Eenling tussen twee geslachten Sterren kijken Denkwijzer Transseksueel Charlotte Swart: 'Ik sta tussen mannen en vrouwen in' Onze taal ZATERDAG 11 JUNI 1988 EXTRA PAGINA 27 en. ij- ui. oe DOOR JOOP VAN DER HORST Elke krant in Nederland heeft een vaste ru briek over het weer De meeste hebben iets over koken, over auto's of over schaken en dammen. Ook de puzzel ontbreekt zelden. Verder zijn er vaak vaste medewerkers die schrijven over postzegels, boeken, mode en televisie. Maar een rubriek over taal is een zeldzaamheid Als ik mij niet vergis heeft buiten ons alleen het dagblad Trouw een taalrubriek. We zijn dus behoorlijk uniek. Dat heeft te maken met een uitgesproken belangstelling voor taal bij enkele kopstuk ken van onze krant. Aan hen heb ik dit plek je te danken. Hopelijk klinkt het niet on dankbaar als ik verklap dat dat soms knap lastig is. Want niet alleen zitten ze geregeld mijn teksten te verbeteren, ze stellen ook heel moeilijke vragen. Zo wil een van hen steeds maar dat ik eens wat schrijf over het verschil tussen elke en iedere. Ik zie dat niet zo en ik gebruik ze door el kaar. Zo kan dit stukje wat mij betreft begin nen met elke maar evengoed met iedere. Ik heb het onderwerp dus almaar uitgesteld maar hij blijft aandringen; ik moet eraan ge loven. Mijn speurtocht naar het verschil tussen ie der en elk begint bij de ANS, de Algemene Nederlandse Spraakkunst. Dat is een stan daardwerk over onze taal. We lezen daar het volgende: "De keuze tussen ieder(e)en elk(e) is in principe vrij. maar er is wel. al thans naar het gevoelen van sommige taal gebruikers. een lichte voorkeur voor het ge bruik van ieder(e) voor personen en elk(e) voor niet-personen. alsook voor het ge bruik van elk(e) als het om kleine groepen gaat. In beide gevallen is er geen sprake van een regel, maar slechts van een ten dentie. die in het tweede geval wat sterker is dan in het eerste" Zelf heb ik zo n gevoe len niet en bij de keuze van het eerste woord van dit artikel kan de ANS mij niet helpen: volgens de eerste tendentie zou het elke moeten zijn (elke krant: geen per sonen dus), maar wegens het grote aantal kranten dat er is, zou iedere heel goed kun- De woordenboeken leren ons misschien meer. Bij elke staat vermeld: "uit een be perkt aantal' (liever aan elke hand een kind dan aan iedere hand) en 'ieder afzonderlijk beschouwd'. Bij iedere denken we eerder aan allemaal bij elkaar. Daar zit wat in. En het zou mooi kunnen verklaren waarom we wel zeggen aan elk van beiden maar niet aan ieder van beiden. Er is dus inderdaad enig verschil, maar duidelijk vind ik het niet en in heel veel gevallen zijn ze verwissel baar. Ik heb ook gevraagd hoe ze dan op de krant het verschil zagen. Dat geef ik graag door: 'ieder is een collectief begrip, elk duidt op afzonderlijkheid binnen de gezamenlijk heid. leder kind is dus: 'alle bedoelde kin deren'. Elk kind is- 'de individuen afzonder lijk binnen een bepaalde groep'. Elk ver sterkt dan ook de nadruk. In de zin Elk kind moet schade ondervinden van al te veel tv- kijken komt de omvang van die schade sterker uit dan bij het gebruik van ieder. De som der delen is meer dan het geheel. Elk heeft ook het voordeel dat het kan worden gebruikt ter aanduiding van een kleine groep. Bij twee of drie personen in een groep is het gebruik van iedera\ gauw over dreven. In ieder geval meen ik nu wel te begrijpen wat men bedoelt. Het onderscheid is heel subtiel, maar zinvol. Een probleem is alleen dat als teveel mensen het te subtiel vinden of niet zinvol, en er bijgevolg niet naar han delen. of het dan (nog) wel bestaat. Ik zal er scherp op letten. „Een grensbewoonster, dat