De robot in de sf
Een standbeeld ranselen
De rancune van een biograaf
Boeiende speurtocht in Het koekoeksjong
Een aangename mengeling van humor en ontroering
Ian Hamilton op zoek naar J.D. Salinger
Indrukwekkende poëzie van Elma van Haren
Zwart-wit bij Tom Clancy
ZZ
J.D. Salinger is de Greta Garbo van
de literatuur: hij leeft.als een klui
zenaar in een Amerikaans dorp.
Boeken publiceert hij niet meer
De miljoenen fans zullen het moe
ten doen met de vier meesterwer
ken die hij tot '65 publiceerde.
Wie teruggetrokken leeft en een
groot kunstenaar is, kan er op reke
nen dat er jacht op hem wordt ge
maakt. Dat is in het geval van Sa
linger dus ook gebeurd. Media-bol
werken als Time en Newsweek
hebben geprobeerd om het stil
zwijgen van de schrijver te verbre
ken. Vergeefs overigens. Salinger
volhardt in zijn kluizenaarschap.
Journalisten worden steevast van
zijn erf gejaagd.
Ian Hamilton, een Engelse dich
ter en biograaf, trok hieruit geen le
ring. Tegen beter weten in bena
derde hij de Amerikaanse schrij
ver, want Hamilton wilde een bio
grafie schrijven over de auteur van
o.a. 'De vanger in het koren', een
boek dat grote indruk op de En
gelsman had gemaakt.
"The Catcher was het boek dat
me leerde wat ik al had moeten we
ten: dat literatuur ook vóór je kan
spreken, en niet alleen tegen je. Ik
beschouwde het als 'mijn' boek".
Salinger weigerde Hamilton te
woord te staan. Hij wilde liever ook
niet dat Hamilton een biografie
over hem schreef, maar hij kon de
Engelsman natuurlijk niks verbie
den. Hamilton besloot het karwei
te klaren zonder de hulp van de
hoofdpersoon. Hij grasduinde in
archieven en vond een flink aantal
brieven die voldoende licht wier
pen op het leven van de schrijver.
Wat er toen gebeurde, is voorpa
ginanieuws geweest: Salinger be
gon een rechtszaak om te voorko
men dat de brieven werden afge
drukt. Hij won in hoger beroep. Ha
milton, die toch al niet zo tevreden
was over zijn biografie, zat nu hele
maal met lege handen.
Wat moest hij? Ophouden? Nee,
Hamilton besloot om de brieven
niet te gebruiken en het boek te
herschrijven. Hijzelf kwam meer
op de voorgrond te staan in het uit
eindelijke resultaat, 'Op zoek naar
J.D. Salinger'. Dat boek is niet zo
zeer een biografie alswel een ver
slag van de speurtocht van Hamil
ton.
Het is een slecht boek. Lezers die
geïnteresseerd zijn in Salinger
kunnen het maar beter niet kopen,
want we komen meer te weten over
Hamilton dan over zijn studie-ob
ject. Toegegeven, soms maakt Ha
milton een mooie analyse van het
werk van Salinger, maar helaas
wordt een groot gedeelte van het
boek bepaald door een rancuneus
toontje. De toon van iemand die
wraak wil nemen.
Hamilton doet zijn best om zijn
jeugdidool af te schilderen als een
meisjesgek die koketteert met Zen,
maar ondertussen het toonbeeld
van egoïsme is. Eigenlijk is 'Op
zoek naar J.D. Salinger' een zielig
boek: Hamilton gedraagt zich als
een klein kind dat jengelt omdat
het geen ijsje krijgt.
De mooiste passage in het boek
is niet eens door Hamilton zelf ge
schreven, maar door een kantoor
jongen die Salinger meemaakte
toen deze in het gebouw van The
New Yorker werkte aan zijn ver
haal 'Seymour...'.
"Hij schreef zeven dagen per
week en wat hij deed was het
zwaarste werk dat ik ooit iemand
heb zien doen. Maar hij had het
nooit te druk om even te pauzeren,
een sigaret op te steken, en een.kop
koffie te drinken, en met mij te pra
ten. Hij is zo iemand die je, de eer
ste keer al datje met hem praat, het
gevoel geeft dat hij echt in je geïn
teresseerd is en in wat je zegt. Hij
luistert. Ik was in die tijd behoor
lijk in de war - ik had een heleboel
problemen - en hij heeft me erg
goed geholpen. Ik ben hem heel
dankbaar".
