh Museum,
specialiseert zich in werken
op papier. In het eerste jaar
van zijn bestaan tracteerde
het villa-museum aan het
Amsterdamse
Museumplein ons op de
tekeningen en schilderijen
van onder anderen de
Amerikanen Roy
Lichtenstein en Frank
Stella en de Westduitsers
Thomas Schütte en Martin
Disier. Stichter, tevens
directeur en conservator
Christiaan Braun heeft nu
de hand weten te leggen op
een wel zeer bijzondere
collectie tekeningen. Dit
voorjaar nog in Amerika (in
het Newyorkse Museum of
Modern Art) en tot 18
september te zien in
Overholland en nergens
anders in Europa:
tekeningen van Cézanne.
Ze bestrijken vrijwel de
hele periode dat Cézanne
werkte: van ongeveer 1860
tot rond 1900.
AMSTERDAM - Overholland is
een jaar bezig en is in die korte tijd
een volwaardig museum gewor
den. Christiaan Braun bracht spec-
taculaire namen en haakte actueel
in op grote tentoonstellingen in het
belendende Stedelijk en Rijksmu
seum. Menigeen vroeg zich af of hij
op dat hoge beginniveau kon door
draaien en nu blijkt dat hij zijn
kruit niet in één klap verschoot.
Braun haalde voor de komende
maanden een prachtige collectie
door
Rob Bouber
Cézanne-tekeningen uit Basel en
leende bij Boymans van Beunin-
gen in Rotterdam een aantal aqua
rellen van de Franse meester.
Het is voor Amsterdam en ons
land een unieke gelegenheid om
Cézannes tekeningen te bekijken.
Braun verspreidde door de stad
grote posters. Als hij het publiek
eenmaal in huis heeft, levert hij aan
de balie van het villa-museum een
helder gestelde tweetalige vouw-
folder die de bezoeker door de zaal
tjes en kamers loodst. Aan de eer
ste voorwaarde voor een spannen
de rondgang is daarmee voldaan.
strikt chronologisch op: "Ik heb
het naar thema gerangschikt. Je
kunt zo'n expositie wel streng aca
demisch aanpakken, maar dat wil
nog niet zeggen dat het allemaal
overkomt. Ik breng graag een ei
gen ritme aan. Bovendien heb ik
bij de inrichting ook te maken met
de architectuur van het huis".
Net als de golfbeweging die er in
de selectie van exposerende kun
stenaars zit heeft Christiaan Braun
in de vijftien zaaltjes en kamers be
wust voor de tegenstelling en de
versmelting gekozen. Cézannes
'dromen' naast de tekeningen die
hij naar de sculptures maakte. Wild
tegenover verstild. De 'badende
mensen' worden geconfronteerd
met de 'landschappen'. Hier twee
thema's die natuurlijk ineenvloei
en. Christiaan Braun: "Ik hóud van
het themagewijs opstellen. Het
geeft in de regel meer overzicht.
Deze collectie hing in New York in
vier zalen en daardoor werd de ten
toonstelling toch een onoverzichte
lijke brei".
Beneden hangen de vroegste
academische tekeningen, onmid
dellijk gevolgd door tekeningen in
een nogal wilde, krassende teken
trant. Hierin legde Cézanne zijn
ziel bloot. Hij noteerde onstuimig
zijn intiemste droombeelden. En
die gingen soms in de richting van
orgie-achtige uitspattingen of een
seksuele overweldiging. De 'Ge-
Drie baadsters (1873-1877) van Cézanne.
GROOTSCHERMER - "Nic Jonk
heeft in de gesprekken die ik met
hem heb gehad, op mij een zeer
commerciële indruk gemaakt. Hij
zou voor ons best verkoper kunnen
zijn". Waarmee directeur E. P. van
den Bogaard van Nashua Neder
land maar wilde zeggen dat het
adoptiesponsorcontract dat zijn
firma (kopiëermachines, faxen)
gisteren met de 60-jarige kunste
naar Jonk heeft afgesloten, zake
lijk van aard is en voordeel voor
beide partijen betekent.
