Een uitstalling van menselijke gevoelens Flamenco: ruisende rokken, stampende hakken en ratelende castagnetten i4 MKi PAGINA 27 Je leert het niet in drie lesjes, maar dat maakt het genoegen des te groter. Flamenco, de volksdans uit Andalusië, is bezig zich een eigen plaats te veroveren op de Nederlandse balletscholen. Hoe kan het anders: het is moeilijk nuchter te blijven onder de magische aantrekkingskracht die deze dans uitstraalt. Wendelien Voogd zelf een flamenco-verslaafde schetst het ontstaan en de ontwikkeling van deze eigenzinnige cultuuruiting en bezocht een aantal fanatieke beoefenaars in Leiden. "De maat opvreten. Dat is pas flamenco!". Het is nog niet zo heel lang geleden dat flamenco een beetje laatdun kend werd beschouwd als kitscheri ge folklore, waarbij men vooral dacht aan de potsierlijke danspop pen en druk beschilderde castagnet ten die toeristen meenamen van de Spaanse stranden. door Wendelien Voogd Maar sinds een paar jaar dringt tot een steeds groter wordend publiek door dat achter de ruisende rokken, de ratelende castagnetten en de stampende hakken een zeer boeiende en veelzijdige kunst vorm schuilgaat. Zo boeiend dat er, zo heb ik dat althans ervaren, een versla vende werking van uitgaat. Zoals velen van de laatste generatie fla menco-liefhebbers, kwam ik voor het eerst met flamenco in aanraking door de film Carmen. Later, toen ik 'kenners' een beetje schamper over deze film hoorde praten (in Carmen danst men namelijk 'theaterflamenco' en niet de rauwe, oor spronkelijke flamenco uit het zuiden van Spanje, schaamde ik me er een beetje voor dat ik niet op een andere manier met flamenco had kennisgemaakt, maar toentertijd droomde ik er heimelijk van om met eenzelfde hartstocht en tempera ment als Carmen over het podium te stormen. Ik nam dansles om me op die aanstekelij ke muziek te laten gaan, maar dat bleek niet zo gemakkelijk te zijn. Wie denkt na een paar lessen er wild en spontaan op los te kunnen stampen heeft het mis, want achter de vermeende vrijheid die flamenco uitstraalt blijkt een uitgebreid netwerk schuil te gaan van regeltjes, rit men, tradities en technieken, die niet in een handomdraai geleerd zijn. De leerschool begint met het onder con trole krijgen van de voetentechniek, het in compas leren dansen (elke dansstijl heeft zijn specifieke ritmische struktuur, zijn compas) en het leren beheersen van de voor het Spaanse dansen zo karakte ristieke houding. Wie doorzet en zich niet laat afschrikken door de hoeveel heid techniek die bij het dansen om de hoek komt kijken, krijgt er steeds meer plezier in en begint steeds meer geboeid te raken door alles wat met flamenco te maken heeft. Aantrekkingskracht Voordat je het zelf beseft ben je een afi cionado geworden, een bevlogen flamen co-liefhebber die stad en land afreist om alle flamenco-concerten bij te wonen, al les leest wat los en vast zit over flamenco, en voortaan zoveel mogelijk vakanties in Spanje doorbrengt, liefst in combinatie met een danscursus. Niet iedereen laat zich in die mate meeslepen, maar onder de magische aantrekkingskracht die fla menco uitstraalt, is het moeilijk nuchter te blijven. Wat is er dan zo boeiend aan flamenco? Allereerst natuurlijk de aanstekelijke rit men, die steeds per dans verschillen. Fla menco kent zo'n 15 verschillende stijl vormen en bij elke stijl hoort-een bepaal de stemming die tot uitdrukking komt in de zang, de gitaar en de dans. In de segui- riya wordt gezongen over de dood en an dere treurige zaken; het ritme is zwaar en slepend. De alegria is vrolijk e lijk, vol pathos en dramatiek. En de bule- ria, die gespeeld wordt in een razendsnel tempo, is humoristisch en een tikkeltje ondeugend. Flamenco is extrovert en de emoties die via de zang en dans worden uitgedrukt zijn heftig en ondubbelzinnig eerlijk. Te gelijkertijd is