Aan het einde van het boek
schrijft Hamilton dat de grootste
stimulans om het boek te schrijven
een verliefdheid is geweest. Hij is
daar, beweert hij, kennelijk nooit
helemaal overheen gegroeid. "Nu
is dat wel gebeurd. Het boek waar
voor ik door de knieën ging is ein
delijk losgebroken van de tovenaar
die het geschreven heeft".
Alsof Hamilton dat wilde. Geluk-
Ian Hamilton
kig eindigt hij realistisch: Salinger
en hij zullen in de juridische stu
dieboeken altijd blijven voortleven
als vijanden. Over de literatuurboe
ken zwijgt hij. Logisch, want Ha
milton weet ook wel dat hij in de li
teratuurgeschiedenis niet meer zal
zijn dan een magere voetnoot.
WIM BRANDS
Op zoek naar J.D. Salinger. Ian Ha
milton, vert. Johan Hos, uitg. Meulen-
hoff.
Het belangrijkste gebeurt altijd
buiten beeld. Was het niet T.S.
Eliot die dit schreef? Ik weet het
niet meer precies. Maar de consta
tering heèft nog niets aan geldig
heid ingeboet. Terwijl de 'Maxima-
len' met veel tamtam de aandacht
naar zich toe proberen te trekken,
wordt er door iemand in stilte
prachtige poëzie geschreven. Poë
zie die het niet hoeft te hebben van
ronkende p.r.-verhalen van Volks
krantjournalisten die zo graag een
'stroming' willen ontdekken. Ik
heb het hier over de gedichten van
Elma van Haren, wier debuutbun
del 'De reis naar het welkom gehe
ten' onlangs terecht werd be
kroond met de Cees Buddingh-
prijs.
'Met een zweep een standbeeld
ranselen.' Met deze woedende,
maar tegelijk machteloze, consta
tering eindigt 'Onder één noemer',
het laatste gedicht van Van Harens
debuut. Het is de gedachte van een
vertwijfeld mens, iemand die er on
danks veel pogingen daartoe niet
in slaagt contact te maken met de
omgeving, met de anderen. Die
mens - een vrouw in dit geval - ver
keert in een tussengebied, een nie
mandsland. Het zijn dit soort ty
pen, waarmee de gedichten van El-
ALCATRAZ
Precies aan het einde van de televisiefilm,
- waarin iedere aanzwell
dat e
breekt er buiten een reusacht,
De mensen zitten vast in hun huizen.
Zij halen nauwelijks adem bij zoveel razernij.
Boven me hoor ik hen voorzichtig bewegen.
Zij kreunen zacht,
zij hijgen opgewonden.
Een bliksemflits!
Dan rolt de donder over hun g
De bewaker is genaderd.
Ik kruis mijn vingers voor hen.
Zij zijn zich aan het uitgraven
en mogen op dit ogenblik niet betrapt worden
ELMA VAN HAREN
Brigitte Raskin is hoofdredacteur
van het Vlaamse blad De Nieuwe
Maand Zojuist ver
scheen haar literair debuut 'Het
koekoeksjong' oppervlakkig ge-
ADVERTENTIE
KOOYKER
zien typisch het werk van een jou£
nalist.
Uitgangspunt voor het boek is
namelijk een ware geschiedenis. In
1970, toen Raskin in Leuven stu
deerde overleed een huisgenoot
aan een auto-ongeluk. Met deze
Frans Maes, zoals ze hem voor haar
boek heeft herdoopt had ze nauwe
lijks contact, hij was niet aardig,
niet interessant en niet geliefd. Een
niemand.
Toch probeert Raskin zeventien
jaar later na te gaan wat voor ie
mand Maes is geweest. Ze spreekt
met mensen die met hem te maken
hadden.
