Nalatenschap van Cézanne in Overholland 'Mamaatje in vers 6 zit me dwars' Miljoenen opbrengst Russische loinstveiling Sponsorcontract tussen lomstenaar en bedrijf Klassiek door Paul Korenhof Puccinofielen Fascinerend Ongeëvenaard Verre van zoet Bob van Asperen opgetogen over Vondel-vondst en Padbnié AMSTERDAM "In Haarlem zouden ze een straat moeten noe men naar Padbrué. Een jaar of der tig geleden hebben ze daarover ge loof ik gesproken, maar die naam was toen te moeilijk. Padbrué is in Haarlem geboren en heeft er zijn hele leven gewoond. Hij was een heel goede componist". door Frans Keijsper Bob van Asperen is nog steeds opgetogen over zijn vondst in het Gemeente-archief van Haarlem: muziek van Cornelis Thymens- zoon Padbrué bij twee onbekende gedichten van Joost van den Von del. Die gedichten zijn, zoals we eerder berichtten, een zang ter ge legenheid van het huwelijk tussen Cornelis de Graedt en Catharine Guldewagen, een juffrouw uit een Haarlems burgemeestersgeslacht, alsmede een psalm. De namen van de trouwlustigen zijn in het brui loftsgedicht verwerkt. Het is on dertekend met J.V.V., initialen die voor Vondel gebuikelijk zijn. Naast de vele concerten die Bob van Asperen in binnen- en buiten land geeft is 'hij sinds kort hoofd vakleraar clavecimbel aan het Sweelinckconservatonum in Am sterdam, een functie die hij tot voor kort uitoefende aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij maakte diverse plaatopnamen en verricht bovendien historisch on derzoek naar muziek. Gewaagd Bob van Asperen legde zijn Von del-ontdekking voor aan de des kundige Marijke Spies van het In stituut voor de Neerlandistiek in Amsterdam. Over gedicht en psalm schreef ze hem: "Ik weet het niet. Op het eerste gezicht lijken ze alle twee van Vondel. Maar dan toch waarschijnlijk niet uit 1575. Zijn laatste gedichten die we ken nen zijn uit '74. Je krijgt de indruk dat hij het dan toch niet meer zo kan als hier. Daarnaast zit me om een of andere reden 'mamaatje' in vers 6 me dwars". "Padbrué was toen al vijf jaar dood", zegt Bob van Asperen. "Vondel dichtte niet meer zo. Dus het is een even gewaagde als inte ressante verondersteling dat het eerder is geschreven. En dat ie mand, misschien wel Vondel, de laatste coupletten heeft aangevuld om de toespeling te maken op de naam. Anderen vinden 'mamaatje' ook vreemd. Het kan nog een toe speling zijn die hem is aangegeven door de familie. Zoiets vind je ook bij Mozart en bij Shakespeare. De vorm is ongebruikelijk voor de an dere huwelijksgedichten. Maar het is ondenkbaar dat de burgemees tersfamilie er J.V.V. onderzet als het niet zo is. Marijke Spies gaat ten slotte verder: 'Mijn indruk is dat het al met al toch wellicht van Vondel is, maar vóór 1675. Ik zou niet weten wie anders zo zou kun nen dichten'. Ik vind dat een mooie analyse". "Wat overigens vreselijk interes sant is, is dat Padbrué op de Grote Markt woonde, het huis waar nu restaurant Napoli is, naast de Ko- ninckshoek als het ware. Buiten hoort een druif te hangen, die is nu weg. Het is een prachtig punt al is het huis niet meer hetzelfde, maar het stond daar. Later ging de fami lie naar de Korte Begijnestraat. Hij was voor Haarlem natuurlijk een belangrijk man". Enorm gat Gewichtig facet is de ontdekking van die muziek: "Ja, er was geen muziek... Het laatste werk dat we van Padbrué kennen is merkwaar dig genoeg 'De Tranen van Petrus en Paulus' uit 1646. Toen was hij al geen stadsmusicus meer. Hij is pas in 1670 overleden. Er zit dus een enorm gat. Er is niks bekend, we weten niets meer. Wel dat hij in Haarlem is blijven wonen. Van zijn familie bestaat een uitgebreide ge nealogie. Tussen 1646 en 1670 moet hij nog hebben