Songfestival kruipt langzaam uit het dal De 21 liedjes in 'n notedop EXTRA PAGINA 27 door Willem Schrama Vraag 1Weet u nog wie vorig jaar het Eurovisie Songfestival won? Vraag 2: Zo ja, met welk liedje? Vraag 3: Kunt u zich dat melodietje nog herinneren? Mochten vraag 1 en 2 voor u geen probleem zijn (de Ierse zanger Johnny Logan met 'Hold me now'), op vraag 3 zal menigeen het antwoord schuldig blijven. Wat niet zo vreemd is. Op de eerste plaats was het geen hoogvlieger. En op de tweede plaats heeft de lichte muziek-industrie niet stilgezeten. Het winnende liedje van vorig jaar is al lang overschaduwd door de vele honderden nieuwe singles en Ip's/cd's die sedertdien zijn uitgebracht. Tijd om te beklijven is er niet. Er moet geconsumeerd worden. Dat is wel eens anders geweest. In de beginjaren van het Eurovisie Songfestival, toen de lichte muze zich nog in wat rustiger vaarwater voortbewoog, schreven de winnaars vrijwel zonder uitzondering geschiedenis met hun bekroonde inzendingen. Een béétje oudere jongere zal ze nog moeiteloos identificeren en desnoods het bijbehorende liedje opdreunen: Corry Brokken ('Net als toen' - 1957), Teddy Scholten ('Een beetje' - 1959), Jacqueline Boyer (Tom Pilibi' - 1960), Cigliola Cinquetti ('Non ho l'eta' - 1964), France Gall ('Poupée de cire, poupée de son' - 1965), Udo Jürgens ('Mercie Chérie' -1966), Sandie Shaw ('Puppet on a string' - 1967) en niet te vergeten de opstanding van het Zweedse viertal Abba ('Waterloo' - 1974). Nadien werd de lichte muze meer en meer een wegwerp-artikel. Songs die een tijdje mee konden om over echte blijvers maarte zwijgen zagen in het afgelopen decennium slechts mondjesmaat het levenslicht. Dat had stellig te maken met het ontbreken van echte grote roergangers. En zo die er in naam al waren, dan bleken ze meestal niet in staat inhoudelijk vorm te geven aan nieuwe muzikale richtingen. Het bleef doorgaans bij veel uiterlijk vertoon: ontblote kippeborsten en lederen bra's met ijzeren punten. Vult u de namen zelf maar in. Toch valt er anno 1988 ook nog iets positiefs te melden. De lichte muziek heeft zo ongeveer alle mogelijke stormen doorstaan, de geforceerde jacht naar vernieuwing heeft zelden iets opgeleverd, en zo langzamerhand vloeien alle mogelijke stijlen van toen en nu weer samen in één breed spectrum dat de vele beoefenaars blijkbaar nog tal van mogelijkheden biedt, gezien het merkbaar stijgende niveau van de afgelopen jaren. Het kan niet anders dat in zo'n proces van weer opkrabbelen vaak wordt teruggegrepen naar het oude. Wat begon met een overdreven nostalgie naar de jaren zestig, leidt thans al tot een vrijpartij met de jaren vijftig. Klassiekers van Nat King Cole worden door eigentijdse epigonen moeiteloos de hitparade in gezongen, met een identieke orkestbegeleiding nog wel. Het kan geen kwaad. Men geeft in elk geval blijk van het noodzakelijke inzicht dat je zonder verleden geen toekomst kunt bouwen, en daaraan heeft het in de afgelopen jaren nogal eens geschort. Hoe dan ook, het jaarlijkse Eurovisie Songfestival is van bovengenoemde ontwikkeling uiteraard een natuurgetrouwe afspiegeling. Een soort thermometer, die aangeeft hoe het met de patiënt is gesteld. En gezegd moet worden dat het wel eens erger is geweest. Zoals gebruikelijk valt er in de meeste inzendingen weer het nodige plagiaat te ontdekken, maar aflevering 33 te Dublin wordt bovenal gekenmerkt door