De betaalde 1 voor de circus Fernand Banning enige manager in Niet iedereen komt even graag in de circustent. Meer dan andere amuse mentsbedrijven zijn de vermaak- centra waar mens en dier gezamen lijk optreden onderhevig aan de dikwijls zo grillige smaak van het hooggeëerde publiek. door Gerard van Putten Er zijn mensen die een verklaarde af keer hebben van parades met paarden, gedirigeerd door een knallende zweep. Alleen al bij de gedachte dat dieren op commando menselijk gedrag moeten vertonen op de geluiden van een schet- terorkest walgen deze circushaters. De andere uitersten zijn degenen die al ge nieten zodra ze het gemêleerde aroma van zaagsel, transpiratievocht en dieren- uitwerpselen inhaleren. Daartussen beweegt zich de categorie die zich op het standpunt stellen dat één circus zien eigenlijk alle circussen zien is. En juist op die categorie richt Fernand Banning zich als circusmanager, in die groep zitten volgens hem de potentiële klanten. "Je moet ze er alleen van overtuigen dat het absoluut niet waar is dat het alle maal op hetzelfde neerkomt, wat er in circussen is te zien. Zoals er ook een ver keerde voorstelling van zaken wordt ge geven als wordt beweerd dat het circus dood is. Wat wel waar is: de mensen gaan vergeleken met vroeger bewuster uit. Is het Nederlands publiek eenmaal over tuigd van de kwaliteit die een circus biedt, dan komt het. Massaal. Zodra het hedendaagse publiek merkt dat het bela zerd wordt, blijft het weg. En terecht". Getild Namen noemt de Hagenaar niet, maar volgens hem zijn er circussen geweest die in het verleden het publiek keer op keer hebben getild. En er zijn er die dat "jammer genoeg" nog doen en aldus de markt voor de goede circussen beder ven. Niet dat als gevolg van dergelijke praktijken bepaalde bedrijven van het slappe koord van het bestaansrecht zijn getuimeld, als Banning mag worden ge loofd zijn de magere circusjaren thans voorbij en stroomt het geld weer overal de tenten binnen. Toch moeten hij en zijn meewerkende vrouw Bep nog steeds vaststellen dat bij sommige "komediantencircussen" de presentatie in geen enkel opzicht beant woordt aan datgene wat er vooraf wordt beloofd in het programmaboekje. Daar aan ergert hij zich mateloos. "Het zijn de ondernemingen die altijd komen aanzet ten met een paar van die komedianten die ze met veel tam tam aankondigen als clowns die zojuist zijn onderscheiden met de 'Gouden Clown', terwijl prins Rainier van Monaco die maar één keer per jaar uitreikt. Daarmee wordt in de hand gewerkt dat het circus niet serieus wordt genomen. Zelfs dood wordt ver klaard, terwijl circiis een cultuur is. Een kunstvorm op zich". Als enige in Nederland ontplooit Ban ning activiteiten die hij beknopt samen vat onder de noemer circusmanagement. Tot zijn klantenkring rekent hij evenwel niet de dertien Nederlandse circussen. Niet dat hij ze een slecht hart toedraagt, met de meeste directies zegt hij zelfs goed bevriend te zijn. Maar Banning is •het oneens met het zakelijke beleid dat door de Nederlandse circussen wordt ge voerd, zonder overigens te willen toe lichten waarop precies het meningsver schil zich toespitst. "Ik heb geen zin om verwikkeld te ra ken in een oorlog. Want gegarandeerd dat die binnen de kortste keren zou uit breken, als ik voor ze ging werken. Ik voel er niets voor al die verwijten van cir cusdirecteur A te moeten aanhoren over de rot stad die ik hem heb toegewezen, terwijl collega B in die andere stad zoveel beter af is". De buitenlandse circussen die op tour nee door Nederland willen gaan, kunnen niet om hem heen. In zijn orderporte feuille komen onder meer de namen voor van het roemruchte Duitse circus Krone. Hij behartigde de belangen van het Rus sische en Chinese Staatscircus. Al tien jaar tekent de nu 47-jarige Banning ook voor de produktie, samenstelling