'Niet het kind staat nog voorop, maar het geld' 'Einde apartheid is nog lang niet in zicht' Interview LOM-scholen ontkomen niet aan snoeimes Deetman 'Confessioneel gebonden organisaties worden uitgehold PAGINA 2 WOENSDAG 15 JUNI 1988 Het speciaal onderwijs is niet aan de bezuinigingsdrift van de minister ontsnapt. Steeds weer verschijnen nieuwe circulaires, worden oude ingetrokken en zijn er geruchten over komende maatregelen. Het beleid is verwarrend, de onzekerheid groot. Het onderwijs voor kinderen met leermoeilijkheden is de laatste jaren veel sterker gegroeid dan verwacht. Tot grote schrik van minister Deetman (onderwijs), want de kosten groeiden mee. Voor de bewindsman, die toch kampt met te hoge uitgaven, voldoende aanleiding om de geldkraan dicht te draaien: per 1 mei besloot hij om voor drie minuten per leerling per week minder lestijd te vergoeden. door Constant Julien "Omdat zijn begroting niet klopte heeft hij die vergoeding terugge draaid. Het uitgangspunt van het beleid is verschoven van het kind naar het geld. Dit moet in het be lang van het kind natuurlijk an dersom zijn". Directeur G. Schrik- kema en zijn plaatsvervanger P. Hoogenboom van 'De Twee Sleu tels' in Leiden, een school voor kin deren met leer- en opvoedings moeilijkheden (LOM), maken zich zorgen. Zij vrezen is dat kinderen door het huidige onderwijsbeleid uit de boot zullen vallen. Schrikkema: "Het gevolg is dat we een leerlingenstop hebben in gevoerd. We weten nu niet of we volgend schooljaar met negen groepen kunnen doorgaan, of dat het er acht worden. De groepen maken we niet groter dan zestien leerlingen. Dat is wettelijk niet toe gestaan en gaat ten koste van het onderwijs. De kinderen hebben de aandacht die nu aan ze wordt be steed nodig en dat willen we niet verminderen". In Leiden en omstreken valt het overigens wel mee met een grotere vraag naar speciaal onderwijs. Schrikkema schrijft dat toe aan een "kindvriendelijk klimaat" op de gewone basisscholen in de re gio. waarin het individuele kind de aandacht krijgt die het nodig heeft. Zijn vrees is echter dat de aanhou dende onrust in het onderwijs dat klimaat zal aantasten. Aderlating Het snoeien in de vergoedingen is niet de eerste maatregel waar mee Deetman het speciaal onder wijs confronteert. Vorig jaar al be sloot hij de teldatum te verschui ven van 16 april naar 16 januari. De school krijgt nu geen geld meer voor leerlingen die na de teldatum op school komen. Voor scholen in het speciaal on derwijs is dat een financiële aderla ting. "Rond de schoolvakanties zijn er altijd leerlingen die van het basisonderwijs overgaan naar het speciaal onderwijs. De groep die rond de paasvakantie overstapt wordt nu niet geteld", aldus Schrikkema. Met zijn bezuinigingen loopt Deetman vooruit op een onder zoek. dat op last van de Tweede Ka mer is ingesteld naar de oorzaken van de groei van het speciaal on derwijs. In afwachting van de re sultaten besloot het parlement eer dere bezuinigingsvoorstellen, in 1986, met goed te keuren. Inmid dels is dat onderzoek afgerond. In hun rapport 'de groei van het speciaal onderwijs' schrijven de hoogleraren Doornbos en Stevens de groei toe aan 'een complex van vaak nauw met elkaar vervlochten ontwikkelingen, zowel in het on derwijs als in de gezinnen en de omringende maatschappij'. Terwijl het de bedoeling was om kinderen met problemen op regu liere scholen te houden, zijn de doorverwijzingen naar het speciaal onderwijs alleen maar toegeno men. De oorzaak hiervoor wordt gezocht in problemen in het basis onderwijs, dat al eerder te maken kreeg met bezuinigingen. Deetman lijkt zo de wrange vruchten van zijn eigen beleid te plukken. De bewindsman - niet voor een gat te vangen - denkt er alsnog een mouw aan te kunnen passen door het basisonderwijs beter uit te rus ten voor de begeleiding van pro bleemkinderen. Het is de bedoe ling dat de speciale scholen daar aan meewerken. Bevriezing De plannen van de minister zijn gevat in een notitie met