Werken op een booreiland: twaalf uur op, twaalf uur af 'Het'teamwork, de vrije tijd en het geld vergoeden veel' ZATERDAG 18 JUNI 1988 PAGINA 25 Stuk voor stuk doen ze het voor geld en voor de zeeën van vrije tijd. Eén week dagdienst, één week vrij, één week nachtdienst, twee weken vrij. Van romantiek is op de Neddrill 4, een booreiland ergens op het Nederlandse deel van de Noordzee, geen sprake. Het werk is zwaar en niet ongevaarlijk. Twaalf uur op, twaalf uur af. Maar geen van de werkers in de offshore zegt ooit aan wal aan de slag te willen. Zeker niet nu de olie- en gasindustrie zich langzaam maar zeker herstelt van de klap van 1986. De olieprijs daalde toen, in zes maanden tijd, van bijna dertig dollar tot iets onder de tien dollar per vat. Het eerste dat Wim van der Linden, 'receptionist' en verpleegkundige, vertelt zodra we op het helideck van de 12.000 ton wegende Neddrill 4 zijn geland, is hoe we het booreiland zo snel mogelijk weer kunnen verla ten. Hij stopt ons een folder in han den, met de nodige aanwijzingen. ..Liever éérst doorlezen dan tijdens een alarm", adviseert hij. Mochten we een hoog, aanhoudend geluids signaal horen dan is het zaak zo rap als we kunnen een zwemvest aan te trekken en in een van de reddings boten te springen. Het tweede wat we ons moeten inpren ten, is dat de rig - het boorjargon kent voornamelijk Engelse woorden - waarop we het komende etmaal zullen doorbren- door Ad Hoogerwerf Gemiddeld. 33 keer per maand vlie gen helikopters naar de verschillen de booreilanden in de Noordzee om de bemanning af te wisselen. De vliegduur vanuit Den Helder valt mee. tje bij de hand. 'Kan ik even bellen', roept iemand met z'n hoofd om de deur. ,,M'n fiets staat op de gang", grapt Dek ker. Over gevaar op de rig wil niemand iets horen. Toegegeven, niet voor niets wordt er elke zondag een brand gesimuleerd, waarbij iedereen wordt geacht in de life boat te springen. En je moet niet een van de gigantische katrollen, kabels, kettin gen of buizen in je nek krijgen, want dan kan verpleegkundige Van der Linden aan de slag. Van der Linden toont ons zijn, meestal leegstaande, hospitaaltje. De ziekenboeg is voorzien van alle noodzakelijke appa ratuur. om iemand enkele uren in leven te houden. In elk geval tot een helikopter van de Medische Dienstverlening Conti- nentaal-plat (MDC) is geland. De MDC is een standby-dienst van de KLM, die 24 uur per dag paraat is om eventuele ge wonden af te voeren. Scorebord Perschef Duut wijst op een scorebord aan een wand naast de boorvloer (de werkvloer van de uitschuifbare boorto ren). De biljartteller geeft aan hoeveel da gen er zonder ongeval is gewerkt. De tel ler staat op 182. Toch loopt niet alles op rolletjes. In de paar uur dat wij de werk zaamheden van de zwetende ploeg be wonderen, strepen we twee bijna-onge- lukken aan. De ene keer schiet een hoge- drukslang los, terwijl een uurtje eerder de oplettende Arthur Swiers nog maar net zijn collega kon wegduwen. De man kreeg bijna een 'duwtje in de rug' van een hangende buis, die op de boorvloer werd gehesen: de kraanmachnist lette even niet op. De toekijkende Wattez: ,,Niet elke kneuzing zal meteen worden genoteerd. Want jij zal het maar zijn die het veilig heidsrecord breekt. Gewoon even de kie zen op elkaar en doorwerken Tijdens ons bezoek wordt een begin gemaakt met de testwerkzaamheden. De boring, het aanleggen van de buiscon structie naar miljoenen jaren oude aard lagen, is voorbij. Het werk van Tim New man zit er even op. Ingenieur Wattez neemt de verantwoordelijkheid van de test op zich. Hij vertelt wat er gaat gebeu- Wattez: ,,We laten een gun zakken. Dat is een geperforeerde pijp die op drieën eenhalve kilometer diepte gaten in de buis schiet. Zit er gas - en met olie zijn we natuurlijk ook gelukkig - dan komt dat door die gaten naar boven". Zo simpel is dat. En spannend ook. Niet alleen voor de rekenaars van de NAM, maar vooral voor de mannen in de buurt van de put. ..Niemand laat zich dan graag zien", weet Wattez. „Op zo'n moment wordt ook het commando 'algehele radiostilte' gege ven. Voor het geval er iets misgaat moet het alarm meteen opgepikt kunnen wor