en re gie van het Kerstcircus Ahoy'. En nu, nu bereidt hij in de ruimste -zin van het woord de toernee van het hier volslagen onbekende, maar straks volgens hem zonder twijfel beminde Franse cirque national Gruss voor. Lippendienst Zodra de Bannings de alleenvertegen woordiging van een buitenlands circus in Nederland hebben verworven, staan ze er ook helemaal voor. In termen van "beter dan best" bewijzen ze dan lippen dienst aan het circus dat op tournee gaat door Nederland. Ze verkopen hun pro- dukt via een wervingscampagne waarop de Bannings het patent hebben: indrin gend zonder opdringerig te zijn. In sa menspraak met de directie van het circus dat op toernee gaat organiseren ze pers reizen naar het thuisland om zelfs de meest kritisch ingestelde journalist mild te stemmen. Behalve op de voorstelling onthalen de Bannings hun gasten gul op eten en drinken teneinde hen tot gunsti ge voorpubliciteit te verleiden. Waarbij de circusmanager wel zo realistisch is te weten dat de nasmaak van een bedroe vende show zich niet laat wegspoelen door de inhoud van een paar flessen wijn, stammend uit een goed jaar. "Een circusdirecteur kan niet meer volstaan met het roepen van komt dat zien, komt dat zien, ergens op een markt plein. Vandaag de dag komt er wel meer voor kijken om het publiek in de tent te krijgen. Je zult op allerlei manieren re clame moeten maken en daarvan hebben de meeste circusmensen geen verstand, vandaar dat ze dat liever uitbesteden. En dat gaat nog meer op voor de formalitei ten die moeten worden afgewikkeld in de maanden die voorafgaan aan een tour- Een circus als Krone ("dat komt in 1989 weer") vergt een voorbereidingstijd van anderhalf jaar. Er moeten werkver gunningen worden aangevraagd. Ver blijfsvergunningen. Ontheffingen voor uitheemse dieren. Bij de belastingdienst een btw-nummer. De sociale verzekerin gen moeten geregeld. De douanepapie ren moeten in orde worden gemaakt, Zakelijk en privé wordt het bestaan van Fernand Banning gevuld met al wat van doen heeft met het circusleven. Hij koestert er een liefde voor die bovendien nog geld oplevert, want als enige in dit land treedt hij op als manager van buitenlandse circussen die in Nederland op tournee gaan. Dit jaar behartigt Banning de belangen van het Franse circus Gruss, dat van 11 tot 14 augustus de tenten opslaat op het terrein van de Leidse Groenoordhallen. "Het is een circus dat beter is dan best, zoals alle circussen die ik hier breng kwaliteit bieden. Met circussen die geen allure en klasse hebben werk ik niet. De naam die ik heb opgebouwd wil ik niet te grabbel gooien". Onlangs poeierde hij nog een circusdi recteur af. De man in kwestie schreef Banning dat hij er weliswaar goede nota van had genomen dat Nederland dit jaar en volgend jaar vol zat, maar dat hij in 1990 Nederland graag wilde veroveren met zijn siebzehn Elefanten. Om te voor komen dat er straks weer enige minder artistiek begaafde komedianten de Ne derlandse gemeenten voorbij trekken, heeft Banning met gevoel voor tact de desbetreffende directeur het plan uit zijn hoofd gepraat. Nog vijf andere circussen werden door hem te licht bevonden voor een optreden in Nederland. Aan het Franse cirque Gruss heeft Banning wel zijn naam verbonden, om dat hij en echtgenote Bep het program ma ook na het zoveelste bezoek aan een voorstelling hogelijk bleven waarderen. "Waar wij op letten is de aankleding van de nummers, de presentatie van het ge heel. Het produkt moet goed zijn. Zoals ook de verpakking. De tent, de fagade, de wagens, het moet er allemaal netjes uit zien. Het moet voor het publiek een feest zijn om naar een voorstelling toe te gaan, vandaar dat het ook van groot belang is zoals ook de Buma-rechten voor de mu ziek. "En natuurlijk moeten ook allerlei ge meenten worden aangeschreven, al bie den