gecomponeerd, het kan niet anders. Ik vermoed dat dit werk er enigszins moet invallen, het enigszins invult. Want het lijkt me jonger". "Je moet je realiseren dat Pad brué in twee stijlen heeft gecompo neerd. Hij heeft de oude Neder landse stijl, de oude polyfonisten, navolgers van Obrecht en Swee- linck in ere gehouden. De andere is de 'stylo moderno', dus de rethori- sche stijl zoals die in Italië is geïn troduceerd in het begin van de 17e eeuw. Ik heb meer dan 300 biblio theken en archieven aangeschre ven over Padbrué', in binnen- en buitenland. Ik hoop iets te vinden, al is het maar een blaadje". Waarom zo gespitst op Padbrué? "Dat moet gebeuren. Want hij is voor de Nederlandse muziek van groot belang. Hij heeft goede mu ziek geschreven". AMSTERDAM (ANP) - De eerste - commerciële - veiling in de Sov jetunie zelf van Russische avant garde en hedendaagse kunst heeft bijna 7,3 miljoen gulden opge bracht. Ongeveer 2.000 mensen woonden de veiling bij. Veilinghuis Sotheby. organisa tor van de veiling in Moskou, sprak gisteren via de vestiging in Amster dam van een "daverend succes". Het meeste geld werd in Moskou betaald voor het schilderij 'Line' van Alexander Rodchenko: ruim 1,1 miljoen gulden. Een kunsthan delaar in Londen kocht dit werk Nooit eerder werd zoveel geld be taald voor een Rodchenko. De beroemde Amerikaanse zan ger Elton John, die wekenlang de westerse hitlijsten aanvoerde met zijn lied 'Nikita', kocht in Moskou twee schilderijen van Kopystains- ky. John betaalde voor beide wer ken samen ruim drie ton. De Sotheby-veiling in Moskou mag qua opbrengst een succes zijn geworden, het aantal daadwerke lijk verkochte werken is maar ge ring. Van de 119 lotnummers werd maar een twintigtal werken (1,7 procent) verkocht. Museum Overholland in Amsterdam, de kleine buur van het Van Gogh Museum, specialiseert zich in werken op papier. In het eerste jaar van zijn bestaan tracteerde het villa-museum aan het Amsterdamse Museumplein ons op de tekeningen en schilderijen van onder anderen de Amerikanen Roy Lichtenstein en Frank Stella en de Westduitsers Thomas Schütte en Martin Disier. Stichter, tevens directeur en conservator Christiaan Braun heeft nu de hand weten te leggen op een wel zeer bijzondere collectie tekeningen. Dit voorjaar nog in Amerika (in het Newyorkse Museum of Modern Art) en tot 18 september te zien in Overholland en nergens anders in Europa: tekeningen van Cézanne. Ze bestrijken vrijwel de hele periode dat Cézanne werkte: van ongeveer 1860 tot rond 1900. AMSTERDAM - Overholland is een jaar bezig en is in die korte tijd een volwaardig museum gewor den. Christiaan Braun bracht spec- taculaire namen en haakte actueel in op grote tentoonstellingen in het belendende Stedelijk en Rijksmu seum. Menigeen vroeg zich af of hij op dat hoge beginniveau kon door draaien en nu blijkt dat hij zijn kruit niet in één klap verschoot. Braun haalde voor de komende maanden een prachtige collectie door Rob Bouber Cézanne-tekeningen uit Basel en leende bij Boymans van Beunin- gen in Rotterdam een aantal aqua rellen van de Franse meester. Het is voor Amsterdam en ons land een unieke gelegenheid om Cézannes tekeningen te bekijken. Braun verspreidde door de stad grote posters. Als hij het publiek eenmaal in huis heeft, levert hij aan de balie van het villa-museum een helder gestelde tweetalige vouw- folder die de bezoeker door de zaal tjes en kamers loodst. Aan de eer ste voorwaarde voor een spannen de rondgang is daarmee voldaan. strikt chronologisch op: "Ik heb het naar thema gerangschikt. Je kunt zo'n expositie wel streng aca demisch aanpakken, maar dat wil nog niet zeggen dat het allemaal overkomt. Ik breng graag een ei