Oudste Franse reisgidsen nog volledig bij de tijd
Brits sprookje over Rudolf
Hess en zijn dubbelganger
leder mens is zijn eigen denkfout
Sovjetunie: meer dan Rusland
Het huwelijk als kenmerk
van het persoonlijk leven
De materialistische visie van Douglas Hofstadter
DONDERDAG 30 JUNI 1988
BOEKEN
PAGINA 9
PARIJS Over Frankrijk bestaan
al zo veel reisgidsen dat iedere va
kantieganger er een hele biblio
theek van in zijn auto of op zijn ba
gagedrager zou kunnen meene
men. Toch zijn de twee oudste
daarvan nog steeds het meest seri
eus en het meest verkocht. Dat zijn
de 'guide bleu' van Hachette en de
'guide vert' van Michelin.
Hun levensloop gaat tot ver in de
historie van het toerisme terug.
Zich steeds aanpassend aan de ei
sen van de tijd, hebben ze boven
dien aan actualiteit niet ingeboet.
De 'guide bleu' bestaat alleen in
een Franse versie, van de 'guide
vert' bestaan ook Engelse vertalin
gen.
De eerbiedwaardige en nogal du
re 'guide bleu' (omgerekend zo'n f
55,-) is de nazaat van een serie, die
in 1841 werd gestart door een on
dernemende advocaat, Monsieur
Joanne, en zijn zoon. In 1916 ging
ze over in handen van de bekende
uitgeverij Hachette. De oplagen
van de huidige edities schommelen
rond de 50.000 exemplaren per
jaar en dat is veel voor een gids die
zo dik is dat je hem beter eerst
thuis kunt bestuderen voor er mee
het veld in te gaan.
In zijn diversiteit bestrijkt de
'guide bleu' in zijn afzonderlijke
delen alle landschappen van
Frankrijk en daarin gaf ze lange
tijd hoofdzakelijk antwoord op de
vragen die de reizende upper-class
zich tot na de Tweede Wereldoor
log toe stelde. Kerken en kastelen,
ruines en heroïsche monumenten
werden er in beschreven en in ie
der museum van het land werd
geen schilderij over het hoofd ge-
De reactie op deze 'klassieken'
kwam in '57 met het verschijnen
van de bundel 'Mythologies' van de
linkse essayist en filosoof Roland
Barthes. In zijn beroemd geworden
opstel over de 'guide bleu' zegt
Barthes van de roemrijke gids dat
ze 'op geen enkele vraag antwoord
geeft die een moderne reiziger zich
stelt als hij door een reëel land
schap gaat'. En Barthes merkte on
der meer nog op dat ze 'op geen en
kele manier rekening houdt met
wat er zich afspeelt in het heden'.
De schok kwam bij uitgeverij
Hachette zo hard aan, dat ze de di
recteur die de serie na de oorlog uit
zijn as had doen herrijzen meteen
aan de dijk zette en het over een ge
heel andere boeg gooide. De 'nieu
we serie' die in het midden van de
jaren '70 begon te verschijnen
werd geleid door een staf die Bar
thes begrepen had. Ze nam ook fa
brieken in de gidsen op en ze sprak
uitvoerig over de sociale omstan
digheden van de bevolking. In de
geschiedbeschrijving van steden
en dorpen werd voortaan niet al
leen gesproken over de heldenda
den der koningen, maar ook over
de opstanden van het volk.
Toch werd deze reeks socialise
rende gidsen tien jaar later al weer
vervangen door een nieuwe. Het
eerste deel - Normandië - ver
scheen in '85 in een nieuwe vorm
en was nu samengesteld door
plaatselijke kenners van de mate
rie. wier bijdragen door een staf in
Parijs worden uitgezift en gecon
troleerd. Deze nieuwe serie breidt
zich nog verder uit en bestrijkt
straks opnieuw het gehele Franse
territorium.
Bij het bestuderen van hetzelfde
onderwerp in de achtereenvolgen
de series van de 'guide bleu' blijkt
al gauw dat in de haast tot vernieu
wen veel wetenswaardigs op de
moderniserende zeven is blijven
hangen en dat de bijdragen van de
plaatselijke kenners niet zelden
uitgaan van een regionaal chauvi
nisme waar de reiziger uit andere
landen of uit andere Franse regio
nen niet veel belang in zal stellen.
Ook komen in de volumineuse
'guide bleu' ondanks alle ijver toch
nog vergissingen voor.
