De robot in de sf Een standbeeld ranselen De rancune van een biograaf Boeiende speurtocht in Het koekoeksjong Een aangename mengeling van humor en ontroering Ian Hamilton op zoek naar J.D. Salinger Indrukwekkende poëzie van Elma van Haren Zwart-wit bij Tom Clancy ZZ J.D. Salinger is de Greta Garbo van de literatuur: hij leeft.als een klui zenaar in een Amerikaans dorp. Boeken publiceert hij niet meer De miljoenen fans zullen het moe ten doen met de vier meesterwer ken die hij tot '65 publiceerde. Wie teruggetrokken leeft en een groot kunstenaar is, kan er op reke nen dat er jacht op hem wordt ge maakt. Dat is in het geval van Sa linger dus ook gebeurd. Media-bol werken als Time en Newsweek hebben geprobeerd om het stil zwijgen van de schrijver te verbre ken. Vergeefs overigens. Salinger volhardt in zijn kluizenaarschap. Journalisten worden steevast van zijn erf gejaagd. Ian Hamilton, een Engelse dich ter en biograaf, trok hieruit geen le ring. Tegen beter weten in bena derde hij de Amerikaanse schrij ver, want Hamilton wilde een bio grafie schrijven over de auteur van o.a. 'De vanger in het koren', een boek dat grote indruk op de En gelsman had gemaakt. "The Catcher was het boek dat me leerde wat ik al had moeten we ten: dat literatuur ook vóór je kan spreken, en niet alleen tegen je. Ik beschouwde het als 'mijn' boek". Salinger weigerde Hamilton te woord te staan. Hij wilde liever ook niet dat Hamilton een biografie over hem schreef, maar hij kon de Engelsman natuurlijk niks verbie den. Hamilton besloot het karwei te klaren zonder de hulp van de hoofdpersoon. Hij grasduinde in archieven en vond een flink aantal brieven die voldoende licht wier pen op het leven van de schrijver. Wat er toen gebeurde, is voorpa ginanieuws geweest: Salinger be gon een rechtszaak om te voorko men dat de brieven werden afge drukt. Hij won in hoger beroep. Ha milton, die toch al niet zo tevreden was over zijn biografie, zat nu hele maal met lege handen. Wat moest hij? Ophouden? Nee, Hamilton besloot om de brieven niet te gebruiken en het boek te herschrijven. Hijzelf kwam meer op de voorgrond te staan in het uit eindelijke resultaat, 'Op zoek naar J.D. Salinger'. Dat boek is niet zo zeer een biografie alswel een ver slag van de speurtocht van Hamil ton. Het is een slecht boek. Lezers die geïnteresseerd zijn in Salinger kunnen het maar beter niet kopen, want we komen meer te weten over Hamilton dan over zijn studie-ob ject. Toegegeven, soms maakt Ha milton een mooie analyse van het werk van Salinger, maar helaas wordt een groot gedeelte van het boek bepaald door een rancuneus toontje. De toon van iemand die wraak wil nemen. Hamilton doet zijn best om zijn jeugdidool af te schilderen als een meisjesgek die koketteert met Zen, maar ondertussen het toonbeeld van egoïsme is. Eigenlijk is 'Op zoek naar J.D. Salinger' een zielig boek: Hamilton gedraagt zich als een klein kind dat jengelt omdat het geen ijsje krijgt. De mooiste passage in het boek is niet eens door Hamilton zelf ge schreven, maar door een kantoor jongen die Salinger meemaakte toen deze in het gebouw van The New Yorker werkte aan zijn ver haal 'Seymour...'