Dorp in de ban van Shakespeare
Afasie-patiënten en de stille kracht van muziek
Drentse amateurtoneelvereniging speelt op festival in Stratford-on-Avon
ZATERDAG 18 JUNI 1988
PAGINA 33
"Natuurlijk is het voor ons een
hoogtepunt om op het Shakespeare-
festival in Stratford-on-Avon te mo
gen spelen. Zover heeft een Neder
lands amateurgezelschap het nooit
gebracht".
door Gerard Veerkamp
Wietse Hofman, sinds twaalf jaar voor
zitter van de toneelvereniging Diever is
trots. Ziet die uitnodiging als een bekro
ning op wat de amateurtoneelspelers uit
het Drentse plaatsje sinds die eerste op
voering in 1946 hebben gepresteerd.
Wil ter Horst, sinds 1979 als regisseuse
verantwoordelijk voor de prestaties op
het 'toneel', deelt die trots. "Je voelt het
als een soort bevestiging, we worden in
elk geval gewaardeerd. En terecht", zegt
Wil ter Horst, die in het naburige Dwin-
geloo woont. "Want de leden van de to
neelclub moeten er ongelooflijk hard
voor werken. Ze stoppen er een brok van
hun leven in. Vorig jaar, toen de burge
meestervan Stratford-on-Avon in Diever
op bezoek was, zei hij na een opvoering
van 'De Storm', dat hij 'very impressed'
was. En dat we absoluut naar Stratford
moesten komen. Vreselijk aardig van die
burgemeester, denk je dan, maar we re
kenden nergens op".
Culturele armoede
Dr. L.D.Broekema, die in 1945 als arts
in Diever kwam werken, kon niet be
vroeden waartoe zijn kunstzinnige aspi
raties zouden leiden. Hij richtte op 24
mei 1946 de toneelvereniging Diever op
om via het toneelspel het leven van de
'cultureel armoedige' Dievenaren
enigszins te verrijken. De dokter stelde
voor om de viering van koninginnedag
op 31 augustus luister bij te zetten met de
opvoering in de openlucht van A Mid
summer night's dream' van Shake
speare. Hij bestreed het idee. dat Shake
speare te hoog gegrepen was voor men
sen die alleen gewend waren aan boeren-
kluchten. "Shakespeare schreef zijn
stukken voor de gewone man", vond
Broekema.
De voortvarende arts stuurde zijn me
de-dorpelingen de teksten die hij had be
werkt naar de vertaling van Burgersdijk,
de bekendste Nederlandse Shakespeare-
vertaler. Zelf nam hij de regie ter hand.
'Een Midzomernachtdroom' werd in
1946 twee keer gespeeld en het succes
was zo groot dat dezelfde voorstelling
het jaar daarna werd herhaald. De toneel
groep besloot zelfs om elke zomer een to
neelstuk van Shakespeare te brengen.
Op één uitzondering na: in 1949 stond
'Peer Gynt' van Ibsen op het program
ma. Maar Peer Gynt vereiste zoveel
werkzaamheden aan de decors - er moest
ondermeer een beekje worden nage
bootst waaraan de plaatselijke brand
weer te pas moest komen - dat de vereni
ging zich voortaan uitsluitend beperkte
tot het werk van 'Shakespeare.
Een keuze die ertoe leidde dat Diever,
een kerndorp met enkele gehuchten en
3500 inwoners, bekendheid kreeg als het
Nederlandse Shakespeare-dorp. In 1950
waagde Broekema zich aan de opvoering
van Hamlet, een van Shakespeare's tra
gedies. Een gewaagde keuze, die er wel
voor zorgde dat uit alle delen van het
land de toeschouwers naar Diever trok
ken. En niet alleen uit eigen land, want
uit Engeland kwam Sir Laurence Oli
vier, de grote Shakespeare-vertolker, kij
ken wat die Nederlanders er van brouw
den. Hij toonde zich zeer verrast over het
niveau in Drenthe.
