Een man van ons allen Drees' politieke loopbaan eindigde roemloos ZATERDAG 21 MEI 1 Willem Drees in zijn nadagen, april 1985. De laatste keer dat er foto's van hem konden worden gemaakt. (foto's ANP) Het was uitermate moeilijk voor de Nederlandse regering een juiste gedrags lijn te vinden. De ogen van Van Mook waren opengegaan toen hij in Neder lands Indië de werkelijke situatie had ge zien. Maar in Den Haag had men er geen idee van welk een omwenteling er tij dens de bezetting van Indië plaats had gehad in het denk- en gevoelsleven van de Indonesiërs. In Den Haag kende men niet alleen niet de werkelijke toe stand, maar kon men ook het bijna dage lijks wisselende beeld van de ontwikke lingen niet volgen. Dit werd de oorzaak van de kortsluiting tussen Den Haag en Batavia, en daardoor wist de Nederland se regering niet welke houding men moest aannemen. Gesplitst De Indonesische kwestie hield de geesten zo bezig dat het Nederlandse volk werd gesplitst. En die splitsingen liepen door alle partijen heen. Er waren er, zoals ook voor de oorlog, die pleitten voor een 'Indië los van Holland'. Dat was de extreme leus ter linkerzijde. Aan de ultra-rechtse kant stonden zij die de op vatting huldigden dat Indonesië deel van het koninkrijk moest blijven. Over gelei- delijkaan grotere zelfstandigheid mocht eerst worden gesproken als rust en orde waren Hersteld, terwijl volgens die op vatting uiteraard geen contacten moch ten worden gelegd met de Indonesiërs die met de Japanners hadden geheuld. Als socialist heeft Drees het vooral moeilijk gehad toen Nederland overging tot het voeren van politiële acties. Toen hij minister was in het Kabinet-Beel werd hij betrokken bij de eerste politiële actie, die vooral op aandrang van Van Mook werd uitgevoerd. De PvdA-minis- ters konden alleen met dit militaire op treden akkoord gaan als de actie beperkt bleef. Niet gepoogd mocht worden de re publiek te vernietigen. De Nederlandse troepen mochten niet doortrekken door Djokja. Op 21 juli was de actie begonnen, maar toen werd de Veiligheidsraad bij de zaak betrokken. Op 1 augustus werd een reso lutie aangenomen waarin een beroep op partijen werd gedaan de vijandelijkhe den te staken. Enkele dagen later, in de nacht van 4 op 5 augustus, gaf de Neder landse regering bevel tot staken van het' Tijdens zijn eerste ministerie (1948- 1951), waarin de KVP-er Sassen minister van overzeese gebiedsdelen en de WD- er Stikker minister van buitenlandse za ken was, werd Drees opnieuw gecon fronteerd met een politiële actie, die op 19 december 1948 begon. Drees was ook toen zeer huiverig voor eenzijdig Neder lands optreden en, blijkens een rege ringsverklaring door hem in de Tweede Kamer afgelegd, was er veel weerstand binnen het kabinet te overwinnen ge weest. Conferentie "Na lange overweging en veel innerlij ke strijd bij velen van ons is tot deze stap overgegaan", zo zei Drees. Nederland was door optreden van de Veiligheids tiegenoten in genade aangenomen en de kwestie Nieuw-Guinea werd ajs onoplos baar in de ijskast gestopt. De verkiezin gen van 1952 brachten drie zetels winst voor de PvdA en twee zetels verlies voor de KVP. Met de formatie van een nieuw kabinet was heel wat tijd gemoeid, maar begin september kon Drees voor de der de keer een nieuwe ministersploeg voor stellen. Spanningen Tijdens het optreden van dit kabinet ontstonden er vrij grote politieke span ningen. In de PvdA groeide de weer stand tegen een kabinet op brede basis. In deze kabinetsperiode werd ook het bekende bisschoppelijke mandement uitgevaardigd met voor socialisten on aangename adviezen en bepalingen. In 1955 vroeg het kabinet zijn ontslag toen de Tweede Kamer de ontwerp-huurwet verwierp, waarbij een koppeling was ge maakt tussen belastingverlaging en huurverhoging. De socialist Burger, die toen al kaas bleek te hebben gegeten