LIEFDEWERK OUD PAPIER
Leidse antiquaren
over een passievol
beroep en het boek
als fysiek object
Rijk Smitskamp van antiquariaat Brill: "Een mooie band en een mooie in
houd, dht is voor mij het summum".
door Bart Jungmann
Antiquaar en antiquair. Het
verschil is niet alleen maar een
letter, het zijn twee
verschillende beroepen.
Antiquairs handelen in oude
kunst- en gebruiksvoorwerpen,
antiquaren doen in antieke
boeken en prenten. Al ruim een
eeuw lang zijn de laatsten te
vinden in de steegjes van de
Leidse binnenstad. In het
vorige decennium leek de klad
er een beetje in te zijn
gekomen, maar de laatste
jaren is hun aantal weer
gegroeid. Drie antiquaren
praten over een vak vol passie.
"Wanneer je houdt van het
boek als fysiek object is dit een
ideaal beroep". Liefdewerk
oud papier in letterlijke zin.
Het antiquariaat van Joop Kretzschmar in de Janvossensteeg.
Liefde voor boeken, dat is een wijze van leven die ik van huis uit
heb meegekregen". «otos Loek zuyderduin)
band met de klanten". Steenkamp over
die klanten: "Antiquarische kopers zijn
een ander soort mensen dan degenen die
in boekhandels komen. Ze zijn meer ge-
interesseerd in geschiedenis".
Veilingen
Burgersdijk Niermans hebben met
hun veilinghuis een streepje voor op de
andere antiquaren. De Bruin: "Daarvan
zijn er slechts vijf in Nederland". Sinds
de heropening zijn er alweer een viertal
veilingen gehouden. Steenkamp toont
de lijvige catalogus voor de eerstvolgen
de veiling in juni.
Voor de bemiddeling bij zo'n veiling,
aldus legt zijn compagnon uit, krijgt de
firma een bepaald percentage van de op
brengst. De Bruin: "Je moet wel goed
weten wat je veilt, want Burgersdijk
Niermans heeft een naam op te houden".
Steenkamp: "We gaan daarom niet zo
maar alle boeken, kaarten en prenten
nummeren. Alles wordt eerst per disci
pline uitgezocht, vervolgens op soort en
periode. Dan pas gaan we beschrijven,
en dat is een heel aparte techniek".
De Bruin: "Er is een vrij trouw publiek
voor de veilingen. Veel gaat in commis
sie. Dat wil zeggen dat een klant, die niet
aanwezig kan zijn, ons een bepaald be
drag opgeeft dat hij voor een bepaald
stuk over heeft. Voor de een ligt dat wat
strikter dan voor de ander. Dat is een
zaak van goed vertrouwen. Je moet dat
netjes behandelen".
De veilingzaal van Burgersdijk Nier
mans kan zo'n tachtig geïnteresseerden
herbergen. Steenkamp: "De zaal zit
steeds vol, ook al blijft niet iedereen de
hele tijd zitten. Sommige mensen zijn al
leen geïnteresseerd in een bepaald boek,
ze gaan eerder weg of komen later".
In een zaak die geurt naar traditie en
waarin veel onveranderd is gebleven,
heeft op een van de bureaus de computer
een plaatsje veroverd. Het tastbare be
wijs dat er in het vak van antiquaar wel
wat is veranderd. Steenkamp: "In de
computer is bijvoorbeeld een adressen
bestand opgeslagen. We kunnen nu pre
cies nagaan wat een klant de laatste jaren
bij ons heeft besteed".
De automatisering is vooralsnog aan
antiquariaat Kretzschmar voorbij ge
gaan. "Ik zou er wel wat voor voelen als
de naslagwerken op floppy disk zouden
worden uitgegeven: Maar dat zullen de
uitgevers niet zo gauw doen. Het gevaar
van kopiëren is te groot". Kretzschmar
heeft daarentegen wel diverse pogingen
gedaan een kaartsysteem op te zetten.
"Maar het is allemaal nauwelijks bij te.
houden".
Antiquariaat Kretzschmar is een van
de kleintjes in Leiden, en alleen tussen
de middag geopend. "Het wachten op
een klant", zegt de eigenaar met de na-
druki op het woord wachten. "Er gaan
dagen voorbij dat ik geen klant zie". Hij
weet de oorzaken: de Janvossensteeg is
niet bepaald een straat waarin je een anti
quariaat verwacht, en een kleine winkel
heeft een hoge drempel. "Maar ik heb
een tamelijk vaste klantenkring. De
meesten hebben een vaste baan, die kun
nen dus toch alleen maar tussen twaalf
en twee. En anders weten ze me toch wel
te vinden".