ben ik. Ik voel me verwant met vrouwen èn mannen. Maar ik ben niet één van hen. Ik hoor thuis bij de clan van transseksuelen. We komen elkaar tegen in kroegen. We praten nauwe lijks, maar met knipoogjes en veel betekenende blikken maken we el kaar duidelijk dat we tot dezelfde stam behoren". door Charlotte Hoogendoorn In het sjieke Amsterdamse Café Ame- ricain zit Charlotte Swart onhandig, groot en lichtelijk onzeker achter een glas bier. Tijdens de opnamen van een tv- film voor de VARA, enkele weken eerder in IJmuiden, zag ze er heel anders uit. In vol ornaat, een grande dame met prachti ge kleren en zorgvuldig opgemaakt. Nu is ze gekleed in een strak truitje en een spijkerbroek met brede riem. Haar haren hangen door de regen in slierten langs haar gezicht en ze heeft nauwelijks ma- ke-up op. Voor Charlotte kwam de ommekeer na haar vijftigste. Toen voelde ze dat ze zich niet langer alleen maar zo nu en dan als vrouw wilde presenteren stiekem, zo dat niemand het zag maar dat ze een vrouw wilde zijn. Twee jaar geleden be gon ze met een hormonenkuur en in maart van dit jaar werd ze geopereerd. De eerste stap op weg naar een definitie ve metamorfose. Wasje niet liever als vrouw geboren? Ze leunt achterover en staart een voor bijrijdende tram na. Zacht zegt ze: ,,Ik heb altijd gedroomd van het vrouwzijn. Ik heb er een sprookje van gemaakt. Ik droeg dat verlangen mee als een bos bloemen waar ik af en toe aan kon rui ken. Bij het reviseren van zware scheeps motoren keek ik soms nietsziende in de verte en mijmerde. Dan zag ik mezelf als een meisje met blonde vlechtjes en - niet lachen - met een lief mondje en kleine borstjes. Het is een wonder dat ik in al die jaren als metaalarbeider niet een paar vingers ben kwijtgeraakt". „Maar ik had niet als vrouw geboren willen worden. Dan was ik niet zo geluk kig geweest als nu". Ze kijkt op de grote klok aan de muur. „Dan had ik op dit moment van de dag rode kool en kruimige aardappelen ge kookt voor mijn man en een stel jenge lende kinderen. Ik zou een moederkloek en een zeurderige echtgenote zijn ge weest. Nee, dank je wel. Zo is het beter". Mannelijk leven Voor Charlotte telt vooral de toe komst. Na voorzichtig aandringen is ze toch bereid te vertellen wat er aan haar transformatie vooraf is gegaan. „Ik heb een prachtig leven gehad en dat draag ik mee in mijn hart". Ze gaat er even recht voor zitten. „Ik heb een mannelijker le ven achter de rug dan menige echte kerel hier in Amsterdam. Ik heb bij Hoog ovens en in de offshore-industrie ge werkt. Twintig jaar als monteur van scheepsmotoren. Op de wilde vaart geze ten. Ik ben een echte kerel geweest. Be zoeken aan hoerenkasten in alle delen van de wereld". Ze slaat haar handen ineen en grijnst: „God zij dank zaten er deurtjes voor die hoerenhokjes zodat niemand kon zien hoe ik me in duizend bochten moest wringen om te ontkomen aan de begeri- Koos je zulk mannelijk werk om te bewijzen dat je een man was? „Nee", zegt ze peinzend. „Dat is een lo gische stap geweest. Ik ben opgegroeid in een vissersgezin in de Zee en Sluis straat in IJmuiden. Als je vroeger in Gro ningen woonde, werd je boer, in Lim burg mijnwerker en als je uit Zeeland kwam werd je mosselkweker. Ik woonde toevallig in IJmuiden en dan ga je bij Hoogovens werken. Ik was een gezonde jongen, kon goed zeezwemmen, hardlo pen en fietsen. Ik was geen goede leer ling, te veel cijfers aan de verkeerde kant van de zes. Dus ik werd metaalbewer ker". "Mijn huwelijk is net zo'n vanzelfspre kende stap geweest. In de jaren vijftig was het huwelijk een sociale gewoonte waar je je in kleine gemeenten moeilijk aan kon onttrekken. Voortplanting