Soms vindt ze opmerkelijke in
formatie. Een voorbeeld. Juist de
zeer armelijke omstandigheden
waaronder hij opgroeide, zorgden
ervoor dat de kleine Maes korte tijd
als een plaatselijke held gold.
Later verdwijnt hij weer in de
schemering. Als snorder, kleine
crimineel, kelner, steeds verhui
zend om lastige autoriteiten te ont
vluchten.
Merkwaardig toch dat zo'n onin
teressante figuur een boeiend boek
als Het koekoeksjong weet op te le
veren. Het zit hem dan ook in de
manier waarop Raskin haar recon
structie heeft gepresenteerd in een
combinatie van verschillende ele
menten. Een kranteknipsel uit een
dossier, een verslag van een ge
sprek, een kranteknipsel en de be
schrijving van haar eigen activitei
ten in dezen.
Al deze stukjes puzzel worden
tot een geheel samengevoegd door
het commentaar van de auteur en
niet te vergeten door haar verbeel
ding.
Het koekoeksjong lijkt slechts
oppervlakkig op het werk van do
cumentaire auteurs. Door de com
binatie van nauwgezette recon
structie en verbeelding en niet te
vergeten de emoties van degene
die dit alles opschrijft plaats Brigit
te Raskin zich in een andere rich
ting: die van leeftijdsgenoten als
Leo Pleijsier en Pol Hoste.
Schrijvers die elk op hun manier,
met een vergelijkbaar literair on
derzoek bezig zijn naar de geschie
denis van kleine en vergeten men
sen. 'Een mensenleven is helaas zo
weinig, een mensenlot echter bete
kent zoveel', deze regels van
Grillparzer die voortdurend door
het hoofd van Raskin spoken, kun
nen evengoed als motto voor hem
gelden. Het is wel de interessantste
richting in het recente Vlaamse
proza.
AUGUST HANS DEN BOEF
De ongeveer 11-jarige Henry Hoo
per rommelt letterlijk en figuurlijk
maar wat aan. Zijn ouders leven ge
scheiden, zijn moeder heeft nauwe
lijks tijd, er is geen geld voor leuke
kleren of een fiets. Henry beklaagt
zijn lot, maar zit niet bij de pakken
neer. Met een zekere blijmoedig
heid probeert hij er het beste van te
maken.
Een van zijn hobby's is het verza
melen van oude rotzooi. Op een
avond treft hij bij het grof vuil een
afgedankt etalagebeen aan. Al
gauw ontdekt hij dat meer mensen
belangstelling hebben voor 'zijn'
been. Berooide Ben bijvoorbeeld
die zelfs Henry's huis binnensluipt
om het been te bemachtigen.
Henry kan er niet achterkomen
waarom het stuk plastic zo interes
sant is. Tegelijkertijd ontdekt hij
dat er vreemde figuren rondhan
gen bij een oude fabriek in de buurt
van het huis van de Hoopers, 's
Nachts zijn lichtsignalen te zien.
Kortom: er is iets grondig mis en
Henry's been heeft er mee te ma
ken. Maar op welke
'Het verkeerde been' van Ann
Pilling is vlot en glashelder ge
schreven, waardoor het verhaal
leest als een wervelwind. 'Hij was
volkomen blut. Hij had uitgere
kend dat zijn zakgeld, als zijn moe
der er tenminste aan dacht om het
hem te geven, tweederde ónder het
landelijk gemiddelde lag'. Leven
dige recht-voor-zijn-raap-taal,
waarin de grappige vergelijkingen
over elkaar heen buitelen.
Bij al die snelheid vliegt de
schrijfster hier en daar wel eens uit
de bocht: soms is het verhaal erg
van de hak op de tak springerig of
worden zonder overgang sprongen
in de tijd gemaakt. Maar dat zijn
kanttekeningen.
Ondanks de populaire stijl is de
schrijfster er ook nog in geslaagd
het verhaal sfeer, warmte, span
ning, humor en ontroering mee te
geven. Zonder er uitdrukkelijk bij
stil te staan wordt Henry's een
zaamheid en zijn hunkering naar
gezellige huiselijkheid aangrij
pend duidelijk.