van formaties, slaagde erin een reconstructie van het kabinet tot stand te brengen, dat hierop zijn tijd tot 1956 kon uitdienen. Op 13 juni 1956 werden er nieuwe ver kiezingen gehouden. Op de toen hon derd kamerzetels won de PvdA er vier en de KVP drie. Het duurde echter vier maanden voordat er eén nieuw kabinet was samengesteld. Drees, die de zeven tig was gepasseerd, voelde er eigenlijk niet veel meer voor premier te worden. Maar er deden zich moeilijkheden voor rond Soestdijk. De gebedsgenezeres Greet Hofmans bleek veel invloed te hebben op koningin Juliana als gevolg waarvan zij o.a. gratie wilde verlenen aan oorlogsmisdadigers. Deze affaire gaf aanleiding tot constitutionele moeilijk heden. En om die op te lossen, achtte men de hulp van Drees, die zich alom groot gezag had verworven, onontbeer lijk. Na een reeks van informatie- en forma tiepogingen die alle mislukten, kwam er een oplossing door een gezamenlijke aanpak van Romme en Burger. Op 13 ok tober 1956 kon Drees zijn vierde en laatste kabinet presenteren. Veel plezier heeft dit laatste premierschap Drees niet bezorgd. Er was een overbesteding ont staan, waarvan de PvdA de schuld gaf aan de KVP door de op haar initiatief tot stand gekomen belastingverlaging en de vrijere loonpolitiek. Verder waren er kwesties over de wijziging van de huur wet, ovér de verdeelsleutel inzake de pre mie van de werkloosheidsverzekering. Breuk Eind december 1958 kwam ten slotte de breuk tussen KVP en PvdA. De socia listische minister van financiën, Hofstra, had wetsontwerpen ingediend tot ver lenging voor twee jaar van enkele tijdelij ke belastingen. De vaste kamercommis sie had per amendement voorgesteld de verlenging tot een jaar te beperken. Hof stra stond er echter op dat die voor twee jaar zou gelden, omdat anders naar zijn mening een verantwoord financieel be leid onmogelijk werd gemaakt. De ka mermeerderheid weigerde Hofstra z'n zin te geven; op 12 december boden de socialistische ministers hun ontslag aan en stelden de overige bewindslieden hun portefeuilles ter beschikking. Het was een roemloos einde van de mi nisteriële loopbaan van Drees. Hoe men ook over de zaak zelf dacht, algemeen werd betreurd dat op deze wijze aan zijn jarenlange bewind een eind werd ge maakt. Drees, die altijd naar het compro mis had gestreefd als dit maar geen af breuk deed aan zijn beginselen, had be ter verdiend. Enkele weken na zijn aftreden ontving hij de hoogste onderscheiding, namelijk de benoeming tot minister van staat. In 1948 had de Nederlandse Economische Hogeschool in Rotterdam hem al het ere doctoraat in de economische weten schappen verleend. In 1952 ontving hij het ere-doctoraat in de rechten van de universiteit van Maryland in de Verenig de Staten. De PvdA huldigde haar voorman door hem in 1959 te benoemen tot permanent buitengewoon lid van het partijbestuur. Drees zag zich eqhter gedwongen enkele jaren daarna dit erelidmaatschap neer te leggen omdat hij zich niet kon verenigen met de denkbeelden van Nieuw Links, die grote invloed op de partij hadden ge kregen. De socialistische veteraan werd op zijn oude dag partijloos. Hij bleef echter het politieke leven met grote belangstelling volgen. Daarvan ge tuigden ook tal van artikelen over allerlei staatkundige, politieke en maatschappe lijke onderwerpen waarover hij zijn me ning wilde zeggen. Met doctor Willem Drees, die minister-president is geweest van vier kabinetten en die daarvóór nog in twee kabinetten zitting had als minister van sociale zaken, is een nationale figuur heengegaan. Men zal ver, heel ver in onze geschiedenis moeten teruggaan om iemand te vinden die van zovelen het vertrouwen en het respect genoot als met Drees het geval was. Martin Jansen, oud-parlementsredacteur, schetst het leven van een integer staatsman. Drees sluit zijn boekenkast. Vanwege een sterk