flamenco subtiel en ver fijnd; de kwetsbare poèzie van de zang, de vloeiende bewegingen van de handen en de uitgekiende falsetas van de gitaar. Deze rijkheid aan contrasten en emotio nele diepgang kom je vrijwel in geen an dere folkloristische traditie op deze ma nier tegen. Getuigenis Maar er is meer. Flamenco is behalve een uitstalling van menselijke gevoelens een levende getuigenis van de woelige ge schiedenis van Andalusië, de meest zui delijke provincie van Spanje waar de fla menco is ontstaan. Zevenhonderd jaar lang was Andalusië een Arabisch bol werk waar het culturele en intellectuele leven welig tierde, totdat het in de 15e eeuw door de zogenaamde katholieke koningen Isabel en Fernando werd her overd. Zij hadden zich voorgenomen van Spanje een religieuze en politieke een heid te maken, en uit hun religieuze fana tisme vloeide onder andere de macabere Inquisitie voort, waarbij joden en Ara bieren tot het christendom werden ge dwongen of genoodzaakt waren hun toe vlucht te zoeken in de bergen. Het was in deze tijd dat de zigeuners Spanje binnenkwamen. Ze gingen een weinig rooskleurige toekomst tegemoet. In eerste instantie werden ze nog ge doogd, maar het duurde niet lang voor dat ze, zoals overal ter wereld, werden vervolgd en verguisd. Met de Andalusi- sche boerenbevolking was het al niet veel beter gesteld. De meesten van hen bezaten geen eigen land en leidden een karig en onzeker bestaan als dagloner. Al dit leed, het onrecht, de honger, de ver volgingen en het opgejaagd worden, vond in flamenco een uitlaatklep. En hoewel er sinds de eeuwen wel wat ver anderingen hebben plaatsgevonden, valt er nog altijd veel te huilen in Andalusië, al is het maar om het verdriet van een verloren liefde. Flamenco is de expressie van een in de marges levende groep mensen die zich niet kan en niet wenst aan te passen aan de regels van de gegoede burgerlijke maatschappij. Voor deze groep is fla menco meer dan een vorm van muziek; het is een manier van denken en leven. Je doet niet aan flamenco, je bent een fla menco. Een flamenco is anarchistisch, compromitteert zich niet aan de burger maatschappij en prefereert het vrije on gebonden leven in de natuur boven een volgens kantooruren verlopend bestaan in de stad. Asocialen Voor een buitenstaander is het moeilijk grip te krijgen op de ongeschreven ge dragscodes waarmee een flamenco zich bedient, en ik heb veel buitenlanders zichzelf belachelijk zien maken in hun pogingen om zelf zoveel mogelijk "fla menco" te zijn. Een Nederlandse gitarist die ik in Sevilla ontmoette, nam zijn fla menco-gedrag zelfs mee naar de keuken. Dat wil zeggen dat hij bij het maken van soep de groente en andere ingrediënten ongewassen en ongesneden in combina- Een flamenco-groep van Wil Lambregts in het Leidse Wachtgebouw: "Als het compas maar goed zit" tie met een ongelooflijke hoeveelheid knoflook in een pan smeet, omdat, naar zijn zeggen, de flamencos dit ook deden op het platteland. Verder sprak hij in een onverstaanbaar Andalusisch dialect dat voornamelijk bestond uit een reeks on definieerbare keelklanken, waarbij zelfs de meest verstokte Andalusische boer zijn schouders zou ophalen. Voor gegoede Spanjaarden was flamen co jarenlang een weinig complimenteuze benaming die geassocieerd werd met de asocialen, dronkaards, vechtersbazen en hoeren die elkaar in donkere, rokerige holen vermaakten met wilde muziek en aanstootgevende dansen (lange tijd wer den flamenco-dansen vanwege hun pro vocatieve karakter door de kerk verbo den). Maar die opvatting veranderde in de loop van deze eeuw. Dichters als Fe- derico Garcia Lorca en componisten als Manuel de Falla lieten zien dat er achter deze als vulgair bestempelde volkskunst een prachtige poëzie stak die gebaseerd was op intrigerende muzikale vondsten. Spanje kreeg steeds meer ontzag voor flamenco, en