gen ritme aan. Bovendien heb ik bij de inrichting ook te maken met de architectuur van het huis". Net als de golfbeweging die er in de selectie van exposerende kun stenaars zit heeft Christiaan Braun in de vijftien zaaltjes en kamers be wust voor de tegenstelling en de versmelting gekozen. Cézannes 'dromen' naast de tekeningen die hij naar de sculptures maakte. Wild tegenover verstild. De 'badende mensen' worden geconfronteerd met de 'landschappen'. Hier twee thema's die natuurlijk ineenvloei en. Christiaan Braun: "Ik hóud van het themagewijs opstellen. Het geeft in de regel meer overzicht. Deze collectie hing in New York in vier zalen en daardoor werd de ten toonstelling toch een onoverzichte lijke brei". Beneden hangen de vroegste academische tekeningen, onmid dellijk gevolgd door tekeningen in een nogal wilde, krassende teken trant. Hierin legde Cézanne zijn ziel bloot. Hij noteerde onstuimig zijn intiemste droombeelden. En die gingen soms in de richting van orgie-achtige uitspattingen of een seksuele overweldiging. De 'Ge- Drie baadsters (1873-1877) van Cézanne. GROOTSCHERMER - "Nic Jonk heeft in de gesprekken die ik met hem heb gehad, op mij een zeer commerciële indruk gemaakt. Hij zou voor ons best verkoper kunnen zijn". Waarmee directeur E. P. van den Bogaard van Nashua Neder land maar wilde zeggen dat het adoptiesponsorcontract dat zijn firma (kopiëermachines, faxen) gisteren met de 60-jarige kunste naar Jonk heeft afgesloten, zake lijk van aard is en voordeel voor beide partijen betekent. Voor het eerst is in Nederland een driejarig contract van deze aard tussen een onderneming en een beeldend kunstenaar afgeslo ten. Tegen betaling van 150.000 gulden per jaar krijgt Nashua de exclusieve beschikking over een deel van de beelden uit de Beelden tuin en het Museum Nic Jonk in Grootschermer in Noord-Holland. Nashua zal die beelden gaan ex poseren in kasteelpark Drunen- Vlijmen. Verder mag Nashua ge bruik maken van de naam van Jonk voor publicitaire doeleinden. Hoe dat gaat gebeuren, ligt volgens Van den Boogard "nog in de schoot der goden". De 150.000 gulden (het totale re clamebudget van Nashua bedraagt zeven miljoen per jaar) gaan naar de Nashua-Nic Jonk Stichting. Die krijgt elk jaar een of meer werken van Jonk: de eerste aanzet van de kunstcollectie die de fabrikant wil gaan vormen. Een deel van die 150.000 gulden stelt Jonk in staat te leven en verder te werken aan zijn oeuvre. Heeft de beeldend kunstenaar Jonk zich 'verkocht' aan een be drijf en daarmee mogelijk zijn on afhankelijkheid opgegeven? Nas- hua-directeur Van den Bogaard ontkende dit krachtig en stelde met nadruk vast dat Nic Jonk vrij is al dié activiteiten te ondernemen die hem wenselijk voorkomen. Ook Jonk zelf ziet geen problemen. "Wij kunstenaars moeten ook han dig zijn", zei hij na een opmerking van Van den Bogaard over handige ondernemers. welddadige scène' is van Goya- achtige snit. Ademt geen Cézanne- sfeer. Evenmin als het portret van Fortuné Marion, dat ook afkomstig zou kunnen zijn van de impressio nist De Toulouse Lautrec. Dagboek Paul Cézanne heeft zijn leven lang in schetsboeken en op losse bladen tekeningen gemaakt, die ei genlijk niet voor de openbaarheid waren bestemd. Braun: "Een schetsboek heeft de intimiteit van een dagboek waaraan de kunste naar onuitgesproken ideeën toe vertrouwt. Bovendien maken ze iets duidelijk over de praktijk van alledag en geven ze ons het gevoel dat we over zijn schouder meekij ken terwijl hij aan het werk is". Op intieme gevoelens moest men volgens Cézanne geen inbreuk ma ken. Hij had het gevoel voor het privérecht zo ontwikkeld dat hij - voor een schilder hoogst ongebrui kelijk - een zekere