Zeuren
Aan de andere kant zijn er ook dagen
dat het antiquariaat wèl goed wordt be
zocht. Rond de pinksterdagen bijvoor
beeld. "Ook dit jaar weer een behoorlijk
aantal Duitsers. Die gaan dan tijdens hun
vakantie een dagje wat antiquariaten
langs. Ik doe dat zelf ook als ik in het bui
tenland ben".
Zijn ervaringen met de klandizie zijn
zeer uiteenlopend. Vervelende klanten:
"Dat zijn mensen die gaan zeuren over de
prijs". Leuke klanten: "Ik heb er een ge
had, die kwam met een doosje interes
sante topografische kaarten. Die man
wilde er niets voor hebben. Hij zei: maak
maar een deel over op de giro van het We-
reldnatuurfonds".
daartoe een welkome aangelegenheid
aanbood en wij met hen een overeen
komst konden sluiten'.
Die overeenkomst hield in dat de vei
ling en het antiquariaat door de twee
vroegere Brill-dienaren werden voortge
zet. De oosterse afdeling werd daarvan
uitgezonderd; tot op de dag van vandaag
zijn Oriëntalia een specialiteit van Brill.
Het pand waarin Burgersdijk Nier
mans zich als zelfstandige boekverko
pers vestigden ademde de lucht van
boekdrukkunst. Ze noemden het Tem-
plum Salomonis (Salomons tempel, een
verwijzing naar de tempel van de zo wijs
geachte koning Salomon). Het uithang
bord hangt er nog steeds.
Die naam hadden Burgersdijk en Nier
mans overigens niet zelf verzonnen. Vijf
eeuwen eerder duikt het begrip Tem-
plum Salomonis voor-het eerst op. In die
tijd woonde Philips van Leyden op dit
punt in de stad. Diens omvangrijke boe
kenverzameling werd na zijn dood de
eerste particuliere biliotheek die voor
het pubiek toegankelijk werd. Aan het
eind van de zestiende eeuw woonde hier
Christoffel Guyot, een Belgische druk
ker die na de vestiging van de Leidse uni
versiteit meehielp de boekdrukkunst in
Leiden gestalte te geven. 'In Salomons
tempel', zo luidde zijn impressum.
Bemiddelaar
Terug naar Burgersdijk Niermans:
de beide firmanten lieten er geen gras
over groeien. Dat blijkt uit de catalogi die
voor de grote en internationale antiqua
riaten nog altijd het voornaamste middel
van verkoop zijn. In het voorwoord van
de Biblioteca theologica et philosophica,
de catalogus voor een van de eerste vei
lingen, pochten de eigenaren over een
bezit van 400.000 boeken.
Toen Jordaan Luchtmans in de ze
ventiende eeuw aan het Rapenburg
een boekhandel begon was er nog
geen sprake van het begrip antiqua
riaat. Rijk Smitskamp: "Oude boe
ken waren net zo makkelijk te krij
gen als nieuwe boeken. Misschien
zelfs wel makkelijker. De aanvoer
van nieuwe boeken ging moeizaam.
Dat moest met zoiets als een dili
gence".
Ruim drie eeuwen later, waarin de
naam Luchtmans plaats maakte voor
Brill en de boekhandel via de Oude Rijn
verhuisde naar de Nieuwe Rijn, is er veel
veranderd. "We hebben hier antiquari
sche boeken tot een waarde van tiendui
zend gulden", zegt Rijk Smitskamp. Hij
is in 1970 bij Antiquariaat en Boekhandel
E.J. Brill als assistent begonnen en
zwaait er nu alweer enige tijd de scepter.
Ideaal
"Je moet een historische belangstel
ling hebben", aldus omschrijft hij .de
drijfveren van een antiquaar. "De ge
schiedenis van de wetenschap vind je
hier geïllustreerd. Als je nieuwsgierig
bent, als je houdt van het boek als fysiek
object, dan is dit een ideale vorm van
werken. Een mooie band en een mooie
inhoud, dat is voor mij het summum".
Joop Kretzschmar: "De liefde voor de
boeken, dat is een wijze van leven die ik
van huis uit heb meegekregen. Als kind
keek ik tegen al die ruggen op. Je leert
boeken op die manier vroeg hanteren.