teruggelopen gezichtsver mogen kon hij de laatste jaren niet meer lezen. Een jaar daarop stond hij aan het hoofd van hetzelfde departement toen na de eerste naoorlogse verkiezingen voor de Tweede Kamer het kabinet-Beel aan het bewind kwam. In 1948 begint de reeks van vier kabinetten-Drees. Als minister van sociale zaken heeft Drees in de eerste drie jaar na de bevrij ding enorme activiteiten weten te ont wikkelen, waarbij hem zijn ervaringen als wethouder op dit terrein goed van pas kwamen. We herinnerden er al aan dat hij de noodwet ouderdomsvoorziening in het leven riep, die grote weerklank ontmoette. Maar Drees deed nog meer. De kinderbijslag werd aanmerkelijk ver hoogd. Het consumentenkrediet werd ingevoerd om in de ergste tekorten aan huisraad en kleding te kunnen voorzien. Voor de werknemers bracht hij de va kantiebijslag tot stand en het ziekengeld werd van een half jaar op een jaar ge bracht. Hij kwam ook de invaliden te hulp door te bepalen dat een bedrijf op elke vijftig gezonde arbeiders één invalide te werk moest stellen. Invaliditeits-, wezen- en weduwenrente werden met honderd procent verhoogd. Aan weduwen met kinderen werd een gezinstoeslag gege ven van 35 gulden per maand, terwijl ook voor wezen kinderbijslag werd betaald. Ingediend werd een wachtgeld- en werk loosheidsverzekering met als voornaam ste bepalingen: 48 dagen wachtgeld van 60 tot 80 procent van het loon. Bij lange duur: overgang naar een werkloosheids verzekering voor totaal 26 weken. Indonesië Ongetwijfeld heeft de Indonesische kwestie en, na de souvereiniteitsover- dracht van 1949, de kwestie Nieuw-Gui nea, de ministeriële loopbaan van Drees voor een goed deel vergald. Al spoedig na het optreden van het kabinet-Scher- merhorn-Drees werd de socialistische voorman met het Indonesische pro bleem geconfronteerd. Op 17 augustus 1945, drie dagen na de capitulatie van Ja pan, hadden Soekarno en Hatta de Repu bliek Indonesia uitgeroepen. De kracht van het Indonesische nationalisme werd aanvankelijk sterk onderschat. Ook door de luitenant-gouverneur-generaal Van Mook, die in 1942 met een aantal hoofd ambtenaren naar Australië was uitgewe ken om daar de terugkeer naar Neder lands Indië voor te bereiden. In de uitroeping van de republiek zag men niet anders dan een laatste politieke zet van de Japanners teneinde de gealli eerden nog zo groot mogelijke moeilijk heden in de weg te leggen. Van Mook meende, dat wanneer het mogelijk was om voldoende troepen en transportmid delen spoedig ter plaatse te hebben, het niet veel moeite zou kosten om ons gezag in Nederlands Indië te herstellen. In de eerste plaats was er echter een vertraging in de bevrijding van Nederland. Men had daarop tegen het najaar van 1944 gere kend, maar het werd mei 1945. En vervol gens had men niet gedacht dat de oorlog met Japan zo snel zou eindigen. raad opnieuw gedwongen in te binden. Rond de jaarwisseling hielden de vijan delijkheden op. Na het aftreden van Sas sen, die werd opgevolgd door Van Maar- seveen, werd spoedig een rondetafelcon ferentie gehouden, die tot resultaat had dat eind 1949 de soevereiniteit aan Indo nesië werd overgedragen. Nieuw-Guinea bleef buiten de overdracht met alle ellen dige gevolgen vandien. Een jaar later, op 4 december 1950, be gonnen de besprekingen met Indonesië over Nieuw-Guinea. Minister Van Maar- seveen wilde opdracht van dit gebied aan de Nederlands-Indonesische Unie. Stikker verzette zich hiertegen en achtte het voorstel kansloos. Op zijn beurt wil de de minister van buitenlandse zaken Nieuw-Guinea aan Indonesië overdra gen. Maar dit voorstel was politiek hele maal niet te realiseren. Stikker kwam in conflict met de WD-fractievoorzitter prof. Oud, die hem het vertrouwen had opgezegd. Een WD-motie die door de kamer werd verworpen maar uiteraard gesteund werd door zijn partijgenoten, was