Simone Kramer is er uitstekend
in geslaagd bij het vertalen de le
vendigheid van het boek te bewa
ren. Vreemd alleen dat sommige
namen zijn vernederlandst (Jubile
umstraat, Eikendreefschool), maar
de Engelse namen van mensen en
de stad zelf zijn gehandhaafd.
Ruud de Bruijn maakte paginagro
te tekeningen bij dit boek voor le
zers vanaf 9 jaar.
Ook Buster Oregon Mortensen
(11), hoofdpersoon in 'De wereld
van Buster' van Bjarne Reuter,
voelt zich soms eenzaam. Hij komt
uit een bohemienachtig gezin met
een vader die werkloos goochelaar
en straatzanger is. Van hem leert
Buster de mooiste trucs die de jon
gen echter op de meest ongelegen
momenten demonstreert.
voor lekkere geuren. Een jongen
met een goed hart (hij vertelt zijn
gehandicapte zus Ingeborg graag
troostrijke verhaaltjes). Zijn ver
makelijk, uitzonderlijk gedrag en
uiterlijk (hoogwaterbroek, Hawaii-
hemd en kleurige sokken) maken
Buster tot mikpunt van pesterijen.
Hij is echter niet het type om zich
daardoor uit het veld te laten slaan.
Illustratie uit 'De wereld van Buster'
De plagerijen pareert hij met een
kwinkslag. Lang stil staan bij ver
velende gebeurtenissen doet Bus
ter niet, daarvoor staat hij te veel
open voor de mooie dingen om
hem heen: de heerlijke geur van se
ringen bijvoorbeeld of het beeld
schone meisje Joanne.
De lezer krijgt geen tijd zich te
vervelen: er gebeurt veel in 'De we
reld van Buster' en er valt naast
ontroering voldoende te lachen.
Het boek heeft dezelfde ontroeren
de, poëtische mengeling van hu
mor en ernst, die zo veel Scandina
vische jeugdboeken kenmerkt.
Maar het is. bepaald niet vol
maakt geschreven. Woorden (kick-
sen, stukje twist), zinnen en beeld
spraak zijn soms onbegrijpelijk.
Vooral de vergelijkingen doen erg
'volwassen' aan en lijken bepaald
niet afkomstig van een 11-jarige
dromer. Ook de vertaling van An-
nelies van Hees is niet vlekkeloos:
werkelozen in plaats van werkloos
om maar een voorbeeld te noemen.
De illustraties van Juliette de Wit
zijn uitstekend, op één punt na:
hoe kunnen Ingeborg en Buster de
sterren zien vanuit hun zolder
raam, zoals in de tekst staat, als ze
volgens de tekening met hun ge
zichten de andere kant opkijken?
De wereld van Buster is voor 10
jaar en ouder.
MARGOT KLOMPMAKER
Het verkeerde been, Ann Pilling,
uitg. Plocgsma, f22,95.
De wereld van Buster, Bjarne Reu
ter, uitg. Qucrido, i 18,90.
ma van Haren zijn bevolkt. Zij zijn
nog niet jarig met zichzelf: 'Het is
lente en/mijn schaduw op de muur-
/heeft nu al - begin maart -/monster
lijke proporties'.
In de wereldsteden verdringen
de mensen elkaar. De figuren van
Elma van Haren bevinden zich tus
sen die mensen. En ze vragen zich
af: waar blijft het welkom, waarom
loopt men ons met dode ogen voor
bij? De muren van wolkenkrab
bers worden de wanden van een ra
vijn.
Er zijn ontmoetingen met man
nen in de supermarket, met man
nen in treinen en mannen in woes
tijnen. maar geen een/is in mijn
herinnering gebleven', zo luidt het
commentaar van de ik-figuur op
die ontmoetingen. Omdat die 'ik'
dat niet wil of omdat die mannen
zelfs haar herinnering als verblijf
plaats te min vinden?
'Hoe is het mogelijk zo klem te
zitten/tussen open en dicht?' Nog
een regel die het gemis aan contact
illustreert. Hier wil iemand ergens
naar binnen, maar de werkelijk
heid zegt: je komt er niet in. En de
deur wordt dichtgeduwd, uit alle
macht, al komen lichaam en geest
van de 'indringster' daarbij ook
knel te zitten. Zij moet buiten blij
ven, in het leven. Mag zelfs niet
naar binnen in de kamers van haar
dood, waar 'de levende nu en de
toekomstige dode' elkaar kunnen
ontmoeten. Een ontmoeting met je
eigen lijk, het is een miserabele
ontmoeting, maar het is tenminste
iets.
