Buurman is het getjoeketjoek zat 'Een graf in het bos, dat geeft een rustig gevoel' Herrie om een uit de hand gelopen spoorweghobby Grote belangstelling voor natuurbegraafplaats in gehucht Assel ZATERDAG 18 JUNI 1988 PAGINA 23 In Aalten woedt een burenruzie die de landelijke pers heeft gehaald. Inzet: de spoorweghobby van de een die door de ander als uitermate hinderlijk wordt ervaren. Buurman is het lawaai van de treintjes in de aangrenzende tuin meer dan zat en procedeert al meer dan vier jaar bij de Raad van State tegen de hinderwetvergunning die de gemeente afgaf. De modelspoorbaan is intussen een attractie voor het publiek, maar de verstandhouding tussen twee buren is er door ontspoord. Waar op de N 313 in de Achterhoek te kiezen valt tussen de richtingen Bocholt, Lichtenvoorde-Groenlo en Winterswijk-Bredevoort, leunt de rustieke Beeminkweg (een zandpad gevat in weelderig groen van bomen en struiken) gelaten tegen het ver keerslawaai. „Een herrie van soms wel 60, 70, decibel", zegt Bernard Buesink (57 jaar) die in zonweringen en rolluiken doet. „Da's knap verve lend, als je buiten zit". door Peter Heerkens Waar aan de noordkant Buesinks tuin van bijna 10.000 vierkante meter via gaas en coniferen overgaat naar het perceel van Sinus Essink (55 jaar) - importeur en exporteur van levend vee - rust een terras waar buurman zijn rust niet meer vindt, zegt hij. Behalve de decibels van de N 313 fluiten hem er ook nog eens 49 (ge meten door de gemeente Aalten) om de oren vanwege Buesinks hobby: een 300 meter lange modelspoorbaan waarvan Essink het getjoeketjoek zat is. Locomotieven en wagons passeren op zo'n 15 meter zijn terras. De liefhebberij van Buesink is met vergunning van de gemeente verheven tot een attractie, op zondag (alléén dan) van 14.00 uur tot 17.00 uur geopend voor publiek dat te gen een symbolische bijdrage van f 1 (kinderen) en f 1,50 (volwassenen) een rit kan maken. Essink: „Door het lawaai van die treintjes kunnen we elkaar am per verstaan. Als je naast elkaar zit gaat het een beetje, maar met een tafel ertus sen". Zijn advocaat mr. C. van Kreij: „Het gaat wel, als je een intieme houding aanneemt". Hoe lollig ook, bij die woorden ver trekt Essink geen spier van zijn gezicht. Hij procedeert al vier jaar tegen de hin derwetvergunning die de gemeente afgaf aan Buesink. Dan kun je je lach wel hou den. Eitjes Waar in Den Haag het Lange Voorhout met een bocht Kneuterdijk wordt, zetelt de Raad van State. Daar ligt het dossier G05.87.0266.290.88, de zaak „Aalten. Mo delspoorbaan". Zo ver is het dus geko men met deze burenruzie die intussen de aandacht van de landelijke pers trok. Voor Buesink niet de eerste keer dat hij in de publiciteit staat. Een jaar of 20 gele den haalde hij, dankzij United Press In ternational, kranten van Japan tot Suri name met het bericht dat in een aan de waslijn hangende beha van zijn vrouw, een winterkoninkje vier eitjes uitbroed de. Het was vorige week de derde keer dat de partijen bij de meervoudige kamer in Den Haag verschenen. Wat „het treintje van Buesink"- intussen heeft gekost aan procedure-werk van gemeente-ambtena ren, staatsraden, technisch onderzoek en juridische bijstand, is niet te berekenen. De schattingen gaan richting 100.000 gul den. „Je kunt in dit land", zegt Buesink, „sneller, en dus goedkoper, procederen tegen een kerncentrale dan tegen zo'n bagatel als waar het hier om gaat". En Essink: „Als ik het vergelijk met za ken doen. Daar los je grotere problemen makkelijker op dan wat er nu tussen bu ren aan de hand is". Heeft Essink soms een hekel aan buurman Buesink? „Hele maal niet. Als-ie maar niet op zondag met die treinen rijdt, want dat is mijn enige vrije dag en dan wil ik m'n rust. Hij mag van mij zelfs op zaterdag. Zo gauw hij dat doet, zijn we weer even goeie vrienden". Daar kijken de Buesinks van op. „Even goeie vrienden?!" Nooit goede vrienden geweest dan? Mevrouw Buesink: „Nooit slechte vrienden ook. We zeiden gewoon gedag en voor de rest bemoeiden we ons niet met Essink. Mis schien komt die actie tegen de spoorlijn daardoor: dat hij zich dus stoort aan de afstand