voor Stikker reden zijn ontslag als minister aan te bieden, terwijl de overige ministers hun portefeuilles ter beschik king stelden. Het was KVP-leider Romme die het tweede kabinet-Drees (1951-1952) for meerde. Stikker was weer door zijn frac Op zijn 90ste verjaardag (1976). ling. Die bracht mee dat hij in Den Haag moest gaan wonen. In de Residentie deed Drees zijn intre de in de praktische politiek. In 1909 werd hij door de Haagse afdeling van de SDAP afgevaardigd naar het partijcongres en in het volgende jaar lid van het afdelingsbe stuur. Op 26-jarige leeftijd werd hij lid van de Haagse gemeenteraad en in 1909 gekozen tot wethouder, eerst van de be drijven, maar twee jaar later van sociale zaken. In zijn twee laatste jaren als wet houder beheerde hij de portefeuilles van financiën en van openbare werken. In 1933 werd hij lid van de Tweede Ka mer, in verband waarmee hij ontslag nam als wethouder. Hij bleef echter raadslid. Ook had hij zitting in de Provin ciale Staten van Zuid-Holland. Toen Al- berda in 1939 minister werd volgde Drees hem op als voorzitter van de Twee de-Kamerfractie. Een zware taak, die hij wist te combineren met het fractievoor zitterschap van gemeenteraad en van Provinciale Staten. Toen de Duitsers ons land hadden be zet, kwamen de voormannen van de voornaamste politieke partijen al spoe dig geregeld bijeen. Drees en Vorrink voor de SDAP, Verschuur en Deckers voor de toenmalige RK-Staatspartij, Ti- lanus en Van Walsum voor de CHU, Co- lijn en Schouten voor de ARP, Joekes en Slingenberg voor de Vrijzinnig-Demo cratische Bond en Rutgers en Telders voor de Liberale Staatspartij 'De Vrij heidsbond'. Met uitzondering van Van Walsum, zijn al deze politici door de Duitsers gearresteerd of geïnterneerd. Buchenwald Drees, die al op 7 oktober 1940 werd gegijzeld, verbleef gedurende een jaar in Buchenwald. Dat hij werd vrijgelaten berustte volgens hemzelf op een misver stand. De Duitsers dachten dat hij maag kanker had en ten dode was opgeschre ven. Maar een jaar later werd Drees op nieuw gepakt en toen naar St. Michiels gestel overgebracht. Hier was hij slechts een week, want de Duitsers waren ook nu weer bang voor zijn gezondheid. Met de bevrijding in zicht, in april 1945, stond Drees opnieuw een arrestatie te wach ten. Maar de Duitsers die hem kwamen halen vonden hem niet thuis. Het in 1940 tot stand gekomen contact van de voormannen van de politieke par tijen had de oprichting van het zoge naamde 'Groot Burgercomité' tot gevolg, waaruit een werkcomité werd gevormd onder> de naam van Nationaal Comité, waarvan Drees lid was. De leden van laatstgenoemde groep werden op 1 april 1943 gearresteerd. Tot zijn verwondering was men vergeten Drees op te pakken, die hierna onderdook in Amsterdam. De hand in deze arrestaties had de verrader Van de Waals, die zich als contactman met Engeland had voorgedaan. Later werd er weer een comité ge vormd: het college van vertrouwens mannen, dat tot taak had regelingen te treffen ter voorbereiding van het mo ment van de bevrijding en de terugkeer van de regering uit Londen. Drees was een van de vijf leden van dit college. De regering in Londen had eerst nog ge dacht hem voorlopig burgemeester van Amsterdam te maken, een voor Drees verleidelijk aanbod. Toch wees hij het verzoek van de hand omdat hij het ook uit partij-politieke overwegingen beter vond zich niet uit de landspolitiek terug te trekken. Herstel Enkele dagen na de bevrijding kreeg Drees de uitnodiging om op 17 mei naar Anneville bij Breda te komen, waar ko ningin Wilhelmina tijdelijk haar intrede had genomen. Bij dit eerste bezoek ging het nog slechts om het geven van advies aan de koningin over het vormen van een regering. Maar al spoedig werden de vrij zinnig-democraat en promotor van de Nederlandse volksbeweging, ir. W. Schermerhorn, en Drees samen bij