Voor het eerst is in Nederland
een driejarig contract van deze
aard tussen een onderneming en
een beeldend kunstenaar afgeslo
ten. Tegen betaling van 150.000
gulden per jaar krijgt Nashua de
exclusieve beschikking over een
deel van de beelden uit de Beelden
tuin en het Museum Nic Jonk in
Grootschermer in Noord-Holland.
Nashua zal die beelden gaan ex
poseren in kasteelpark Drunen-
Vlijmen. Verder mag Nashua ge
bruik maken van de naam van
Jonk voor publicitaire doeleinden.
Hoe dat gaat gebeuren, ligt volgens
Van den Boogard "nog in de schoot
der goden".
De 150.000 gulden (het totale re
clamebudget van Nashua bedraagt
zeven miljoen per jaar) gaan naar
de Nashua-Nic Jonk Stichting. Die
krijgt elk jaar een of meer werken
van Jonk: de eerste aanzet van de
kunstcollectie die de fabrikant wil
gaan vormen. Een deel van die
150.000 gulden stelt Jonk in staat te
leven en verder te werken aan zijn
oeuvre.
Heeft de beeldend kunstenaar
Jonk zich 'verkocht' aan een be
drijf en daarmee mogelijk zijn on
afhankelijkheid opgegeven? Nas-
hua-directeur Van den Bogaard
ontkende dit krachtig en stelde
met nadruk vast dat Nic Jonk vrij
is al dié activiteiten te ondernemen
die hem wenselijk voorkomen.
Ook Jonk zelf ziet geen problemen.
"Wij kunstenaars moeten ook han
dig zijn", zei hij na een opmerking
van Van den Bogaard over handige
ondernemers.
welddadige scène' is van Goya-
achtige snit. Ademt geen Cézanne-
sfeer. Evenmin als het portret van
Fortuné Marion, dat ook afkomstig
zou kunnen zijn van de impressio
nist De Toulouse Lautrec.
Dagboek
Paul Cézanne heeft zijn leven
lang in schetsboeken en op losse
bladen tekeningen gemaakt, die ei
genlijk niet voor de openbaarheid
waren bestemd. Braun: "Een
schetsboek heeft de intimiteit van
een dagboek waaraan de kunste
naar onuitgesproken ideeën toe
vertrouwt. Bovendien maken ze
iets duidelijk over de praktijk van
alledag en geven ze ons het gevoel
dat we over zijn schouder meekij
ken terwijl hij aan het werk is".
Op intieme gevoelens moest men
volgens Cézanne geen inbreuk ma
ken. Hij had het gevoel voor het
privérecht zo ontwikkeld dat hij -
voor een schilder hoogst ongebrui
kelijk - een zekere géne had om
naar levend model te tekenen. Hij
keek liever naar oude sculpturen
en naar het werk van andere kun
stenaars. Hij baseerde zich op wat
hij uit de antieke tijd en van voor
gangers in het Louvre had gezien.
Beelden en schilderijen die hij ko-
piëerde, bewerkte en waar hij op
interpreteerde. Zo ontstond bij
Volgens Jonk wordt zijn naams
bekendheid door het adoptiespon
sorcontract groter. Nashua zal bij
voorbeeld advertenties plaatsen en
daarin wijzen op de band met de
kunstenaar. In het april volgend
jaar te openen recreatiepark Dru-
nen-Vlijmen zullen Jonks beelden
bovendien door veel en veel meer
mensen worden gezien dan in de
Beeldentuin bij zijn huis aan de
dijk in Grootschermer. "Zoiets had
ik alleen toch nooit voor elkaar ge
kregen", aldus Jonk, die overigens
wel vermoedt dat zijn contract met
Nashua niet door alle collega-kun
stenaars met applaus zal worden
begroet.
"Er heerst nog veel wantrouwen
tussen kunstenaars en onderne
mingen", zei Nashua-directeur
Van den Bogaard. Maar dat neemt
niet weg dat kunstsponsoring door
bedrijven volgens hem een grote
toekomst tegemoet gaat, "want de
overheid trekt zich verder terug en
dan wordt er naar andere fondsen
gezocht".
voorbeeld een serie tekeningen
naar Puget, een zeventiende eeuw-
se beeldhouwer uit de Provencje.
