'La Batarde': schitterend locatieproject Strak in de wind 'List nu': tevredenheid over en weer Ontspannen concert van David Sylvian 'Entführung' vocaal niet erg geslaagd PAGINA 22 KUNST MAANDAG 16 MEI 1988 William Byrd Concert door het William Byrd Vocaal Ensemble o.l.v. Nico van der Meel. Me dewerking verleenden Lucia Swarts - cel lo, Tom de Ligt - contrabas en Aart Berg- werff - orgel. Het programma vermeldde werken van Schem, Monteverdi. J.Chr. Bach, Mozart en J.S. Bach. Gehoord op 15 mei in de Oude Vest kerk. LEIDEN Terwijl de in de binnenstad achtergebleven Leidenaars zich ophielden op hun stoepjes in de zon. kon het William Byrd Ensemble blij zijn dat ze zich niet voor niets in het plechtig zwart hadden ge stoken. Belangstellenden en aanhaNg zorgden voor een re delijk gevulde kerk. Het programma bevatte vooral werken uit de periode, waarin de muziek geschraagd werd door een voortdurend, stevig fundament van de bas partij (basso continuo). Deze partij werd meestal uitgevoerd door een akkoordinstrument als orgel en versterkt door een melodisch basinstrument. Voor deze gelegenheid waren dat een cello en een contrabas. Kenmerkend voor het optre den van dit kamerkoor is, dat het in staat is een hele uitvoe ring lang te blijven boeien. On der de hevige directie van Nico v an der Meel, wiens zangcarriè re tegenwoordig op radio en te levisie is te volgen, blijft het koor onder spanning. Het is als met zeilen; het zeil staat voort durend strak in de wind. Het koor krijgt bij Van der Meel geen tijd om in een luwte te recht te komen. Tijdens het Credo uit de Missa Brevis van Mozart, waar het tempo halver wege iets dreigde te tanen, wil de de dirigent de boel zelfs wat opjagen zodat er ritmisch wrij ving ontstond tussen de zan gers en de continuospelers. Even was het evenwicht ver stoord. de aandacht vertroe beld. Op de lange duur traden er wat vermoeidheidsver schijnselen op zoals een krasje in de klank van de sopranen, een iets onzekere inzet qua tem po en intonatie. Waarschijnlijk zijn dit euvels, waar de koorle den zich wel druk over kunnen maken maar het publiek niet. Immers de weg naar perfectie is bezaaid met stekels. Het William Byrd Ensemble is al een eindweegs hiermee. Hun manier van spanning op bouwen in de muzikale frases, het toewerken naar de climax en diezelfde climax dan ook ten volle laten uitkomen, daar werd ik bijzonder door getroffen. Al le kundigheid en inzet had men na de pauze nodig om Bach te vertolken. Bach zelf, de vader van alle muziek. Het motet "Jesu, meine Freude" was een belevenis om naar te luisteren. De inzetten van de verschillen de stemmen bleven duidelijk te onderscheiden. De muziek golfde af en aan. De akkoorden in de koraalachtige gedeelten klinken als één klank, niet om dat ze door onkunde samen vloeiden, maar omdat ze met vakmanschap bijeengemengd Hoewel het begin "van de uit voering gekénmerkt werd door een soort géne om te applaudi- seren, was daar na afloop niets meer van te merken. Men hield het applaus zelfs -zolang aan, dat er een toegift gezongen werd: Bach op de wijze van de indertijd zo bekende Swingle Singers. MONICA SCHIKS Rotterdam krijgt derde beeldenroute ROTTERDAM (GPD) - Nog eind deze maand krijgt Rotterdam er een derde beeldenroute bij. Wet houder Ries Jansen heeft inge stemd met een expositie van zeven beelden van de Rotterdamse beeld houwer Mart Legersté (46) in het Park bij de Euromast. De expositie zal drie jaar duren (tot september 1991) en mogelijk het begin zijn van een meer perma nent gebruik van het Park als beel denroute. Legersté is geen onbe kende bij de gemeente Rotterdam. Begin jaren tachtig