. "Hij schreef zeven dagen per week en wat hij deed was het zwaarste werk dat ik ooit iemand heb zien doen. Maar hij had het nooit te druk om even te pauzeren, een sigaret op te steken, en een.kop koffie te drinken, en met mij te pra ten. Hij is zo iemand die je, de eer ste keer al datje met hem praat, het gevoel geeft dat hij echt in je geïn teresseerd is en in wat je zegt. Hij luistert. Ik was in die tijd behoor lijk in de war - ik had een heleboel problemen - en hij heeft me erg goed geholpen. Ik ben hem heel dankbaar". Aan het einde van het boek schrijft Hamilton dat de grootste stimulans om het boek te schrijven een verliefdheid is geweest. Hij is daar, beweert hij, kennelijk nooit helemaal overheen gegroeid. "Nu is dat wel gebeurd. Het boek waar voor ik door de knieën ging is ein delijk losgebroken van de tovenaar die het geschreven heeft". Alsof Hamilton dat wilde. Geluk- Ian Hamilton kig eindigt hij realistisch: Salinger en hij zullen in de juridische stu dieboeken altijd blijven voortleven als vijanden. Over de literatuurboe ken zwijgt hij. Logisch, want Ha milton weet ook wel dat hij in de li teratuurgeschiedenis niet meer zal zijn dan een magere voetnoot. WIM BRANDS Op zoek naar J.D. Salinger. Ian Ha milton, vert. Johan Hos, uitg. Meulen- hoff. Het belangrijkste gebeurt altijd buiten beeld. Was het niet T.S. Eliot die dit schreef? Ik weet het niet meer precies. Maar de consta tering heèft nog niets aan geldig heid ingeboet. Terwijl de 'Maxima- len' met veel tamtam de aandacht naar zich toe proberen te trekken, wordt er door iemand in stilte prachtige poëzie geschreven. Poë zie die het niet hoeft te hebben van ronkende p.r.-verhalen van Volks krantjournalisten die zo graag een 'stroming' willen ontdekken. Ik heb het hier over de gedichten van Elma van Haren, wier debuutbun del 'De reis naar het welkom gehe ten' onlangs terecht werd be kroond met de Cees Buddingh- prijs. 'Met een zweep een standbeeld ranselen.' Met deze woedende, maar tegelijk machteloze, consta tering eindigt 'Onder één noemer', het laatste gedicht van Van Harens debuut. Het is de gedachte van een vertwijfeld mens, iemand die er on danks veel pogingen daartoe niet in slaagt contact te maken met de omgeving, met de anderen. Die mens - een vrouw in dit geval - ver keert in een tussengebied, een nie mandsland. Het zijn dit soort ty pen, waarmee de gedichten van El- ALCATRAZ Precies aan het einde van de televisiefilm, - waarin iedere aanzwell dat e breekt er buiten een reusacht, De mensen zitten vast in hun huizen. Zij halen nauwelijks adem bij zoveel razernij. Boven me hoor ik hen voorzichtig bewegen. Zij kreunen zacht, zij hijgen opgewonden. Een bliksemflits! Dan rolt de donder over hun g De bewaker is genaderd. Ik kruis mijn vingers voor hen. Zij zijn zich aan het uitgraven en mogen op dit ogenblik niet betrapt worden ELMA VAN HAREN Brigitte Raskin is hoofdredacteur van het Vlaamse blad De Nieuwe Maand Zojuist ver scheen haar literair debuut 'Het koekoeksjong' oppervlakkig ge- ADVERTENTIE KOOYKER zien typisch het werk van een jou£ nalist. Uitgangspunt voor het boek is namelijk een ware geschiedenis. In 1970, toen Raskin in Leuven stu deerde overleed een huisgenoot aan een auto-ongeluk. Met deze Frans Maes, zoals ze hem voor haar boek heeft herdoopt had ze nauwe lijks contact, hij was niet aardig, niet interessant en niet geliefd. Een niemand. Toch probeert Raskin zeventien jaar later na te gaan wat voor ie mand Maes is geweest. Ze spreekt met mensen die met hem te maken hadden. Soms vindt ze opmerkelijke in formatie. Een voorbeeld. Juist de zeer armelijke omstandigheden waaronder hij opgroeide, zorgden ervoor dat de kleine Maes korte tijd als een plaatselijke