Het kopiëren stond niet gelijk met
een ordinaire manier van 'de kunst
afkijken'. Vanuit de traditionele
opleiding was het bijna vanzelf
sprekend dat kunstenaars hun nor
men ontleenden aan de kunst van
het verleden. Het kopiëren naar ou
de meesters gold als een methode
zich als kunstenaar te bekwamen.
Natte spel
Tot ongeveer 1870 bleef zijn
werk romantisch. Na de Frans-
Duitse oorlog zette een impressio
nistische periode in, die ongeveer
tot 1878 duurde. Ofschoon zijn im
pressionistische kijk vooral door
werkte in zijn schilderijen, brach
ten ze bij Cézanne toch ook een
vrijere stijl van tekenen teweeg.
Gaandeweg werd zijn werk stren
ger van opbouw: meer en meer trad
de elementaire vorm op de voor
grond, sterk uit de verf komend
door een krachtig kleurgebruik.
Cézanne gebruikte de kleur om
ruimte, diepte en licht weer te ge
ven. Met een tekenstift is dat moei
lijk te doen. De aquarellen beant
woorden sterker aan de typische
Cézanne uitdrukking. Omdat hij
hier niet het natte spel speelde van
behendig vloeien en markeren
maar - zoals in de olieverfschilde
rijen - de kleuren naast elkaar zet
om daarmee kracht en ruimte aan
te geven.
V/einig tekeningen hebben de
onmiskenbare Cézanne-trekken.
Tonen althans niet vaak het zoeken
naar de vernieuwing waardoor de
Franse beeldende kunstenaar tot
de belangrijkste aangever van de
moderne schilderkunst wordt ge
rekend. Cézanne wilde een heldere
orde uit de natuur afleiden om de
natuur vervolgens via de menselij
ke geest opnieuw te interpreteren.
In de chaotische veelheid van vor
men zag hij ritmische lijnen en
vlakken, architectonisch van pro
porties. Maar de beroemde uit
spraak van Cézanne, dat alles in de
natuur bestaat uit drie oervormen,
de bol, de kegel en de pyramide, is
niet eenvoudig terug te vinden in
de schetsen.
Het landschap 'Heuvels met hui
zen en bomen' kent wel een strak
schema van horizontale en vertica
le lijnen en vlakken. Zo zijn er ook
de Provengaalse landschappen
(omstreeks 1890) die door de arce
ringen doen denken aan de naast
elkaar liggende kleurvlakken
waarmee Cézanne zijn eerste ku
bistische stukken afleverde. Deze
tekeningen zijn als een soort van
vingeroefening voor Cezannes
nieuwe ordening te beschouwen.
De reeks gebogen lijntjes in 'Drie
baadsters' suggereert een ronding
die bijna wordt doorgedacht tot
cirkels. 'Stilleven met karaf ver
toont een serie ellipsen. De pot
loodlijnen volgen niet de omtrek
van karaf en glas maar signaleren
de basis, de ellips.
Kubisme
Paul Cézanne wordt als de weg
bereider van de moderne schilder
kunst gezien. Sommigen zien in
hem de voorloper van de 'Fauves';
anderen beschouwen hem als de
vader van het expressionisme en
velen menen dat hij de grondlegger
is van het kubisme. Zijn invloed op
de moderne schilderkunst is groot
geweest. Cézanne zelf wist dat hij
een groot kunstenaar was. Zijn
vrouw en zoon hadden niet zo'n ho
ge dunk van zijn kunst. Zij vonden
zijn werk 'gebakken lucht'. Na Cé
zannes dood gaf de zoon de collec
tie schetsen uit handen. Het muse
um in Basel kon in het begin van de
jaren dertig gelukkig 152 bladen
bemachtigen. Tegen een prijs die
de kunstenaar Cézanne absoluut
geen recht doet. Zij betaalden per
stuk ongeveer 220 Zwitserse francs.