vanaf die tijd was het ook voor de respectabele Spanjaard mogelijk zich erin te verdiepen. Dit verhoogde de status ervan aanzienlijk. Flamenco werd verheven tot een serieuze cultuuruiting, waaraan talloze symposia, boeken en concoursen werden gewijd. Je hoefde niet langer flamenco te zijn om flamenco te kunnen vertolken of in de goot te heb ben gelegen om je beklagenswaardige lot te bezingen. Twijfelachtig Flamenco werd kunst met een grote K en steeds meer losgekoppeld van z'n cultu rele wortels. De status van de dans bleef echter in kringen van zogenaamde ken ners twijfelachtig. Hoewel er allerlei po gingen werden ondernomen om hem de zelfde diepgang te geven als de zang, on der andere door choreografieën te be denken op serieuze liederen die oor spronkelijk niet gedanst werden, lukte het niet om hem net zo serieus te laten nemen als de zang. Maar buiten die krin gen steeg de populariteit van het dansen aanzienlijk, en toen de eerste dansacade- mies in Spanje het licht zagen werd het ook voor buitenlanders mogelijk zich het flamenco-dansen eigen te maken. Sinds de jaren vijftig begon men ook in Nederland flamenco te beoefenen. Eerst was dat nog een handjevol excentrieke lingen, maar het aantal steeg gestaag en sinds Carmen, sinds Madonna's video clip van 'La Isla Bonita', sinds de Fiesta Gitana's en de documentaires op de tele visie is zo'n beetje heel Nederland be kend geworden met het verschijnsel fla menco althans met wat daarvoor door gaat en schieten de Spaanse dansscho len als paddestoelen de grond uit. Discipline r Flamenco-lessen bij Margriet de Jong in Leiderdorp: "Het is zo uitdagend". Ook Leiden onttrekt zich niet aan die trend, en op dit moment is het op ver schillende plaatsen mogelijk flamenco- dansen te leren. Cindy Begthel, die aan de Leidse Balletschool flamenco-lessen geeft, constateert dat het Leidse publiek behoudender is dan in andere steden: "De mensen letten hier meer op hun por temonnee en denken in een paar lesjes flamenco te kunnen leren dansen, maar daar verkijken ze zich op". Ze is gediplomeerd flamenco-lerares en heeft de kunst geleerd op de Arnhemse Dans-academie, de enige officiële oplei ding, waar flamenco een specialisatie is. De opleiding staat daar onder leiding van de Nederlandse Juan Antonio, die zich al 25 jaar professioneel met flamenco be zighoudt en een didaktische methode heeft ontwikkeld die Nederlanders in staat stelt zich de techniek van het fla menco-dansen eigen te maken. Cindy betreurt het dat veel van haar col lega-cursusleiders het docentschap mis sen: "Dan kunnen ze aardig dansen en beginnen meteen een dansschool, maar dansen en het kunnen overbrengen zijn twee heel verschillende dingen". Aan de lessen van Cindy Begthel kun je duide lijk zien dat hier iemand met een oplei ding te werk gaat. Stapje voor stapje, blokje voor blokje legt ze de passen en de volgorde van de choreografie uit en de leerlingen volgen elke beweging nauw keurig. Er wordt beschaafd met de hak ken gestampt en er heerst een sfeer van orde en discipline. De maat opvreten Heel anders gaat het er toe bij Wil Lam- regts, die ruim vijf jaar in het Leidse Wachtgebouw een flamenco-school leidt. Terwijl buiten toevallige passanten door de beslagen ruiten een glimp van het dansen proberen op te vangen, zijn binnen Wil, twee gitaristen en 10 danse ressen bevlogen en geconcentreerd be zig een dans ten uitvoer te brengen. Wil klapt, stampt en schreeuwt om het ritme erin te houden en aanwijzingen te geven. Bij de deur zitten vrienden en trouwe echtgenoten toe te kijken, en aan de an dere kant van de zaal is een andere groep reeds bezig zich in de Spaanse rokken te hijsen voor de volgende les. Er heerst een sfeer van prettige wanorde waarbinnen toch gedisciplineerd les wordt gegeven. Wil Lambregts, die begonnen is als gita rist, streeft