géne had om naar levend model te tekenen. Hij keek liever naar oude sculpturen en naar het werk van andere kun stenaars. Hij baseerde zich op wat hij uit de antieke tijd en van voor gangers in het Louvre had gezien. Beelden en schilderijen die hij ko- piëerde, bewerkte en waar hij op interpreteerde. Zo ontstond bij Volgens Jonk wordt zijn naams bekendheid door het adoptiespon sorcontract groter. Nashua zal bij voorbeeld advertenties plaatsen en daarin wijzen op de band met de kunstenaar. In het april volgend jaar te openen recreatiepark Dru- nen-Vlijmen zullen Jonks beelden bovendien door veel en veel meer mensen worden gezien dan in de Beeldentuin bij zijn huis aan de dijk in Grootschermer. "Zoiets had ik alleen toch nooit voor elkaar ge kregen", aldus Jonk, die overigens wel vermoedt dat zijn contract met Nashua niet door alle collega-kun stenaars met applaus zal worden begroet. "Er heerst nog veel wantrouwen tussen kunstenaars en onderne mingen", zei Nashua-directeur Van den Bogaard. Maar dat neemt niet weg dat kunstsponsoring door bedrijven volgens hem een grote toekomst tegemoet gaat, "want de overheid trekt zich verder terug en dan wordt er naar andere fondsen gezocht". voorbeeld een serie tekeningen naar Puget, een zeventiende eeuw- se beeldhouwer uit de Provencje. Het kopiëren stond niet gelijk met een ordinaire manier van 'de kunst afkijken'. Vanuit de traditionele opleiding was het bijna vanzelf sprekend dat kunstenaars hun nor men ontleenden aan de kunst van het verleden. Het kopiëren naar ou de meesters gold als een methode zich als kunstenaar te bekwamen. Natte spel Tot ongeveer 1870 bleef zijn werk romantisch. Na de Frans- Duitse oorlog zette een impressio nistische periode in, die ongeveer tot 1878 duurde. Ofschoon zijn im pressionistische kijk vooral door werkte in zijn schilderijen, brach ten ze bij Cézanne toch ook een vrijere stijl van tekenen teweeg. Gaandeweg werd zijn werk stren ger van opbouw: meer en meer trad de elementaire vorm op de voor grond, sterk uit de verf komend door een krachtig kleurgebruik. Cézanne gebruikte de kleur om ruimte, diepte en licht weer te ge ven. Met een tekenstift is dat moei lijk te doen. De aquarellen beant woorden sterker aan de typische Cézanne uitdrukking. Omdat hij hier niet het natte spel speelde van behendig vloeien en markeren maar - zoals in de olieverfschilde rijen - de kleuren naast elkaar zet om daarmee kracht en ruimte aan te geven. V/einig tekeningen hebben de onmiskenbare Cézanne-trekken. Tonen althans niet vaak het zoeken naar de vernieuwing waardoor de Franse beeldende kunstenaar tot de belangrijkste aangever van de moderne schilderkunst wordt ge rekend. Cézanne wilde een heldere orde uit de natuur afleiden om de natuur vervolgens via de menselij ke geest opnieuw te interpreteren. In de chaotische veelheid van vor men zag hij ritmische lijnen en vlakken, architectonisch van pro porties. Maar de beroemde uit spraak van Cézanne, dat alles in de natuur bestaat uit drie oervormen, de bol, de kegel en de pyramide, is niet eenvoudig terug te vinden in de schetsen. Het landschap 'Heuvels met hui zen en bomen' kent wel een strak schema van horizontale en vertica le lijnen en vlakken. Zo zijn er ook de Provengaalse landschappen (omstreeks 1890) die door de arce ringen doen denken aan de naast elkaar liggende kleurvlakken waarmee Cézanne zijn eerste ku bistische stukken afleverde. Deze tekeningen zijn als een soort van vingeroefening voor Cezannes nieuwe ordening te beschouwen. De reeks gebogen lijntjes in 'Drie baadsters' suggereert een ronding die bijna wordt doorgedacht tot cirkels. 