held gold. Later verdwijnt hij weer in de schemering. Als snorder, kleine crimineel, kelner, steeds verhui zend om lastige autoriteiten te ont vluchten. Merkwaardig toch dat zo'n onin teressante figuur een boeiend boek als Het koekoeksjong weet op te le veren. Het zit hem dan ook in de manier waarop Raskin haar recon structie heeft gepresenteerd in een combinatie van verschillende ele menten. Een kranteknipsel uit een dossier, een verslag van een ge sprek, een kranteknipsel en de be schrijving van haar eigen activitei ten in dezen. Al deze stukjes puzzel worden tot een geheel samengevoegd door het commentaar van de auteur en niet te vergeten door haar verbeel ding. Het koekoeksjong lijkt slechts oppervlakkig op het werk van do cumentaire auteurs. Door de com binatie van nauwgezette recon structie en verbeelding en niet te vergeten de emoties van degene die dit alles opschrijft plaats Brigit te Raskin zich in een andere rich ting: die van leeftijdsgenoten als Leo Pleijsier en Pol Hoste. Schrijvers die elk op hun manier, met een vergelijkbaar literair on derzoek bezig zijn naar de geschie denis van kleine en vergeten men sen. 'Een mensenleven is helaas zo weinig, een mensenlot echter bete kent zoveel', deze regels van Grillparzer die voortdurend door het hoofd van Raskin spoken, kun nen evengoed als motto voor hem gelden. Het is wel de interessantste richting in het recente Vlaamse proza. AUGUST HANS DEN BOEF De ongeveer 11-jarige Henry Hoo per rommelt letterlijk en figuurlijk maar wat aan. Zijn ouders leven ge scheiden, zijn moeder heeft nauwe lijks tijd, er is geen geld voor leuke kleren of een fiets. Henry beklaagt zijn lot, maar zit niet bij de pakken neer. Met een zekere blijmoedig heid probeert hij er het beste van te maken. Een van zijn hobby's is het verza melen van oude rotzooi. Op een avond treft hij bij het grof vuil een afgedankt etalagebeen aan. Al gauw ontdekt hij dat meer mensen belangstelling hebben voor 'zijn' been. Berooide Ben bijvoorbeeld die zelfs Henry's huis binnensluipt om het been te bemachtigen. Henry kan er niet achterkomen waarom het stuk plastic zo interes sant is. Tegelijkertijd ontdekt hij dat er vreemde figuren rondhan gen bij een oude fabriek in de buurt van het huis van de Hoopers, 's Nachts zijn lichtsignalen te zien. Kortom: er is iets grondig mis en Henry's been heeft er mee te ma ken. Maar op welke 'Het verkeerde been' van Ann Pilling is vlot en glashelder ge schreven, waardoor het verhaal leest als een wervelwind. 'Hij was volkomen blut. Hij had uitgere kend dat zijn zakgeld, als zijn moe der er tenminste aan dacht om het hem te geven, tweederde ónder het landelijk gemiddelde lag'. Leven dige recht-voor-zijn-raap-taal, waarin de grappige vergelijkingen over elkaar heen buitelen. Bij al die snelheid vliegt de schrijfster hier en daar wel eens uit de bocht: soms is het verhaal erg van de hak op de tak springerig of worden zonder overgang sprongen in de tijd gemaakt. Maar dat zijn kanttekeningen. Ondanks de populaire stijl is de schrijfster er ook nog in geslaagd het verhaal sfeer, warmte, span ning, humor en ontroering mee te geven. Zonder er uitdrukkelijk bij stil te staan wordt Henry's een zaamheid en zijn hunkering naar gezellige huiselijkheid aangrij pend duidelijk. Simone Kramer is er uitstekend in geslaagd bij het vertalen de le vendigheid van het boek te bewa ren. Vreemd alleen dat sommige namen zijn vernederlandst (Jubile