die we altijd gehouden hebben. Iets anders kunnen we niet bedenken". Rubber Zelfs niet de reden van geluidsover last? Zelfs dat niet. „Op het stuk dat langs het terras van Essink gaat", zegt Bernard Buesink, „heb ik deze winter notabene rubber op de baan geplakt". Dat ging hem zeer aan het hart. Het was zijn vier de concessie nadat hij eerder het gefluit van de treinen afschafte, de railsnaden dichtkitte en op het traject in de buurt van Essink de onderlaag van tempex voorzag. Dat ging allemaal ten koste van het rumoer dat een treinenfreak als mu ziek in de oren klinkt. Essink noemt dat „herrie", Buesink spreekt van „de sound". Wie dat een spoormaniek af neemt... „Dat is", stelt Buesink aanschouwelijk voor, „even erg als een motorliefhebber zijn machine laten dempen; dat geronk geeft de kick". Essink gaat voorbij aan al le goede bedoelingen van de buurman en laat alleen het rendement tellen. „Van al die verbeteringen merk ik niets". Het gekrakeel wekte bij de Raad van State de indruk dat er langs het terras van Sinus Essink een heuse NS-machine denderde. Althans, Buesinks belangen behartiger Ton Verheul vond dat de beeldvorming zoals Essinks advocaat die formuleerde, tot grote misverstanden kon leiden. Deze week herhaalde hij in Den Haag nog eens waar het in werke lijkheid om draait: locomotieven die worden aangedreven door de motoren van gazonmaaiers en accu's. In termen van spoorwegfanaten (verenigd in de Rail Hobby Groot Spoor Groep): een mo del in spoor II-M, ofwel schaal 1 op 22,5. Voor leken: locs van 3 en 5,5 meter lang, 70 centimeter breed en 1 meter hoog; daarachter wat lagere open wagons met een totaal capaciteit van 30 personen. Unicum Sinds de openstelling voor het pu bliek, een jaar of vier geleden, is het spoorcomplex (als privé-bezit een uni cum) uitgegroeid tot een toeristische at tractie die Buesink drijft zonder winst bejag. „Het gaat me puur om de liefheb berij". Eerder al maakte hij van zijn tuin een trekpleister door de aanleg van een ander soort spoorbaan. Op 200 vierkante meter knutselde Buesink een mini-cir cuit waaraan hij 15 jaar zo professioneel werkte, dat het resultaat kan wedijveren met elk pretpark. „Het is nooit de bedoeling geweest", zegt zijn vrouw, „om publiek toe te laten. De mensen werden gestuurd door cam pinghouders uit de omgeving. Dat gaf al le dagen drukte. We zijn toen met de WV en de gemeente gaan praten om dat wat te organiseren". Dat werd de voor buurman Essink hinderlijke zondagmid dag. Met de 300 meter modelspoorbaan erbij was voor hem de maat vol. Op 16 augustus 1984 begon Sinus Es sink via een Amsterdams klachtenbu reau te procederen. Hij wees op het ge bonk van de trein, het gesis en gebel, hij vreesde waardevermindering van zijn bungalow, hij attendeerde op de aanslag die de natuur te verduren kreeg en hij klaagde over vervuiling door weggewor pen verpakking van snoepgoed, ijs en frisdrank. Dat laatste aspect is voor de Buesinks altijd een pikant detail ge weest. Niet zij verkochten de lekkernijen waar wat van kon blijven slingeren, maar Essinks broer Gerrit, die op korte af stand een levensmiddelenbedrijf heeft. Op 10 februari vorig jaar kreeg Ber nard Buesink van de gemeente Aalten een hinderwetvergunning. Toen was voor buurman Essink de absolute limiet bereikt; hij wendde zich via zijn advo caat Mr. Van Kreij tot de Raad van State. Buesink dankte zijn vergunning aan de meest ruime maat waarmee de ge meente de decibels mat. de zogeheten in dustrienorm die tot 50 gaat. Met de in middels vertrokken burgemeester Beki- us voorop, verdedigde de gemeente Aal ten bij de Raad van State het gehanteer de absolute maximum: de spoorbaan gaat slechts enkele maanden per jaar (van pinksteren tot en met de schoolva kantieperiode) open, bovendien voor slechts drie uur per zondag en bovenal is het voor Aalten van groot toeristisch be lang. Intussen heeft de ene decibel-meting de andere opgevolgd, zij het niet zonder problemen. „Een keer", zei Buesinks be langenbehartiger Verheul bij de Raad van State, „was de meting niet uit te voe ren omdat het geblaf van Essinks hond het geluid van de