Koningin
Over belangstelling van de zijde van
het vaderlandse koningshuis hadden de
Dievenaren ook niet te klagen. Koningin
Juliana kwam in 1953 'Eind goed, al
goed' bekijken en ze was ook present in
1961 bij 'Leer om leer'. Vijftien jaar later
bezochten prinses Beatrix en prins Claus
eveneens 'Leer om leer', terwijl ook prin
ses Margriet en haar echtgenoot Pieter
van Vollenhoven het theater met een be
zoek vereerden.
Die hoge gasten waren niet de enigen
die de acteerprestaties van het gezel-
Toen de jonge arts L.D
Broekema vlak na de Tweede
Wereldoorlog in het Drentse
Diever kwam werken vond hij dat
in dit dorp ten zuidwesten van
Assen 'een zekere culturele
armoede' heerste. Als groot
toneelliefhebber wenste hij daar
verandering in te brengen. Hij
richtte de toneelgroep Diever op.
Broekema wilde op 31 augustus
1946, op de verjaardag van
koningin Wilhelmina, in de
openlucht in de bossen rond
Diever 'Een
Midzomernachtdroom' van
William Shakespeare opvoeren.
Dit stuk van de grote Engelse
toneelschrijver (1564-1616) koos
hij, omdat het uitermate geschikt
was voor opvoering zonder
decors.
Het werd een geweldig succes,
zo zelfs dat het gezelschap
besloot om elk jaar in de
zomermaanden een toneelstuk
van Shakespeare op te voeren.
Het dorp kreeg er landelijke
bekendheid door. De roem
waaide over naar Engeland, wat
ertoe leidde dat de
toneelvereniging een uitnodiging
ontving om deze zomer op 27 en
28 juli 'A Midsummer night's
dream' in een Nederlandse
versie te spelen op het jaarlijkse
Shakespeare-festival in
Stratford-on-Avon, de
geboorteplaats van de schrijver
Scène uit 'Een Midzomernacht
droom'. De koningin der elven
kust de ezelskop.
schap bewonderden. Jaarlijks nemen
zo'n tienduizend mensen plaats op de
banken in het bos. In het begin naar Die-
ver gelokt door burgemeester J.C. Mey-
boom, die bang was dat er buiten Diever
geen belangstelling zou zijn voor de
Shakespeare-vertolkingen. Daarom nam
hij de public relations hoogstpersoonlijk
zelf ter hand. Meyboom begeleidde de
toeschouwers naar hun plaatsen, stuur
de wervende artikelen naar kranten en
tijdschriften en voerde uitgebreide recla
mecampagnes. Voordat hij in 1975 ge
pensioneerd werd als burgemeester,
maakte hij zijn opvolger duidelijk dat
publiciteit voor de toneelvereniging tot
de portefeuille van de burgemeester be
hoorde. Hermen Overweg, de huidige
eerste burger van Diever, knoopte dat
goed in zijn oren: hij verzorgt nog steeds
de publiciteit.
Maar niet alleen de burgemeester zet
zich in voor de trots van het dorp. Naast
de spelers heeft de vereniging ook een
aparte naaigroep, waarin vele vrouwen
schitterende kostuums maken, muzi
kanten, zangers, 'geluidstechnici, belich
ters, grimeurs, programma- en kaartjes-
verkopers: zo'n honderd mensen zijn in
touw om in de zomer de 'zaal' vele malen
vol te krijgen.
Broekema is daar niet meer bij. In het
voorjaar van 1979 overleed de arts onver
wachts, terwijl de repetities voor 'De vro
lijke vrouwtjes van Windsor' reeds wa
ren begonnen. Wil ter Horst volgde hem
op. Zij was aan de theaterschool in Am
sterdam voor regie afgestudeerd en deed
daarna cultuurpedagogiek. Ze had de
laatste jaren onder Broekema al geassis
teerd met het gevens van adviezen en
spellessen, en spreek en taaloefeningen.
"Toen Broekema overleed was het
voor de mensen hier vanzelfsprekend
dat ik het over zou nemen. Voor mij was
dat niet zo. Ik wilde het voorlopig doen,
kijken of het zou lukken. Want het blijft
natuurlijk een hele kluif. Je ziet, ik heb
de smaak te pakken gekregen".