de lange ti tel 'Groeibeheersing in het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in samenhang met zorgverbreding in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs'. Een hele mondvol, maar het komt er op neer de specia le scholen de komende vier jaar te maken krijgen met een 'bevriezing' op het niveau van 16 januari 1987. Ze krijgen er dus voorlopig geen cent meer bij. De scholen worden bovendien gestimuleerd minder leerlingen aan te nemen, want minder leerlin gen betekent niet direct minder voorzieningen. Leerkrachten die zogenoemd boventallig zijn. mo gen voor 60 procent werkzaam blij ven op de eigen school. De rest van de werktijd (40 procent) moeten zij besteden aan samenwerking met het basisonderwijs. Tegelijkertijd worden reguliere scholen beter uit gerust voor de opvang en onder wijs van probleemkinderen. Dit al les moet leiden tot kleiner en beter speciaal onderwijs. Zo hoopt Deetman, uiteindelijk voor minder geld, twee vliegen in één klap te slaan. Maar is dat prach tige plan ook praktisch uitvoer baar? De leiding van De Twee Sleutels ziet het somber in. Hoog enboom: "Moeten leerkrachten dan naar een school aan de andere kant van de stad? Dan kunnen ze net een hand geven en moeten ze weer terug". Toch zijn hij en Schrikkema wel voorstander van de plannen zoals ze nu op tafel lig gen: "Wat ons betreft mag de bevrie zing doorgaan. Het geeft ons ten minste zekerheid in de komende vier jaar. Zeker voor onze school waar het leerlingenaantal al enkele jaren stabiel is. Met de bevriezings regeling kan De Twee Sleutels blij ven functioneren. We hebben nu zelfs een bovenformatie voor vier leerlingen, wat betekent dat we bij het doorgaan van de plannen vol gend schooljaar vier kinderen meer kunnen opnemen". "Als we in het onderwijs niet ak koord gaan met de bevriezing en het plan gaat niet door, dan is het dreigende alternatief van Deetman het botweg verder inkrimpen van het speciaal onderwijs. Dat zou ernstige gevolgen hebben voor de kwaliteit die we nu bieden". Maar twijfels over de toekomst blijven leven bij de LOM-schooldi- recteur. "Stel dat de bevriezing doorgaat. Er komt gegarandeerd weer een tegenvaller voor de mi nister. Wie zegt dat de regeling dan niet wordt teruggedraaid of veran derd. En wat gebeurt er na die vier Schrikkema (links), Hoogenboom en vijf leerlingen van De Twee Sleutels: "De mogelijkheden om probleemkin deren zoveel mogelijk op de basisschool te houden zijn door de bezuinigingen verkleind. Leerkrachten raken gede motiveerd. (foto Holvast) jaar? De zekerheden die de bevrie zing geeft zijn toch maar betrekke lijk". Toelatingscommissie Een punt van grote kritiek op het plan is de komst van een regionale toelatingscommissie voor het spe ciaal onderwijs. Schrikkema en Hoogenboom vinden dat overbo dig. Zij menen dat de huidige toela tingsprocedure beter en degelijker is. Hoogenboom noemt de plannen voor een regionale commissie zelfs "een verkapte motie van wantrou wen" op het huidige toelatingsbe leid. "Op het ministerie moet men niet denken dat wij onzorgvuldig te werk gaan en zo maar iedereen toelaten". "Zo'n regionale commissie kan niet verantwoord werken, zij be strijkt daarvoor een veel te groot gebied en heeft dus per kind te wei nig tijd om te toetsen of het in aan merking komt voor speciaal onder wijs. De gemeentelijke coördinatri ce die zich bezig houdt met de toe lating heeft voor de Leidse scholen al haar handen vol met de selectie. Het wordt haastwerk en dat is niet in het belang van de betrokken kin deren. Het gaat erom voor ieder in dividu een juiste onderwijsvorm te vinden". Schrikkema heeft overigens wel een, tamelijk cynische, verklaring voor de instelling van een toela tingscommissie: "Vanuit hét oog punt dat het speciaal onderwijs kleiner moet worden is het heel lo gisch. Als de commissie haar werk doet, zal ze mede gezien de beperk te tijd waarover ze beschikt minder kinderen toelaten". Evenals de onderzoekers Doorn bos en Stevens gelooft