Een 'grootsch werk' voor componist en dirigent De art nouveau van Jesse en Fontein 0NUMENTAAL ZATERDAG 2 JULI 1988 PAGINA 21 Aan het begin van de jaren twintig was de huisvesting van de Leidse gemeentepolitie in het stadhuis aan de Breestraat hopeloos te klein geworden. Hoewel een ieder er zo langzamerhand wel van doorge drongen was dat een grotere ruim te bitter noodzakelijk was gewor den, zag niemand meer een moge lijkheid om dat binnen de muren van het oude stadhuis te realiseren. Uiteindelijk werd dan ook besloten tot de bouw van een volledig nieuw po litiebureau. In 1923 werden daarvoor de eerste ideeëen ontwikkeld en de voorwaarden, waaraan het nieuwe ge bouw moest voldoen, op papier vastge legd. Bij die gelegenheid werd gekozen voor de Zonneveldstraat, waar het nieuwe bureau zou moeten verrijzen: de nieuwbouw moest in de bestaande bebouwing ingepast worden. Architect J. Neysingh kreeg de op dracht het nieuwe gebouw te ontwer pen. Hij had de stad al eerder diensten bewezen met de bouw van het Schooi en Volksbad aan de Van der Werfstraat in 1921 en, enige jaren later, met het Stedelijk Gymnasium aan de Fruinlaan (1938). Ontsnapt Na een bouwperiode van ruim twee jaar verhuisde de gemeentepolitie in mei 1927 van het stadhuis naar het nieuwe pand aan de Zonneveldstraat en 'ontsnapte' daarmee als het ware aan de rampzalige stadhuisbrand, twee jaar later. De bouwkosten van het nieuwe bu reau bedroegen meer dan twee ton, maar het resultaat mocht er dan ook zijn. In het Algemeen Nederlandsch Po- litie-W'eekblad van 17 mei 1927 werd door de oud-commissaris van politie te Soest, J.J.A. de Koning, een heel arti kel, compleet met afbeeldingen van plattegronden, aan het nieuwe 'Bureau van Politie' te Leiden gewijd. De Ko ning was zeer lovend: "De bouwmees ter architect Neysingh, en de commis saris van politie, Stapel, staan tegen over dit waarlijk grootsche werk als componist en dirigent. De eer moet on der hen beide worden gedeeld. Voor den architect is het te noemen -een le venswerk, voor de commissaris de be kroning van een lang en vruchtbaar pö- litieleven". Volgens De Koning voldeed het nieu we gebouw aan de drie belangrijkste voorwaarden voor een modern politie bureau: het gebouw zou de mensen door zijn ligging, uiterlijk en inrichting uit nodigen tot het vragen van hulp en bij stand; criminelen die er zouden worden opgebracht zouden het gevoel krijgen hier als mensen te worden behandeld; de werkruimte van al het perso neel, ten slotte, was door de inrichting en de indeling van het pand goed ver zorgd: "de ruime, smaakvol geschilder de dienstvertrekken, waar zon en licht vrije toegang hebben, zullen medewer ken om de dikwijls harde, altijd moei zame politietaak met opgewektheid te vervullen". Art nouveau is de algemene bena ming voor een kunstvorm die rond 1890 in de westerse wereld ont stond. De Engelse Arts and Crafts Movement gaf de aanzet tot het ontstaan ervan. Elk land had overigens een eigen naam voor deze stroming: Duitsland noemde het Jugendstil, Oostenrijk 'Sezessionsstil' en Spanje 'Modernista'. De eerste art nouveau-architectuur ontstond in Brussel (ontwerpen van ar chitect Victor Horta). Een kenmerk van de art nouveau-bouwkunst is het tonen van constructieve elementen, die te vens als versiering dienen. Gietijzer, smeedijzer en glas spelen een belangrij ke rol. Zowel in het exterieur als in het interieur worden vloeiende lijnen toe gepast. Lange, gevoelige, kronkelige lijnen die doen denken aan zeewier of kruipende planten. Veelal worden gro te bogen in de gevels en versieringen van majolica-tegels in het ex- en interi- Minder uitbundig In Nederland mist de art nouveau- bouwkunst de uitbundigheid van de Franse en Belgische, maar het veelvul dig voorkomen van geglazuurde bak steen is hier wel een wezenlijk ken merk. In Leiden zijn daarvan twee mooie voorbeelden te vinden in de Maarsmansteeg 8 en 23. De architecten van deze winkel/woonhuizen zijn H.J. Jesse en W. Fontein. Hendrik Johannes Jesse (1860-1943) werd geboren in Zaltbommel, maar woonde en werkte vanaf 1878 in Leiden en omstreken. Bekende werken van zijn hand zijn