Terwijl de 'guide bleu' aanvanke
lijk de gids was voor de geslaagde
burger in het tijdperk van het op
komend treinverkeer, is de snellere
'guide vert' van de autobandenfa
briek Michelin van het begin af aan
uitgedacht voor de automobilist.
Nadat Michelin in 1895 zijn brevet
had gekregen voor de eerste auto
band die met lucht kon worden op
gepompt, gaf de ondernemende fir
ma al in 1900 zijn eerste 'rode gids'
uit, die nu beroemd is om de ma
nier waarop hij met zijn sterren-in
deling restaurants kan maken en
breken.
In 1908 opende Michelin zijn ei
gen 'toeristenbureau', waar de au
tomobilisten (schriftelijk) inlich
tingen konden krijgen over de
mooiste, dan wel de snelste, routes
naar hun eindbestemming. Ten
slotte bestonden er tot 1914 geen
wegwijzers in Frankrijk, een lacu
ne waarin Michelin ook geheel zelf
begon te voorzien na afloop van de
Eerste Wereldoorlog. Inmiddels
waren de aanvragen voor reisrou
tes zo toegenomen dat Michelin in
1925 zijn eerste 'guide vert' (voor
Bretagne) uitgaf waarin van al die
aanvragen en ook van alle opmer
kingen gebruik was gemaakt.
De sefie der "groene gidsen' was
geboren en geen enkele gidsenma-
ker in de wereld heeft de strakke
formule van de 'guide vert' tot nu
toe overtroffen. Zelfs Roland Bar
thes heeft nooit op de 'embourgoi-
sement' van de groene gidsen kun
nen wijzen. Zijn historische, cultu
rele. culinaire en regionale over
zichten laten niets te wensen over.
De stadsplattegronden werden in
helderheid nooit geëvenaard.
Met zijn Michelin-kaarten van
Frankrijk, die rond 1910 begonnen
te verschijnen en nu in hun mo
dernste versie een oplage van 12
miljoen per jaar hebben bereikt,
heeft de autobandenfabriek in Cle
rmont-Ferrand altijd op een eenza
me hoogte gestaan. Met zijn nooit
verlaten schaal van 1 cm 2 km
ontbreken de gele kaarten in geen
handschoenenkastje van de mo
derne automobilist.
Toch ondervindt Michelin op dit
welgedocumenteerde terrein
steeds meer concurrentie van het
Institut Geogaphique Nationale,
een staatsonderneming die aan
vankelijk alleen de uitgever was
van de stafkaarten, gebaseerd op
luchtkartering. Op de kaarten van
het IGN staat 1 cm voor 1 kilometer
en dat is van groot belang voor Fiet
sers en wandelaars.
IGN's gepopulariseerde serie staf
kaarten op een schaal van 1 cm
250 m is weliswaar duur, maar
voor wandelaars en kleinschalige
fietsers onontbeerlijk.
Voor dezelfde kleinschalige rei
zigers met weinig bagage is er een
derde en bijna ideale gids. Uitgeve
rij Nathan publiceert sinds '85 een
zeer aanbevelenswaardige serie
van intussen al meer dan 60 van de
95 Franse departementen waarin
geschiedenis, architectuur, land
schap en economie tot zelfs de
kleinste gehuchten toe kort en
bondig beschreven wordt.
RUDOLPH BAKKER
Guide bleu. uitgeverij Hachette.
f 55.-: Guide Vert, uitgegeven door Mi
chelin, 1' 23.50; 'Guide de l'art et dc la
nature', uitgeveri j Nathan, IX
Hugh Thomas: onbewezen complot-theorie.
Het boek oogt agressief. 'De moord
op Rudolf Hess, nazi-komplot of
Britse afrekening?, sinister spel
met Spandau-gevangene no. 7',
staat er om het omslag. Tussen de
gotische letters waarmee de naam
van Hitiers plaatsvervanger is afge
drukt, hangt een dik touw, eindi
gend in een lus met daarin een ha
kenkruis. Verder nog een rode balk
met de tekst: 'Onthulling van ver
boden dossiers'.
Uitgeverij De Kempen Pers uit
het Brabantse Hapert heeft onte
genzeglijk veel werk gemaakt van
het boek, dat deze maand in tegen
woordigheid van de auteur, de
Britse arts dr. Hugh Thomas, in
Amsterdam officieel wordt gepre
senteerd. Toch is deze met klaroen
geschal aangekondigde publikatie
niet veel meer dan een opgewarm
de prak uit 1979.