Maar is het met 'de anderen' dan
beter gesteld? Hebben die wel we
zenlijk contact met elkaar? Nee. Zij
leven in hun flats als in de cellen
blokken van Alcatraz. Slechts de
liefde biedt ontsnapping. Hijgend
en kreunend 'graaft' men zich uit.
Tijdelijk.
De problematiek die Van Haren
in haar poëzie behandelt, doet den
ken aan die van Kees Ouwens.
Maar de gedichten van deze dichte
res zijn opener, niet alleen maar ge
richt op de eigen persoon. Er is een
meevoelen, een meelijden met de
anderen. De mufheid, de ranzige
lucht van geestelijke zelfbevlek
king ontbreekt. Het is poëzie 'van
de straat', bewegende poëzie. Poë
zie die zich niet in het keurslijf van
een brallerig, 'maximaal' manifest
laat dwingen.
CEES VAN HOORE
De reis naar het welkom geheten, El
ma van Haren, gedichten. De Harmo-
De "robot" in de science fiction is,
zoals de meeste kenners wel weten,
een vondst van de Tsjechische
schrijver Capek, een tijdgenoot
van Kafka. Zijn toneelstuk R.U.R.,
een afkorting van "Rossum's Uni
versal Robots", werd in 1921 voor
het eerst opgevoerd in Praag en is
een satire op de methodes van de
kapitalistische maatschappij "en
in wezen een belichaming van de
angst van Capek dat de toenemen
de automatisering en bureaucratie
de mensheid zal ontmenselijken.
De oude Rossum heeft een formule
opgesteld, waardoor in een fabriek
kunstmatige mensen kunnen wor
den gemaakt. Zijn robots zijn ver
eenvoudigde versies van menselij
ke wezens: ze hebben geen ziel en
ze werken alleen maar. Ze kunnen
zich niet voortplanten, maar twee
afwijkende robots, een man en een
vrouw, blijven over om helemaal
opnieuw te beginnen".
Het woord "robot" komt van een
Slavisch woord dat "werken" bete
kent. Volgens Brian Aldiss, van
wie ik bovenstaande gegevens (uit
Het Lichtjarenfeest) heb gejat, zou
den wij Capeks robots eerder "and-
roïden" noemen, en is het thema
van R.U.R. eerder een logische ont
wikkeling op het Frankenstein-
thema.
"Echte" robots, zoals wij die ken
nen, zijn wezens van metaal en aan
de aloude Asimov komt de eer toe
het metalen monster uit zijn trieste
en vaak angstaanjagende isole
ment te hebben verlost. Hij stelde
de befaamde drie robot-wetten op,
die ervoor zorgden dat de robots (in
zijn verhalen voorzien van positro-
nische breinen) geen gevaar meer
opleverden voor hun menselijke
scheppers en werkgevers.
Vervolgens schreef de oude
meester een aantal verhalen, waar
in hij niet zelden zijn eigen wetten
der robotica probeerde te omzeilen
en/of zijn menselijke personages
confronteerde met robots die om
de een of andere reden niet (goed)
functioneerden. Dat gegeven lever
de o.a. een stel prachtige verhalen
op met de robotpsychologe Susan
Calvin in de hoofdrol: vernuftige
detective-achtige verhaaltjes,
waarin mensenhaatster Calvin het
voor de malfunctionerende robots
opneemt. Hierin wordt overigens
de suggestie gewekt dat de robot
wel degelijk over (een soort) ziel
beschikt.
In de fraaie bundel "Een robot
droomt" (gevoelvol geïllustreerd
door Ralph McQuarne, die ook aan
beroemde films als Star Wars heeft
meegewerkt) heeft Asimov 21 ver
halen geselecteerd, die hij schreef
tussen 1940 en 1980. Niet alleen zijn
robotverhalen zijn hierin opgeno
men, maar ook verhalen over rei
zen tijd en ruimte, sprekende au
to's en intelligente computers.