trein overstemde". Bij de metingen van de gemeente bleef Buesink steeds net onder de 50 decibel, het door Essink ingeschakelde bureau Peuts uit Arnhem kwam tot 52 decibel. Ook daarmee ging Buesink de limiet niet te boven. De voorschriften laten een ruimte van 5 decibel voor pieken; 55 der halve. Avondniveau Maar - zo luidt de vraag waar alles om draait - had de gemeente Aalten de 50 de cibel-norm wel mogen hanteren? „Nee", zegt de directeur generaal milieuhygiéne van het ministerie van VROM in een ad vies aan de Raad van State. Hij verwijt de gemeente geen rekening te hebben ge houden met en het „avondniveau" waar van op zondag uitgegaan moet worden, en het „referentieniveau" van het ver keerslawaai. In het eerste geval ligt de li miet op 35 decibel, in het tweede geval op 40 decibel. Alle bemiddelingspogingen - en dat waren er drie - om deze zaak onderling te regelen, zijn mislukt. Het eerste gesprek ervaarde de familie Buesink - in wier huis de bespreking plaatsvond - als „on aangenaam", de openbare zitting bij de gemeente loste ook al niets op en een ver zoeningsactie van de burgemeester in het gemeentehuis evenmin. Buesinks belangenbehartiger Verheul heeft uitgerekend dat de treinrit van bij na drie minuten, welgeteld 20 seconden langs het terras van Essink gaat. „In to taal", zo betoogde hij bij de Raad van State, „gaat het om een kwartiertje per zondag". Maar: waarom kiest Bernard Buesink met zijn attractie niet voor de zaterdag? Dan is wat Sinus Essink betreft de rel uit de wereld. „Ik heb problemen met de za terdag", zegt Buesink, „omdat ik dan on voldoende tijd heb de boel voor te berei den; dat is steeds een enorm werk. Bo vendien trekt de zaterdag niet zoveel pu bliek als de zondag. Ik vind het belang rijk om de spoorweghobby onder de aan dacht te brengen. En: ik geniet als ik zie hoeveel plezier de mensen beleven aan wat ik maakte. Vergelijk het met een ar tiest. Die trekt toch óók graag volle za len". -- „Het is voor veel mensen een rustgevend gevoel dat ze hier na hun overlijden tussen de bomen en onder de bladeren komen te liggen. Het spreekt geweldig aan om op deze stille plek midden in de natuur te worden begraven. Ook van de nabestaanden horen we steeds weer dat deze plek als bijzonder sfeervol en indrukwekkend wordt ervaren en aanzet tot diepe gedachten en inkeer". Willem Jan Westerwoudt (75) van het oude Veluwse geslacht Addinga van Westerwoudt houdt een rondleiding op zijn bijzondere begraafplaats bij het gehucht Assel onder Hoog Soeren. Jan Willem Westerwoudt op het ommuurde deel dat voor de familie is gere serveerd. Stenen met nummers geven aan op welke plaatsen graven zijn besteld. Op de achtergrond het kerkje dat de familie Westerwoudt heeft laten bouwen. 'Natuurbegraafplaats' staat er op een bescheiden plaatje op de stenen rustbank bij de ingang. Een hek is er niet. Tussen de bomen doemt plot seling verrassend een kerkje op dat men daar niet zou verwachten. Langs vage paden tussen de bomen liggen grote keien als grafstenen en hier en daar pronken verse bloemen tussen de dorre bladeren. door Peake Zijlstra Er staan op de keien namen gebeiteld. De overledenen komen uit alle delen van het land. „Reclame maken doe ik niet. Mensen komen hier toevallig langs en ra ken gecharmeerd van de begraafplaats. Anderen maken hier een begrafenis mee en bestellen een tijdje later zelf ook een graf', verklaart Westerwoudt. Nog heel veel mensen kunnen een laatste rustplaats krijgen in het bos van Westerwoudt. De familie bezit zestig hectare bos en landerijen rondom Hoog Soeren. Willem Jan Westerwoudt merkt daarbij op dat het niet de bedoeling is van het hele bezit een kerkhof te maken. Een deel van het bosperceel bij Assel is alleen als algemene begraafplaats aange wezen en daarop berusten ook de ver gunningen. Er is echter nog ruimte ge noeg voor de mens die zijn leven op aar de achter de rug heeft. Andere middelen Nog niet eens zo heel lang geleden be zat de familie Westerwoudt een stuk grond waar hele volksstammen begra ven hadden kunnen worden. Het land goed Westerwolde omvatte in het begin van de eeuw 360 hectare. Later