was van levensgroot belang. Iemand die op zijn dertigste nog niet was getrouwd, viel uit de boot. Als je op een bepaald mo ment ziet dat kennissen met goed gevul de kinderwagens voorbij wandelen, ga je bij jezelf denken: als ik niet oppas ben ik straks een grijsbaardige, eenzame zon derling die wordt uitgejouwd en nagewe zen door kinderen uit de buurt". Wolvenklem Charlotte lacht schamper en neemt een ferme slok bier. „Ik werd ingepalmd zoals elke man en voor je het weet valt de wolvenklem dicht. Ik trouwde een meis je uit Beverwijk. Zes jaar getrouwd ge weest. Twee dochtertjes, beeldschone krullebollen". „De eerste vier jaar ging het nog wel. Ik was veel buitengaats. En als ik thuis was, waren we bezig om ons huisje in or de te maken en een gezinnetje te stich ten. Toen dat allemaal voor elkaar was kwam de klad erin. Ga je nadenken. En - mea culpa - het is fout gegaan, we zijn ge scheiden". Wist je vrouw van je verkleedpartij- „Ja, dat wist ze, maar ze kon het niet begrijpen. Dat kon ik me wel indenken, dus deed ik het 's nachts als zij al in bed lag. Dan ging ik naar de schuur. Daar stond een grote kast gevuld met vrou wenkleren. Die trok ik aan, ik maakte me op en bekeek mezelf in de spiegel. Ik liep er soms bij als een hoertje op haar paas- Filmproducent Roy Dames heeft, in samenwerking met de VARA, een documentaire gemaakt over het leven van Charlotte Swart. Het verhaal, gebaseerd op haar dagboeken, toont het ingrijpende proces van man- best. Ik had prachtige kleren. Wimpers als valluiken. Een pruik van dat roze spul zoals je alleen maar ziet op de bühne bij Madame Arthur. Soms maakte ik zo een wandeling door Beverwijk. Levensge vaarlijk, niemand mocht je zien. Maar ik ben nooit betrapt, daar werd je wel voor zichtig in. Bovendien waren er 's nachts weinig mensen op straat. Wat arbeiders die doodmoe terugkwamen van hun werk. Of een enkele dronkelap die het verschil toch niet meer zag". Voel je je geaccepteerd? „Ik word fantastisch geaccepteerd", zegt Charlotte uitbundig. Dan valt ze stil en frummelt wat aan de te korte mouwen van haar truitje. „Er zijn natuurlijk men sen die „omgebouwde poot" zeggen of „dat zou niets voor mij zijn". Dan zeg ik: Lieve schat, ik raad het je ook niet aan". „Acceptatie is een heet hangijzer, ze ker bij oudere transseksuelen. Natuur lijk wil ik ook dat mensen mij zien als een normale vrouw. Maar ik hoef niet door de hele wereld geaccepteerd te worden. Al leen door de mensen om wie ik geef en met wie ik omga. En die accepteren mij als Charlotte". Je hebt tot voor je operatie gewerkt in een offshore-bedrijf in Beverwijk. Ga je daar binnenkort weer aan de slag? „Ik heb altijd geroepen dat ik na de operatie weer zou terugkeren. Maar ik hoor daar niet meer. De mannen zouden nog wel met mij kunnen werken. Ze we ten ervan. Maar ik ben veranderd. Het mannelijke vuur is geblust. Emotioneel zou ik het werk daar niet meer aan kun nen. Ik wil vrouwelijk zijn. Die stoerheid zou me in verwarring brengen". „Ik heb een fout gemaakt die bijna mijn ondergang is geweest. Ik kreeg ruim een jaar geleden de bevlieging dat ik werk moest zoeken dat in mijn ogen bij een vrouw hoorde. Toen ben ik een ta lencursus gaan doen. Vreselijk. Na een halfjaar stond ik aan de rand van de af grond. Ik kan me niet meten met meisjes van twintig. Ik heb mezelf vervloekt dat ik op weg naar het vrouwzijn direct als een tuttige Jet achter een bureau wilde kruipen om me te laten afblaffen door een baas. Dus ben ik gestopt met die cur- Lustgevoelens „Ik wil blijven werken. Ik zou weg kwijnen als ik met een poes voor het raam moest gaan zitten. Ik wil van be roep