'Goede muziek kan altijd gloednieuw klinken' 'Ik leef niet voor de muziekindustrie' Ry Cooder met Wembley-optreden definitief gepromoveerd naar eredivisie van de popmuziek Studiereis naar Memphis bracht Steve Winwood naar de wortels van de soul PAGINA 23 Ry Cooder: Als roek-artiest hebben de platenmaatschappijen mij altijd maar een eigenwijze mafkees gevonden". De uitnodiging om deel te nemen aan het prestigieuze Nelson Mandela-festival op Wembley is veelbetekenend. Vrij vertaald houdt die verrassende invitatie voor Ry Cooder in dat hij definitief is gepromoveerd naar de eredivisie van de internationale popscene. Alsnog, na zo'n twintig jaar ploeteren voor de verdiende erkenning als een van Amerika's meest originele en talentrijke rockmuzikanten. door Louis du Moulin Zijn verschijning in het Engelse voetbalmekka straks op 11 juni, te midden van vedetten als Dire Straits, Eric Clapton en Whitney Houston, heeft direct te maken met zijn tintelfrisse jongste album 'Get Rhythm'. De opwaardering van Ry Cooder, in middels 41 jaar, is echter een proces met een veel langere looptijd en kent een an der uitgangspunt. Vooral als componist van filmmuziek oogstte hij de afgelopen acht jaar (sinds zijn debuut met 'The Long Riders') niets dan lof. In zijn eigen woorden: "Als roek-artiest hebben de platenmaatschappijen mij altijd maar een eigenwijze mafkees gevonden. In de filmbusiness ben ik van meet af aan met respect behandeld. Zonder dat ik er om gevraagd had kreeg ik een wagen met chauffeur. Had ik nog nooit meege maakt". Verrassing Ry Cooder was onlangs even in Am sterdam voor televisie-opnamen (onder meer Vara's 'Kippevel') en om de aan dacht te vestigen op zijn concerterr in Utrecht en Amsterdam. De Europese tournee met zijn elfkoppige The Moula- Banda Rhythm Aces wordt zijn eerste in zes jaar. "Tussendoor heb ik enkele klei ne optredens aan de Westkust gedaan, meer niet", ^ldus de zingende gitarist uit Los Angeles, ooit kandidaat-opvolger van eerst Brian Jones en later Mick Tay lor bij de Rolling Stones. Het afgelopen herfst verschenen Get Rhythm-album was op voorhand al een verrassing, omdat menigeen er stilzwij gend van uitging dat Ry Cooder het ma gere bestaan als rocker voorgoed had verruild voor een zeer lucratieve loop baan als muziekleverancier in Holly wood. Zelf dacht hij dat ook, totdat hij zijn kriebels niet meer kon bedwingen. Vriendjes als Jim Keltner (drums), Flaco Jimenez (accordeon). Van Dyke Parks (toetsen), Bobby King, Terry Bijna 25 jaar geleden maakte hij zijn debuut als 15-jarig wonderkind in The Spencer Davis Group, een door de rhythm blues geïnspireerd Brits gezelschap dat dank zij het negroïde stemgeluid van Stevie opzien baarde. Wereldhit na wereldhit volgde: 'Keep on running', 'Somebody help me', 'Gimme some lovin' en Tm a man'. Onlangs verscheen van hem weer een nieuwe langspeler ('Roll with it') die sprekend lijkt op het werk van toen. "Het is alsof je in geluid je eigen dagboek schrijft". door John Oomkes De zomer dreint in de bloedwarme serre. De hitte maakt de oogleden zwaar. Klam me kleding hangt aan het lijf van Win- wood. Hij praat over een vorige zomer, doorgebracht in Memphis, in het hartje van de Verenigde Staten. Daar waar de wortels van de popmuziek liggen maar waar de muziekindustrie niets meer meent te kunnen oogsten. "Ik ging er heen omdat mijn vrouw Leslie er van daan komt. Niet dat zij iets met muziek heeft hoor. Maar ik wel, zoals je weet". Dat uitstapje groeide uit tot een studie reis. Winwood: "Ook al omdat ik een boek had gelezen: Sweet Soul Music, een aangrijpend verslag hoe het met de rhy thm blues en soul is gegaan. We prateri over de Memphis Soul, weetje. Otis Red ding, die prachtige zanger, dood. De be roemde blazerssectie op veel van zijn platen, The Memphis Horns, gedoemd tot een sessie-bestaan. Al Jackson, de baas van het studiocomplex in Memphis, gestorven. Zijn bezit in handen van nit wits. Booker T. The MG's, de band waarvan Al Jackson als drummer deel had uitgemaakt, uiteengevallen. Een he le industrie die de mooiste emotionele muziek had vervaardigd is nu feitelijk weggevaagd. Ik las het boek in één adem uit