relatief weinig muzikaal geweld en een flink aantal ballades waarvan er enkele zelfs de moeite waard zijn. Alvorens we traditiegetrouw een ronde maken langs de 21 inzendingen, nog even de eigen voorkeur: 1. Zwitserland: 2. Finland: 3. Israël. Let wel, dit is geen voorspelling, al gun ik u bij een totaal andere uitslag gaarne een portie spontaan leedvermaak. Maar uiteindelijk bepaalt een dwarsdoorsnede van de Europese bevolking het eindoordeel, en tegen zoveel wijsheid kan ik niet opboksen. Doet u niet meteen het toestel uit, want het duo Beathoven (hoe verzin je zo'n naam) is nauwelijks maatge vend voor wat nog komen gaat. De Griekse wijsgeer zal vanuit het hier namaals met lede ogen toezien hoe zijn illustere naam aan dit verwerpe lijke lied werd verbonden. Hoe dan ook, het won met vlag en wimpel uit een selectie van maar liefst 150 liedjes die de IJslandse muziekindustrie dit jaar inzond. Wat het allemaal nog be denkelijker maakt. Een op hol gesla gen honky-tonk piano en de nodige tempo-vertragingen moeten dit lied de allure van een meezinger bezor gen, maar zo ver zal het bij u in de huiskamer niet komen. Een inzending die er niet zo veel toe doet. Deze 'Stad van het licht', is een lichtvoetig georkestreerde ballade, opgebouwd uit de nodige cBchés. Kansloos weliswaar, maar toch ook weer niet echt slecht. Zanger Tommy KÖrberg vertegenwoordigt overigens de degelijkheid van het Zweedse ten- niscircuit: er kan nauwelijks een lachje af. Dat toefje trompet in het or kest-arrangement smaakt daarom dubbel zo lekker. Kortom: aardig, maar u zult er niet wakker van liggen. 3. FINLAND: 'Nauravat silmat muisbetaan' The Boulevard. Dit nomadentaaltje maar even voor u ontcijferd. De titel van het Finse lied je staat voor 'lachende ogen blijven je altijd bij'. Öm kort te gaan: een zeer verdienstelijke inzending. Een spon taan lied, met de nadruk op leuke sa menzang van dit enthousiaste zestal. Leuk en gezellig zijn de sleutelwoor den. De compositie is redelijk origi neel, en een strakke swing (met niet al te glibberige keyboards) rondt de zaak af. Doet het ongetwijfeld goed in een Engelse vertaling. Ik zou zeggen: jury, gun die jongens een lolly. Gerard Jolingwie kan in zo'n lied geloven fietsenrekje in het bovengebit bruist overigens van gezelligheid. Er dwarrelt ook nog een groepje ongere geld in fraaie kostumeringen omheen. Kortom, visueel klopt het allemaal wel. Maar wakker liggen doet u er niet Was u al bijna in slaap gevallen? Dan nu traditioneel het moment om de hond uit te laten of om even de narco- se-kap op te zetten. Want zoveel onbe nul verdraagt een zinnig mens niet. Op een boertige, en veel te vaak on derbroken vierkwartsmaat dreunt de ze Griekse plichtmatig haar inzen ding op. Gezocht is weer naar een mondiaal trefwoord, en ditmaal werd het 'clown'. Het bijbehorende 'hahahaha' is de limit. Wederom een niet zo originele, zoet gevooisde ballade, gebaseerd op een hapklaar piano-themaatje en gezon gen door een onschuldig jong blond je. Niets op aan te merken, maar ma gie is iets anders. 