veranderen en iets gaan doen dat beter bij mijn nieuwe hoedanigheid past. Ik heb nu het plan opgevat om technisch vertaalster te worden. Zo gebruik ik mijn vakkennis en onttrek me toch aan dat he le stoere mannenwerk". En hoe gaat het verder met de liefde. Zie je jezelf in de toekomst in een relatie? „Ik ben a-seksueel. Ik heb nooit lustge voelens gekend. Warmte en geborgen heid, dat is wat ik zoek. Een lieve vrien din met wie ik een paar keer per week de stad in ga om koffie te drinken en te win kelen. En die ik bij het afscheid drie har- tekloppen lang omhels. Misschien ga ik me wel aangetrokken voelen tot een man. Maar ik ben 52 jaar man geweest en "Het staat in de sterren geschreven", moet Nancy Reagan gedacht hebben ie dere keer als ze vanuit het Witte Huis naar California opbelde om haar astro loge om raad te vragen. En dat heeft ze in de afgelopen- jaren heel wat keren ge daan, als we tenminste het boek van Do nald Regan, de ontslagen adviseur van Ronald, als betrouwbare bron mogen be schouwen. De opschudding, die deze ont hulling heeft gewekt, is in de Verenigde Staten nog lang niet uitgewoed. En be grijpelijk. Want Nancy belde niet alleen om te horen op welke dag ze zich het best kon laten opereren. Ze belde ook om te ho ren of een bepaalde datum nu wel of niet gunstig was voor een topconferentie, een persconferentie of een ingrijpend besluit van haar echtgenoot. Geen Amerikaan twijfelt meer aan de waarheid van Do nald's uit-de-school-klapperij. Het Witte Huis heeft tenslotte niet eens de moeite ge nomen om het goed tegen te spreken. Waar veel Amerikanen wel aan twijfelen is de geestelijke gezondheid en de intelli gentie van hun First Lady en, gezien haar invloed op haar echtgenoot in staatszaken, van hun president. Toch is al die opwinding verwonder lijk. Tientallen miljoenen Amerikanen bedrijven op een of andere manier astro logie, al was het maar in de vorm van het lezen van de horoscoop die vrijwel geen krant of tijdschrift durft weg te laten. Het aantal advertenties waarin astrologisch advies, al dan niet met behulp van de computer, wordt aangeboden is werke lijk astronomisch. Geschat wordt dat minstens 30.000 astrologen-raadgevers een fulltime dikbelegde boterham verdie nen. Om van de talloze 'deskundige' con sulenten die met behulp van tarot kaar ten, I Ching boeken en alchemistische tek sten hun landgenoten de weg proberen te wijzen, nog maar te zwijgen. Nancy is zijn tot vrouw-worden. De film geeft een beeld van Charlotte's leven vanaf december 1987. De camera volgt de transseksueel op haar werk in een offshore-bedrijf in Beverwijk, thuis in Amsterdam, in de kroeg, voor, tijdens en na ben nooit op een man gevallen. Ik kan het me niet voorstellen. Maar in principe is het technisch mogelijk dat ik opge wonden raak van een man". Ze lacht met een lange, hoge uithaal en fluistert: „Ik zie mezelf al over de Wete ringschans lopen en lonken naar elke man. Ik voel nu nog niks voor mannen. Maar ik heb afgeleerd om alles als vast staand aan te nemen. Twee jaar geleden verwierp ik nog schamperlachend het idee van transseksualiteit. Nu heb ik het lichaam van een vrouw. En ik ben hard op weg een vrouw te worden". Is uiterlijk vertoon belangrijk voor jou? „Minder dan toen ik nog travestiet was. Als je travestiet bent is de drang tot perfectie groot", zegt Charlotte, terwijl ze door haar verregende haren strijkt. „Ik heb jarenlang stad en land afge graasd op zoek naar de mooiste make-up en de sjiekste Italiaanse kleren. Ik tracht te een ideaalbeeld te verwezenlijken. dus niks anders dan een normale Ameri kaanse vrouw, die de onzekerheden en spanningen in haar leven