diverse steden zichzelf tegenwoor dig als tourneeplaats aan. Daar wordt dan het belang van een goed lopend cir cus ingezien. Maar ik heb het ook meege maakt dat een burgemeester mij een briefje van twee regels stuurde met de mededeling dat hij geen prijs stelde op de komst van circus Krone, omdat in het zelfde jaar circus Bingo of Bongo al naar zijn stad zou komen. Zo'n tent waarin de opgeblazen zakdoek met daaronder de brandende lucifer geldt als attractie nummer een. Het kost me vreselijk veel moeite om me te verplaatsen in het den ken van dergelijke cultuurbarbaren. Maar de achterliggende gedachte van zo'n gemeentebestuurder zal vermoede lijk zijn dat circus circus is en dat het cir cus met die ene kameel en dat ene paard makkelijker valt te overzien dan het be drijf met 85 paarden, 14 olifanten en 350 man personeel"..* Zonder omhaal zegt Fernand Banning dat hij niet alleen getrouwd is met Bep. maar ook met het circus. Omgekeerd woelt zijn echtgenote die meewerkt in het bedrijf dat trouwens ook zo. Circus is ons leven, beweren ze, waarbij ze dan nog in de gunstige omstandigheid verkeren voor hun liefde ook nog te worden be taald. Bankbediende Eens was dat anders, toen spendeerde Fernand Banning scheppen geld en uren vrije tijd aan deze oeroude vorm van amusement. Een inkeurige bankbedien de met vooruitzichten was hij toen nog. Zijns ondanks, dat wel. "In wezen zag ik helemaal niks in het bankwezen. Ik heb van 1955 tot 1966 braaf achter mijn bu reau gezeten. Het zei me allemaal geen moer wat ik daar deed, maar kennelijk vond mijn chef dat ik wel voldeed. Zelf werd ik maar door één gedachte be heerst, ik wilde vluchten. Vluchten naar het circus. Maar helaas werd mij de ene promotie na de andere gegund. Ik zag het schrikbeeld van het gouden horloge als beloning voor het 25-jarig dienstverband al opdoemen. Mijn collega's waren ver baasd, zo niet verbijsterd dat ik zo beze ten achter de circussen aanliep. Want ik hoefde maar te weten dat er bijvoorbeeld in Duisburg een circus toe was aan de laatste voorstelling en ik ging er recht streeks van kantoor naartoe om die te zien en om vervolgens ook nog de af bouw mee te maken, 's Morgens om acht uur zat ik dan weer achter mijn bureau, zonder ook maar een minuut te hebben geslapen. In de zomer kwam dat zeker drie, vier keer per maand voor". Dat nauwelijks vol te houden bestaan hield Banning indertijd moeiteloos vol, zelfs al kwam hij ook tijdens de vakantie nooit tot rust omdat Banning die bij voorkeur vierde in de onmiddellijke na bijheid van een circustent. Na verloop van tijd konden zowat alle in Europa werkende trapezewerkers, dompteurs, clowns, bekketrekkers, an dere acrobaten en komedianten zijn ge zicht uittekenen. Onafscheidelijk met zijn filmcamera of fototoestel kon Ban ning altijd wel in de buurt van piste of stallen worden aangetroffen. "Van het een kwam het ander. Ik maakte foto's en vervolgens technische films. Van acro baten die aan de trapeze hingen. Op het laatst kreeg ik daartoe de opdracht van de circusdirecteuren, die vonden dat die trapezewerkers wat konden opsteken van die films. Dan konden ze zelf zien wat er tijdens het nummer zoal fout was gegaan". Tevreden met het werk van de vrije tijds cineast, vroegen enige circusdirec teuren Banning of hij de foto's en de lay outs van de programmaboekjes wilde verzorgen. Onder anderen Toni Boltini behoorde tot die opdrachtgevers. Zelf stelde Banning eigenlijk geen enkel be lang in fotografie en filmen ("meer dan als een opstapje om in het circus te ko men betekende het voor mij niet"), ook al werd zijn werk diverse malen bekroond. Wat dat betreft verging het hem vreemd genoeg al net zo als in het dagelijkse werk bij de bank. "Op een gegeven moment werd ik be naderd door Boltini. Of ik zin had zijn fi nanciën te regelen. Hij had