exposeerde hij ook al enkele jaren in het Rosarium achter Museum Boymans—van Beuningen. De toestemming betekent een pi kante ontwikkeling in de Rotter damse kunstwereld omdat een soortgelijk voorstel van Legersté wegens gebrek aan voldoende ar tistiek niveau eerder was afgewe zen door de Rotterdamse Kunst stichting. Bovendien had Legersté in een brief aan de gemeente op 21 de cember stevige kritiek geuit op het internationale karakter van de Beeldenroute tussen Centraal Sta tion en Wilhelminapier. "Daaruit spreekt een grote minachting van de monumentale beeldhouwkunst in Rotterdam. Dit kan niet!" zo schreef Legersté daarin, doelend op het feit dat er van de twintig deelnemende beeldhouwers ne gentien uit het buitenland komen. De buitenexpositie van Legersté door hem zelf 'Trianale' gedoopt, als ironische variant op het begrip Triannale (driejaarlijkse) bete kent de derde beeldenroute in Rot terdam. Zondag 8 mei ging een beeldenroute in Rotterdamse gale ries van start en op Hemelvaarts dag opende premier Lubbers de in ternationale Beeldenroute tussen Centraal Station en Wilhelmina pier. Voor de zeven monumentale sculpturen die Legersté al eind de ze maand in het Park gaat neerzet ten gebruikt hij voornamelijk boomstammen of delen daarvan. In Haagse Schilderswijk DEN HAAG - Voor haar toneel bewerking van de autobiografi sche roman 'La Batarde' van de Franse schrijfster Violette Leduc (1907-1972) heeft Guusje Eybers een schitterende locatie gevon den: een oude tramremise. Loca tieprojecten zijn een tijdje mode geweest: een beetje eigentijdse regisseur wilde overal theater maken, behalve in de burgerlijke cultuurtempels. Veeal beteken de het niet veel meer dan moder nistische spielerei. Die tijd is voorbij, we zijn gelukkig wat se lectiever geworden. Wie nu voor zoiets kiest, doet dat pas wan neer de locatie iets wezenlijks aan de voorstelling toevoegt. De tramremise van Guusje Eybers is juist daarom zo prachtig. De ruimte oogt als een wat triest sta tion. waar mensen voortdurend komen en gaan. Het is een beeld, een metafoor voor het leven van de hoofdpersoon, Violette Le duc, wier leven wordt beschre ven als een verlaten en verlaten worden. Op de avond van de première heeft de Haagse theaterorganisa tie 'Het Gebeuren' aan genodig den de gelegenheid geboden om - geheel overeenkomstig de stijl van de locatie - per vooroorlogse tram van het Lange Voorhout naar de tramremise in de Schil derswijk vervoerd te worden. Een grappige ervaring: waar lees je nog "Verboden te spuwen of te rooken' of vind je nog een bordje met tarieven van 12,5 cent? De langs de route wachtende tram- reizigers slaan dit bijzondere voertuig met belangstelling ga de. Een oudere dame kijkt zelfs zo verwonderd - alsof dp voltooid verleden tijd is teruggekeerd -, dat het hele gezelschap in de ou de tram er smakelijk om moet la chen. Met dit locatieproject maakt Guusje Eybers, jarenlang actrice bij de Haagse Comedie en vanaf volgend seizoen bij Het Nationa le Toneel, een indrukwekkend regiedebuut. Het is bepaald geen kleinigheid om eerst een roman voor toneel te bewerken en daar na ook nog eens te regisseren, en dat in een ruimte, die toch extra (vooral technische) problemen met zich mee brengt. 