'Stilleven met karaf ver toont een serie ellipsen. De pot loodlijnen volgen niet de omtrek van karaf en glas maar signaleren de basis, de ellips. Kubisme Paul Cézanne wordt als de weg bereider van de moderne schilder kunst gezien. Sommigen zien in hem de voorloper van de 'Fauves'; anderen beschouwen hem als de vader van het expressionisme en velen menen dat hij de grondlegger is van het kubisme. Zijn invloed op de moderne schilderkunst is groot geweest. Cézanne zelf wist dat hij een groot kunstenaar was. Zijn vrouw en zoon hadden niet zo'n ho ge dunk van zijn kunst. Zij vonden zijn werk 'gebakken lucht'. Na Cé zannes dood gaf de zoon de collec tie schetsen uit handen. Het muse um in Basel kon in het begin van de jaren dertig gelukkig 152 bladen bemachtigen. Tegen een prijs die de kunstenaar Cézanne absoluut geen recht doet. Zij betaalden per stuk ongeveer 220 Zwitserse francs. Tekeningen van Cézanne. Tot 18 september in museum Overholland. Museumplein 4, Amsterdam. Ope ningstijden: dagelijks van 11 tot 17 uur; op woensdagavond tot 22 uur. Ca talogus kost f 40,-. Puccini: Songs other rare pieces. Roberta Alexander (so praan), Tan Crone (piano), Raphaël Strijkkwartet. Etce tera KTC 1050 (cd), ETC 1050 (lp). Sinds haar doorbraak in de New Yorkse 'Met' in 'Porgy and Bess' is Rpoberta Alexander een internationale ster geworden. In Nederland echter, waar zij toch nog steeds thuis is, moeten we het stellen met schaarse concer ten en haar plaatopnamen. Een aangename bijkomstigheid is ge lukkig dat de reeks platen die zij in de afgelopen jaren yoov Etce tera heeft opgenomen, ook nog een repertoire bestrijkt dat we zelden op de plaat tegenkomen. Als voorbeeld daarvan dient de ze Puccini-plaat, die bewust dat de populaire Italiaanse opera componist zich niet alleen met het theater heeft beziggehouden, hoewel zijn andere composities muzikaal dikijls nauw bij zijn opera's aansluiten. De eerste helft van de plaat be staat uit liederen, door Alexan der gezongen met de juiste men geling van intimiteit met opera- sentiment en door Tan Crone adequaat begeleid. De tweede helft bestaat uit in strumentale curiosa, o.a. een deel van een onvoltooid strijkkwar tet, een scherzo van nog geen mi nuut en de als orkestwerken be ken de 'Drie Menuetten', hier voor het eerst opgenomen in de oorspronkelijke versie voor strijkkwartet. Voer voor Puccinofielen! Rachmaninov: Pianoconcert nr. 2 in c, opl. 18 en nr. 3 in d, op. 30. Sergej Rachmaninov (pia no), Philadelphia Symphony o.l.v. Leopold Sokowski, Vladi mir Horowitz (piano), London Symphony o.l.v. Albert Coates. Fidelio 8819 (cd). De opkomst van de cd heeft gezorgd voor een herlevende be langstelling van historische op namen, die er dankzij het zilvern plaatje dikwijls aanmerkelijk in Vladimir Horowitz: historische opname die ruis en andere onge rechtigheden snel doet vergeten. kwaliteit op vooruitgaan. De cd kan weliswaar niets laten horen wat niet in de opname aanwezig is, maar wel komt de muziek een fractie helderder en vrijer uit de luidsprekers, en het daardoor ontstane verschil, hoe gering ook, kan van wezenlijk belang zijn. Gefascinweed heb ik daarom zitten luisteren naar een heruit gave van twee pianoconcerten van Rachmanivnov, bijna zestig jaar geleden opgenomen door de componist (nr. 2) en door een nog jonge Horowitz (nr. 3), en nu samen uitgebracht op een cd van ruim een uur. De klank is verba zend: de ruis en enig gespetter verraden dat het om zeer oude opnemen gaat, maar piano en or kest zouden ook in de vroege be- ginjren van de elpee vastgelegd kunnen zijn. Alles wat over de vertolking van de componist zelf gezegd kan worden, zakt echter in het niet zodra de 26 jaar oude Horo witz de toetsen beroert. Diens spel werd ook ruim een halve eeuw