Tekeningen van Cézanne. Tot 18
september in museum Overholland.
Museumplein 4, Amsterdam. Ope
ningstijden: dagelijks van 11 tot 17
uur; op woensdagavond tot 22 uur. Ca
talogus kost f 40,-.
Puccini: Songs other rare
pieces. Roberta Alexander (so
praan), Tan Crone (piano),
Raphaël Strijkkwartet. Etce
tera KTC 1050 (cd), ETC 1050
(lp).
Sinds haar doorbraak in de
New Yorkse 'Met' in 'Porgy and
Bess' is Rpoberta Alexander een
internationale ster geworden. In
Nederland echter, waar zij toch
nog steeds thuis is, moeten we
het stellen met schaarse concer
ten en haar plaatopnamen. Een
aangename bijkomstigheid is ge
lukkig dat de reeks platen die zij
in de afgelopen jaren yoov Etce
tera heeft opgenomen, ook nog
een repertoire bestrijkt dat we
zelden op de plaat tegenkomen.
Als voorbeeld daarvan dient de
ze Puccini-plaat, die bewust dat
de populaire Italiaanse opera
componist zich niet alleen met
het theater heeft beziggehouden,
hoewel zijn andere composities
muzikaal dikijls nauw bij zijn
opera's aansluiten.
De eerste helft van de plaat be
staat uit liederen, door Alexan
der gezongen met de juiste men
geling van intimiteit met opera-
sentiment en door Tan Crone
adequaat begeleid.
De tweede helft bestaat uit in
strumentale curiosa, o.a. een deel
van een onvoltooid strijkkwar
tet, een scherzo van nog geen mi
nuut en de als orkestwerken be
ken de 'Drie Menuetten', hier
voor het eerst opgenomen in de
oorspronkelijke versie voor
strijkkwartet. Voer voor
Puccinofielen!
Rachmaninov: Pianoconcert
nr. 2 in c, opl. 18 en nr. 3 in d, op.
30. Sergej Rachmaninov (pia
no), Philadelphia Symphony
o.l.v. Leopold Sokowski, Vladi
mir Horowitz (piano), London
Symphony o.l.v. Albert Coates.
Fidelio 8819 (cd).
De opkomst van de cd heeft
gezorgd voor een herlevende be
langstelling van historische op
namen, die er dankzij het zilvern
plaatje dikwijls aanmerkelijk in
Vladimir Horowitz: historische
opname die ruis en andere onge
rechtigheden snel doet vergeten.
kwaliteit op vooruitgaan. De cd
kan weliswaar niets laten horen
wat niet in de opname aanwezig
is, maar wel komt de muziek een
fractie helderder en vrijer uit de
luidsprekers, en het daardoor
ontstane verschil, hoe gering
ook, kan van wezenlijk belang
zijn.
Gefascinweed heb ik daarom
zitten luisteren naar een heruit
gave van twee pianoconcerten
van Rachmanivnov, bijna zestig
jaar geleden opgenomen door
de componist (nr. 2) en door een
nog jonge Horowitz (nr. 3), en nu
samen uitgebracht op een cd van
ruim een uur. De klank is verba
zend: de ruis en enig gespetter
verraden dat het om zeer oude
opnemen gaat, maar piano en or
kest zouden ook in de vroege be-
ginjren van de elpee vastgelegd
kunnen zijn.
Alles wat over de vertolking
van de componist zelf gezegd
kan worden, zakt echter in het
niet zodra de 26 jaar oude Horo
witz de toetsen beroert. Diens
spel werd ook ruim een halve
eeuw geleden al gekenmerkt
door een adembenemende virtu
ositeit en een betoverende aan
slag, en met dirigent Albert
Coates maakt hij het derde pia-
nioconcert tot een belevenis, die
alle ruis en andere ongerechtig
heden snel doet vergeten.
Tsjaikovski: Manfred-symffo-
nie, op. 55. Philharmmonisch
orkest van oslo o.l.v. mariss
jansons. Chandos CHAN 8535
(cd).