umstraat, Eikendreefschool), maar de Engelse namen van mensen en de stad zelf zijn gehandhaafd. Ruud de Bruijn maakte paginagro te tekeningen bij dit boek voor le zers vanaf 9 jaar. Ook Buster Oregon Mortensen (11), hoofdpersoon in 'De wereld van Buster' van Bjarne Reuter, voelt zich soms eenzaam. Hij komt uit een bohemienachtig gezin met een vader die werkloos goochelaar en straatzanger is. Van hem leert Buster de mooiste trucs die de jon gen echter op de meest ongelegen momenten demonstreert. voor lekkere geuren. Een jongen met een goed hart (hij vertelt zijn gehandicapte zus Ingeborg graag troostrijke verhaaltjes). Zijn ver makelijk, uitzonderlijk gedrag en uiterlijk (hoogwaterbroek, Hawaii- hemd en kleurige sokken) maken Buster tot mikpunt van pesterijen. Hij is echter niet het type om zich daardoor uit het veld te laten slaan. Illustratie uit 'De wereld van Buster' De plagerijen pareert hij met een kwinkslag. Lang stil staan bij ver velende gebeurtenissen doet Bus ter niet, daarvoor staat hij te veel open voor de mooie dingen om hem heen: de heerlijke geur van se ringen bijvoorbeeld of het beeld schone meisje Joanne. De lezer krijgt geen tijd zich te vervelen: er gebeurt veel in 'De we reld van Buster' en er valt naast ontroering voldoende te lachen. Het boek heeft dezelfde ontroeren de, poëtische mengeling van hu mor en ernst, die zo veel Scandina vische jeugdboeken kenmerkt. Maar het is. bepaald niet vol maakt geschreven. Woorden (kick- sen, stukje twist), zinnen en beeld spraak zijn soms onbegrijpelijk. Vooral de vergelijkingen doen erg 'volwassen' aan en lijken bepaald niet afkomstig van een 11-jarige dromer. Ook de vertaling van An- nelies van Hees is niet vlekkeloos: werkelozen in plaats van werkloos om maar een voorbeeld te noemen. De illustraties van Juliette de Wit zijn uitstekend, op één punt na: hoe kunnen Ingeborg en Buster de sterren zien vanuit hun zolder raam, zoals in de tekst staat, als ze volgens de tekening met hun ge zichten de andere kant opkijken? De wereld van Buster is voor 10 jaar en ouder. MARGOT KLOMPMAKER Het verkeerde been, Ann Pilling, uitg. Plocgsma, f22,95. De wereld van Buster, Bjarne Reu ter, uitg. Qucrido, i 18,90. ma van Haren zijn bevolkt. Zij zijn nog niet jarig met zichzelf: 'Het is lente en/mijn schaduw op de muur- /heeft nu al - begin maart -/monster lijke proporties'. In de wereldsteden verdringen de mensen elkaar. De figuren van Elma van Haren bevinden zich tus sen die mensen. En ze vragen zich af: waar blijft het welkom, waarom loopt men ons met dode ogen voor bij? De muren van wolkenkrab bers worden de wanden van een ra vijn. Er zijn ontmoetingen met man nen in de supermarket, met man nen in treinen en mannen in woes tijnen. maar geen een/is in mijn herinnering gebleven', zo luidt het commentaar van de ik-figuur op die ontmoetingen. Omdat die 'ik' dat niet wil of omdat die mannen zelfs haar herinnering als verblijf plaats te min vinden? 