probeert te be zweren met behulp van magische formu les, haar aangereikt door een vrouw in wie ze vertrouwen heeft. Sterker nog, ze doet niet anders dan miljoenen mensen, koning of keuterboer, al duizenden jaren lang in alle uithoeken van de aarde doen. De astrologie is vermoedelijk de meest verbreide en meest hardnekkige naïeve psychologie in de wereld. Toch is er wetenschappelijk gezien geen enkele reden om te geloven dat de stand van sterren, planeten en manen, wanneer en hoe ingewikkeld ook bere kend, van invloed is op onze persoonlijk heid, op het succes of falen van onze le vensbeslissingen of op onze levensloop. Maar ik kom regelmatig mensen tegen, zelfs psychologen, die zonder het schaam rood op hun kaken durven beweren dat sommige sterrenbeelden beter bij elkaar passen, bijvoorbeeld als het op partner keuze aankomt, dan andere. Kontaktad- vertenties staan bol van dat soort ideeën. Net zo als feestjes, bruiloften en andere sociale ver gaar plaatsen bol staan van de mensen, die voortdurend proberen het sterrebeéld van een ander te raden. In mijn geval wordt een op de 15 keer juist geraden en bij anderen is dat niet veel be ter. Afgaande op de harde feiten is het dus lariekoek je leven volgens de sterren in te richten. Maar waarom blijven mensen dat dan toch doen? Gek genoeg heeft de zelfde wetenschap, die zo druk is geweest met de astrologie naar de vuilnisbak te verwijzen, zich die vraag nog nauwelijks gesteld. Maar als we iets van het gedrag van mensen en presidentsvrouwen willen begrijpen kunnen we er niet om heen. As trologie is een geloof. En net als ieder an der geloof wordt het gevoed door twee de operatie. De film, die de voorlopige titel 'Het Dagboek van Charlotte' draagt, gaat in première op de Nederlandse Filmdagen. De VARA zal de documentaire in de eerste helft van volgend jaar uitzenden. Vrouwen uit films of modebladen ge bruikte ik als voorbeeld". Schouders Ze lacht schamper: „Je komt er pas veel later achter dat het je nooit zal luk ken. Het lichaam van een man is nu een maal anders dan van een vrouw. Zelfs een operatie kan daar niets aan verande ren. Ik heb nu wel borsten, maar nog steeds brede en rechte schouders. Ik heb een prachtige vagina gekregen maar ik hou rechte benen. En mollige, zachte dij en kan ik helemaal wel vergeten". Aarzelend: „Ik geloof dat ik die drang tot perfectie kwijt ben. Het is nu geen to neelspel meer. Als travestiet maak je er een show van. Je bent kind onder kinde ren op een uitbundig kinderfeest. Het gaat me nu meer om een vrouwelijke uit straling, zacht en ingetogen. Ik let er nog wel op of ik er goed uitzie. Of er geen pluisjes op mijn mantel zitten. Maar het uiterlijk is alleen nog een ondersteuning waardoor ik me zekerder voel". sterke innerlijke drijfveren in de mens, te weten angst en de behoefte aan zinge ving. Een van de meest fundamentele behoef ten van de mens is de behoefte aan zin, de behoefte om een doel voor onze levens te vinden. Onze menselijke waardigheid rust op de veronderstelling dat menselijk leven op de een of andere manier beteke nis heeft, zinvol is. We zijn eerder bereid en in staat om pijn, angst, ongemak en te genslag te verdragen als we geloven dat dat alles een zin heeft. We lijden liever dan te moeten leven met het idee dat 'het zinloos' is. Hoe komen we aan een zin, een beteke nis voor ons leven? We komen daaraan, door aan te nemen dat er iets is buiten ons, iets dat groter, sterker, wijzer en be ter is dan wij mensen zijn en waar we op een of andere manier een band mee heb ben. Het woord religie betekent oorspron kelijk dan ook 'verbinding'. Het iets waarmee we ons verbonden willen