Het titelverhaal is speciaal voor
deze bundel geschreven en nooit
eerder gepubliceerd. Het behan
delt de ultieme ontwikkeling van
de robotica: de constructie van een
robot met een zelfbewustzijn, dat
hem in staat stelt buiten de grenzen
van zijn mechanische constructie
te treden. De robot Elvex droomt
dat zijn "volk", de verantwoorde
lijkheid en de last van de drie wet
ten der robotica van zich afwerpt
en alleen nog gehoorzaamt aan één
wet: "Een robot moet zichzelf be
schermen". Frankenstein bevrijd
maar niet voor lang.
Een boek waarin gevorderde
technologie ook een belangrijke rol
speelt is "Gestrand in de realitijd"
van Vernor Vinge, die eerder "De
vredesoorlog" schreef, waarin de
auteur een bolvormig kracht-
scherm verzon dat door letterlijk
niets kan worden doorbroken.
Aanvankelijk wordt het scherm als
wapen gebruikt, men sluit de vij
and in zo'n bol op en zet hem daar
door effectief buiten spel.
Na de "vredesoorlog" wordt het
een rage om je vrijwillig in te slui
ten en jaren of zelfs eeuwen later
eruit te komen om een kijkje te ne
men in de toekomst. "Sommige fa
milies zijn vastbesloten om eens
per miljoen jaar uit hun bol te stap
pen, een jaar in realtime te leven en
dan reizen ze weer verder, steeds
op weg naar het einde der tijden,
wat een apotheose moet worden..."
Bij een zo'n uitstapje blijkt de
aarde plots totaal ontvolkt te zijn.
en geen van de tijdreizigers kan
achterhalen wat de oorzaak is. De
laatste paar honderd mensen, reizi
gers uit diverse tijden, komen in
deze realitijd samen en proberen
onder leiding van Marta en Yelén
Korolev. afkomstig uit een machtig
technologisch tijdperk, de mens
heid voor uitsterven te behoeden.
Dit alles gaat gepaard met tal van
problemen, het onderscheid tus
sen reizigers uit vroegere en latere
tijden bijvoorbeeld. De Korolevs
hebben de macht, omdat zij be
schikken over zeer geavanceerde
apparatuur de rest kan weinig
anders doen dan zich schikken in
hun droom van herstichting van de
mensheid.
Dan wordt Marta op mysterieuze
wijze buiten de bol gesloten, ter
wijl de anderen een eind verder de
toekomst inreizen. "Veertig jaar
lang zat zij eenzaam vast in real
time, in de tijdelijk onbewoonde
wereld, en uiteindelijk stierf zij,
terwijl ze eeuwig had kunnen le
ven". Wil Brierson, een voormalige
politieagent uit een laagtechno-
tijdperk, moet Marta's moorde
naar, iemand die kennelijk niet wil
dat de mens blijft bestaan, opspo-
Het gegeven van dit boek, men
sen die bij wijze van spreken eeu
wig naar de toekomst kunnen le
ven, is erg aardig en biedt allerlei
mogelijkheden. Jammer dat Vinge
gekozen heeft voor een tamelijk
behoudende detective-opzet: ik
had liever willen weten wat er met
de mensheid is gebeurd, of wat de
Robinsons aan het einde der tijden
te zien krijgen. Nu verzandt het
boek in een tamelijk saai en lang
dradig opsporingsverhaal, waarin
van "sense of wonder" nauwelijks
sprake is.
ROB VOOREN
Een robot droomt, Isaac Asimov. Uitg
Bruna, 39,50.
Gestrand in dc realitijd, Vernor
Vinge. Uitg. Mculcnhoff, 24,50.
De Amerikaanse thrillerschrijver
Tom Clancy maakte enkele jaren
geleden een imponerend debuut
met 'De jacht op de Red October',
waarin een topman van de Russi
sche marine met een zeer geavan
ceerde Russische atoomonder
zeeër naar het Westen uitwijkt. De
enige dissonant in het enerverende
verhaal was Clancy's passie om
zijn technische kennis ten toon te
spreiden. Hij ging zich te buiten
aan ellenlange technische betogen,
die de vaart in zijn verhaal danig af
remden.