gehoord dat ik op dat terrein verstand van zaken had. In 1966 ben ik bij hem in dienst getreden als de man die de geldzaken moest behe ren. Na drie maanden vroeg Boltini mij algemeen bedrijfsleider te worden. Ik antwoordde: ik weet niet of daar ge schikt voor ben, dat werk heb ik nooit ge daan, wie weet stapel ik de ene op de an dere fout. Maar Boltini kende geen twij fel. Jouw fouten, zei hij, zijn mijn fouten. Vanaf nu ben je mijn bedrijfsleider". "En wat hij daarna deed", vult Bep Banning op licht verwijtende toon aan, "neem ik hem nu nog kwalijk. Alle foto- en filmapparatuur heeft meneer voor een grijpstuiver van de hand gedaan, omdat hij had gezworen nooit meer te zullen fo tograferen of filmen. En dat terwijl ik toen al met hem omging en hij dus kon weten dat ik juist graag fotografeerde en filmde". Regelneef Bij Boltini hield Banning het vijf jaar uit, daarna besloot hij de ervaringen die hij binnen de tent had opgedaan te ex ploiteren als zelfstandig manager. De da gelijkse gang van zaken in het circus had hem als het ware uitnodigd tot het ne men van die stap. Banning werd als re gelneef van trapezewerkers en bekke trekkers vlot geaccepteerd in die dolle, dwaze wereld waar applaus meer bevre diging schenkt dan geld. "De meeste cir cusmensen verafschuwen de admini stratieve rompslorpp van de burgermaat schappij. Daarmee willen ze zich niet in laten. Circus, dat is hun wereld en die houdt op bij de facade van de tent". Banning kan het zich al lang veroorlo ven selectief te werk te gaan. Zelfverze kerd zegt hij intussen zoveel naam te hebben gemaakt dat hij bepaalde buiten landse circussen vriendelijk doch beslist elke medewerking weigert. Propaganda maken voor een circus doet Banning pas, als hij er tevoren van overtuigd is geraakt dat het amusement in en om de piste zo veel kwaliteit biedt dat er geen anti-re clame voor zijn naam zal worden ge maakt. Bep en Fernand Banning: "Het circus is niet dood. Het circus is cultuur, een kunstvorm op zich". Voor het eerst werd de handstand op een olifant uitgevoerd in 1854. Als een ode aan die samenwerking tussen mens en dier, beoefent Armand Gruss de evenwichtskunst op de rug van Alexis. hoe het publiek wordt ontvangen. Het moet niet zo zijn dat er tegen de mensen wordt gezegd: plof maar neer op die stoel. De bezoekers behoren naar hun plaatsen te worden gebracht. Als ik praat over wat er in de piste gebeurt, is mijn persoonlijke smaak minder van be lang. Ik contracteer soms nummers waarvoor ik zelf wegloop. Niet wat ik zelf leuk vind is in dat verband belangrijk, het enige dat uiteraard telt is of een num mer aanslaat bij het publiek" En dan nog kunnen de Bannings wel eens mis gokken. Vooral het lachsucces van clowns schijnt zich moeilijk te laten voorspellen. Waar hun grappen en grol len in een bepaalde land of streek menige toeschouwer van pret op de dijen doen slaan, daar kan het elders gebeuren dat de circusbezoeker het niet eens de moei te niet waard acht om voor datzelfde nummer een lachspier te vertrekken. "Het is gebeurd hoor, dat wij dachten dat het publiek in Nederland plat zou gaan voor dat en dat nummer. Nou, geen reac tie, niks. Over hoeveel ervaring we intus sen ook beschikken, soms kunnen we nog goed fout zitten". Begroting Monsieur Gruss belde hem dik een jaar geleden op met de mededeling dat hij wel trek had in een paar weken Pays Bas. Door iemand van het Zwitserse cir cus Knie was hij aan zijn naam gekomen. De circuswereld is immers klein en on begrensd door allerlei huwelijken en an dere samenlevingsvormen. Banning gaf Gruss en diens bedrijfsleider inzicht over de toegangsprijzen die hier opgeld plegen te doen en rekende hen tevens voor hoeveel een toernee door Neder land al met al ging kosten; de belasting, de elektriciteit, reclamekosten de ge meentelijke heffing en de