voe len, kan heel verschillende namen hebben zoals God, kosmos, het Al of voor mijn part de Staat zoals in sommige commu nistische regimes). Het geloof in zo'n ver binding heeft het voordeel dat we voor ons gevoel niet moederziel alleen staan, maar dat er iets is dat ons richting geeft, dat zegt wat we moeten doen en waar- „Als je travestiet of transseksueel bent, leer je naar buiten toe een masker dragen. Mensen moeten een goede in druk van je krijgen. De meesten vinden al dat je niet normaal bent, een afwijking hebt. Je moet zorgen dat ze niet ook nog eens gaan denken dat je zwak bent en het er moeilijk mee hebt. Maar soms vergeet ik dat masker wel eens. In december zijn er tijdens de filmopnamen ook foto's ge maakt. Ik kreeg ze en vond ze mooi. Maar 's'avonds thuis bekeek ik die foto's nog eens. Ik zag die lijnen om mijn mond, die sombere ogen. Toen heb ik gehuild". Ze ontwijkt mijn ogen en gaat voor zichtig verder: „Ik heb heel lang gedacht dat ik travestiet was. Dat me verkleden als vrouw voldoende was. Vanaf mijn vijftigste ben ik intensiever in mijn dag boek gaan schrijven. Na twee maanden dacht ik, verrek, het lijkt wel of ik trans seksueel ben. Dat idee nam steeds ster kere vormen aan. In augustus '86 ben ik naar mijn huisarts gestapt voor een ver- wijsbriefje. Ik wil lekkere grote borsten, zei ik tegen hem. Ik heb me aangemeld bij het VU-ziekenhuis en na een paar ge sprekken en onderzoeken kreeg ik een hormonenkuur". Charlotte kijkt trots naar haar borsten. Ze lacht haar typische lach. „Zo'n truitje doe ik bewust aan". Visioenen „Maar met borsten was ik nog niet te vreden. Na verloop van tijd dacht ik op eens ook, wat moet ik nou met die penis. Dat ding hangt er maar bij. Je gebruikt het maar voor een vulgair doel. Die drang tot het hebben van een vrouwenlijf was heel sterk. Na een paar maanden besloot ik me te laten opereren. Toch heb ik tal loze momenten van twijfel gekend. Dan dacht ik, waar doe ik het voor. Waarom haal ik mijn hele leven zo overhoop. Ik kap ermee. Ik had visioenen van snel na derende intercity-treinen en daken van hoge flatgebouwen. Dan drong het tot me door dat ik een afwijking had en niet paste in deze maatschappij. Op tijd reali seerde ik me dat ik niet de enige niet-nor- male mens op deze wereld ben". Charlotte kijkt stil voor zich uit. Om ons heen het geluid van rinkelende gla zen, geroezemoes, muziek. Lange stilte. Na een slok bier praat ze verder. „Je gaat niet zo maar aan je lichaam en geest knutselen. Het is ook geen keuze. Sinds mijn beslissing om me te laten opereren, werd ik vaak ineens neerslachtig. Dan ging ik naar huis. En op de grond, leu nend tegen de koelkast, zat ik dan een potje te janken. Ik heb huilen altijd be schouwd als een flauwe eigenschap van transseksuelen. Slap stukkie druif, dacht ik vaak. Maar na mijn eerste hartver scheurende huilbui voelde ik me ontzet tend opgelucht". Toneelspel Charlotte brengt het glas bier sierlijk naar haar mond en zegt met een knipoog: „Ik heb vrouwen eindeloos bestudeerd. Hoe ze lopen, praten, drinken, hun haren kammen of hun tas openen. Een verruk kelijk toneelspel. Ik probeer die bewe gingen over te nemen zonder potsierlijk te zijn". „In dramatische momenten heb ik mijn lichaam vervloekt en gebeden om te mogen ontwaken in het lichaam van mijn verlangen. Maar ik was geen gevan gene. Ik heb me alleen jarenlang in het stuikgewas verborgen gehouden. Nu kan ik over straat lopen zoals ik wil en me uiten zoals ik me voel. Ik durf nu even weg te kruipen tegen de brede, ster ke schouder van een man. Ik vind het heerlijk om een vrouw te omhelzen en haar warme hart te voelen kloppen. Maar