het landhuis De Keet aan de Rijnsburgerweg (waarover later meer), Villa Pomona, arbeiderswonin gen \in de Kooi voor bouwvereniging De Eendracht en de N.H. kerk in Kat wijk aan Zee. Tussen 1903 en 1910 associeerde Jes se zich met de architect W. Fontein. Willem Fontein (1864-1949) werd in Lei den geboren en heeft hier zijn hele le ven gewoond en gewerkt. Een aantal werken van hem zijn het voormalige Diaconessenhuis aan de Witte Singel, het Christelijk lyceum Visser 't Hooft en een kleuterschool aan de Morsweg. Samen bouwden Jesse en Fontein het winkel/woonhuis Maarsmansteeg nummer 8 op de hoek van de Kapel straat. Het werd gebouwd in opdracht van ene C. Christiaanse jr. Het pand ligt op een hoek waardoor het als het ware twee voorgevels heeft. Deze zijn iden tiek en worden verbonden door een rondlopend ingangsportiek. Het bestaat uit drie bouwlagen en een zolder. De begane grond en de eer ste verdieping zijn opgetrokken uit ijzer en glas, de tweede verdieping uit bruine geglazuurde baksteen. De ijzer constructie rust op een lage natuurste nen plint en bestaat uit drie kolommen en twee balken waarin de klinknagels duidelijk zichtbaar zijn gelaten. De hoeken zijn opgevuld met ruitvormig ijzerwerk; het houtwerk aan de boven zijde van de ramen is op dezelfde ma nier bewerkt. De tweede verdieping bevat vijf kruiskozijnen. Op de zolderverdieping zijn in het met z.g. Tuiles du Nord-pan- nen gedekte dak twee dakkapellen ge plaatst. Boven de ingangspartij bevindt zich nog een overdekt balkon met een houten koepeldak. Het pand bevindt zich nog in goede staat. Het Leidsch Naaimachinehuis is erin gehuisvest. Oosters In dezelfde steeg op nummer 23 werd tussen 1911 en 1913 door Jesse een dub bel winkel/woonhuis gebouwd in het kader van een gevelwedstrijd voor ar chitecten. Jesse ontving voor deze 'in zending' een eervolle vermelding. Op dracht voor de bouw werd gegeven door een zekere G.M. Coppers. Het is een oosters aandoend pand vanwege de vormgeving en het kleurgebruik. Helaas ligt het huis onopvallend tus sen de andere winkels ingeklemd. Het is opgetrokken uit wit-gelig geglazuur de baksteen, hout en ijzer, dat ook hier in de constructie zichtbaar is gebleven. Het winkel/woonhuis bestaat uit drie bouwlagen en een zolder. De begane grond bestaat tegenwoordig uit een ge heel gemoderniseerde winkelpui en herbergt het Indisch restaurant Menuet. De eerste verdieping is helaas niet meer geheel intact. De openslaan de deuren kwamen vroeger uit op twee kleine balkons met een sierlijk ge vormd hekwerk. De tweede verdieping is qua indeling nog hetzelfde als in vroeger jaren. De openslaande deuren komen uit op een over de hele breedte lopend balkon. De zolderverdieping bevat een grote en een kleine dakkapel in de nok van het puntdak. Opvallend aan het pand zijn de bovenlichten met roedenverdeling waarin cirkel en ruit vormen zijn verwerkt. De kozijnen zijn rood of groen geverfd. Beide winkel/woonhuizen zijn van wege hun fraaie vormgeving en ken merkende architectuur slechts een greep uit de Nederlandse art nouveau- bouwkunst, maar geven een goed beeld van die stroming. JOYCE BRINK Maarsmansteeg 8 (het Leidsch Naaimachinehuis): ijzerglas en geglazuurde baksteen. andere stromingen. Men zou kunnen zeggen dat het Leidse politiebureau een eenvoudige navolging is van het werk van de architecten van de Amster damse School, gelardeerd met Art De- co-elementen. Grillig Het gebouw heeft, zoals gezegd, een grillige plattegrond en een bakstenen gevel. Deze is voorzien van ronde hoe ken en heeft een grote plasticiteit, alsof het niet steen voor steen is opgebouwd, maar als het ware uit een grote steen massa door reuzenhanden is gekneed. In de gevel zijn in Art Deco-letters de woorden 'Bureau van Politie' aange bracht. Ook binnen valt een prachtig staaltje van Art Deco-inrichting te be wonderen. Het zal een ieder bekend zijn dat Lei den rijk is aan mooie filmlocaties met name op en om het Rapenburg en bij de Hoogstraat, waar dan ook regelmatig scènes voor Nederlandse speelfilms worden opgenomen. Ook ons oude po litiebureau heeft zijn filmdebuut in middels gemaakt: het speelde zichzelf in de film 'Een vlucht regenwulpen. Na de Tweede Wereldoorlog is het politiebureau nog enige malen uitge breid. Het binnenterrein van de Bank van Lening aan de Nieuwstraat werd er uiteindelijk zelfs helemaal door in be slag genomen. Aan het begin van de ja ren '80 bleken alle mogelijkheden tot uitbreiding uitgeput en men betrok een aantal jaren geleden dan ook het gloed nieuwe politiebureau aan de Langeg- racht. Van het oude gebouw zijn alle latere uitbreidingen inmiddels gesloopt. Het hoofdgebouw is in oude luister her steld en is tegenwoordig in gebruik bij de parkeerpolitie. Wanneer u dan toch met uw parkeerbon binnenstapt - en wie heeft die niet op z'n tijd in Leiden - neemt u dan maar eens de gelegenheid te baat het opgeknapte interieur te be wonderen. BIANCA VAN DEN BERG. "Mü" 1111111 ËSaÉI Niet voor niets heeft Leiden de reputatie van monumentenstad. De officiële lijst vermeldt alleen al zo'n 1500 bouwsels die uit oogpunt van schoonheid, wetenschappelijke betekenis of volkskundige waarde als zodanig wettelijk zijn erkend. Maar ook veel gebouwen die niet op die lijst staan, verdienen het predikaat monumentaal. Een tiendelige serie in Extra. Zou oud-commissaris De Koning het wel geloofd hebben wanneer iemand hem toen verteld had dat de politie ruim een halve eeuw later weer voor hetzelfde probleem zou staan als in het begin van de jaren '20: te kleine en ver ouderde huisvesting, en wederom nieuwbouw als enige oplossing? Zelfde probleem Maar laten we nog even een blik op het oude bureau werpen, dat de ge meente gelukkig waardevol genoeg achtte om het te behouden. Omdat het tussen bestaande panden moest wor den opgetrokken waren de mogelijkhe den voor een ruime opzet beperkt. De plattegrond is dan ook onregelmatig van vorm en gedrongen. Door het mid dengedeelte van de gevel te laten terug springen, vergrootte de architect het oppervlak van de fagade en kreeg het zijn indrukwekkende uiterlijk. Door dit vergroten van het geveloppervlak en het verwerken van opvallende Art Deco-elementen is het gebouw een unieke verschijning in de Leidse bin nenstad geworden. Architect Neysingh heeft sterk onder de invloed gestaan van het werk van de architecten van de zogenaamde Am sterdamse School. De belangrijkste vertegenwoordigers van deze bouw kundige stroming waren De Klerk, Kramer en Van der Mey. De school ont stond aan het begin van de twintigste eeuw en was een reactie op het werk van Berlage. Berlage bouwde onder andere de Beurs in Amsterdam (1898-1903). Zijn architectuur is strak en koel, vooral doordat hij versiering op de tweede plaats stelde. Bij de vertegenwoordi gers van de Amsterdamse School lag de nadruk juist op het uiterlijk van een ge bouw en dus ook op de gevel; dienten gevolge hadden zij natuurlijk ook meer oog voor decoratie. Men trachtte zijn ideaal te bereiken door te spelen met zowel het materiaal als met de vormen. Voornaamste bouwmateriaal was de 'eerlijke' bak steen die men altijd in het zicht liet. Verschillende soorten baksteen wer den in allerlei metselverbanden naast elkaar toegepast, maar men gebruikte daarnaast ook geglazuurde tegels en gietijzer. Maar zoals gezegd kenmerkt de stijl zich ook door een grote vormen rijkdom: afgeronde of juist scherpe, puntige hoeken, gebogen vormen, to rens enzovoort zorgen voor een zeer af wisselend beeld. De tegenstanders van de stroming noemden haar buitenspo rig. De Amsterdamse School stond door het individualisme van haar vertegen woordigers open voor allerlei invloe den en persoonlijke interpretaties. Er was altijd ruimte voor elementen uit Foto boven: het voormalige Leidse politiebureau aan de Zonneveld straat. De bakstenen gevel met ronde hoeken geeft de indruk dat het ge bouw als het ware uit één grote steenmassa door reuzenhanden is ge kneed. Inzet: het Art Deco-interieur. Onder: tekening van de hal in haar oorspronkelijke staat. (foto-s wim Dijkman) JI'l5UPLA&i W Hlirywa: /mNtVI tfi/lijAAtl •- r: Maarsmansteeg 23 (Indisch restaurant Menuet): een oosters aandoend pand in vormgeving en kleurgebruik.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 21