Drie keer per week naar de openbare
leeszaal. Ik wil niet van een hobby spre
ken, dat is te goedkoop. Ja, misschien
kun je het wel een passie noemen. Deze
boeken hebben geleefd. Ze dragen de ge
schiedenis van een bepaald milieu met
zich mee".
Antiquariaat Kretzschmar in de Leid
se Janvossensteeg. Een winkeltje in een
achterafstraatje datje gemakkelijk voor
bij loopt. Binnen wordt gewoekerd met
de ruimte: in het midden staat een antie
ke drukpers en de boekenkasten zijn
overvol, kartonnen dozen bergen het res
tant.
De antiquaar als literaire uitgave van
Malle Pietje, een vooroordeel wordt be
vestigd. Kretzschmar: "In principe staat
alles keurig gerubriceerd. Maar sommige
mensen beschouwen de winkel als een
supermarkt. Ze gooien alles door el
kaar".
Arne Steenkamp: "Meteen vanaf het
begin hebben we gezegd: er moet orde in
de zaak zijn. Het stoffige imago van anti
quaar, daarvan wilden we ons snel los
maken. Alles is keurig geordend en keu
rig geprijsd. Dat is niet gewoon, nee. Ik
ken wel antiquaren, die kijken bij wijze
van spreken eerst eens wat voor kleren je
aan je lijf hebt en bepalen dan hun prijs"
Heropend
Steenkamp en compagnon Arno de
Bruin zijn sinds twee jaar eigenaar van
Veilinghuis Anti'quariaat Burgersdijk
Niermans in de Nieuwsteeg. Na een
flinke opknapbeurt is deze boekhandel
aan de voet van de Pieterskerk begin van
dit jaar heropend. Burgersdijk Nier
mans: een antiquariaat van bijna hon
derd jaar oud, een boekentraditie in de
orde van Brill. Carla van der Poel legde
ter gelegenheid van de heropening in een
boekje de geschiedenis van de firma
vast.
Pieter Johannes Burgersdijk en Geor
ge David Niermans waren werknemers
bij Brill toen deze firma iri mei 1894 een
advertentie in de krant plaatste: 'De
steeds toenemende zorgen, welke onze
drukkerij en uitgaven vereischen, hébben
ons reeds lang de noodzakelijkheid doen
gevoelen ons op ander gebied te beper
ken. Zeer aangenaam was het ons dus,
toen door de voorgenomen vestiging van
de H.H. Burgersdijk Niermans, zich
Arne Steenkamp en Arno de Bruin in het antiquariaat Burgersdijk
Niermans in de Nieuwsteeg: "De service staat voorop en daarmee kweek je
goodwill".
Bij die veilingen trad en treedt de fir
ma op als bemiddelaar. Het gaat daarbij
veelal om nalatenschappen, particuliere
bibliotheken van overleden wetenschap
pers. Ze worden nog altijd op dezelfde
plek gehouden: in de ruime, langwerpige
zaal achterin het pand.
Na het overlijden van de beide part
ners heeft de firma Burgersdijk Nier-
mans dank zij echtgenotes en intern op
geleide personeelsleden zich door de ja
ren heen goed kunnen handhaven. On
der leiding van de heren Dee en Stam
overschreed de firma tijdens de bezet
tingsjaren de stadsgrenzen. De Leidse
universiteit werd in 1940 gesloten en in
het kielzog van het merendeel van de stu
denten dat naar Amsterdam trok werd in
de hoofdstad een filiaal geopend. Na de
oorlog trok Burgersdijk Niermans
zich echter weer terug in Leiden en werd
een uitgeverij aan het veilinghuis en anti
quariaat toegevoegd.
Na het overlijden van eigenaar Stam
stond diens vrouw er alleen voor. De
laatste jaren, mevrouw Stam was de zes
tig inmiddels gepasseerd, leidde de fir
ma een zieltogend bestaan. Steenkamp:
"Toen de eigenaresse zeventig jaar was
wilde ze het verkopen. Het liefst aan jon
ge mensen, omdat de zaak zo verlopen
De Bruin en Steenkamp, die samen ze
ven jaar geleden in de Salomonsteeg an
tiquariaat Blaeu hadden opgericht, vol
deden aan dat signalement. De twee stu
denten Nederlands hadden het boeken
vak geleerd in de winkel van De Kier.