hij niet dat de groei van het speciaal onderwijs kan worden beperkt door het dichtdraaien van de geldkraan. "Dat lost de oorzaken niet op", al dus de LOM-schooldirecteur. Di^ oorzaken liggen volgens hem in al lerlei maatschappelijke ontwikke lingen en de steeds hogere oplei dingseisen die worden gesteld. "We zien hier op school bij voor beeld een toename van kinderen van gescheiden ouders en uit ge zinsvervangende tehuizen. Door alle bezuinigingen wordt opvang, onderwijs, begeleiding en vooral ook het terugplaatsen van kinde ren in het basisonderwijs steeds moeilijker". Kindvriendelijker Volgens Schrikkema moet er veel gebeuren, wil er een einde ko men aan de groeiende behoefte aan speciaal onderwijs. "De mogelijk heden om probleemkinderen zo veel mogelijk op de basisschool te houden zijn door bezuinigingen verkleind. Leerkrachten in het ba sisonderwijs raken gedemoti veerd. Ze signaleren de problemen wel, maar kunnen weinig méér doen dan doorverwijzen. We moe ten naar een onderwijsvorm die uitgaat van de individu met een kindvriendelijker aanpak. Waarin iedere leerling de aandacht krijgt die nodig is". Hoogenboom.vult hem aan: "Het onderwijs moet ook minder presta tiegericht worden, zeker voor kin deren met bij voorbeeld psycho-so- ciale problemen. De permanente druk waaronder kinderen op school staan wekt aversie ten aan zien van het leren. Als ze meer ruimte krijgen en begeleid worden by het oplossen van hun proble men, gaan kinderen gemotiveerd en met plezier naar school. Dat komt de resultaten uiteindelijk toch ten goede". "Gelukkig", zegt Schrikkema, "heerst op steeds meer scholen een ontspannen sfeer. Vooral in deze regio merk ik dat duidelijk. Veel schooldirecteuren zijn hoofdleid- ster op een kleuterschool geweest, zij weten dat zo'n sfeer belangrijk is. Het stabiel blijven van het leer lingaantal in het speciaal onderwijs in deze streek is denk ik het gevolg van een kindvriendelijker kli maat." Maar als er verder bezuinigd wordt zijn de consequenties vol gens Schrikkema niet te overzien. "Lange wachtlijsten, onvoldoende faciliteiten, kinderen die buiten de boot vallen. Het hele onderwijs wordt opgeblazen". Hij laat een krante-artikel zien over een parti culiere LOM-school waar kinderen voor 22 duizend gulden per jaar te recht kunnen. "Dan blijft er alleen onderwijs voor mensen die het kunnen betalen". Hoogenboom benadrukt het nog maar eens: "De portemonnee maakt de dienst uit. Het wordt tijd dat Deetman inziet dat door zijn beleid kinderen de mist in gaan". Carsten: 'Tk geloof niet dat we in de diplomatieke dienst ooit eerder met zo iets als de affaire-De Jonge zijn geconfronteerd". (foto gpd» PRETORIA Deze week stapt 'hare majesteits officiéle vertegen woordiger' in Zuidafrika, ambassa deur mr. Hugo Carsten (62), in het vliegtuig richting vaderland om vandaar naar Helsinki te reizen. Daar sluit hij een langdurige carriè re in de Nederlandse diplomatieke dienst af, die hem leidde langs standplaatsen als Belgrado, Bom bay, Bonn, Nairobi, Brussel, Addis Abeba, Ankara en Pretoria, waar hij vier turbulente jaren meemaak te. door Ruud de Wit Voor de spanningen die Carstens ambassadeurschap in Pretoria hebben gekenmerkt, was vooral Klaas de Jonge verantwoordelijk. Ruim twee jaar lang hield De Jon ge zich in het vroegere ambassade gebouw aan de Kerkstraat van Pre toria schuil voor de Zuidafrikaanse veiligheidspolitie, totdat hij in sep tember 1987 als onderdeel van een internationale gevangenenruil de inmiddels tot 'dependance' omge doopte ambassade mocht verlaten en naar Nederland kon terugkeren. In het dagboek dat De Jonge on middellijk na zijn 'vrijlating' publi ceerde, staan uitermate onvriende lijke opmerkingen te lezen over de ambassadeur. "Deze man denkt nog als zovelen in de koloniale tijd" zegt De Jonge ergens over Carsten en hij gebruikt ook aanduidingen als "carriere-diplomaat" en "WD- er", wat hier niet in positieve zin wordt bedoeld. Inmiddels is de affaire-De Jonge al weer