'Hoe is het mogelijk zo klem te zitten/tussen open en dicht?' Nog een regel die het gemis aan contact illustreert. Hier wil iemand ergens naar binnen, maar de werkelijk heid zegt: je komt er niet in. En de deur wordt dichtgeduwd, uit alle macht, al komen lichaam en geest van de 'indringster' daarbij ook knel te zitten. Zij moet buiten blij ven, in het leven. Mag zelfs niet naar binnen in de kamers van haar dood, waar 'de levende nu en de toekomstige dode' elkaar kunnen ontmoeten. Een ontmoeting met je eigen lijk, het is een miserabele ontmoeting, maar het is tenminste iets. Maar is het met 'de anderen' dan beter gesteld? Hebben die wel we zenlijk contact met elkaar? Nee. Zij leven in hun flats als in de cellen blokken van Alcatraz. Slechts de liefde biedt ontsnapping. Hijgend en kreunend 'graaft' men zich uit. Tijdelijk. De problematiek die Van Haren in haar poëzie behandelt, doet den ken aan die van Kees Ouwens. Maar de gedichten van deze dichte res zijn opener, niet alleen maar ge richt op de eigen persoon. Er is een meevoelen, een meelijden met de anderen. De mufheid, de ranzige lucht van geestelijke zelfbevlek king ontbreekt. Het is poëzie 'van de straat', bewegende poëzie. Poë zie die zich niet in het keurslijf van een brallerig, 'maximaal' manifest laat dwingen. CEES VAN HOORE De reis naar het welkom geheten, El ma van Haren, gedichten. De Harmo- De "robot" in de science fiction is, zoals de meeste kenners wel weten, een vondst van de Tsjechische schrijver Capek, een tijdgenoot van Kafka. Zijn toneelstuk R.U.R., een afkorting van "Rossum's Uni versal Robots", werd in 1921 voor het eerst opgevoerd in Praag en is een satire op de methodes van de kapitalistische maatschappij "en in wezen een belichaming van de angst van Capek dat de toenemen de automatisering en bureaucratie de mensheid zal ontmenselijken. De oude Rossum heeft een formule opgesteld, waardoor in een fabriek kunstmatige mensen kunnen wor den gemaakt. Zijn robots zijn ver eenvoudigde versies van menselij ke wezens: ze hebben geen ziel en ze werken alleen maar. Ze kunnen zich niet voortplanten, maar twee afwijkende robots, een man en een vrouw, blijven over om helemaal opnieuw te beginnen". Het woord "robot" komt van een Slavisch woord dat "werken" bete kent. Volgens Brian Aldiss, van wie ik bovenstaande gegevens (uit Het Lichtjarenfeest) heb gejat, zou den wij Capeks robots eerder "and- roïden" noemen, en is het thema van R.U.R. eerder een logische ont wikkeling op het Frankenstein- thema. "Echte" robots, zoals wij die ken nen, zijn wezens van metaal en aan de aloude Asimov komt de eer toe het metalen monster uit zijn trieste en vaak angstaanjagende isole ment te hebben verlost. Hij stelde de befaamde drie robot-wetten op, die ervoor zorgden dat de robots (in zijn verhalen voorzien van positro- nische breinen) geen gevaar meer opleverden voor hun menselijke scheppers en werkgevers. Vervolgens schreef de oude meester een aantal verhalen, waar in hij niet zelden zijn eigen wetten der robotica probeerde te omzeilen en/of zijn menselijke personages confronteerde met robots die om de een of andere reden niet (goed) functioneerden. Dat gegeven lever de o.a. een stel prachtige verhalen op met de robotpsychologe Susan Calvin in de hoofdrol: vernuftige detective-achtige verhaaltjes, waarin mensenhaatster Calvin het voor de malfunctionerende robots opneemt. Hierin wordt overigens de suggestie gewekt dat de robot wel degelijk over (een soort) ziel beschikt. In de fraaie bundel "Een robot droomt" (gevoelvol geïllustreerd door Ralph McQuarne, die ook aan beroemde films als Star Wars heeft meegewerkt) heeft Asimov 21 ver halen geselecteerd, die hij schreef tussen 1940 en 1980. Niet alleen zijn robotverhalen zijn hierin opgeno men, maar ook verhalen over rei zen tijd en ruimte, sprekende au to's en intelligente computers. Het titelverhaal is speciaal voor deze bundel geschreven en nooit eerder