werd het leven er voor de grootgrondbezitter in het algemeen niet beter op en werden er vele hectaren verkocht. Na de aanleg van de E8, de snelweg tussen Apeldoorn en Amersfoort, die het gebied van Wester wolde doorsneed, bleef het huidige land goed over. Landgoedbezitter Westerwoudt heeft door de gewijzigde omstandigheden al lang andere middelen van bestaan ge vonden dan bijvoorbeeld de houtpro- duktie. Hij bezit onder andere een cam ping en andere op toerisme gerichte voorzieningen. De begraafplaats was in de eerste plaats niet als inkomensbron bedoeld. Die is min of meer in de loop der jaren onstaan, nadat de familie in 1941 een vergunning kreeg voor een fa miliebegraafplaats in het bos. Uit betrokkenheid bij de rooms-katho- lieke gemeenschap van Assel bouwde de familie Westerwoudt in de jaren 1941 en 1942 voor f 25.000 een kapel met een to rentje voor de orde der Salesianen van Don Bosco bij de familiebegraafplaats. Er kwam toen ook een vergunning om mensen uit de buurt te begraven. Zij konden bij begrafenissen gebruik ma ken van de kapel. Zo is het eigenlijk alle maal begonnen. In de jaren zestig kwam er geleidelijk meer belangstelling voor de stille plek in het bos. De familie Westerwoudt besloot daar wat aan te doen, vooral ook om een grotere toeloop in goede banen te leiden: „Het stond ons duidelijk voor ogen dat het karakter en de sfeer van de begraaf plaats moesten blijven bestaan. Wie hier begraven wil worden, zal zich aan een aantal regels moeten houden. Gladde en pompeuze grafmonumenten zijn hier niet op zijn plaats. Het liefst zien we hier alleen zwerfkeien met een eenvoudige tekst". Reserveringen Wijzend op een rechte marmeren steen zegt Westerwoudt: „Dat gaat eigenlijk al wat te ver, we zullen er in de toekomst nog beter op toezien dat men het eenvou dig houdt." Dat mag ook wel, want het is nu zo dat er jaarlijks ongeveer vijftig ge gadigden voor een graf in het bos bijko men. Zoveel begrafenissen vinden er niet plaats in een jaar, maar de meeste mensen zoeken alvast zelf een mooi plek je uit, waar ze na hun verscheiden willen liggen. Stenen met nummers geven de gere serveerde plaatsen aan. Voor f 3000 krijgt men de beschikking over een stuk je grond van één bij twee meter en in de meeste gevallen gaat het om twee 'inla gen', zo legt Westerwoudt uit. Dat wil zeggen dat er twee mensen uit een fami lie boven elkaar begraven kunnen wor den. Dat de begraafplaats er alleen is voor bemiddelde mensen is volgens Westerwoudt onzin. Men koopt het graf voor honderd jaar en grafrechten hoeft men nu en in de toekomst helemaal niet te betalen. Wie dat wil, kan het graf door een onderneming in Assel laten onder houden, hoewel onderhoud in de meeste gevallen nauwelijks nodig is. Op een van de nog niet zo groen uitge slagen keistenen is de naam te lezen van de vorig jaar gestorven schrijver Eelke de Jong. Hij is de enige bekende Neder lander die er begraven ligt. Westerwoudt: „Er komen hier mensen uit alle lagen van de bevolking, mensen die vaak een bijzondere band hebben met de natuur of die andere beweegrede nen hebben. Het is natuurlijk pure fictie, maar als iemand er een veilig gevoel aan ontleent hier in de grond te komen, kan ik dat begrijpen en respecteren". Jan Willem Westerwoudt heeft zelf het be heer over het kerkje in het bos en hij speelt een rol bij de erediensten die er ge regeld worden gehouden. Dat heeft de familie indertijd zo bepaald. Bij begrafe nissen kan men de kapel en de aula ook voor een sfeervolle uitvaartdienst ge bruiken. Men kan die zelf inhoud en ge stalte geven. Borrel Een plechtige uitvaartdienst zit er trouwens voor Jan Willem Westerwoudt zelf niet in als zijn tijd gekomen is. Hij is verzekerd van een plaatsje op de familie begraafplaats die ommuurd en afge scheiden is van de rest: „Mij staat een ge zellige familie-bijeenkomst voor ogen, zonder toespraken en verdere poespas. Ze moeten me meteen begraven, ieder een een borrel geven en wegwezen". Bernard Buesink: "Ik vind het belangrijk om de spoorweghobby onder de aandacht te brengen'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 23