16. BELGIË: 'Laisser briller le soleil' Joseph Reynaert. Donkere wolken pakken zich samen boven dreigende synthesizer-klan ken. Deze Waalse inzending is welis waar volstrekt kansloos, maar toch sfeervol en gedurfd. Joseph Reynaert krijst om geluk, en wie weet is er een progressief jurylid dat zijn of haar punten aan hem kwijt wil. De 18-jarige Lara Fabian uit Brussel zingt een uitermate relaxed en drome rig chanson waaraan niemand zich een buil kan vallen. Met haar bijna se rene presentatie zal ze menigeen in pakken. Scott Fitzgerald kennen we nog van het succesvolle 'If I had words' dat hij destijds met Yvonne Keely zong. In Dublin komt hij op de proppen met een overgefraseerde ballade, die qua inhoud tot het slechtste in de catego- Engelbert Humperdinck behoort. En dat gaat rrV öoööoohhhhhhn" en taaaimmmm is meant to heal the pééééééen". Nee hoor. Even wakker worden. Een strakke roek-song vol gitaargeweld, recht voor z'n raap, en alleen daarom al zeer verrassend. Luca Barbarossa (met modieuze stoppelbaard) bezit een overdosis sex-appeal voor de wat geë- mancipeerdere vrouw. Ik schrijf je, zingt hij, want mijn leven gaat door. Het lijkt hem allemaal koud te laten. Oppassen dus voor zo'n schelm. Drie niet meer zo jonge heren wagen zich aan een disco-stamper op de ste riele maatvoering van een kennelijk onlangs geïmporteerde drumcompu ter en bijbehorende elektronica. Pro gramma 4 van uw wasautomaat klinkt mooier. Voor de broodnodige folklore nog een Turks melodielijntje ertussendoor, en klaar is Kees. Aardi ge samenzang, maar een lied dient aan meer criteria te voldoen. En dan dat gehuppel, Heren, zo houd je de midlevencrisis niet tegen. 6. SPANJE: 'La chica que yo quiero' La De- cada. 'Het meisje van wie ik hou', weet ik sinds de Teleac-cursus 'Por Favor' Dit vrolijk ogende tableau de la trou pe bestaat uit zes heren en twee da mes (vanavond wellicht nog meer) die zich op aanstekelijke wijze vergrijpen aan een stuurloos niemendalletje, compleet met castagnette-geklep- per in de break. De prangende vraag blijft: wat moet een mens ermee? Het ene oor in, het andere weer uit. Zal qua presentatie wel hoog scoren. Rode konen zijn ons in de loop der ja ren niet bespaard gebleven. Rechtop in de wind gingen we vorig jaar af, en het moet wel heel raar lopen als het dit jaar niet ergër zal zijn. Wie kan in zo'n lied geloven? Het gaat over niets, en het is niets. 'Ben Adam' Yardena Arazi. Leest u de titel van deze inzending ze ker niet op z'n Nederlands, want dat zou biologisch niet verantwoord zijn. Yardena Arazi is namelijk de eerste klassieke vrouwelijke songfestival- schoonheid van deze avond, met een fraaie zwoele stem en ogen als vulka nen (pardon, ik liet me even gaan). Het bijbehorende liedje is in feite van minder belang, maar wel uitermate getruct in elkaar gezet. Onderdelen ervan heeft u in de loop der jaren al duizend maal gehoord, en toch is het plagiaat maar moeilijk vast te stellen. Een dansbaar geheel, opgesierd met een paar accordeons en een omrin gend groepje dat garant staat voor een wervelende act. Alleen de problemen op de Westelijke. Jördaanoever kun nen dit lied van een hoge score afhou den. 9. ZWITSERLAND: 'Ne partez pas sans moi' Céline Dion. Mijns inziens de grootste kanshebber. Een sierlijke jongedame van Canade se origine uiterlijk de perfecte krui sing van Wendy Melvoin en Leonie Jansen die met een pakkend chanson in haar fietstas naar Dublin is gekomen met maar één doel: win nen. Ze heeft er alles voor in huis: een prachtige stem, een geroutineerde voordracht, een knappe frasering, en niet te vergeten een innemende ver schijning. Kortom: een echte zange res die niet op een paar octaafjes meer of minder kijkt en die voor 200 pro cent in haar lied staat. Hier zet ik m'n geld op. De vijfmans formatie 'Jump the Gun' vertegenwoordigt het organiserende Ierland met een eigenaardige, en in elk geval niet-commerciële inzen ding. Maar dat is natuurlijk nog geen garantie voor succes. 