den". Stroomt het gas eenmaal, dan kan er nog geen feest worden gevierd. Aan een beetje gas heeft niemand iets. Het gaat om de grotere hoeveelheden. Vertoont een gasbel na enkele dagen hetzelfde drukverschil, dan weten de ingenieurs dat het wel snor zit. Zakt de druk echter teveel atmosfeer, dan is de bel te klein voor exploitatie. Mooie score De test is op het moment van schrijven nog niet afgerond. Mogen we de geolo gen geloven, die de seismische metingen van de aardlagen hebben bekeken, dan heeft de Neddrill 4 dit jaar na twee droge boringen eindelijk gas aangeboord. Eén op drie: een mooie score, meent New- gen, geen boorplatform is, maar een booreiland. „Als je het journaal mag geloven", rea geert telegrafist Gerrit Dekker in z'n ra dioruimte, omringd door marifoons, te lexen, en ander communicatiemateriaal, „dan schieten ze in de Perzische Golf constant op booreilanden. Maar ze be doelen produktieplatforms, die door en kele technici bediend kunnen worden. Een eiland boort naar olie of gas en ver kast regelmatig naar een nieuwe stek. Een platform staat permanent op dezelf de plaats en haalt het spul uit de grond". Vluchten Een half uur eerder waren we vanaf he lihaven De Kooy in Den Helder met een KLM-helikopter opgestegen. Binnen lut tele ogenblikken vlogen we over het steeds kleiner wordende Den Helder en Texel, richting monotone Noordzee. Ge middeld vinden er zo'n 33 vluchten per maand naar de verschillende rig's plaats, waarmee telkens de ploegen worden af gewisseld. De vliegduur valt deze keer mee: de Neddrill ligt in L13. een van de vakken waarin de Noordzee is opge deeld. ongeveer 55 kilometer ten noord westen van Den Helder. Volgens Dekker geen slecht vak. Bij eerdere boringen is aangetoond, dat er flink wat gas in de bodem zit. Maar wat vooral van belang is: „De vliegtijd is kort". Met belangstelling kijkt hij alweer uit naar de nieuwe lokatie. „In de L-vak- ken kunnen we namelijk de Nederlandse tv ontvangen. En met het oog op de ko mende Europese voetbalkampioen schappen.." Paradepaardje De Neddrill 4 wordt gezien als het pa radepaardje van de Nederlandse eilan- denstal. De zesjarige rig biedt plaats aan ruim tachtig werknemers, die in veertig hutten slapen. Per twee kamers is er een doucheruimte. Verder telt de rig een flin ke keuken, een eetzaal en een recreatie ruimte met - natuurlijk - een videorecor der en een biljart. Er wordt echter slechts weinig gebruik van gemaakt. „Na twaalf uur ploeteren zitje nog wat na te kletsen, je eet wat, neemt een bad en bent blij je bed in te kunnen duiken", vertellen enkele roustabouts, de mannen die de onderhoudswerkzaamheden ver richten. „Je hebt hier gewoon meer slaap nodig dan thuis". De Neddrill wordt door de Nederland se Aardolie Maatschappij (NAM, waar van de aandelen gelijk verdeeld zijn over Esso en Shell) gehuurd van het Rotter damse transportconcern Nedlloyd. Een deel van de werknemers op de rig is bij Nedlloyd in dienst. Het keukenperso- neel, de schoonmakers en ander gespe cialiseerd personeel wordt eveneens in gehuurd. Alleen het management en de boorwerkers worden door de NAM be taald. Op die manier dekt de NAM zich in tegen tegenvallers. „Zo blijft het mogelijk snel op de markt te reageren", weet perschef van de NAM. Frank Duut. „Je huurt gewoon personeel in wanneer er behoefte aan is. Meer dan 90 percent trekken we op deze Putje Vooral het instorten van de olieprijs (met de gasprijs daaraan gerelateerd), heeft de NAM-top aan het denken gezet. Betaalde men in hoogtijdagen, toen de boormaatschappijen voor een eiland in de rij stonden, nog zo'n 100.000 gulden per dag voor de Neddrill 4, nu is dat niet meer dan de helft van dat bedrag, zo rond de 50.000 gulden. Toch een prijs die aan- Mooi werk Een flauw voorjaarszonnetje schijnt over de vlakke Noordzee. De Neddrill, aan boord een gigantische fabriek, vanuit de helikopter een nietige stip van legosteentjes, lijkt een eiland waar het goed toeven is. Ik moet er niet aan den ken, hoe het tijdens ijzige winterstormen zal zijn, twaalf uur in de vrieskou. Ex-ma rineman Arthur Swiers, behorend tot het type 'boom-van-een-vent', relativeert de hardheid van het