Ongekuist
De inwoners van Diever op een hoger
cultureel peil brengen, zoals bij Broeke
ma, is niet de drijfveer van Wil ter Horst.
Ze deelt wel zijn mening dat Shake
speare zijn stukken voor de gewone man
maakte. "Shakespeare schreef voor alle
lagen van de bevolking. Later kwam zijn
werk in de elitesfeer terecht. Dat vond
zijn oorzaak in een soort verhevenheid,
waarmee men zijn stukken toen te lijf
ging. Door de puriteinse geest is het on
gekuiste volkskarakter uit de taal ge
zeefd. Ik probeer nu terug te vinden wat
daarvan over is. Sommige mensen
schrikken van wat zij noemen grof taal
gebruik en zelfs godslasterlijke taal.
Maar dat was wel de taal van Shake
speare's tijd: kroegtaai. Juist daardoor is
Shakespeare zo mateloos interessant.
Het maakt zijn stukken levendig, ont
doet het van zijn plechtstatigheid. Het
publiek lust er wel pap van en ik kan je
verzekeren dat zijn stukken op alle ni
veaus de mensen bereiken, net zoals hij
het bedoeld heeft".
De speelstijl in Diever is sinds de
komst van Wil ter Horst veranderd. On
der haar voorganger Broekema was het
spel plechtstatiger, verhevener. Nu
wordt het meer 'Brechtiaans' gespeeld,
zoals een van de acteurs het uitdrukt. Die
verandering had ook te maken met de
komst van Emmy Wijnholds, die het ver
taalwerk van de vroegere burgemeester-
vrouw Meyboom over nam. "Mevrouw
Meyboom ging uit van de vertaling van
Burgersdijk. Hij vertaalde prachtig,
maar toch verouderd. De teksten waren
voor de spelers vaak onbegrijpelijk, dus
voor het publiek ook moeilijk. En platte
humor in volkse scènes werd er uitgela
ten".
"We zijn van die vertalingen afgestapt.
Ik ben van de Engelse grondtekst uitge
gaan en opnieuw begonnen. Ik heb
Shakespeare's werk 'hertaald' en heb er
begrijpelijk Nederlands van gemaakt.
Het oorspronkelijke ritme handhaven,
dat vind ik het belangrijkst. Als ik een
stuk eenmaal hertaald heb, weiger ik
pertinent om er wijzigingen in aan te
brengen. Als dat nodig was zou Shake
speare dat wel zelf hebben gedaan. En
geen karakter wordt veranderd. Hoe
wel... soms sluiten Wil en ik wel compro
missen", aldus Emmy Wijnholds.
Besmettelijk
Compromissen worden in elk geval
niet gesloten als het gaat om het bijwo
nen van de repetities, twee of drie keer
per week van 's avonds half acht tot een
uur of elf of soms nog later. "Bij de repe
tities ontbreekt bijna nooit iemand", ver
duidelijkt voorzitter Wietse Hofman. Hij
vertolkt in 'Een Midzomernachtdroom'
de rol van elfenkoning Oberon. "Je weet
van elkaar, dat de ander niet kan spelen
als jij er niet bent. Dat schrikt ongetwij
feld heel wat mensen af. Maar als je één
keer in contact bent geweest met de to
neelvereniging en je voelt er voor, dan is
het net een besmettelijke ziekte: je komt
er niet meer vanaf. Er staat bij ons een
dominee op het toneel, een gepensio
neerde kapitein, er zijn studenten, scho
lieren, huisvrouwen, een leraar, een bal
letlerares, en noem maar op. De jongste
is elf, de oudste zesenzestig. Bij ons heb
je geen rangen en standen", aldus de
voorzitter.
Jan Meer die de rol van Spoel de Wever
speelt, heeft dezelfde ervaring. "In 1976
zochten ze iemand voor een dronke-
mansrol. Dat leek me wel aardig. Sinds
die tijd ben ik niet meer weg geweest.