'Take him ho me' is als compositie een krampach tig geheel waaraan kop en staart ont breken. De samenzang van de heren mengt niet lekker, de sax-partij is te overheersend, en eigenlijk ontbreekt elke brille aan dit stuk. In het dui zendjarige Dublin zal men gedacht hebben: als we maar niet winnen, want dat overleeft deze straatarme na tie niet. 11. WESTDUITSLAND: 'Lied für einen Freund' Maxi Chris Garden. Hoe krijg je een minderjarig meisje op dit late uur nog arbeidsrechtelijk op de Bühne? De gelikte Duitse hit schrijver Ralph Siegel (in 1982 Song festival-winnaar met het zangeresje Nicole) had daarvoor een geniale op lossing: hij zet gewoon de moeder er naast. Menig jurylid zal plat gaan, want alle verraderlijke ingrediënten zijn aanwezig: de moeder met een glimlach van oor tot oor, de vleesge worden onschuld in de persoon van de dochter, beiden gezeten achter fraaie vleugels, een geleend maar pak kend piano-intro, een licht symfo nisch lied dat smaakt naar slappe thee, maar in elkaar gesleuteld door een man die precies weet hoe je het publiek moet inpakken. Niets te veel, niets te weinig. Zal hoog eindigen. De Oostenrijkse inzending gaat over de verbeten, maar vergeefse jacht van deze 38-jarige Wilfried op een onwaar schijnlijk mooie dame die ter verho ging van de score wellicht vanavond ook nog even over uw scherm wan delt. Maar denk al deze franje eens weg, en er rest een onsamenhangend lied met te veel herhalingen, gezon gen door een gedrongen stem die maar niet wil boeien. 13. DENEMARKEN: 'Ka'du se hva jeg sa' Kirsten.Sig- gaard Sören Bundgaard. Een quasi-vlot en in feite nietszeg gend vijftiger jaren melodietje, dat duidelijk is geënt op het Noorse suc ces van 1985 ('La det swinge'). De act van Sören en Kirsten met charmant Deze succesvolle chansonnier van weleer is 'n beetje op z'n retour, zijn stem is aangetast door sigarettenrook, maar desondanks haalt hij de tonen nog uit z'n tenen. Het lied is nergens verrassend, maar Lenorman kan op z'n naam en z'n natuurlijke tremelo ver komen. Beter goed gejat dan slecht gecompo neerd, moet de geestelijke vader van dit huiveringwekkende lied hebben gedacht. Portugees is een prachtige taal, maar het kale geschreeuw van deze Dora (eerder, in aflevering 1986 van dit festival ook al goed voor nul punten) maakt er een rommeltje van. De rommelige koorzang, de malle or kestpartijen, er is niets dat boeit. 'Vol- tarei' betekent letterlijk: ik zal terug komen. Het is niet te hopen dat deze Sinja Mosa van het lichte lied ons in de toekomst nog een keer lastig valt. 21. JOEGOSLAVIË: 'Mangup' Silver Wings. 'Mangup' staat voor 'kwajongen', maar verder kan ik er maar niet achter komen wat de bedoeling van dit alles is. Lelijke keyboards (van Oost- europese makelij?) begeleiden dit stompe lied van een tamelijk over spannen gelegenheidsgroepje. Een overigens sympathieke zangeres ge niet de twijfelachtige eer het leeuwe- deel van de tekst voor het voetlicht te brengen. Afijn, de koek is op. Het mocht ook niet langer duren. Pat Kenny en Michelle Rocca presenteren hel festival Portugese Dora: kaal geschreeuw. ANP) Gerard Lenorman: beetje op z'n retour. (foto CPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 27