ruimschoots verdwenen van de voorpagina's en heeft Car sten dus niet voortijdig zijn koffers hoeven te pakken, zoals in juli 1985 heel even dreigde. Nu, bij zijn ver trek uit Zuidafrika, is de tijd rijp voor een reactie. Hoe kijkt hij terug op deze vier jaar en met name de af faire-De Jonge? Carsten: "Voor mij was die perio de een enorme uitdaging. Ik geloof niet dat we in de diplomatieke dienst ooit met zo iets als de affaire- De Jonge zijn geconfronteerd. Vooral omdat het zo lang heeft ge duurd. Ik heb wel eens tegen hem gezegd: wat er ook zal gebeuren en hoe wij er ook over denken, jij zult in vele juridische vakboeken te recht komen, waarin zal worden uitgepluisd hoe het volkenrechte lijk nu eigenlijk precies allemaal in elkaar heeft gezeten". Cartsen kan niet ontkennen, dat De Jonge hem hoofdbrekens heeft gekost. "We hebben er nogal aan tegen zitten hikken, voordat we een soort dag-programma en huis regels hadden". Hij geeft ook toe dat hij het totaal niet eens was met De Jonge. 'Het was vanaf de twee de of derde dag een gegeven, dat De Jonge en ik niet dezelfde ge dachten hadden. Maar dat hij me niet mocht, werd me pas in de loop van zijn verblijf duidelijk". Toch kijkt Carsten niet om in wrok: "Hij was door zijn afschuw van de apartheid zo gebeten, door het dolle heengeraakt, dat hij het voor zich zelf kon rechtvaardigen wat hij heeft gedaan. Ik blijf erbij dat hij geen persoon is, die echt ge weld wil. Hij is nu eenmaal niet het type van een vechter, meer van een avonturier". "Blijkbaar heeft hij ergens in zijn leven de beslissing genomen om te doen wat hij heeft gedaan. En daar waren we het beslist niet over eens. Ik heb vele gesprekken met hem gevoerd, maar ik heb daarbij nooit enige sympathie kunnen opbren gen voor al dat schiettuig dat hij heeft binnengebracht. Twee we ken geleden hadden we hier in Pre toria nog een bomaanslag. Daar kan ik niet tegen. Hij wel, hij praat te dat goed". Sancties Over de toekomst van Zuidafrika is Carsten niet optimistisch. "Ik ge loof niet dat er een snelle verbete ring in de huidige situatie zal optre den In 1984, vlak na mijn aan komst, maakte president Botha een reis door Europa en daaruit ontleenden we, diplomaten, enige optimisme. Wij dachten, dat de sig nalen die door het westen met de eerste sancties waren geven, had den geholpen. Iedereen weet nu dat het vrij snel daarna weer is mis gegaan en onrust in de zwarte woonwijken heeft aangetoond, dat ons optimisme over een dialoog tussen blank en zwart ten onrechte was geweest". Tijdens zijn verblijf van vier jaar is de druk voor meer sancties toe genomen. Carsten plaatst echter vraagtekens bij de effectiviteit van economische strafmaatregelen. "Ik weet zelf niet of ik nu voor of te gen sancties ben. Ik geloof niet, dat het in Zuidafrika zal werken. Want dit land zal zich, ondanks sancties, lang kunnen redden. Het zal zijn le venspeil moeten verlagen, maar de Afrikaners zullen er niet van on derdoor gaan en zeker niet daarom bereid zijn onder een zwarte meer derheidsregering verder te leven". "Ik geloof niet dat deze regering economisch met sancties op de knieén kan worden gebracht. Maar ik erken, dat sanctiedreiging een belangrijk signaal is. Het bewijst, dat de rest van de wereld een daad wil stellen en als signaal voor deze regering is dat belangrijk". Ruim een jaar geleden liet de Zuidafrikaanse minister van bui tenlandse zaken, Roelof Botha, in het openbaar weten dat de ver standhouding tussen Nederland en Zuidafrika nog nooit zo slecht was geweest. Botha zei tevens 'zich te schamen voor het Nederlandse bloed dat door zijn aderen stroomt'. Koel Carsten: "De emotionaliteit van deze uitlating toont eigenlijk al aan hoe gevoelig die relatie is, wat ook te maken heeft met de wederzijdse taal en geschiedenis. Ik zou de hui dige relatie koel willen noemen, hoewel ik -ook over dat citaat van minister Botha verbaasd was. Dat het zó'n slechte verhouding was en is, geloof ik ook niet. We praten met elkaar, maar