omdat het om de muziek uit mijn jeugd ging, de songs van vader Rufus en dochter Carla Thomas, de fantastische liedjes van Sam Dave". Begrip Memphis, Tennessee, is naar Ameri kaanse maatstaven een provincieplaats als Deventer, maar in de geschiedenis van de popmuziek is het een begrip van de eerste orde, zoals Bayreuth dat is voor de opera. Voor de kleine, magere Steve Winwood, die opgroeide in de Britse in dustrieplaats Birmingham, moet alleen Evans en Harry Dean Stanton (allen zang) werden opgetrommeld, waarna spontaan het repertoire werd vastgelegd. Voornaamste nieuwkomer in Cooders losvaste sessieclubje was Larry Black- mon, de zanger van Cameo die meteen inhaakte toen hij voor een bijdrage aan het aloude 'All Shook Up' werd gebeld. Dezelfde enthousiaste sfeer creëren Co oder Company ook op het podium. "Geen probleem, want Get Rhythm heb ik eigenlijk nooit zozeer als een platen- project gezien, het is typische live-mu- ziek". Voor zijn zeventiende album (inclusief soundtracks) heeft Ry Cooder opnieuw een flinke greep gedaan uit de catalogus van de Amerikaanse rockgeschiedenis. al de naam Memphis aan het begin van de jaren zestig illusies van een swingend centrum hebben opgeroepen. Hij boots te de nasale, indringende zang na van Rufus Thomas, de uitzinnigheid van Sam Dave en liet zich ophitsen door de jachtige sensualiteit van Jr. Walker. En al snel was Winwood een neger in een blan ke huid, een vijftienjarige wereldster, die maar dat was van later zorg nog an dere muziek zou maken. Teneergeslagen "In een hotel vlak bij Memphis kwam ik Dick Dunn tegen, de bassist van Boo ker T. The MG's. Hij had daar een en gagement van drie avonden in de week. Oude, wat trieste ogen. Een man van hoe oud zal ie zijn? in de vijftig. Die zelfde week ontmoette ik de gitarist van diezelfde MG's, Steve Cropper. Hij zat wat beter in de slappe was. Heeft een uit geverij. Schreef ooit 'Sittin' on the doek of the bay' van Otis Redding, dus qua in komsten zit het wel snor. Maar ze maak ten allemaal een trieste, terneergeslagen indruk. Niet datje dat dadelijk zag, hoor, ze liepen er niet mee te koop. Maar ze ko men op je af, schudden je hand, praten over jouw succes en zien de link met hun eigen succes. Het vette basspel van Duck Dunn met die typische geaccentueerde manier van spelen heeft op de hele we reld navolging gehad ik bedoel, elk feestbandje kopieert dat zonder te weten waar het vandaan komt en hetzelfde geldt voor Cropper. Een gitaargeluid als of jé een rotor aanzet. Als ze praten over jouw succes en dat gunnen ze je hoor dan praten ze toch even later over de vergetelheid die hen heeft getroffen". Ouwe zak 'Sweet Soul Music' is de titel van een van de mooiste soulhits die de jaren zes tig heeft voortgebracht-. De riff van het nummer komt van Otis Redding. Ten minste, dat vertelde Arthur Conley, de zanger van het lied, in een documentaire die de VPRO begin dit jaar over hem maakte. Conley bleek zich te hebben te ruggetrokken in de Achterhoek, in het huis van een Nederlandse vriend die als ik me niet vergis zijn brood ver dient in de tapijtindustrie. Als ik het Win wood vertel raakt hij in een bespiegelen de stemming. Naast 'All Shook Up' (Elvis Presley) leende hij verder onder meer '13 Ques tion Method' (Chuck Berry) en het titel nummer van Johnny Cash. Die werkwij ze hanteert Ry Cooder, van huis uit folk- gitarist, al vanaf zijn eerste solo-avontu ren ten aanzien van alle genres (country, blues, rhythm blues, cajun, Tex-mex) en dat heeft hem de bijnaam 'De Conser vator' opgeleverd. Helemaal correct is die titel overigens niet, want Ry Cooder wil nog wel eens sleutelen aan de door hem opgedoken schatten. "Vaak zijn het een soort fossielen die je eerst helemaal moet oplappen om met ze te kunnen pronken". In zijn muzikale filosofie zijn kwali teitsliedjes nooit uit de tijd. "Je zegt toch ook niet 'dat ouwe Beethoven-stuk' of 'die ouwe melodie van Bach'. Dergelijke termen zijn een uitvinding van de platen industrie die alleen maar het nieuwe pro pageert. Een goed nummer kan altijd als gloednieuw in de oren klinken. Bij mij is dat met 'Get Rhythm' gebeurd. Wist ik veel dat Cash