de koningin geroepen die hen vroeg een ka binet samen te stellen, dat op 24 juni 1945 een feit was. In het kabinet-Schermerhorn-Drees, dat 'herstel en vernieuwing' in zijn vaan del had geschreven, was Drees naast vice-premier minister van sociale zaken. Een nationale figuur, een man van ons allen. De verering van Drees be gon al toen hij in 1947 als minister van sociale zaken de Noodwet ou derdomsvoorziening tot stand wist te brengen. door Martin Jansen Niet meer als voorheen kregen alleen de 'plakkers' een uitkering van vier tot zeven gulden per week. De noodwet in zijn oorspronkelijke vorm gaf aan elke 65-jarige, die beneden een bepaald inko men bleef, wekelijks een bedrag dat vari eerde van 15 tot 26 gulden. Vanwege de nadien opgetreden geldontwaarding spreken deze bedragen thans velen niet meer aan. Maar de 65-jarigen van toen toonden zich dankbaar. Een stroom van brieven met dankbetuigingen kwam bij Drees binnen. Vanaf die tijd dateert zijn erenaam: 'vadertje Drees'. De verering van Drees breidde zich op den duur uit via de ouden van dagen tot praktisch alle Nederlanders. Daartoe droeg vooral bij het feit dat Drees zijn he le leven lang zichzelf is gebleven. Hij, die als zoon van een weduwe zonder een cent pensioen in zorgvolle omstandighe den was opgegroeid, klom op tot de hoogste functies in den lande. Maar al die hoge functies en al die eer bewijzen konden Drees niet van zijn stuk brengen. Hij groeide niet uit tot een sa lon-socialist, maar bleef onder alle om standigheden de eenvoud zelf. Hij deed zijn werk niet ten eigen bate. maar alleen in het belang van het gehele Nederlandse volk. Niet werken voor eigen eer. Dat wisten en voelden alle Nederlanders. Daarom genoot Drees algemeen respect en waardering en werd hij een nationale figuur. 'Deftig' Drees werd op 5 juli 1886 geboren op een bovenhuis aan het Haarlemmerplein te Amsterdam. Het was niet een socialis tisch gezin. Zijn vader, die anti-revolu tionair stemde, was bediende op de Twentse Bank, hetgeen toen nog als een 'deftige' baan gold. Drees was nog maar vijf jaai; toen zijn vader aan de in die tijd heersende en zo gevreesde volksziekte tbc overleed. Zijn moeder bleef met drie kinderen - de 5-jarige Willem en twee dochtertjes van 7 en 3 jaar zonder pen sioen en zonder vermogen achter. Moeder Drees redde zich voornamelijk met het verhuren van kamers, terwijl een vermogende oom van Drees, die toe ziend voogd was van de kinderen, haar fi nancieel hielp en het ook mogelijk maak te dat de kinderen na de lagere school verder onderwijs konden volgen. Zo ging Drees naar de driejarige hbs, waar na nog twee jaren op de openbare han delsschool volgden. Via een vriendje werd de belangstel ling van de 15-jarige Drees getrokken voor de stenografie. De vrienden richt ten een stenografische club op. Door een van de léden van de club, een zoon van een diamantbewerker, kwam Drees voor het eerst in contact met de vakbeweging en-het socialisme. Ook was het in deze tijd dat Drees zijn toekomstige vrouw, To Hent, leerde kennen. Na in 1903 met gunstig gevolg het eindexamen te heb ben afgelegd aan de handelsschool kwam de jonge Drees op de Twentse Bank omdat de directie een plaats voor de zoon had toegezegd toen zijn vader was overleden. Intussen liep Drees met zijn socialisti sche vrienden van de stenografenclub de vergaderingen van de SDAP af en kwam zeer onder de indruk van de redevoerin gen van Troelstra en vooral van de dich ter Herman Gorter. Precies op de dag dat hij 18 jaar werd de statutaire leeftijds grens meldde hij zich aan als lid van de SDAP. Politiek Driejaar bleef Drees op de bank, waar na hij zich samen met een vriend als zelf standig stenograaf vestigde. Spoedig viel hij in als stenograaf van de Tweede Ka mer en in 1907 volgde een vaste aanstel-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 25