gepubliceerd. Het behan delt de ultieme ontwikkeling van de robotica: de constructie van een robot met een zelfbewustzijn, dat hem in staat stelt buiten de grenzen van zijn mechanische constructie te treden. De robot Elvex droomt dat zijn "volk", de verantwoorde lijkheid en de last van de drie wet ten der robotica van zich afwerpt en alleen nog gehoorzaamt aan één wet: "Een robot moet zichzelf be schermen". Frankenstein bevrijd maar niet voor lang. Een boek waarin gevorderde technologie ook een belangrijke rol speelt is "Gestrand in de realitijd" van Vernor Vinge, die eerder "De vredesoorlog" schreef, waarin de auteur een bolvormig kracht- scherm verzon dat door letterlijk niets kan worden doorbroken. Aanvankelijk wordt het scherm als wapen gebruikt, men sluit de vij and in zo'n bol op en zet hem daar door effectief buiten spel. Na de "vredesoorlog" wordt het een rage om je vrijwillig in te slui ten en jaren of zelfs eeuwen later eruit te komen om een kijkje te ne men in de toekomst. "Sommige fa milies zijn vastbesloten om eens per miljoen jaar uit hun bol te stap pen, een jaar in realtime te leven en dan reizen ze weer verder, steeds op weg naar het einde der tijden, wat een apotheose moet worden..." Bij een zo'n uitstapje blijkt de aarde plots totaal ontvolkt te zijn. en geen van de tijdreizigers kan achterhalen wat de oorzaak is. De laatste paar honderd mensen, reizi gers uit diverse tijden, komen in deze realitijd samen en proberen onder leiding van Marta en Yelén Korolev. afkomstig uit een machtig technologisch tijdperk, de mens heid voor uitsterven te behoeden. Dit alles gaat gepaard met tal van problemen, het onderscheid tus sen reizigers uit vroegere en latere tijden bijvoorbeeld. De Korolevs hebben de macht, omdat zij be schikken over zeer geavanceerde apparatuur de rest kan weinig anders doen dan zich schikken in hun droom van herstichting van de mensheid. Dan wordt Marta op mysterieuze wijze buiten de bol gesloten, ter wijl de anderen een eind verder de toekomst inreizen. "Veertig jaar lang zat zij eenzaam vast in real time, in de tijdelijk onbewoonde wereld, en uiteindelijk stierf zij, terwijl ze eeuwig had kunnen le ven". Wil Brierson, een voormalige politieagent uit een laagtechno- tijdperk, moet Marta's moorde naar, iemand die kennelijk niet wil dat de mens blijft bestaan, opspo- Het gegeven van dit boek, men sen die bij wijze van spreken eeu wig naar de toekomst kunnen le ven, is erg aardig en biedt allerlei mogelijkheden. Jammer dat Vinge gekozen heeft voor een tamelijk behoudende detective-opzet: ik had liever willen weten wat er met de mensheid is gebeurd, of wat de Robinsons aan het einde der tijden te zien krijgen. Nu verzandt het boek in een tamelijk saai en lang dradig opsporingsverhaal, waarin van "sense of wonder" nauwelijks sprake is. ROB VOOREN Een robot droomt, Isaac Asimov. Uitg Bruna, 39,50. Gestrand in dc realitijd, Vernor Vinge. Uitg. Mculcnhoff, 24,50. De Amerikaanse thrillerschrijver Tom Clancy maakte enkele jaren geleden een imponerend debuut met 'De jacht op de Red October', waarin een topman van de Russi sche marine met een zeer geavan ceerde Russische atoomonder zeeër naar het Westen uitwijkt. De enige dissonant in het enerverende verhaal was Clancy's passie om zijn technische kennis ten toon te spreiden. Hij ging zich te buiten aan ellenlange technische betogen, die de vaart in zijn verhaal danig af remden. In zijn tweede