In dat jaar schreef Thomas 'The
murder of Rudolf Hess', in Neder
landse vertaling gepubliceerd on
der de titel 'Mei 1941: de liquidatie
van Rudolf Hess'. Daarin beweerde
hij dat de man die hij in 1972 als
chirurg van het Britse leger in de
Spandau-gevangenis in Berlijn
twee maal had onderzocht, niet
Rudolf Hess was, maar een dubbel
ganger.
Die stelling houdt Thomas in zijn
nieuwe publikatie nog steeds over
eind. Hij voegt er nu aan toe dat ge
vangene no. 7. die op 17 augustus
vorig jaar overleed, geen zelfmoord
pleegde, zoals de officiële lezing
luidt, maar is vermoord. Dat zou
zijn gebeurd door Britse geheime
agenten. De regering in Londen
zou op die manier een op handen
zijnde vrijlating van Hess hebben
willen voorkomen.
Aanwijzingen
In deze complot-theorie wordt
Thomas gesteund door Hess' zoon
Wolf Rüdiger. Na een gesprek vori
ge maand in Munchen stelden zij in
een gezamenlijke verklaring dat er
"zeer sterke aanwijzingen bestaan
dat er moord is gepleegd. Geen
spoor van bewijs ondersteunt de
gedachte aan zelfmoord". Het 'zelf
moordbriefje' dat op het stoffelijk
overschot van Hess werd aange
troffen, zou een vervalsing zijn. Op
één punt is Wolf Rüdiger Hess het
overigens niet eens met de chirurg:
hij meent dat de gevangene van
Spandau wel degelijk zijn vader
Wat te denken van al deze op
zienbarende theorieën van dr.
Hugh Thomas? Hoe plausibel zijn
ze en hoe deugdelijk is het bewijs
materiaal dat hij aandraagt? De
historici maken zich er in ieder ge
val niet erg druk over. Bij het Rijks
instituut voor Oorlogsdocumenta
tie heeft men wel eens van Thomas
gehoord, maar geen van de mede
werkers heeft zich in "de zaak ver
diept. Dr. N.K.C.A. in 't Veld: "Er
zijn wel meer van die verhalen over
dubbelgangers. Over Hitler is ook
zoiets beweerd. Ik ben niet van
plan er energie in te steken. Als je
die kop van Hess een keer hebt ge
zien, weetje voldoende".
De dubbelganger-theorie lijkt in-
'Rusland speelt in de gedaante van
de Sovjetunie een grote rol in de
wereld waarin wij leven. De krant
bericht haast dagelijks over het
doen en laten van het Sovjet
bewind. De schrijver hoopt met dit
boek de lezer enige historische
achtergrond te verschaffen bij de
lectuur van die berichten'.
Met dat voorwoord prijst J.W.
Bezemer zijn 'Een geschiedenis
van Rusland, ban Rurik tot Brezj-
nev' aan. En het moet gezegd: hij is
volledig in zijn opzet geslaagd. Het
boek is een schoolvoorbeeld van
overzichtelijkheid. Bezemer is dan
ook niet de eerste de beste. De
schrijver was van 1957 tot 1986
hoogleraar in de Russische ge
schiedenis en de Ruslandkunde
aan de Universiteit van Amster
dam.
In vijftien hoofdstukken en'486
pagina's schetst hij de historische
achtergrond van dat immense
land, daarbij de nadruk leggend op
de politieke geschiedenis en de
wording van het Russische rijk.
Achterin is een kaart ingesloten die
een duidelijk beeld geeft van de
verschillende republieken van de
Sovjetunie. Verder bevat het boek
een 'vertaling' van Russische
eigennamen, een tijdtafel, enkele
stambomen, de namen van de poli
tieke top van de Sovjetunie (van
1919 tot 1982), een korte bibliogra-
derdaad te fantastisch om waar te
zijn. Volgens Thomas was de man
die op 10 mei 1941 om kwart voor
zes 's middags in Augsburg (onge
veer 60 kilometer ten noordwesten
van München) met een Messer-
schmitt Bf 110 opsteeg zonder eni
ge twijfel Rudolf Hess. Maar de pi
loot die nog dezelfde avond met
een parachute in Schotland land
de, gevangen genomen werd en in
1945 na zijn berechting in Neuren
berg in Spandau terechtkwam,
houdt hij voor een ander. De 'echte'
Hess, zo meent hij, werd tijdens
zijn vlucht op bevel van SS-leider
Heinrich Himmler boven de
Noordzee neergeschoten.