'La Batarde' is een autobiogra fisch werk, wat per definitie een egocentrisch werk betekent: de auteur onderzoekt de ontwikke ling van zijn of haar 'ik'. Wil je die structuur in een toneelbewer king enigszins behouden, zul je de hoofdpersoon (de 'ik') con stant op het podium moeten la ten. Jes Vriens is zo'n ijzersterke actrice, die dat aan kan. Twee sei zoenen geleden viel ze al op in 'Topgirls', een produktie van Pleuni Touw en Hugo Metsers. Hier krijgt ze nog meer kansen om te schitteren. Net als in een autobiografie gaat alle aandacht in eerste instantie naar haar als hoofdpersoon uit. Onwillekeurig blijven de personen uit haar le ven enigzins op de achtergrond: dat geldt voor haar moeder, grootmoeder, jeugdliefde Isabel- le, latere vriendin en geliefde Ce cile, echtgenoot Gabriel en latere partner Maurice. Daarnaast zijn er nog eens zeven spelers, die aan de anonieme per sonen uit haar leven in een veel voud van rollen gestalte geven. Soms zijn het figuranten, soms reèle tegenspelers - vaak vormen ze in choreografische patronen de achtergrond voor de verschil lende gebeurtenissen, een enke le keer zelfs met een cabaretest aandoende lichtvoetigheid. Op 37-jarige leeftijd blikt Violet te Leduc terug. Kind van een af standelijke moeder, kind zonder vader (La Batarde - de bastaard), door haar grootmoeder opge voed en op haar dertiende jaar naar kostschool gestuurd. Voort durend op zoek naar genegen heid bij anderen, die ze uiteinde lijk dan toch weer zelf verspeelt. De autobiografe gaat zelfkritiek zeker niet uit de weg. De slotzin heeft programmatisch^ beteke nis: "Ik ben op de wereld geko men om het onmogelijke te om helzen". Ondanks het vlotte tempo (alleen al Jes Vriens rent heel wat af) en het afwisselende karakter van de verschillende fragmenten uit het leven van Violette Leduc lijkt de voorstelling tegen de pauze toch wat in te zakken. Daarna geldt dat bezwaar mogelijkerwijze niet meer; op de première-avond was dat door omstandigheden moei lijk vast te stellen. De pauze had namelijk in verband met een on geluk extra lang geduurd. Pas toen de ernst daarvan leek mee te vallen, kon de voorstelling wor den voortgezet. WIJNAND ZEILSTRA 'La Batarde': de oude tramremise in de Haagse Schilderswijk. LEIDEN Over de opkomst voor haar nieuwe soloprogram ma kon Liesbeth List vrijdag avond tevreden zijn: een zeer re delijk bezette schouwburg vol trouwe aanhang. Dezelfde tevre denheid gold eveneens anders om. Het publiek kon tevreden zijn over haar uitgebalanceerde tour-de-chant-programma. En daarmee is de sfeer van de avond eigenlijk al getypeerd. Als pu bliek kregen we waarvoor we ge komen waren: een paar vakkun dig .gebrachte Nederlandstalige chansons. Na het openingsnummer 'Voor ik oud en wijs zal zijn' van E. van Altena/J.P. Ferland neemt ze haar critici al bij voorbaat alle wind uit de zeilen. Op tekst van Ivo de Wijs (dus kwaliteit verze kerd) haalt ze in 'Knipsels zonder kop' alle mogelijke kritische for muleringen en typeringen over hoop, die een criticus maar te berde zou kunnen brengen. 'Vuurtorenwachterdochter' of 'blonde Gréco' zijn uit den boze het is dus oppassen geblazen. Van haar Brel-vertolkingen valt trouwens nog steeds alleen maar goeds te zeggen. In Leiden bracht ze onder meer 'Litanie bij een terugkeer', 'De stier' en 'Al leen'. Tekstschrijver W. Hogen- kamp is in het programma 'List nu' trouwens goed vertegen woordigd. Van hem zingt ze naast 'Mijn zoon was terrorist' twee liedjes over Aids: het één 'Je komt er niet meer onderuit', op zingzegtoon met slechts wat staccatobegeleiding op de vleu gel, het ander over 'Jan Willem Peters', die zelfmoord pleegt om de Aids-dood voor te zijn. J.