boek 'Operatie Rode Storm' kon hij die neiging al wat beter binnen de perken hou den, maar af en toe gleed hij toch weer uit in dit oorlogsverhaal over het beleg van een eiland. In zijn derde boek 'Ongelijke strijd' houdt Clancy zich volledig in toom. Ner gens stikt het verhaal in een uitvoe rige wapenbeschrijving, terwijl er toch heel wat in wordt geschoten. Het begint al vroeg. Een Ameri kaanse historicus, ex-mariniers en oud CIA-medewerkér raakt in Lon den door een volledig spontane re actie betrokken bij een aanslag van de IRA. Hij doodt zelfs een van de overvallers. Van dat moment af is hij zelf het doelwit van wraakacties van de bikkelharde IRA-splinter, die verantwoordelijk was voor de overval in Londen, die achteraf een poging bleek te zijn om de Britse kroonprins te gijzelen. Clancy's verhaal is ditmaal ook wat meer op de mens gericht dan op het louter militair machtsver toon, dat zijn vorige boeken domi neerde. Hij beschrijft heel aanne melijk hoe het jonge Amerikaanse gezin kapot dreigt te gaan aan de voortdurende spanning, die het ge weld ontketent. Jammer alleen, dat Clancy's fantasie niet meer dan na genoeg volmaakte mensen kan voortbrengen. Zijn hoofdfiguur is een soort Oli ver North, zoals die zich tijdens de hoorzittingen over de Iraanse crisis presenteerde. Een koene brave borst, die zich met voorbijzien van alle persoonlijke belangen inzet voor volk en vaderland. Een smet teloos militair, een ideaal gezins hoofd, een super-intelligente vei ligheidsman. Bijna te mooi om waar te zijn. En dat geldt ook voor de vrouw van onze held, een zich zelf volledig wegcijferende arts. Een nagenoeg perfecte echtgenote en een moeder zoals ieder kind zich En tegenover deze foutloze affi che-figuren staan dan die wrede, niets ontziende, een leeg doel na strevende terroristen. Hoe lekker het verhaal ook loopt, hoe gemak kelijk leesbaar het ook is, het is mij allemaal te gladjes zwart-wit gete kend. Geeft mij dan toch maar een Tom Clancy, die af en toe struikelt over een te veel aan technische kennis Herinneringen Als ik de gegevens op de omslag mag geloven heeft gravin Aline van Romanones, geboren Aline Grif fith tijdens de Tweede Wereldoor log in Spanje als geheim agent voor de Amerikanen gewerkt. Meer dan veertig jaar later heeft zij opeens de neiging gevoeld om wat zij in de laatste jaren van de oorlog heeft beleefd aan het papier toe te vertrouwen. Maar omdat er personen in haar ontboezemingen voorkomen die nog in leven zijn, is er hier en daar wat geknoeid met namen en beschrijvingen. En daar mee is de authenticiteit van Alines verhaal over de ontmaskering van de leider van een Duits spionage- net nfeteen danig op de tocht ko men te staan. Maar een kniesoor die daarop let. Het is in een milde toonzetting ge componeerd verhaaltje over het oorlogje dat daar in Madrid in de societysalons werd uitgevochten. Met de vrolijke kout, het smakelij ke hapje, het bruisende drankje en persoonlijke charme als de ogen- schünlijk voornaamste wapens. Behalve dan op de achtergrond waar de messen aanzienlijk scherp er werden geslepen en er flink wat doden zijn gevallen. Desondanks is Alines verhaal nauwelijks meer dan een aardig, maar door de tijd ingehaald kyKje achter de spionageschermen. KOOS POST. Ongelijke strijd, Tom Clancy, uitg. Bruna, f32,50 De spionne in het rood, Aline gravin van Romanones, uitg. Boekerij, 123.90

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 21