ik sta wel alleen. Ik ben een grensbe woonster. Ik sta tussen mannen en vrou wen in. Ik voel me bij beiden vertrouwd, maar ik hoor bij geen van beiden". voor. Geloof geeft een gevoel van veilig heid, wat in feite hetzelfde is als zeker heid (het oudgermaanse woord 'sicher- heit' betekent veiligheid). Wie zijn geloof verliest, is daarom prooi van angst. Dat wordt nergens hartverscheurender geïl lustreerd dan in het nieuwe testament waarin wordt gezegd dat Jezus, hangend aan het kruis en ernstig lijdend, in vol slagen angst raakt op het moment dat hij zijn geloof in God dreigt te verliezen: "mijn God, mijn God waarom hebt gij mij verlaten"? Van oudsher hebben de godsdiensten de taak gehad om mensen zin en doel voor hun leven aan te wijzen. Maar de kerken, die de godsdiensten prediken, hebben in hun organisatie en denkbeel den geen tred kunnen houden met de ont wikkeling van techniek en wetenschap en de invloed die deze op het denken van de meeste mensen hebben. Als kerkleidingen in een overbevolkte wereld verkondigen dat anticonceptie niet mag, dat seks al leen in een wettig huwelijk thuis hoort, dat sommige mensen beter zijn dan ande ren (b.v. hetero's beter dan homo's) en dat een vrouw een tweede-rangsburger is en daarom geen priester kan zijn of kerklei der, dan maken ze zich als organisatie ongeloofwaardig. Maar daarmee ver dwijnt de behoefte aan zingeving of aan 'verbinding' voor de meeste mensen na tuurlijk niet. Alleen weten veel mensen niet meer waar ze het zoeken moeten. Begrijpelijk dus dat we zoveel mensen om ons heen zien die op drift zijn ge raakt. Die zodanig lijden onder hun le vensangsten en -onzekerheden en daar voor geen religieuze reddingsboei meer vinden, dat ze allerlei emotionele klach ten krijgen. Dezelfde wetenschap, met name de psychologie, die de godsdienst heeft onttroond, moet daarvoor een oplos sing bieden in de vorm van therapie. Er zijn ook mensen, die hun toevlucht nemen tot eeuwenoude geloven, waarvan astro logie de voornaamste is. Sinds mensen heugenis hebben de sterren altijd de bete kenis gehad van richtinggevers. In de meest letterlijke zin van het woord omdat bijvoorbeeld vele eeuwen lang scheep vaart alleen mogelijk was door de stand van de sterren nauwkeurig in de gaten te houden. Ook de kalender, zo belangrijk voor jacht, landbouw en veeteelt, was lange tijd uitsluitend gebaseerd op ster ren- en planetenstudie. Maar sterren werden ook gezien als door God gezonden richtinggevers. Denk maar aan de ster van Bethlehem. Wij noe men nog altijd mensen sterren naar wiens beeld en gelijkenis we'ons opma ken, kleden en zelfs gedragen. Het idee dat de sterren en planeten in het heelal ons leven direct beïnvloeden en dat we er goed aan doen om ons naar hen te rich- ten, betekent dus het geloof in een wereld waarin alles met alles in verbinding staat en waarin een zinvolle orde heerst. Dat is natuurlijk alleen maar mogelijk als aan de plattegrond van het heelal een superieur, goddelijk brein ten grondslag ligt. (Ik denk overigens niet dat Nancy Reagan zover heeft doorgedachtj. Een van de grootste geleerden van onze tijd, Albert Einstein, was een aanhanger van die theorie. Voor hem was een van de grootste raadsels het feit dat zoveel aan vankelijk onbegrijpelijke dingen uitein delijk toch heel goed te begrijpen bleken. Hij verklaarde dat ooit met te zeggen: "God dobbelt niet". door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden Charlotte Swart: "Op dramatische momenten heb ik mijn lichaam ver vloekt en gebeden om te mogen ontwaken in het lichaam van mijn verlan gen". (foto GPD>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 27