Bewijs
Waarom? Himmler zou er vol
gens Thomas achter zijn gekomen
wat Hess van plan was en Hermann
Göring, hoofd van de Luftwaffe,
opdracht hebben gegeven het toe
stel te onderscheppen. Tegelijker
tijd liet Himmler vermoedelijk
vanaf een Noors vliegveld een dub
belganger opstijgen om de missie
van Hess te voltooien. De dubbel
ganger, aldus nog steeds Thomas,
moest de Britten een vredesvoor
stel van Himmler zelf voorleggen.
Het kwam erop neer dat de Britten
vrede moesten sluiten met een
door Himmler geleid Duitsland,
waarbij Hitier aan de kant gescho
ven wer<ji.
Als bewijs voor zijn stelling voert
Thomas onder meer aan dat de
Messerschmitt waarmee 'Hess'
vloog nooit genoeg brandstof kon
hebben gehad om het traject af te
leggen. De gevangen genomen pi
loot verklaarde dat hij boven de
Noordzee een tijdlang was blijven
rondcirkelen omdat het voor een
landing nog niet donker genoeg
was. In totaal legde hij 1260 mijl af,
veel meer dan de Messerschmitt
zelfs met gevulde reservetanks
aankon. Het toestel waarmee Hess
in Augsburg opsteeg had overigens
volgens Thomas geen reservet
anks. Zijn bewijs: een foto van de
Messerschmitt die op de dag van
Hess vlucht zou zijn gemaakt on
der de vleugels van dat toestel han
gen geen reservetanks.
Op de beweringen van Thomas is
echter heel wat af te dingen. Ten
eerste schrijft de Duitse jachtvlie-
ger Adolf Galland, die destijds het
commando had over de eskadrons
die de Nederlandse kust bewaak
ten en die Hess' vlucht reconstru
eerde, in zijn boek 'The first and
the last' dat het traject wél kan zijn
afgelegd met de Messerschmitt.
Ten tweede is er geen bewijs dat
Hess werkelijk vloog met het op de
foto afgebeelde toestel zonder re
servetanks. Het toestel dat in
Schotland aankwam had wel dege
lijk reservetanks. Een ervan werd
later opgevist.
Bijgetankt
Ten derde bestaat er een door
Thomas niet vermeld document,
waaruit blijkt dat Hess onderweg
vermoedelijk heeft bijgetankt, en
wel op... Schiphol. Vrij Nederland-
journalist Igor Cornelissen kwam
fie, een lijst van Russische termen
en ten slotte een personenregister.
Het boek gaat van start bij de ne
gende eeuw (het Kievse Rijk), toen
de Russische geschiedenis, voor
zover op schrift gesteld, begon met
de legendarische Noormannen
vorst Rurik. Bezemer loodst de le
zer vervolgens door de tijd dat Rus
land nog door verschillende vor
sten werd geregeerd. De huidige
Sovjetunie bestaat ook uit een keur
aan volkeren die de afgelopen vijf
eeuwen aan de Russen werden on
derworpen (zelf spreken ze in hun
geschiedenisboekjes niet over on
derwerping maar over 'de vereni
ging'). De Russen vormen de helft
van de thans 270 miljoen Sovjet-in
woners.
Behalve de nationale geschiede
nis behandelt het boek ook de be
trekkingen van de Sovjetunie met
Europa en de Verenigde Staten.
Omstreeks 1711, ten tijde-van Peter
de Grote, wordt het eerste contact
met Europa gelegd via de hertog
van Mecklenburg. Daaruit vloeit
een huwelijk voort met tsaar Pe
ters nicht Catharina. Al eerder had
de tsaar een huwelijk weten te be
werkstelligen tussen Catharina's
zuster Anna en de hertog van Koer
land. 'Met al deze huwelijken be
gint de verweving van het Russi
sche vorstenhuis met de Europese,
dit interessante stuk op het spoor
in 1979, kort na de verschijning van
Thomas' eerste boek. Het docu
ment, dat zich bevindt in de Natio
nal Archives in Washington, is een
strikt vertrouwelijk rapport van 8
augustus 1941, opgesteld door de
Amerikaanse consul in Amster
dam, John H. Lord.