we verstaan elkaar niet zo goed, ondanks het feit dat we dezelfde taal spreken". "Ik denk ook dat er sindsdien niet ve^l veranderd is, dus dat de si tuatie ook niet is verslechterd. Want tijdens de affaire De Jonge waren mijn.koffers op een gegeven moment al gepakt en was mijn tic ket gekocht. En nu komt er ge woon een nieuwe ambassadeur. Maar langer blijven wil ik hier ook niet. Dit is een zeer vermoeide pe riode geweest. En ik betwijfel of ik het einde van de apartheid zal mee maken". Katholieke organisaties heb ben grote zorg over de manier waarop de provinciale en ge meentelijke overheden zich te genover confessionele organisa ties opstellen. "Het gemak waar mee juist zij het kind van de reke ning dreigen te worden omdat ze confessioneel gebonden zijn, lijkt ons een aanslag op de begin selen van de democratische rechtsorde". Dat staat in een brief van dr. H. A. van Munster, voorzitter van het Verband van Katholieke Maatschappelijke Organisaties, bij de uitnodiging aan politieke partijen, commissarissen der ko ningin en fractievoorzitters in de Provinciale Staten voor een stu diedag komende zaterdag in het Provinciehuis in Den Bosch. On derwerp van deze studiedag is: 'Secularisatie als politiek alibi'. In het Verband zijn bijna alle grote rooms-katholieke maat schappelijke organisaties vere nigd met in totaal ruim anderhalf miljoen leden. De brief van dr. Van Munster spreekt van een 'heilloos proces van uitholling'. "Dit is des te ver ontrustender omdat dit proces, tot in zijn consequenties doorge dacht, tot uitholling leidt van de Nederlandse democratie". Op het terrein van confessioneel ge bonden jeugd- en jongeren-, maatschappelijk activerings- en vormingswerk voor vrouwen en bejaarden krijgt deze uitholling, volgens de brief, 'steeds hardere trekken'. In sommige provincies wordt het feit dat confessioneel gebonden organisaties voor dit werk verantwoordelijk zijn, on verbloemd als argument ge bruikt om subsidies in te trek ken. Secretaris dr. P. A. van Genmp van het Verband van Katholieke Maatschappelijke Organisaties vraagt zich af, wat er met 'demo- cratiev' wordt bedoeld als 'le vensbeschouwing' blijkbaar een argument is om met twee maten te meten, "wat op andere gebie den gemakkelijk als discrimina tie zou worden gebrandmerkt". "Zoals iemand laatst wellicht niet geheel correct, maar wel heel treffend samenvatte: op al gemene organisaties wordt 12,5 procent gekort, op confessionele 25 procent enkel en alleen omdat ze confessioneel zijn". Reglement. De rooms-ka tholieke bisschoppenconferen tie heeft gisteren op haar twee maandelijkse vergadering in Amersfoort de tekst van het alge meen reglement voor het be stuur van een parochie vastge steld. Het nieuwe reglement treedt 1 januari 1989 in werking en komt in de plaats van dat van 1979. Het nieuwe kerkelijk wet boek van 1983 maakte de wijzi gingen noodzakelijk. De adviesorganen van de bis dommen konden op de ontwerp tekst reageren. Daarvan is ruim gebruik gemaakt. De bezwaren spitsten zich toe op de bepaling dat de pastoor altijd voorzitter is van het kerkbestuur, de slechts adviserende bevoegdheid van de parochievergadering en de uit breiding van de taak van het kerkbestuur. Voorzover dat kerkrechtelijk mogelijk was, zijn de bisschop pen aan de bezwaren tegemoet gekomen. Zij hopen, dat het nieuwe reglement in de praktijk weinig problemen zal geven. De pastoor bijvoorbeeld of zijn door de bisschop aangewezen vervan ger is wel voorzitter van het kerk bestuur, maar kan veel taken naar een tweede voorzitter door schuiven. De bisschoppen namen giste ren afscheid van de pauselijke vertegenwoordiger (nuntius) E. Cassidy, die naaste medewerker wordt van kardinaal Casaroli, tweede man in de Vaticaanse hi ërarchie. Jaar in Groningen De Indonesische predikante Elga Sarapung (27) gaat een jaar lang werken in de Groningse stu dentengemeente, van half augus tus dit jaar tot half augustus vol gend jaar. Het Groninger Stu dentenpastoraat heeft haar