Die mentaliteit van geen gezeur, je bent
er ook als je jarig bent, daar hou ik van.
Geen slappe hap. Al word je opgevreten
door de muggen in het bos of doornat
van de regen, niks laten merken, door
spelen. Alles went".
Het went dan misschien wel, maar het
is lang niet altijd een makkie om onder
Wil ter Horst toneel te spelen. Ze is niet
gauw tevreden. Laat scenes vele malen
achter elkaar overdoen. "Soms eis ik
heel veel, maar ze willen zelf ook niet
zakken in niveau", verdedigt Wil ter
Horst zich.
Van die regen en muggen zal het Die-
verse gezelschap op 27 en 28 juli in Strat
ford-on-Avon geen last hebben. Daar
treedt het niet op in de openlucht, maar
voert het een Nederlandse versie van 'A
Midsummer night's dream' (in combina
tie met een Engelstalige commentaar
stem) binnen op. "De groep is gewend
om in de openlucht te spelen. Dat vereist
een aparte theatertechniek. De stemmen
vervliegen en om ook de mensen op de
achterste rijen te bereiken moeten de ge
beurtenissen op het toneel 'vergroot'
worden weergegeven. Als een figuur in
een gewoon theater woedend is, moet hij
bij ons exploderen", zegt Wil ter Horst.
De regisseuse is ondanks de andere lo
catie niet bang dat wat het hoogtepunt
moet worden, weieens in een geweldige
kater kan eindigen. "We spelen in Strat
ford niet in een groot theater. Ik schat dat
er ongeveer driehonderd plaatsen in zijn.
Het is een experimenteel theater waarbij
we net als in Diever van allerlei kanten
op het toneel kunnen komen. En we kun -
nen in Stratford nog vier dagen oefe-
Amateurs
Voorzitter Hofman heeft wel een
beetje de angst dat de groep niet zo goed
tot haar recht komt in Engeland. "De toe
schouwers komen niet alleen om ons
spel naar Diever, maar ook om de entou
rage: het bos, de open lucht, die sfeer. Als
je dat weghaalt, moet je maar afwachten
of ons spel goed overkomt. Maar we mo
gen dat risico best aanvaarden. Je meet
iets wagen. We hebben geen pretentie en
we zijn ons er terdege van bewust dat we
amateurs zijn. Hoewel... als je ziet hoe
veel tijd we aan repeteren besteden, zit
ten we tussen amateurs en beroeps in".
De toneelgroep Diever speelt Een Midzo
mernachtdroom in het eigen openluchtthea
ter in Diever dit zomerseizoen twaalf keer
Op 13, 15. 16, 20, 22 en 23 juli. En op 24. 26. 27
en 31 augustus en 2 en 3 september.
Het laatste lied is een canon. De symposiumgangers nemen de tweede stem
voor hun rekening en het koor doet er nog een schepje bovenop. 'Koekoek,
koekoek' schalt het door de Nijmeegse collegezaal. Met z'n achttienen zijn ze
's ochtends vroeg in Hoorn op de bus gestapt, de leden van het Afasiekoor
West-Friesland. Een beetje zenuwachtig, een beetje verlegen. Per slot van
rekening komen ze op het Nijmeegse universiteitscomplex, niet alleen iets
zingen, maar met die zang ook iets bewijzen: dat mensen die het vermogen
tot spreken hebben verloren, wel degelijk kunnen zingen.
Leden van het Afasiekoor West Friesland in actie. Rechts dirigente Conny
van Leerdam. (f0to gpdi
Afasie wordt het verschijnsel ge
noemd, waarbij mensen de taal niet
meer goed kunnen gebruiken. Er is,
bij voorbeeld als gevolg van een her
senbloeding, iets stuk gegaan in de
hersenen. Vaak veroorzaakt die be
schadiging ook een halfzijdige
(recht§) verlamming.
door Bert Ummelen
Als een extra probleem voor mensen
met een afasie geldt de onvoorstelbaar
heid van hun handicap. Toch is een vorm
van afasie, de zogenaamde amnestische
afasie, een vrij alledaags verschijnsel. Je
kunt, door bij voorbeeld vermoeidheid,
met de beste wil van de wereld niet op
een bepaald woord komen. Stel je voor:
dat lukt 24 uur per etmaal niet met bijna
geen enkel woord. Je bent, letterlijk, met
stomheid geslagen.