Hij schreef het dus drie maanden
na de vlucht van Hess. "Als feit dat
niet algemeen bekend is kan ik met
grote zekerheid meedelen dat Hess
zijn vliegtuig liet bijvullen op
Schiphol, het vliegveld van Am
sterdam", aldus de consul. "Het
vliegveld kreeg een telefoontje uit
Augsburg om het vliegtuig dat
door Hess werd gevlogen bij te vul
len. Ik weet echter niet of de autori
teiten van het vliegveld Schiphol
de identiteit van de piloot kenden".
Aan dit belangwekkende gegeven
gaat Thomas in zijn nieuwe boek
helemaal voorbij.
Geen twijfel
Dus toch een dubbelganger?
Noch Wolf Rüdiger Hess, noch
Frau Ilse Hess, die haar man her
haaldelijk in de gevangenis heeft
opgezocht, hebben er ooit een
ogenblik in geloofd. Ook al zag Ilse
Hess haar man pas in 1969 weer
voor het eerst (voor die tijd weiger
de hij ieder contact), dat zij zich zou
hebben vergist in zijn identiteit
lijkt nauwelijks denkbaar. Ook na
zi-architect Albert Speer, die ver
scheidene malen bij hem óp be
zoek geweest is, heeft nooit een
spoor van twijfel gehad.
De theorie van Thomas blijft er
een uit het ongerijmde. Hoe vind je
eigenlijk een dubbelganger voor
Hess, deze "harige versie van Dick
Bos", zoals de onlangs overleden
militair-publicist A. Korthals Altes
hem eens noemde. En hoe past de
hele door Thomas geconstrueerde
theorie in de realiteit van het nazi
rijk? Korthals Altes vindt Thomas'
complot "te dol om waar te zijn".
Hitiers macht was in 1941 zo groot,
dat de uitvoering van een plan als
welk Himmler wordt toegedicht,
de SS-chef zonder meer de kop zou
hebben gekost.
Dat de vermeende dubbelganger
tot 1945 zijn spel zou zijn blijven
spelen, is nog wel aannemelijk te
maken. Hij zou daartoe kunnen
zijn gedwongen uit angst voor Sip-
penhaft, de nazi-praktijk waarbij
wordt gedreigd met vergelding te
gen verwanten. Maar waarom zo.u
de man in al die veertig jaren na de
Tweede Wereldoorlog zijn blijven
zwijgen? Ook Thomas komt daar
niet uit.
Na de verschijning van dit opge
warmde boek blijft de conclusie
overeind die Korthals Altes al in
1979 trok: "Deze dokter is niet de
eerste Thomas die belang aan litte
kens hecht, maar in zijn feitendui
ding toont hij zich wel een erg gelo
vige Thomas".
JAN DE ROOS
Dr. Hugh Thomas: 'De moord op
Rudolf Hess, nazi-komplot of Britse
afrekening?'; uitgeverij Dc Kempen
Pers: f25,-
vooral Duitse vorstenhuizen. Het
was één der vormen waarin Rus
land ging deelnemen aan het con
cert der Europese mogendheden'.
Van deze periode, die ook wel de
Noordse oorlog wordt genoemd,
gaat Bezemer door naar het tijd
perk van de keizerinnen, de her
vorming en reactie. Ook staat hij
stil bij de laatste Romanov - het ein
de van het keizerrijk en het begin
van de Russische revolutie. Er
volgt een periode van Lenin, Sta
lin, Chroesjtsjov en tenslotte Brezj-
nev. Bezemer laat zijn boek eindi
gen bij de ambtsaanvaarding van
Gorbatsjov, die zijn politiek van
glasnost en perestrojka aan de
Westerse wereld presenteerde.
'Een geschiedenis van Rusland'
biedt de lezer uiteraard ook inzicht
in de oorsprong van problemen
waarmee de Sovjetunie ook nu nog
kampt. Zo kan men lezen hoe de
Tataren, die onlangs te horen heb
ben gekregen dat ze mogen terug
keren naar de Krim, door Stalin
van hun woongebied bij de Zwarte
Zee werden verjaagd op beschuldi
ging van collaboratie met de Duit
sers.
MARJOLIJN IN 'T HOUT
J.W. Bezemer: 'Een geschiedenis
van Rusland, Van Rurik tot Brezjnev';
uitgeverij Van Oorschot: 65.- (paper
back) 85,- (gebonden)
Douglas Hofstadter staat weer
midden in de belangstelling. De
vertaling van zijn boek 'Gödel,
Escher, Bach' ontketende een paar
jaar geleden in Nederland, net als
eerder in zijn geboorteland Ameri
ka, een soort Hofstadter-cultus.