daar toe uitgenodigd, na overleg met de hervormde Raad voor de Zen ding. Reden is dat het hervormd uni- versiteitswerk in Groningen veertig jaar bestaat. Door het uit nodigen van een (studenten)pre- dikant(e) uit de Derde Wereld wil het Groninger Studentenpasto raat een intensief proces van be wustwording en samenwerking op gang brengen, "waardoor over en weer ontdekt gaat wor den wat het betekent om in de sa menleving van vandaag (studen- ten)gemeente te zijn in mondiaal perspectief'. Mevrouw Sarapung is predi kant van een protestantse kerk in Indonesië met 11.000 leden en 56 gemeenten. In deze kerk wer ken 13 predikanten en 10 evange listen. Te weinig studie. De luther se predikanten in Nederland ko men te weinig aan studie toe. Dat is de conclusie uit een enquête van het seminarium-bestuur on der de dienstdoende predikan ten. "Van een intensief gebruik van de studeerkamer kan nauwe lijks nog sprake zijn". Bovendien lijkt de animo om enigszins ge richt te studeren, al of niet met hulp van het seminarium, te ont breken. Aan het slot van het verslag worden een paar suggesties ge daan, zoals: uitbreiding van stu diefaciliteiten (verlof), de ver plichting om met zekere regel maat deel te nemen aan studie dagen of -weken en extra voor zieningen voor predikanten die aan een proefschrift werken. Het bestuur van het seminari um en de synodale commissie (synodebestuur) beraden zich nu over voorstellen aan de synode om het studieklimaat te verbete- Liedboek. De Interkerkelij ke Stichting voor het Kerklied treft nu al voorbereidingen voor een mogelijke opvolger van het Liedboek van de Kerken uit 1973. Ze verzamelt nieuwe liede ren en heeft f. 1 miljoen gereser veerd voor een Liedboek-2000. De slijtage van het Liedboek betreft meer de gezangen dan de psalmen, zegt de interkerkelijke stichting. "De psalmen sluiten direct aan bij de bijbeltekst, de gezangen zijn meer gebonden aan de tijd waarin ze zijn ont staan. Veranderend levensge voel en veranderende geloofsbe leving zijn in gezangen veel snel ler merkbaar". Niemand nog weet precies wanneer het Liedboek aan ver vanging of revisie toe is. Tussen de vorige bundel en het Lied boek ligt een periode van 35 jaar. Dan zou het omstreeks het jaar 2008 moeten worden. "Maar dat tijdstip laat zich niet rekenkun dig vaststellen", vindt de stich ting. Toch acht het bestuur het denkbaar, dat in het midden van de jaren 90 een begin met de voorbereiding moet worden ge maakt. "Als de kerken dat sig naal geven, wil de stichting daar op positief kunnen reageren". Hervormde Kerk: aangeno men naar Zijpe (NH) voor deel werk kandidaat W. H. ten Boom Amsterdam, het beroep door de synode tot predikant voor inrich tingen van justitie F. Don Gassel- te. Doopsgezinde Broeder schap: aangenomen naar Zoeter- meer (samenwerking vrijzinnige hervormden, doopsgezinden en remonstranten) voor deelwerk mevrouw J. F. Postma Delft (deelwerk), die ook voorganger blijft van de Nederlandse Pro testantenbond in Rotterdam. Moker. De uitzending van Moker (kerken Rijnland en Bol lenstreek) gaat morgen, 16 juni van 7 uur tot half 8 's avonds, over 'kerkelijke zaken in Lisse'. Te beluisteren op FM 105.7 en via de kabel op FM 88.1. Heiligen Heiligverklaring. De paus zal zondag 96 Vietnamezen en 21 Europese missionarissen die in Vietnam hebben gewerkt heilig verklaren. Allen zijn martelaar van christenvervolgingen in de 18de en 19de eeuw. Audiëntie. De Dalai Lama, de verbannen boeddhistische leider van Tibet, is gisteren by de paus op persoonlijk bezoek ge weest. Zij bespraken, volgens een mededeling van de perschef van het Vaticaan, vraagstukken betreffende godsdienstige waar den en de wereldvrede. De Dalai Lama, wiens oor spronkelijke naam Tenzin Gyat- so is, werd tijdens de audiëntie vergezeld door kardinaal Francis Arrinze, president van het Vati caanse secretariaat voor de niet- christenen. Na het bezoek had hij nog een werkbespreking met Arrinze.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 2