Volgens koordirigente Conny van Leer
dam uit Berkhout is het voor afasie-pa-
tienten een enorme belevenis te ontdek
ken dat het zingen nog wel aardig gaat.
Ruim negen jaar geleden kwamen twee
Hoornse logopedisten op het idee een
zangkoor voor afatici op te richten. Het
bleek dat mensen die niet of nauwelijks
meer konden spreken, jn staat waren
spontaan liedjes uit hun kindertijd te zin
gen. En wat ook bleek: dat dat zingen een
machtige opsteker voor ze was. Ongrijp
baar geworden woorden die zo maar, via
de muziek, uit de schacht van het geheu
gen komen.
"Je moet je voorstellen," zegt me
vrouw Van Leerdam, "dat je als afasie-
patiënt in therapie gaat. Dat is buitenge
woon inspannend en door de zeer trage
vordering ook vaak deprimerend. Dan is
zo'n zangkoor, waar het toch draait om
gezelligheid en plezier maken en waar
bovendien prestaties worden bereikt die
men niet meer voor mogelijk hield, een
ervaring van jewelste".
Voor haar is het een raadsel dat haar
koor zo lang uniek is gebleven in Neder
land. Pas vier maanden geleden is in Den
Haag een tweede koor voor afasie-pa-
tiènten opgericht. Daar komt overigens
wel wat bij kijken. Het Westfriese koor
steunt op het enthousiasme van een
groep vrijwilligers, die onder meer weke
lijks het vervoer van een aantal door hun
handicap weinig mobiele koorleden (uit
heel West-Friesland en Waterland) voor
hun rekening nemen.
Intussen groeit ook de wetenschappe
lijke belangstelling voor het werk van
mevrouw Van Leerdam, of algemener:
voor de onvermoede therapeutische mo
gelijkheden die de muziek aan mensen
met gestoorde hersenfuncties blijkt te
bieden. Vorig jaar juni organiseerde het
Instituut voor Muziekwetenschap van de
Katholieke Universiteit Nijmegen, naar
aanleiding van een stage-scriptie over
het onderwerp, een symposium over
'muziektherapie'. De belangstelling was
verrassend groot. Wetenschappers van
verschillende disciplines en deskundi
gen uit de medische en hulpverlenings
praktijk werden voor het eerst bij elkaar
gebracht.
De bijdragen aan dit eerste sympo
sium waren sterk gericht op, wat wordt
genoemd, de 'humanoria'-aspecten: de
helende werking van muziektherapie in
psychische en sociale zin. Neurologische
en psychiatrische aspecten bleven min
of meer in de kantlijn steken. Vandaar
het initiatief, dit keer van de Afdeling
Experimentele Neurologie van het Nij
meegse Sint Radboudziekenhuis, tot een
vervolg-symposium, waarop het juist
zou draaien om de geneeskundige toe
passingen in strikte zin.
Wat is die 'stille kracht' in muziek?
Hoe kan muziek bewerkstelligen dat afa
tici weer over woorden kunnen beschik
ken, dat lijders aan de ziekte van Par
kinson tot gerichte en vloeiende bewe
gingen komen en dat spastische kinde
ren ontspanning vinden? Heeft muziek
soms bepaalde eigenschappen waardoor
ze bij uitstek geschikt is hersenen te mo
biliseren?
Drs. Carel van Leeuwen, woonachtig
op het Friese platteland, werkt als mu-
ziektherapeut in de psychiatrie. Hij geeft
een aantal voorbeelden. Een jongetje
met een verlamde linkerarm krijgt van
zijn therapeut een trommeltje voor zich,
dat zo wordt geplaatst dat hij er met zijn
gezonde arm niet goed bij kan. Via mu
ziek wordt hij gestimuleerd mee te gaan
trommelen, maar het wil niet. De thera
peut verplaatst het trommeltje zodat hij
er ook met zijn gezonde arm bij kan.