Het Engelse label Chandos
heeft onlagns de Tsjaikovski-cy-
clus voltooid, die al toonaange
vend bleek te zijn eer de helft van
de opnamen verschenen was. De
grote ster is de Russische diri
gent Mariss Jansons, die zich vo
rig jaar op verbluffende wijze in
Amsterdam presenteerde met
zijn 'eigen' orkest uit Leningrad,
maar die voor deze cyclus de be
schikking kreeg over een ensem
ble uit Oslo. En dat werd de twee
de verrassing, want het Philhar-
monisch Orkest van Oslo, een
vrijwel onbekend orkest, groeide
onder zijn handen uit tot een bril
jant en perfect reagerend instru
ment, dat Tsjaikovski speelt op
een wijze die alleen maar te ver
gelijken is met de opnamen die
Jansons' grote voorganger, de
onlangs gestorven Mravinski,
ooit in Leningrad maakte.
De bedoeling was vanzelfspre
kend dat de Manfred-symfonie
kwalitatief binnen het geheel zou
passen, maar Jansons heeft er zo
waar de kroon mee op zijn werk
gezet. In een briljant vastgelegde
uitvoering met tempi die over
het geheel iets sneller lijken dan
we gewend zijn, bouwt jansons
een bijna ongeëvenaarde span
ning op die resulteert in een wer
kelijk adembenemend slotdeel.
Wat mij daarbij het meest fasci
neert (en wat als kenmerk voor
de gehele cyclus kan gelden) is
dat Jansons ondanks zijn gela
den aanpak en zonder ook maar
even in romantisch gezwijmel te
vervallen elk detail van Tsjaik-
ovski's partituur in kleur en fra
sering tot zijn recht laat komen.
Aanbevolen!
Grieg: Peer Gynt, op. 23 - Si
gurd Jorsalfar, op. 22. Barbara
Bonney (sopraan), Marianne
Eklöf (mezzo-sopraan), Kjeli
Sandve (tenor), Urban Malm-
berg en Garl Holkmfgren (bas),
Gösta Oblings Vocaal ensem
ble, kamerkoor Pro Musica,
Göthenborg symfonie-orkest
o.kl.v. Neeme Jarvi. DG 423
079-1 (2 lp's), 423 079-2 (2 cd's).
Tot voor kort waren slechts
weinigen zich bewust dat de po
pulaire Peer Gyrit-suites deel uit
maakten van een groter geheel
en dat Grieg voor bijna iedere
scène van Ibsens drama muziek
geschreven had. De oorspronke
lijke partituur daarvan is verlo
ren gegaan, maar in de bibliothe
ken van Kopenhagen en Bergen
bleek voldoende materiaal aan
wezig om tot reconstructie over
te gaan. Op basis daarvan bracht
het Engelse label Unicom tien
jaar geleden de complete toneel
muziek uit en dat leverde een
muzikale verrassing op. Welis
waar konden sommige delen de
gesproken tekst moeilijk missen,
maar wel bleek de muziek frisser
en dramtischer dan de ietwat ge
polijste suites deden veronder
stellen.
Het grote winstpunt van de
DG-opname onder Jarvi, de
tweede 'complete' popname, is
dat hierbij op cruciale punten
ook gesproken dialogen worden
in gelast. Dat maakte de luiste
raar misschien sterker bewust
van het fragmentarische karak
ter van de muziek, maar het.
werkt ook sfeerverhogend en het
is opvallend hoeveel sterker deze
muziek wordt bij een plaatsing
in de context waarvoor zij be
doeld is.
De uitvoering wordt door Jarvi
bovendien heel wat minder zoe
telijk gedirigeerd dan we ge
wend zijn, en laten we eerlijk
zijn: het toneelstuk 'Peer Gynt'
van Ibsen is verre van zoetelijk.
Als 'toegift' krijgen we boven
dien de complete, ruim een half
uur durende toneelmuziek voor
'Sigurd Jorsalfar van Björnson,
bestaande uit solist, koren en in
strumentale delen, en hier is bo
vendien sprake van een plaatpre-