het al in 1956 of daarom trent had geschreven. Interesseert me ook niks". Cooder grijpt trouwens veelvuldig te rug op bestaand werk, hetgeen te maken heeft met zijn stroefheid als liedjesschrij ver. "Alleen als het moet ben ik snel. Zo niet, dan blijf ik maar worstelen. Tenzij iemand als Jim Keltner me over de streep trekt. Als hij erbij is weet ik dat er wat gebeurt. Zijn aanwezigheid is vaak (foto GPD) de enige reden voor mij om mee te spelen op platen van anderen. Ik hoef maar één klap van hem te horen of ik sta op scherp. Omdat hij precies de ritmische ruimte schept waarin ik zo kan spelen als ik wil. Zonder hem had ik waarschijnlijk niet meegedaan op John Hiatts jongste al bum (het met een Edison bekroonde 'Bring The Family'). Jim is van de partij, laat ik dan ook maar gaan, zo heb ik gere deneerd". Als filmcomponist daarentegen kent Ry Cooder nauwelijks produktiviteits- problemen. "Om meer dan één reden. Je hebt sowieso al niet te maken met de vas te gegevens van een gewoon liedje: het begin, het midden en het slot. Ik haat die beperkingen intussen. Daarnaast werkje "Een fase, misschien is het een fase. Laten we het hopen. Conley was een prachtige zanger. Ik heb zelf ook zo'n fa se doorgemaakt. Aan het eind van de ja ren zeventig zette de punkrock aanvan kelijk hard door. Het was muziek waar ik niets van begreep. Hardvochtig. Tja, hoe zal ik het zeggen? Niet geèmotioneerd, behalve dan dat het agressief was". "Voor de kids uit die tijd was ik een ou we zak die alles vertegenwoordigde wat in hun ogen verwerpelijk was. Ik had in de jaren zestig met Spencer Davis emo tioneel gezongen, was in het begin van de jaren zeventig met Traffic terechtgeko men in een moeilijk te plaatsen muzikale stijl vol ingewikkelde instrumentale uit stapjes richting jazz en afro, had aan ex perimenten met de Japanner Stomu Ya- mashta en de salsa van The Fania All Stars meegewerkt. Heel experimenteel in de ogen van een punk. En ik was na tuurlijk al bijna dertig". "Ik schreef muziek, dacht in muziek, zonder dat ik me ervan bewust was waar mee de punks in Engeland bezig waren. Zij stonden midden in een koude maat schappij, ik hield me met allerlei muziek bezig, gewoon als liefhebber, als muso. Meer op mezelf betrokken. Ik wist ge woon niet meer wat ik zelf moest doen. 'Midland Maniac', een song op mijn eer ste soloplaat uit 1977, sloeg heel erg op mezelf. Ik was het spoor bijster, zat maandenlang in een studio en wist het niet meer. Maakte een elpee omdat dat contractueel moest". Dagboek "Pas in 1980, met 'Arc of a Diver', de tweede soloplaat, kwam ik tot mezelf. Daaraan heb ik lang, hard en met alle in zet gewerkt. Het was het beste wat ik op dat moment te bieden had. Als die plaat me geen nieuwe erkenning had opgele verd had ik iets anders moeten gaan doen. Ik zou er vrede mee hebben gehad. Dan maar geen muzikant". "Ik zeg altijd, zonder dat ik precies kan aantonen waar dat nou precies is terug te vinden, dat mijn platen duidelijk iets autobiografisch uitstralen. Het is alsof je in geluid je eigen dagboek schrijft. Deze plaat heeft power, zegje? Ik zou niet we ten waar dat aan ligt. Misschien komt het doordat we minder synthesizersolo's la ten spelen, maar d'r zit eenzelfde hoe veelheid elektronica in verborgen. Een voor film veel meer in teamverband waardoor je steeds met impulsen wordt gevoed. Verder zijn er de beelden die je op goede ideeën kunnen brengen. Na tuurlijk brengen die ook weer beperkin gen met zich mee, maar minder dan je zou denken. Tenminste als je het met de regisseur kunt vinden. Een goede relatie met hem is de sleutel tot een goede 1 soundtrack". Ry Cooder kan het inmid dels uitstekend vinden met grote film makers als Wim Wenders ('Paris, Texas). Walter Hill en Louis Malle. Keerzijden Zijn nieuwe specialiteit (bottleneck-gi taartechniek was z'n eerste) kent even wel toch keerzijden. "Eén ervan is datje ook daar wordt vastgepind op je eerdere werk. 