Een paar maanden geleden kwam
zijn derde boek, 'Metemagische
thema's', uit en inmiddels is ook
een film van de Nederlandse cine
ast Piet Hoenderbos over Hofstad
ter en zijn denkbeelden in pre
mière gegaan.
Hofstadter is in alle opzichten
een kind van zijn tijd. het compu
tertijdperk. In zijn briljante debuut
'Gödel, Escher, Bach' zette Hof
stadter zijn filosofie helder uiteen.
Denkend vanuit zijn streng 'wis
kundige achtergrond schetste hij
een beeld van de mens als een su
percomputer.
Nu is het idee van de mens als
een informatieverwerkende ma
chine niet nieuw. Ook voordat de
computer was uitgevonden zoch
ten tal van wetenschappers de ver
klaring voor het fenomeen mens in
de materie. Begrippen als geest en
ziel zijn immers letterlijk en figuur
lijk ongrijpbaar: een steen kun je
wetenschappelijk in kaart bren
gen, een geest niet. De doorbraak
van de computer in de jaren '50
bracht vele wetenschappers op het
idee om de werking van de mense
lijke geest te vergelijken met die
van de (schijnbaar?) zo intelligente
machine.
Hofstadter is een van hen. Hij
noemde zich vorig jaar in een inter
view nadrukkelijk een materialist
en beschouwt fundamenteel de
mens als eem machine. Begrippen
als 'geest' en 'ziel' zijn voor hem
slechts eigenschappen van de ma
terie. Hij vindt het ronduit flauwe
kul om het geestelijke een zelfstan
dige plaats naast het stoffelijke te
geven, laat staan om de geest bo
ven de materie te zetten. De origi
naliteit van Hofstadter ligt dan ook
niet in wat hij te vertellen heeft,
maar in de manier waarop hij zijn
visie voor het voetlicht brengt:
sprankelend en origineel.
Speelsheid
'Gödel, Escher, Bach' verrastte
niet alleen door de helderheid
waarmee Hofstadter een aantal ba
sisbegrippen uit de wiskunde (met
name de stellingen van Gödel) en
de logica uiteen zette, maar zeker
ook door de speelsheid en humor
waarmee hij ze toepaste op uiteen
lopende terreinen als het grafische
werk van Escher, de muziek van
bach, psychologie, moleculaire
biologie en genetica.
Vergeleken met dat debuut is
'De spiegel van de ziel', zijn tweede
boek dat hij samen met de filosoof
Daniël Dennett schreef, een tegen
valler. Het is een bundeling verha
len en essays van auteurs en weten
schappers (waaronder overigens
ook Hofstadter en Dennett), steeds
voorzien van commentaar. De keu
ze van de stukken is uitstekend,
het zijn vrijwel zonder uitzonderin
gen intrigerende denkexperimen-
ten. De commentaren hebben ech
ter een wat gelijkhebberig toontje
en missen de originaliteit en hu
mor die 'Gödel. Escher, Bach'juist
zo aansprekend maakte.
Met.zijn nieuwste werk 'Metama-
gische thema's' schittert de ster
van Hofstadter echter weer volop.
Het is een bundeling van de co
lumns die hij gedurende bijna drie
jaar schreef in het uiterst presti
gieuze wetenschappelijke blad
Scientific American. Hij stopte
daarmee omdat ze hem teveel tijd
gingen kosten. Wie ze leest, kan
zich dat voorstellen.
Voor iedereen die 'Gödel,
Escher, Bach' heeft gelezen is het
een absolute 'must'. Hij evenaart
zijn debuut moeiteloos en diept in
ruim 30 columns de thema's uit
'Gödel, Escher, Bach' verder uit,
werpt er soms een nieuw licht op
en vindt steeds verrassende invals
hoeken.
Stapel stenen
Het speelse van zijn werk neemt
de rigiditeit van zijn denkbeelden
echter niet weg. Voor Hofstadter
zijn hersencellen (neuronen) de
bits van de computer: ze kennen al
leen de standen 'aan' en 'uit' en rea
geren volkomen blind op impulsen
van aangrenzende cellen/schake
lingen. Dat gebeurt met zo'n onge
looflijke snelheid en complexiteit
dat het beschouwen van dit proces
op cel/bit-niveau geen enkele zin
heeft. Het is alsof je naar een kas
teel kijkt als naar een stapel bak
stenen.