geleden al gekenmerkt door een adembenemende virtu ositeit en een betoverende aan slag, en met dirigent Albert Coates maakt hij het derde pia- nioconcert tot een belevenis, die alle ruis en andere ongerechtig heden snel doet vergeten. Tsjaikovski: Manfred-symffo- nie, op. 55. Philharmmonisch orkest van oslo o.l.v. mariss jansons. Chandos CHAN 8535 (cd). Het Engelse label Chandos heeft onlagns de Tsjaikovski-cy- clus voltooid, die al toonaange vend bleek te zijn eer de helft van de opnamen verschenen was. De grote ster is de Russische diri gent Mariss Jansons, die zich vo rig jaar op verbluffende wijze in Amsterdam presenteerde met zijn 'eigen' orkest uit Leningrad, maar die voor deze cyclus de be schikking kreeg over een ensem ble uit Oslo. En dat werd de twee de verrassing, want het Philhar- monisch Orkest van Oslo, een vrijwel onbekend orkest, groeide onder zijn handen uit tot een bril jant en perfect reagerend instru ment, dat Tsjaikovski speelt op een wijze die alleen maar te ver gelijken is met de opnamen die Jansons' grote voorganger, de onlangs gestorven Mravinski, ooit in Leningrad maakte. De bedoeling was vanzelfspre kend dat de Manfred-symfonie kwalitatief binnen het geheel zou passen, maar Jansons heeft er zo waar de kroon mee op zijn werk gezet. In een briljant vastgelegde uitvoering met tempi die over het geheel iets sneller lijken dan we gewend zijn, bouwt jansons een bijna ongeëvenaarde span ning op die resulteert in een wer kelijk adembenemend slotdeel. Wat mij daarbij het meest fasci neert (en wat als kenmerk voor de gehele cyclus kan gelden) is dat Jansons ondanks zijn gela den aanpak en zonder ook maar even in romantisch gezwijmel te vervallen elk detail van Tsjaik- ovski's partituur in kleur en fra sering tot zijn recht laat komen. Aanbevolen! Grieg: Peer Gynt, op. 23 - Si gurd Jorsalfar, op. 22. Barbara Bonney (sopraan), Marianne Eklöf (mezzo-sopraan), Kjeli Sandve (tenor), Urban Malm- berg en Garl Holkmfgren (bas), Gösta Oblings Vocaal ensem ble, kamerkoor Pro Musica, Göthenborg symfonie-orkest o.kl.v. Neeme Jarvi. DG 423 079-1 (2 lp's), 423 079-2 (2 cd's). Tot voor kort waren slechts weinigen zich bewust dat de po pulaire Peer Gyrit-suites deel uit maakten van een groter geheel en dat Grieg voor bijna iedere scène van Ibsens drama muziek geschreven had. De oorspronke lijke partituur daarvan is verlo ren gegaan, maar in de bibliothe ken van Kopenhagen en Bergen bleek voldoende materiaal aan wezig om tot reconstructie over te gaan. Op basis daarvan bracht het Engelse label Unicom tien jaar geleden de complete toneel muziek uit en dat leverde een muzikale verrassing op. Welis waar konden sommige delen de gesproken tekst moeilijk missen, maar wel bleek de muziek frisser en dramtischer dan de ietwat ge polijste suites deden veronder stellen. Het grote winstpunt van de DG-opname onder Jarvi, de tweede 'complete' popname, is dat hierbij op cruciale punten ook gesproken dialogen worden in gelast. Dat maakte de luiste raar misschien sterker bewust van het fragmentarische karak ter van de muziek, maar het. werkt ook sfeerverhogend en het is opvallend hoeveel sterker deze muziek wordt bij een plaatsing in de context waarvoor zij be doeld is. De uitvoering wordt door Jarvi bovendien heel wat minder zoe telijk gedirigeerd dan we ge wend zijn, en laten we eerlijk zijn: het toneelstuk 'Peer Gynt' van Ibsen is verre van zoetelijk. Als 'toegift' krijgen we boven dien de complete, ruim een half uur durende toneelmuziek voor 'Sigurd Jorsalfar van Björnson, bestaande uit solist, koren en in strumentale delen, en hier is bo vendien sprake van een plaatpre-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 33