'Paris, Texas' heeft in Amerika zo veel indruk gemaakt dat ik om de haver klap te maken krijg met scripts die daar van een aftreksel zijn. Je weet wel, het verhaal van een vreemde man die in z'n eentje langs allerlei vreemde plaatsen trekt. Zeg je daar nee tegen, dan bieden ze je plotseling twee keer zoveel. Zo werkt dat in die business. Sommige mensen gaan dan twijfelen, maar ik niet Ik snij liever mijn keel af dan dat ik iets doe waar ik niet achter kan staan". Een tweede probleem is dat de invloed van de producenten steeds groter wordt. Dat komt door het succes van al die dansmuziek in films. Zorg dat dit num mer of deze zanger in de nieuwe film van Tom Cruise zit, schiet desnoods iedereen overhoop, want we willen ook die dikke hit, zo wordt er echt gedacht. Door de platenmaatschappijen, de managers èn de producenten. Als regisseur moet je dan heel sterk in je schoenen staan. Ge lukkig worden er zeer veel films gemaakt en heb ik al een reputatie, waardoor men met mij niet zo snel zal durven sollen". Onder een soortgelijke verkokering heeft de 'gewone' popmuziek al veel lan ger te lijden, stelt Ry Cooder. "Sinds The Beatles maken de platenmaatschappijen het liefst een produkt waarvan ze miljoe nen verkopen. Een soort muzikale Volkswagen, zoals Michael Jackson, die ook nog eens op allerlei manieren te ge bruiken valt. Op de radio, in de disco, in liften, warenhuizen, bij de gymnastiek Voldoe je niet aan die voorwaarden, dan ben je maar bijzaak en eigenlijk tot last" Behoefte "Ik ben ervan overtuigd dat een aantal platen van mij wel goed zou hebben ver kocht als de platenmaatschappij hard aan de promotie had gewerkt. Het bewijs is door mijn vrienden van Los Lobos ge leverd. Die zijn numero uno geworden dank zij een uitgekiende promotie en een goede timing. Er was gewoon weer eens behoefte aan een nieuwe Creedence Clear water Revival, een pure gezellige band om bij te drinken en te dansen. Hun doorbraak is in feite zeer hoopgevend omdat ermee wordt aangetoond dat het grote publiek niet alleen maar behoefte heeft aan de gladde disco die het non stop krijgt voorgeschoteld" groot deel van de ritmes is via drumcom puters op de band terecht gekomen. Dat je daar niet ziek van wordt komt doordat ik vind datje dergelijke apparatuur, of zo je wilt instrumenten, niet als machines moet behandelen. Ik bespeel ze, gebruik ze niet. Ik heb een hekel aan een techno- geluid". Op 'Roll with it' zijn ook The Memphis Horns te horen, het koperen geluid dat op veel van de oorspronkelijke Memphis Sound-opnamen voorkomt. Winwood "Van het een komt het ander. Als je daar rondstapt in het moederland klinkt alles weer haar^pherp door. Zelfs Elvis groei de vlakbij op, en Fats Domino, ach, dat ligt ook niet zo ver weg. Ik heb The Memphis Horns ingehuurd en heb ze meegenomen naar een studiocomplex in Canada. Beleefde professionals. Luister den instemmend naar de al eerder opge nomen instrumentale partijen. Tja, leuk, mooi. Knikken, tellen. En dan zet je ze aan het werk, laat ze hun eigen partijen uitdenken. Dan komen die vijftigers bij jou terug met partijtjes. Zullen we dit doen, Steve? En dan ik: nou, dat is mooi, maar het lijkt net te veel op Mr. Pitiful van Otis Redding of B.A.B.Y. van Carla Thomas". Zwaar Het leven in de studio is zwaar, zegt Winwood, al doet hij het liever dan op tournee gaan. "Dank je wel", speelt hij de beleefde Engelsman als ik hem compli menten maak voor het niveau van zijn laatste concerten in 1983. "Het zal ooit wel weer gebeuren, maar je talent ver plicht je al zo vaak tot het doen van offers tenminste, zo voel ik het. De verjaar dag van mijn dochter heb ik niet thuis gevierd, ik was niet thuis toen ik veertig werd. Daar krijg je tabak van". "Mijn broer Muff, een grote platenman in Engeland, houdt zich bezig met de car rières van jonge jongetjes als Bros. of de muziek van Prefab Sprout. Ik val achter over als ik hoor wat die mensen van de afdeling marketing voorgeschoteld krij gen. Image, uiterlijk, toeren, aanpassen, overmaken....dat had je in mijn tijd niet Ik hoorde deze week dat Sting veertien maanden achtereen bezig is met een we reldtournee. Zoiets kan ik me niet voor stellen. Ik leef dank zij muziek, niet voor de muziekindustrie". Steve Winwood (40): "Het is alsof je in geluid je eigen dagboek schrijft". (foto GPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 23