fourage. Uit eindelijk kwam Banning tot een begro ting die sluitend is als er straks dagelijks gemiddeld 15.000 gulden aan toegangs bewijzen wordt verkocht. Zelf springt Banning er dan ook uit, want sinds jaar en dag deelt de manager in het risico. Dat wil zeggen dat hij een vooraf afgesproken deel van de winst op strijkt. Het spreekt dat de manager er voor hetzelfde geld bij inschiet, mochten de recettes achterblijven bij de begro tingscijfers. "Even afkloppen, maar van af 1979 is er hier geen groot circus meer geflopt. Los daarvan is het godsonmoge lijk dat ik voor een paar miljoen het schip inga, dan zou er gedurende de hele tour nee geen mens in de tent moeten komen. Daarom vraag ik tegenwoordig van cir cusdirecteuren geen garantiebedrag meer, wat ik vroeger wel deed. Ik werk graag op basis van wederzijds vertrou wen en dat schep ik door op risicodeling te werken. Dan denkt zo'n directeur: die vent zit er ook in met zijn geld, dus die zal zich voor mij uit de naad werken om zijn geld te verdienen". Staatscircussen en meer bepaald de Russische en Chinese vragen om een an dere aanpak. De ministers van cultuur van de Sovjetunie en de Volksrepubliek China weigeren geen roebel, respectieve lijk juan risico te nemen. Wie tijdelijk over hun veelgevraagde exportartikelen wil beschikken, zal daarvoor diep in de beurs moeten tasten. Uitsluitend op ver toon van een bankgarantie kan er wor den onderhandeld. "Het Russische staatscircus naar Ne derland halen vergt een investering van vijf miljoen gulden. Want eigenlijk koop je die artiesten, de mensen van het orkest en het technisch personeel voor een paar maanden met alles erop en eraan. Hotel kosten, eten, vervoer en zakgeld. Voor een dergelijk bedrag kun je het risico niet alleen dragen, dan draai je jezelf de nek om. In 1983 heb ik daarom een con sortium gevormd met mensen van thea terbureaus die ook geïnteresseerd waren in optredens van het Russische staatscir cus. En dat was maar goed pok, want net in die tijd haalde de Russen een Ko- reaans vliegtuig neer met als gevolg dat er in de dagen daarop veel mensen uit protest wegbleven. Ja, er werd toen zelfs met stenen gegooid naar de tent". Voor buitenlandse circussen is. dit land heel belangrijk, meent Banning. Want juist in de maanden juni, juli en au gustus komt er nergens een mens op een voorstelling af, maar vreemd genoeg stroomt de tent hier wel vol. "Vraag me niet waarom, niemand die daarop het antwoord weet. De circusdirecteuren die voor het eerst contact met me hebben kijken me altijd vol ongeloof aan als ik zeg dat ik zijn circus in de zomer wil pre senteren. Maar zijn ze eenmaal in dit land geweest, dan geldt Nederland voor hen als het land dat garant staat voor een goe de maand in een karige periode". Hobbyist Het circus en de daarbij behorende strapatzen van clowns, acrobaten en dompteurs laten zich vrijwel geen mo ment uit het dagelijks leven van de Ban nings verwijderen. Ze zijn na al die jaren nog zoveel hobbyist dat de zakelijke kant van hun leven zich zonder enige vorm van weerstand mag opdringen aan hun privéleven. Bedrijfsblind zijn ze echter nooit geworden. "Mij wordt wel eens ge vraagd waarom ik zelf geen circus be gin", vertelt Fernand Banning. "Nou, dat is simpel, omdat met een dergelijke stap een bedrag van vijf miljoen is gemoeid. En die investering krijg je er nooit meer uit, omdat de kosten almaar stijgen en er amper nog rek zit in de toegangsprijzen. Alleen degenen die al jaren in het wereld je zitten kunnen er een normale boter ham aan overhouden". Waarmee Banning maar wil aangeven dat hij weliswaar mesjokke is van circus sen, maar niet zo gek dat hij zich zal wa gen aan een financiële salto mortale waarvan hij tot op hoge leeftijd de gevol gen zal moeten dragen...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 29