Maar hoewel niemand een kas
teel zal zien als een enorme hoop
handig op elkaar gestapelde ste
nen, is dat nu juist de kern van het
materialisme van Hofstadter. Zui
ver objectief gezien is 'kasteel' een
verzamelnaam voor een stapel ste
nen in een bepaalde vorm. Op on
geveer dezelfde manier 'produce-
Een belangrijke stap in een men
senleven is de beslissing om het le
ven voortaan met een ander te de
len. Dat geldt nu. dat gold vroeger
evenzeer. In het eerste deel van de
'Geschiedenis van het persoonlijk
leven' speelt het huwelijk dan ook
een belangrijke rol.
De serie, een oorspronkelijk
Franse uitgave onder redactie van
Philippe Ariës en Georges Duby.
beoogt in vijf delen een overzicht te
geven van het dagelijks leven sinds
het Romeinse Rijk tot nu. Het eer
ste deel, 'Van het Romeinse Rijk
tot het jaar duizend', staat onder re
dactie van Paul Veyne, die ook te
kende voor het eerste hoofdstuk.
In de Romeinse tijd was het uit
spreken van de wil om als gehuw
den door het leven te gaan al vol
doende. Als er maar iemand bij was
die bij eventuele problemen kon
bevestigen, dat die wil er van beide
zijden was (geweest), dan gold een
wettejijk recht op zowel lusten als
lasten van de verbintenis. Een
rechter zou ze toewijzen.
In de late oudheid, de nadagen
van het Romeinse Rijk, ging de
christelijke moraal een rol spelen.
Peter Brown, hoogleraar aan de
Pnnceton-universiteit, gaat in zijn
hoofdstuk uitvoerig in op de idee
ën van Augustinus. Deze kerkva
der begreep dat beide geslachten
seksuele persoonlijkheden waren
en dus niet - zoals men dacht in de
heidense tijd - dat het vooral de
vrouw was, die seksueel gericht
was: 'Beiden droegen ze in hun op
standig lichaam hetzelfde noodlot
tige teken van de zondeval van
Adam en Eva'.
Ook in de Middeleeuwen was het
gezin de hoeksteen van de samen
leving, zij het dat vrouwen slechts
meetelden zolang ze kinderen kon
den baren. Veel vrouwen stierven
trouwens in het kraambed. De ge
middelde sterfteleeftijd van vrou-
ren' volgens Hofstadter de herse
nen 'geest'. Elke gedachte, elke be
weging is uiteindelijk terug te voe
ren op het aan- en uitflitsen van
netwerken van hersencellen, die
we in de praktijk waarnemen als
reuk, smaak, bewegingen, gedach
ten of andere gewaarwordingen.
Uit die gewaarwordingen leiden
we dan af dat we iemand zijn, dat
we een persoonlijkheid/geest heb
ben. En dat is een essentiële denk
fout. aldus Hofstadter. Geest is een
illusie, een handige verzamelnaam
voor een complexe verzameling ge
beurtenissen in de hersenen.
Die illusie wordt in stand gehou
den door de beperktheid van onze
'geest'. Die kan niet ver genoeg te
rugdenken om waar te nemen dat
hij uiteindelijk bestaat uit net
werken van aan- en uitflitsende
neuronen-netwerken. Zelfs onze
eigen gedachten kunnen we niet
begrijpen. Als we proberen te ach
terhalen uit welke 'subgedachten'
een bepaald denkbeeld is opge
bouwd, levert dat al vaak proble
men op. Proberen we ook van die
'subgedachten weer te achterhalen
waar zé vandaan komen, dan raken
we verstrikt in een veelheid van ge
dachten die we niet meer kunnen
overzien. Het hersencelniveau is
nog een groot aantal stappen ver
der terug.
Illusie
Nu zou het ook niet functioneel
zijn om tot celniveau terug te den
ken, omdat we daarmee niets wij
zer zouden worden over de gedach
te van waaruit we begonnen. Maar -
en dat is de kern van Hofstadters
denken - die gedachte is er deson
danks wel het onontkoombare pro-
dukt van. Het is derhalve een illu
sie te denken dat er 'vrije' gedach
ten zijn, die niet het produkt zijn
van een onafzienbaar aantal onbe
wuste 'lagere' gedachten.
Grappig genoeg zit Hofstadter
daarmee op de lijn van de aarts
vader van de psychologie Freud,
die de mens beschouwde als een
speelbal van onbewuste krachten,
met name seks en agressie. Net als
Freud komt ook Hofstadter tot de
conclusie dat de vrije wil uiteinde
lijk een fictie is. De mens is uitein
delijk het produkt van aan- en uit
flitsende neuronen waarvan hij
zich niet bewust is en waarop hij
wen lag tussen de 30 en 40 jaar.