Prompt begint het jongetje verwoed te
trommelen en nu komt het: in zijn en
thousiasme doet plotseling ook de ver
lamde arm mee.
Ander voorbeeld: een man, Parkinson-
patiënt, lukt het niet om op therapie tot
gecoördineerde beweging te komen.
Even later is hij in een jolig groepje dat,
met het bijhorende gehuppel en gedein,
een carnavalskraker zingt. En ineens zijn
die gecoördineerde bewegingen er wel.
Hoe kan dat? Hoe werkt dat? Praten
met deskundigen leert al gauw dat we
voet aan wal zetten op een onbekend en
geheimzinnig eiland. De Nijmeegse neu
roloog prof. dr. O. Hommes is radicaal in
zijn oordeel over de raadsels die de mu-
ziektherapeutische praktijk opgeeft.
"We dachten al aardig wat te weten over
de organisatie en het functioneren van
de hersenen. Nu. het blijkt dat we die we
tenschap maar het best kunnen verge
ten".
"Wij, theoretici, werken graag met
concepten. Die dreigen blind te maken
voor wat daarmee niet in overeenstem
ming is. Er is, als het om de werkzaam
heid van de hersenen gaat, een praktisch
weten dat mijlenver vooruit is op het
theoretische weten. De mensen van de
praktijk confronteren ons met verschijn
selen, waarop wij moeten zeggen: ja, dat
bestaat kennelijk. Maar het ontbreekt
daarbij volstrekt aan een theoretische
achtergrond".
Volgens de Nijmeegse hoogleraar
weerspreken de ervaringen met muziek
therapie in het bijzonder het oude idee
dat allerlei menselijke functies precies in
de hersenen te localiseren en ruimtelijk
en organisatorisch te onderscheiden zijn.
"De hersenen blijken een veel groter re
organisatie-vermogen te hebben dan op
basis van dat idee aannemelijk is. Ze
moeten veel plastischer zijn, functioneel
kneedbaarder, dan we dachten".
"We hebben geleerd de hersenen te be
kijken als een regelkast, waarin precies
die 'chip' en precies die 'bedrading' zor
gen voor precies die functie. Raakt dan
iets verstoord, dan moet dat leiden tol
een onherroepelijke uitval van de corres
ponderende functie. In de praktijk blijkt
nu dat een zeker herstel op kan treden
zonder dat die chip en die bedrading ver
vangen worden".
Prof. Hommes is ervan overtuigd dat
het gangbare beeld van de opbouw en de
werkzaamheid van de hersenen sterk
cultureel is bepaald. "Het idee van de re
gelkast past natuurlijk prima in een cul
tuur, waarin mensen worden opgesplitst
in nuttige functies. Waarin we iemand
die het spraakvermogen verliest als van
zelfsprekend gehandicapt noemen, ter
wijl we iemand die het musische mist he
lemaal niet als minder valide beschou
wen. Wat muziek nu blijkt te doen, is dat
soort fixaties doorbreken".
Muziektherapeut Van Leeuwen
spreekt liever van een 'katalytische wer
king' die muziek soms blijkt te kunnen
hebben 'Als muziektherapeut voel ik
me natuurlijk gevleid als de heilzame in
vloed van juist de muziek zo benadrukt
wordt. Maar persoonlijk geloof ik niet
dat het de muziek alleen is. Ik betwijfel
ook of de wetenschap ooit in staat zal zijn
dat te bewijzen. Muziek is zo nauw ver
bonden met allerlei andere zaken, dat het
heel moeilijk zal zijn haar als oorzaak van
gedragsverandering aan te wijzen".
Prof. Hommes is daar optimistischer
over. "Ik denk dat wij het effect van mu
ziek op z'n minst aannemelijk zullen
kunnen maken. Maar dan lijkt het me
wel beter muziek breed te definieren. Je
zou misschien niet meer van muziekthe
rapie moeten spreken, maar van musi
sche therapie".