In zijn tweede boek 'Operatie
Rode Storm' kon hij die neiging al
wat beter binnen de perken hou
den, maar af en toe gleed hij toch
weer uit in dit oorlogsverhaal over
het beleg van een eiland. In zijn
derde boek 'Ongelijke strijd' houdt
Clancy zich volledig in toom. Ner
gens stikt het verhaal in een uitvoe
rige wapenbeschrijving, terwijl er
toch heel wat in wordt geschoten.
Het begint al vroeg. Een Ameri
kaanse historicus, ex-mariniers en
oud CIA-medewerkér raakt in Lon
den door een volledig spontane re
actie betrokken bij een aanslag van
de IRA. Hij doodt zelfs een van de
overvallers. Van dat moment af is
hij zelf het doelwit van wraakacties
van de bikkelharde IRA-splinter,
die verantwoordelijk was voor de
overval in Londen, die achteraf een
poging bleek te zijn om de Britse
kroonprins te gijzelen.
Clancy's verhaal is ditmaal ook
wat meer op de mens gericht dan
op het louter militair machtsver
toon, dat zijn vorige boeken domi
neerde. Hij beschrijft heel aanne
melijk hoe het jonge Amerikaanse
gezin kapot dreigt te gaan aan de
voortdurende spanning, die het ge
weld ontketent. Jammer alleen, dat
Clancy's fantasie niet meer dan na
genoeg volmaakte mensen kan
voortbrengen.
Zijn hoofdfiguur is een soort Oli
ver North, zoals die zich tijdens de
hoorzittingen over de Iraanse crisis
presenteerde. Een koene brave
borst, die zich met voorbijzien van
alle persoonlijke belangen inzet
voor volk en vaderland. Een smet
teloos militair, een ideaal gezins
hoofd, een super-intelligente vei
ligheidsman. Bijna te mooi om
waar te zijn. En dat geldt ook voor
de vrouw van onze held, een zich
zelf volledig wegcijferende arts.
Een nagenoeg perfecte echtgenote
en een moeder zoals ieder kind zich
En tegenover deze foutloze affi
che-figuren staan dan die wrede,
niets ontziende, een leeg doel na
strevende terroristen. Hoe lekker
het verhaal ook loopt, hoe gemak
kelijk leesbaar het ook is, het is mij
allemaal te gladjes zwart-wit gete
kend. Geeft mij dan toch maar een
Tom Clancy, die af en toe struikelt
over een te veel aan technische
kennis
Herinneringen
Als ik de gegevens op de omslag
mag geloven heeft gravin Aline van
Romanones, geboren Aline Grif
fith tijdens de Tweede Wereldoor
log in Spanje als geheim agent voor
de Amerikanen gewerkt.
Meer dan veertig jaar later heeft
zij opeens de neiging gevoeld om
wat zij in de laatste jaren van de
oorlog heeft beleefd aan het papier
toe te vertrouwen. Maar omdat er
personen in haar ontboezemingen
voorkomen die nog in leven zijn, is
er hier en daar wat geknoeid met
namen en beschrijvingen. En daar
mee is de authenticiteit van Alines
verhaal over de ontmaskering van
de leider van een Duits spionage-
net nfeteen danig op de tocht ko
men te staan.
Maar een kniesoor die daarop let.
Het is in een milde toonzetting ge
componeerd verhaaltje over het
oorlogje dat daar in Madrid in de
societysalons werd uitgevochten.
Met de vrolijke kout, het smakelij
ke hapje, het bruisende drankje en
persoonlijke charme als de ogen-
schünlijk voornaamste wapens.
Behalve dan op de achtergrond
waar de messen aanzienlijk scherp
er werden geslepen en er flink wat
doden zijn gevallen.
Desondanks is Alines verhaal
nauwelijks meer dan een aardig,
maar door de tijd ingehaald kyKje
achter de spionageschermen.
KOOS POST.
Ongelijke strijd, Tom Clancy, uitg.
Bruna, f32,50
De spionne in het rood, Aline gravin
van Romanones, uitg. Boekerij, 123.90