niet naar technische perfectie van zijn danseressen: "Ik hamer er op dat het compas goed zit, daarom heb ik er erg veel baat bij dat ik ook gitarist ben. Maar daarnaast vind ik het gevoels-ele- ment belangrijker. Vaak is de uitstraling van danseressen in het theater geac teerd, en met een prachtige houding al leen kom je er niet. Als je zigeuners in Zuid-Spanje ziet dansen, zie je dat ze vaak heel erg naar voren gebogen staan, alsof ze de maat opvreten. Dat is pas fla menco! Iedereen danst anders, met z'n eigen gevoel en z'n eigen stijl. Daar kan je als publiek veel meer van genieten dan van een stelletje danspoppen". Wil heeft zijn leerlingen al een aantal ke ren meegenomen naar Cordoba, waar Paco Pena zomercursussen organiseert. "Dan zie je dat flamenco veel meer is dan alleen muziek en dans, maar een comple te levensfilosofie. Als iemand op een be paalde manier een kopje koffie staat te drinken kunnen de mensen zeggen: Qué flamenco!" Siliconenkit Ook in Leiderdorp is het sinds een jaar mogelijk om flamenco te leren dansen. Als ik binnenkom in de school van Mar griet de Jong is de Spaanse dansklas druk in de weer met het passen van de bij Hoppezak aangeschafte kostuums die tijdens een optreden gedragen zullen worden. Grote hilariteit als blijkt dat de voorgevormde bustes van de jurken wat groot zijn uitgevallen. "Dan stop je er toch watten in, of siliconenkit", sugge reert een toekijkende moeder. De kleding die bij het Spaanse dansen hoort is erg in trek, en iedereen beklaagt zich erover dat de echte Spaanse dans schoenen in Nederland niet te krijgen zijn. Vergeleken met de rest van de Spaanse kledij, de wijd uitlopende rok ken met de watervallen van volants en de sierlijke sjalen, zijn de pompeuze schoe nen met brede hak weinig elegant, maar je kunt er goed op stampen en daar gaat het om. Ook de castagnetten, die bij de entoura ge van de Spaanse danseres horen, zijn in Nederland niet te krijgen en moeten spe ciaal uit Spanje verzonden worden. Het wordt tijd dat de Nederlandse balletwin kels in dit gemis gaan voorzien. Voor Margriet de Jong, wiens specialisa ties eigenlijk jazz en klassiek dansen zijn, is het Spaanse dansen nog steeds min of meer een hobby. Ze leerde de kunst in Keulen, maar volgt nog regelmatig cur sussen en workshops om meer van fla menco te leren. In september begon zij met het geven van Spaanse danslessen. Al vijfjaar eerder plaatste zij een adver tentie om een cursus te beginnen, maar toen bleek de animo ervoor nog nihil. In september deed ze een nieuwe poging en ditmaal met meer succes. Van de aan vankelijk twaalf leerlingen zijn er nog zo'n acht overgebleven, want flamenco- dans blijkt moeilijker dan in eerste in stantie wordt gedacht. "Alles tegelijker tijd en los van elkaar coördineren, je ar men, je voeten en je hoofd, is echt heel moeilijk", verzucht een van Margriets leerlingen. "Als je die castagnetten zo'n tijd boven je hoofd moet houden stroomt al hét bloed uitje vingers", klaagt een an der. Maar ondanks de pijn is iedereen in middels aan het Spaanse dansen ver knocht: "Het is zo uitdagend. Je moet echt doen alsof je schijt hebt aan alles en als je die zang hoort zou je zo willen mee zingen". Verslaafd Een vraag die iedereen (en zeker de dans- leraren) bezighoudt is: hoe lang zal deze trend aanhouden? Is flamenco een be vlieging, een vluchtige trend zoals eerder ook het Afrikaanse dansen? Of zal hij de mensen langer in z'n ban weten te hou den? Waarschijnlijk zal de enorme populari teit die flamenco nu geniet van tijdelijke aard zijn, maar er zullen zeker een aantal mensen zijn die voor hun leven aan fla menco verslaafd blijven. Gelukkig voor de verslaafden is flamenco niet aan leef tijd of schoonheid gebonden. Je kunt blijven dansen tot je dik, oud en lelijk bent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 27