-S. Minkema is de tekstschrijver van bekende nummers als 'Elisah' (ode aan haar dochtertje), 'Vlie land' en 'Door diepe dalen'. Voor de overgangen tussen de verschillende chansons maakt Liesbeth List vaak gebruik van teksten. Grappig is bijvoorbeeld het verhaal 'Goeie stront stinkt' over een yuppie-achtige "goed verzorgde windbuil". Aan deze strakke aanpak, die voor impro visaties of onderonsjes met de toeschouwers geen ruimte laat, zal de invloed van haar regisseur Willem Nijholt niet vreemd zijn. Eenvoudig de chansons aan el kaar praten zou de band met de toeschouwers ten goede zijn ge komen. Liesbeth List heeft ech ter voor een meer afstandelijke benadering gekozen. Dat kan ook haar chansons staan nu eenmaal centraal. WIJNAND ZEILSTRA AMSTERDAM In het pro grammaboek staat een artikel van Hartmut Haenchen met de uitgangspunten voor deze voor stelling. Dirigent eri regisseur hebben namelijk hun conclusies getrokken uit de woorden van Konstanze in één van haar aria's: "Ach, ich liebte", en dus zien we dat zij zich wel degelijk aange trokken voelt tot Bassa Selim. maar dat zij zich ook verplicht voelt te gehoorzamen aan een eerdere trouwbelofde (en belofte van trouw). Dit confronteert Konstanze in dubbel opzicht met twee werel den die beide subtiel zichtbaar werden gemaakt. Gedurende de eerste akte, die zich deels buiten het paleis afspeelt, zien we een strak zwart voordoek met een zich verkleinende of vergrotende opening die uitzicht biedt op de wereld daarachter. Het paleis zelf wordt door Kathrin Kegler voorgesteld door enorme schui vende, crèmekleurige panelen, die door hun handelbaarheid en het uitzicht op het landschap een enorme ruimte kunnen suggere ren. Anderzijds geven ze door hun kaalheid en massiviteit ook de dreiging aan van Konstanze's situatie en gaat er van alle ele menten in dit decorbeeld, niet in het minst van de achterdoeken, een sterke symboolwerking uit, waarop de regie van Polixa dankbaar inhaakt. Het grote conflict ligt hier in Konstanze zelf, die gevangen zit in haar trouw aan de conventies en die daardoor voor zichzelf en ook voor de in deze voorstelling ROTTERDAM - Met warm weer moet je je niet al te druk maken. De Engelsman David Sylvian liet gisteren in het Rotterdamse sportpaleis Ahov' zijn enthou siaste publiek dan ook op zijn ge mak genieten van de psychedeli sche reis door synthesizerland. Achterovergeleund kon het na genoeg uitverkochte Ahoy' de eveneens o zo rustige Sylvian zijn prachtige composities horen en zien brengen. Zanger/componist/toetsenist Sylvian is bezig aan zijn eerste wereldtournee als solo-artiest en doet Rotterdam zelfs twee keer aan. Op 26 mei volgt zijn tweede concert dat vanwege de enorme belangstelling werd ingelast. De vroegere voorman van de groep Japan is wat betreft uiter lijk sterk veranderd. De geblon deerde lokken en het strak ge sneden pak zijn vervangen door het natuurlijk gekleurde haar in een modieuze paardestaart, een wijde flodderbroek en een nog simpeler overhemd met vest. Zijn muziek daarentegen is wel (min of meer) hetzelfde ge bleven. Simpel gezegd: een grondtoon uit een synthesizer, het thema en vele improvisaties gespeeld door de rest van de mu zikanten. Een serie 'geluiden' met op de 'achtergrond' de ge noemde grondtoon. Een Mekka voor muzikanten die hun hele hebben en houden in de strijd kunnen werpen. Ronduit prachtig waren num mers als 'All the ine in the world' en 'Let the happiness in', die aan de hand van het genoemde stra mien tot in de puntjes verzorgd werden gespeeld. Een kleine smet op het geheel was dat juist het 'donkere' stemgeluid van Sylvian vaak te zacht was verge leken met de rest van de muziek. Hoogtepunten waren de trom petsolo's die Ahoy' vulden: alsof een posthuum eerbetoon werd gegeven aan de afgelopen week David Sylvian (foto pr> omgekomen jazztrompettist Chet Baker. Depressieve en vooral rustige muziek passen bij iemand als Sylvian. In de tijd van Japan wil de de Engelsman al niet veel we ten van alle poespas die een be kende