Door speurtochten voor vrienden en
kennissen naar speciale uitgaven, had
den ze aardigheid gekregen in antiqua
risch werk.
Met de voorraad van een Rotterdamse
antiquaar kreeg Blaeu gestalte. De
Bruin: "We wilden goede boeken verko
pen, geen streekromans of iets derge
lijks. We waren allebei geïnteresseerd in
Nederlandse literatuur en samen met ge
schiedenis en filosofie werd dat de speci
aliteit. Je trekt daardoor een bepaald pu
bliek, ook al omdat we niet in een echte
loopstraat zaten. Dat zitten we nu nog
niet trouwens".
Als part-timers die er niet van hoefden
te leven ("de omzet kon meteen in nieu
we boeken") hielden Steenkamp en De
Bruin het hoofd wel boven water. Steen
kamp: "We kwamen destijds in een va
cuüm terecht. Afgezien van Brill was er
niet veel in de stad. Sweris was op z'n re
tour en bij Burgersdijk Niermans ge
beurde ook niet veel. We hadden het
rijk min of meer alleen. Natuurlijk, je
hebt De Slegte. Maar dat is toch een an
dere categorie. Veel massaler. Er is niet
het contact dat wij met de klanten heb
ben. Dat is daar niet mogelijk. De service
staat bij de kleinere antiquariaten voor
op en daarmee kweek je goodwill".
Met hun overstap naar Burgersdijk
Niermans maken Steenkamp en De
Bruin wat dat betreft nu deel uit van een
lange traditie. De Bruin: "Generaties van
mensen komen hier. Er is een speciale
Sinds Kretzschmar een jaar of negen
met zijn antiquariaat begon is het altijd
een beetje rommelen in de marge geble
ven. "Natuurlijk, ik zou ook best in het
centrum willen zitten. Maar met een
huur van anderhalfduizend gulden per
maand moetje elke maand een container
vol omzetten. Dat is nauwelijks te doen.
Dan bevalt deze basis me beter, ik doe
het liever wat rustiger aan. Ik kan ervan
leven, ook al is het geen dik belegde bo
terham".
Natuurwetenschappen en techniek,
die stokpaardjes bereed Kretzschmar als
beginnend antiquaar. "Maar dat is niet
meer waar te maken, het is nu een alge
meen antiquariaat. Geen boeken van
vóór 1960, had ik me voorgenomen. Maar
het moderne sluipt er als het ware in".
Paperbacks, zegt hij, en trekt er een vies
gezicht bij. "Het begrip mooi boek ver
vaagt. De doorstroming is veel sneller en
daardoor is het aanbod van nieuwe boe
ken veel hoger. Mensen brengen hier
hun Sinterklaas-cadeautje als het ze niet
bevalt. Je komt dan alleen met een hoop
boeken te zitten die je moeilijk kwijt
raakt. Prachtboeken zijn het probleem
niet. De ellende begint in het grote ge
bied van het wel leuke boekje".
Niet zo shabby
Rijst de vraag: wat is het verschil tus
sen een antiquariaat en een tweede
hands-boekhandel? Kretzschmar: "Dat
verschil is eigenlijk niet meer aan te ge
ven. In principe is een antiquariaat niet
zo shabby. Je verweert je tegen kasteel
romans, althans, dat is myn persoonlijke
opvatting". Smitskamp: "Zuiver tech
nisch is er inderdaad geen verschil. Dat
moet in de praktijk blijken. Antiquariaat
is meer een genre-aanduiding".
Kretzschmar trekt een prachtboek uit
de kast tevoorschijn: 'The Engineer', een
kloeke uitgave met fraaie tekeningen
waaronder ontwerpen voor de Tower
Bridge. "Ik kijk zelf ook naar hoe een
boek is gemaakt. Ik let erg op de typogra
fie". Het omslag van 'The Engineer' heeft
losgelaten. "Maar dat is niet zo'n pro
bleem. Ik heb de spullen om dat weer zo
goed mogelijk te herstellen".
Behalve in zijn winkeltje in de Janvos
sensteeg brengt Kretzschmar zijn boe
ken ook op de Leidse markt aan de man.
Elke zaterdag staat hij samen met twee
collega's in de Nieuwstraat achter een
kraampje. Daar bereikt hij klanten die de
weg naar zijn antiquariaat niet weten te
vinden. "Toch zijn er nog een hoop men
sen die zelfs daarvan geen weet hebben.