bestaan. Swiers: „Het is zwaar, maar mooi werk. Fysiek vergt het alsmaar werken met zwaar materiaal enorm veel van je lichaam. Het team work, de vrije tijd en het geld vergoeden veel". Want daar doen ze het toch alle maal voor. De NAM-werknemers laten zich niet in de portemonnee kijken. Wel geven ze toe dat de laagstbetaalde functie, het la ten zakken en ophalen van de buizen, iets meer dan f2.500 per maand oplevert. De mannen van Nedlloyd moeten zien rond te komen van 2.000 dollar per maand, die ze uitbetaajd krijgen via Hongkong. Sommigen vertellen 'hart- verzakkingen' te krijgen van de huidige dollarkoers. Een of twee weken thuis wordt als luxe ervaren, de meesten klussen driftig aan een huis. auto of motor. Maar hoe wordt 'een week van huis' ervaren? Volgens te legrafist Dekker wordt het contact tele fonerend onderhouden. „Na zessen, wanneer er van ploeg is gewisseld, zet ik de telefooncel in werking, die dan uren bezet blijft". Deze oude zeerot heeft altijd een gein- Tijdens de vluchten van en naar de booreilandl dragen de NAM-werknemers zogeheten survival-pakken, waarin ze enige uren kunnen overleven in zee. geeft om welke bedragen het gaat. Tij dens een rondleiding over de Neddrill 4 vertelt drilling supervisor Tim Newman, een 29-jarige Engelsman die de leiding over de rig heeft, tussen neus en lippen door wat het boren van een 'putje' zoal kost. „Voor het slaan van een put moet een slordige tien miljoen gulden worden neergelegd", zegt hij. „Mits alles goed verloopt". En dat is zelden het geval. Neem het stukgaan van een boorbeitel. „Het kapot gaan op zich is geen ramp", meent New man, „maar het naar boven halen van de beitelresten is de boosdoener". Want heeft Newman de pech, dat de beitel af breekt ergens op een diepte van drie kilo meter, een doodgewone lengte voor een boorput, dan begint de pret. „Je haalt eerst de honderden buizen omhoog, en laat dan een 'hengel' zakken waarmee de beitelresten naar boven worden gevist. Al met al een operatie die soms tien uur vergt, voor je weer verder kunt". Zo stijgen de kosten van een put: de 'aaneengeknoopte' serie in de Noordzee bodem geslagen buizen. Als het meezit, blijven die daar wél voor eeuwig zitten. „Een eenmaal geslagen put ligt er voor altijd. Kom je tien jaar later terug, dan maak je hem open en klaar is Kees", zegt Newman. Het principe van de put slaan is sinds de eerste olieboringen in de vorige eeuw hetzelfde gebleven: een beitel boort zich een weg door verschillende aardlagen. Spoeling van verschillende chemicaliën, afhankelijk van de aardlaag, zorgt in de eerste dagen voor de nodige koeling en tegendruk (om te voorkomen dat het ge boorde gat weer inklapt). Later be schermt een stalen buis de put. Ondanks de hoge kosten is de boring de moeite waard, niet in de laatste plaats omdat boren in vak L13 geen grote gok is. In de verte, 50 kilometer verderop, ste ken verschillende platforms boven de horizon uit. In de poreuze lagen, drieën eenhalve kilometer onder L13, heeft het gas zich tijdens eerdere boringen al prijs gegeven. Berekende gok De NAM investeert ook dit jaar voor één miljard gulden in de bodem. Wel slaat men alleen putten in gebieden, waar de kans op een rendabele vondst groot is. Field production engeneer Pim Wattez, toezichthoudend ingenieur van de NAM, noemt het een berekende gok. Van de zeven exploratieboringen, die vo rig jaar op zee werden uitgevoerd, toon den er drie gas aan. Pas wanneer de gas- prijzen omhoog gaan. zullen de rig's naar onbekende delen van het continentaal plat worden gevaren. Naar vakken waar moet worden afgewacht, of er zich zwart goud of gas bevindt. „Nu vullen we voornamelijk de reser ves aan om het Groningse gasveld te ont zien", vertelt Wattez. „Dat is overigens al jaren de gevolgde politiek: kleinere gas- velden aanboren om de grote bel niet te snel leeg te hebben". Vorig jaar werd uit de Groningse bodem 39,066 miljard ku bieke meter gas gewonnen, tegenover 11,652 miljard kubieke meter uit de vel den onder zee. De binnenlandse vraag bedraagt jaarlijks ongeveer 30 miljard kubieke meter gas. Blik vanaf het booreiland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 25