popmuzikant nu eenmaal omringen. Op het podium stond Sylvian gisteravond soms met de armen over elkaar, de eenvoud zelve, te luisteren naar zijn voor treffelijke band waarin trouwens twee andere ex-leden van Japan figureerden: drummer Steven Jansen (broer van Sylvian) en toetsenist Richard Barbieri. Aan de andere kant: Sylvian mist in zijn repertoire het vuur werk dat toch nodig is om het pu bliek voor de volle twee uur te blijven boeien. Zijn vaste schare aanhangers zal er niet om treu ren maar voor minder trouwe toehoorders wordt een concert van Sylvian al snel eentonig. Het ene nummer lijkt vaak sprekend op het vorige. De individuele uit stapjes van de muzikanten gaan op de duur ook vervelen. De mu ziek van Sylvian is vooral mooi, zeer rustgevend en zeer zuiver. Van spanning is echter geen sprake. RON DE GROOT NOORDWIJK - Hotel Huis ter Duin organiseerde afgelopen vrijdag een zogenaamde 'Jazz Inn Party', die dit jaar voor de derde keer plaats had. Daarbij traden kopstukken op als Clark Terry, Kenny Burrell en Tommy Flanagan. Ook Sarah Vaughan was net zoals vorig jaar weer van de par tij. Hier begroet zij de zogenaamde 'mystery guest' Toots Tielemans (foto Dick Hogewoning) Prijs voor Spelonk AMSTERDAM (ANP) - Theater Spelonk uit Maastricht is winnaar geworden van de Grand Prix du Théatre. Dat heeft de jury gister middag bekend gemaakt in het Amsterdamse theater De Balie. Theater Spelonk ontvangt 3500 gulden plus de Vara/Balieprijs van 500 gulden en mag vier reprise voorstellingen geven in Amster dam: op 20 en 21 mei in De Balie en op 1 en 2 juni in theater De la Mar. De prijs was beschikbaar gesteld voor de interessantste voorstelling uit het circuit van ongesubsidieer de, professionele theatermakers. Onder de deelnemende gezel schappen bevond zich ook de Leid- se theatergroep 'Gruppo trutto dra- matico'. tweede akte, als zij radeloos haar "Martern aller* Arten" zingt en een tedere Bassa Selim onder tussen haar opgestoken haar losmaakt, als zou hij haar daar door ook van haar innerlijke ban den kunnen bevrijden. Dit alles zou een schitterende voorstelling kunnen opleveren, ware het niet dat de omstandig heden verre van ideaal bleken. Aan de aanpak van Haenchen was te horen dat hij een klank beeld voorstond, dat in fijnzin nigheid en doorzichtigheid aan sloot bij zijn recente opnamen van het werk van C.Ph.E. Bach, maar op de première bleek een schijnbaar ongeconcentreerd Nederlandse Philharmonisch Orkest maar ten dele in staat die bedoelingen te realiseren. Nog erger was de muzikale si tuatie op het toneel met een lyri sche Konstanze (Birgit Fandrey), die niet tot het zingen van colora turen in staat bleek, een kleurlo ze Belmonte (Jonathan Mack) en een wel enthousiaste, maar wei nig geprofileerde Pedrillo (Barry Banks). Dieptepunt was de Blon de van Rebecca Littig, die haar partij absoluut niet aankon, on verstaanbaar Duits zong en er tot overmaat van ramp uitzag als een niet meer zo jonge Engelse gouvernante. De Osmin van Kenneth Cox, markant en met volume gezongen, en minder ou bollig opgevat dan meestal het geval is, stak met kop en schou ders boven de anderen uit. Onbe grijpelijk is wel dat Haenchen in deze situatie vasthield aan zijn plan alle coupures in de aria's te openen. Niet alleen leverde dat oninteressante muziek op, maar bovendien konden sommige so listen de standaardversie al niet PAUL KORENHOF Fragment uit Mozarts 'Die Entführung aus dem Serail'. (foto Jaap Pieper) opmerkelijk jonge Bassa Selim schept dan gebruikelijk is. Heel een sterker emotioneel conflict mooi is dan het moment in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 22