Geregeld komen er studenten langs die
zeggen: hé, ik wist niet dat Leiden een
boekenmarkt had. Dat vind ik wel naïef
hoor".
Een soortgelijke marktpolitiek voerde
Brill een paar jaar geleden. Smitskamp:
"Brill is altijd 'n beetje een ongenaakba
re zaak geweest. Dure boeken, en
meestal in de buitenlandse taal. Toen het
aanbod van goedkope boeken groeide
zijn we een soort zaterdagmarkt begon
nen. Dat werd een groot succes en daar
om hebben we nu de kelder ingericht
"voor betaalbare uitgaven. Ik ben nu bij
voorbeeld een linguïstische bibliotheek
aan het uitzoeken en daarin is ook volop
werk aanwezig voor studenten en andere
mensen met een kleine beurs".
Band
Toch is Brill nog steeds niet een anti
quariaat waar de deur wordt plat gelo
pen. "We hebben ook eigenlijk niets met
Leiden te maken", oppert Smitskamp
als verklaring. Door de universiteit, waar
de oosterse wereld altijd een warme be
langstelling heeft gekregen, is er volgens
hem alleen indirect een band. "Maar on
ze klantenkring komt toch voor een
groot gedeelte uit het buitenland. Ze
worden door de catalogi, die wij geregeld
verzenden, van onze nieuwe aanwinsten
op de hoogte gebracht".
De herkomst van die nieuwe aan
winsten ligt veelal in privé-collecties.
Smitskamp: "Vaak wordt het ons aange
boden. Soms, als er een ons bekende we
tenschapper is overleden, schrijf ik een
briefje. Dat we ons aanbevolen houden
voor de bibliotheek".
"Soms afkomstig van veilingen,
meestal van particulieren", aldus karak
teriseert Kretzschmar zijn voorraad. "De
ene keer vind je iets moois op een rom
melmarkt, de andere keer wordt het je
gewoon aangeboden". Dat laatste is dan
vaak het resultaat van tweerichtingen-
verkeer. "Ik zoek iets voor een klant, en
als die klant iets aardigs ziet maakt hij
mij er op attent".
Rijst opnieuw een vraag: hoe bepaalt
de antiquaar zijn prijs? Smitskamp: "Als
je boeken doorneemt luidt allereerst de
vraag: is dit interessant? Interessante
boeken raak je zo kwijt. Is een boek nog
gemakkelijk verkrijgbaar, dan moet je
met de prijs gaan zakken. Maar ja, je kunt
niet alles weten. Soms ziet het er exo
tisch uit. Daarop calculeer je een inkoop
prijs en dan ben je blij als je het zonder al
te veel verlies kunt verkopen".
"Door de reprint, een mogelijkheid die
in de jaren vijftig is ontstaan, is er veel
veranderd. Zowel positief als negatief.
Soms doet het de belangstelling voor het
origineel van een boek toenemen, aan de
andere kant verdwijnt de exclusiviteit
erdoor".
De mist in
Kretzschmar: "De prijs is een soort
marktmechanisme. Het is een bepaalde
verhouding tussen de moeite die het ver
krijgen je heeft gekost en de zeldzaam
heid. Daarnaast heb je je naslagwerken
en ontwikkel je er een bepaald gevoel
voor. Maar daarmee kun je natuurlijk
flink de mist in gaan. Ik heb het zelf vaak
genoeg meegemaakt".
Het behoort tot de avontuurlijke kant
van het vak, en dat trekt Kretzschmar.
"Want je hebt natuurlijk ook je trofeeën.
Ik heb weieens een raar tijdschrift op de
kop getikt. Daarin bleek de beroemde
Leidse redevoering van Einstein opge-
Steenkamp: "Het is voor de buitenwe
reld misschien onbegrijpelijk, maar dit is
echt een heel boeiend vak. In nieuwe
boekhandels treedt op een gegeven mo
ment een zekere standaardisatie op. 'De
donkere kamer van Damocles' van Her
mans, die hebben ze allemaal. Het leuke
zit 'm dus alleen nog in het nieuwe. Wij
beleven juist het plezier aan oude boe
ken. En dat is een eeuwig durende verba
zing. Onze veilingmeester is al 35 jaar in
dienst en hij komt nog steeds onbekende
stukken tegen. Je raakt nooit uitgeke
ken".