Mannen stierven gemiddeld 10 jaar
later. Een vrouw trouwen zonder
toestemming van haar vader kostte
een fikse boete. Na het betalen van
die boete was het huwelijk overi
gens wel geldig.
Het eerste deel van 'De geschie
denis van het persoQnlijk leven'
wordt afgesloten met een hoofd
stuk over Byzantium in de 10de en
11de eeuw, geschreven door Evely-
ne Patlagean. hoogleraar aan de
universiteit van Parijs. Het ooster
se Byzantium was in veel opzich
ten het tegenbeeld van het tamelijk
nogal barbaarse rijk dat Karei de
Grote achterliet. Het schrift speel
de een veel grotere rol dan in het
Westen.
De kern van het leven was het
huis. de oikos. Hierin leefde de fa
milie, bestaande uit verwanten (al
lereerst ouders en kinderen), sla
ven, vrije dienstbaren en vrienden.
Familienamen werden hier in deze
tijd vererfbaar en werden bijvoor
beeld gebruikt bij de opstellingen
van belastingstatcn. Huwelijken
werden meer met het verstand dan
met het hart gesloten en ontrouw
was mogelijk meer regel dan uit
zondering.
'De geschiedenis van het per
soonlijk leven', fraai uitgegeven en
rijk geïllustreerd, is een serie die er
mag zijn, alleen al omdat de ge
schiedenisboekjes van vroeger tot
leven komen. Wie het eerste deel
uit heeft, kijkt uit naar het volgen
de. De enkele schoonheidsfoutjes
(omwisseling van enkele illustra
ties en een op de kop afgedrukt do
cument), die het eerste deel nog
ontsieren nemen, doen daar weinig
aan af.
CEES IPPEL
'Geschiedenis van het persoonlijk
leven, Van het romeinsc rijk tot het
jaar duizend': redactie Philippe Aries
en Georges Duby: uitgeverij Agon.
dus ook geen invloed kan uitoefe-
Centraal in Hofstadters visie
staat ook het onwrikbare geloof in
kunstmatige intelligentie. De hui
dige topcomputers zijn telramen
vergeleken met de technische com
plexiteit van de computers die in
staat zullen zijn om te denken.
Maar uiteindelijk is dat maar een
kwestie van tijd, gelooft Hofstad
ter. Denken is immers een uitvloei
sel van in. principe na te bouwen
mechanische processen, op welke
technische problemen dat nabou
wen voorlopig ook nog stuit.
Zowel in 'Gödel, Escher, Bach',
'De spiegel van de ziel' als 'Meta-
magische thema's' komt de den
kende computer regelmatig terug.
Hofstadter geeft er blijk van dat hij
niet blind is voor de dilemma's en
problemen die denkende machi
nes oproepen. Hij komt echter tot
de slotsom dat ze een verbetering
van de wereld zullen betekenen.
De mens werkt op het ogenblik
harder aan zijn ondergang dan aan
zijn overleving. Niet alleen door de
vernietiging van zijn leefmilieu,
maar ook door opeenstapeling van
atoomwapens. Hofstadter, sinds
enige tijd vader van een dochter,
maakt zich daar blijkens een heel
mooi geschreven stuk in 'Metama-
gische thema's' grote zorgen over.
Fouten
In zijn termen gesteld: de mens
heeft een aantal fouten in zijn pro
gramma's die zijn voortbestaan op
de tocht zetten. Het is daarom zaak
zo snel mogelijk een computer te
ontwikkelen met een beter pro
gramma. En als die computers er
eenmaal zijn, is er geen enkele re
den meer te bedenken waarom ze
de rol van de mens als 'beheerder'
van de wereld niet zouden over
nemen. Voor veel mensen onge
twijfeld een angstwekkende ge
dachte. Maar, zal Hofstadter dan
zeggen, is stikken in je eigen ver
vuilde lucht of sterven in een
atoomoorlog dan zo'n aantrekke
lijk alternatief?
En voorlopig is die computer er
natuurlijk ook helemaal niet.
SJAAK SMAKMAN
Douglas Hofstadter: 'Gödel, Escher,
Bach', f29,90; 'De spiegel van dc ziel',
f 54,-: 'Metamagische thema's', f 99.50:
uitgeverij Contact.