'Zaak-Heijn testcase voor rechtsorde' Moeders en zonen Denkwijzer Onze taal Orde van Advocaten: verdediger hoeft zich niet met verdachte te identificeren eu. UL oe. ZATERDAG 23 APRIL 1988 EXTRA PAGINA 27 De verdachte iri de zaak-Heijn moet de zwaarste straf krijgen, is een veel gehoorde mening. De kranten gingen nog nooit zo ver in hun verslaggeving. De identiteit van de verdachte werd in som mige media nauwelijks verhuld. Het leek of de rechter het schul dig al had uitgesproken. De advocaat van de verdachte werd te lefonisch met de dood bedreigd. Gaat de publieke opinie hier de kant uit van een volksgericht? Mr. Leo Spigt, waarnemend deken van de Nederlandse Orde van Advo caten, vindt de zaak-Heijn een test case voor de Nederlandse rechtsor de. "We zijn natuurlijk weinig geluk kig met de manier waarop de media over deze arrestatie berichtten. Aan de andere kant, gebruik maken van de publieke opinie, dat kan in be paalde omstandigheden een geëi gend middel zijn". door Ko van Leeuwen "Zoiets kan in je strategie van pas ko- men. Maar het is een moeilijk en gevoelig terrein. Twee jaar geleden hebben we op dit punt overleg gehad met de Neder landse Vereniging voor de Rechtspraak en daar is een rapport uit voortgekomen. De belangrijkste conclusie komt hier op neer: tot op de dag van de zitting moet er uiterste terughoudendheid worden be tracht. En bij voorkeur aan beide zijden. Dat blijft een zorgelijk punt". "De berechting van dit soort strafza ken moet worden overgelaten aan een professioneel systeem: de officier van justitie, de rechter en dan de advocaat als procesbewaker. Zo'n zaak-Heijn is een mooie toetsing of dat nu bij zo'n zware zaak ook werkt. Het gaat eigenlijk altijd goed, maar met zo'n werkelijk zware zaak zie je dat iedereen zich erop stort. Dan zijn er allerlei bijverschijnselen. Zo iets is groot nieuws, en nieuws is ook handel. Dus dan is de beer los. Dan heeft elke krant wel weer een ander school vriendje of buurvrouw om aan het woord te laten". Vermoedelijke dader "Justitie en politie staan voor de vraag: geef je de naam van de verdachte of niet? We doen dat niet. Iemand is nooit de da der voordat de rechter beslist heeft. Je kunt hooguit spreken van de vermoede lijke dader. Volgt er, zoals in deze kwes tie, een bekentenis, dan wordt het alweer moeilijker. Maar dan zijn er nog meer factoren in het geding. De persoon van de verdachte bijvoorbeeld, en de om standigheden waaronder het delict zou zijn begaan. Die zijn voor wat het uitein delijk oordeel van de rechter betreft van groot belang. Is een verdachte, ook al heeft-ie het misdrijf begaan, ook straf baar? En welke straf moet er dan worden toegepast? Ook voor dit soort vragen is het professionele systeem noodzakelijk. Maar bovendien hoeft de verdachte de dader niet te zijn. Ik heb zaken meege maakt van mensen die bekenden terwijl ik wist, of voelde, dat ze het niet hadden gedaan. Dat komt meer dan eens voor". Waarom zou iemand zoiets doen? Mr. Spigt: "Tja, daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Bijvoorbeeld dat iemand er voor betaald wordt een ander er niet bij te lappen. Of uit religieuze gronden, als iemand vindt dat-ie er eindelijk eens aan toe is flink wat boete te doen. Onze Lieve Heer heeft nu eenmaal vreemde kostgan gers. Ik bedoel maar, voordat de recht bank z'n werk heeft gedaan kun je niets met zekerheid zeggen. Mag ook niet. En de pers heeft z'n eigen verantwoordelijk heid. Maar daar is die pers al zo vaak op gewezen, dat hoef ik hier niet meer te doen". "Verder heb je om een verdachte heen een groep die opeens heel kwetsbaar is. Vrouw, kinderen, ouders. Op grond van het principe 'nieuws is handel' zijn zulke mensen opeens, ik zou bijna zeggen: vo gelvrij. Dan maak je wel op vrij ernstige wijze inbreuk op de privacy; die ménsen verkeren al onder buitengewoon moeilij ke omstandigheden. Zo'n vrouw van die Landsmeerse verdachte heeft een enor me schok te verwerken als ze er niets van geweten heeft". Testcase "Maar waar ik naar te kijken heb, dat is de rol van justitie. Die hoort als eerste uit te dragen dat iemand die nog niet veroor deeld is hooguit verdachte kan zijn. Ik weet wel dat er mensen zijn die nu ge makkelijk kunnen zeggen: als je nog even zo doorpraat hebben we hier het Comité ter Verdediging van de Belangen van de Kidnapper van Heijn, maar dit soort zaken zijn de testcases om te zien of ons rechtssysteem goed werkt. Ik heb Job de Ruyter (de procureur-generaal onder wie de zaak-Heijn valt - red.) zelf niet gehoord bij Jaap van Meekren op de televisie, maar hij moet zoiets gezegd hebben als: 'Meneer van Meekren, het is niet zo dat ik hier nu ga zeggen wat wij gaan eisen. Eerst dient het dossier op de zitting te zyn en dan is de onafhankelijke rechter de enige beslisser'. Dan denk ik: ja, dat is het enige juiste antwoord. Pri- Minister Korthals Altes sprak in de eerste opwinding na de arrestatie van de Heijn-verdachte over de arrestatie van de dader. Dat was dus voorbarig? "Ja. Hij zei dat natuurlijk in z'n en thousiasme, ik begrijp het wel. Het was natuurlijk een rotzaak, lang mee bezig geweest en dan eindelijk gebeurt er iets. Maar zo'n uitlating is weer een reden om even de vinger te heffen. We hebben hier nu eenmaal de volstrekt onafhankelijke rechter en daarvan dien je als bewinds man zorgvuldig afstand te houden. Nie mand anders dan die rechter maakt uit of iemand de dader is. We moeten elkaar de les blijven lezen. De verdachte wordt be recht door die onafhankelijke rechter en niet door een volksgericht, om het nu maar even overtrokken te zeggen. Een verdachte is nu eenmaal enorm kwets baar. In een strafzaak richt zich een to taal overheidsapparaat op één man: de verdachte. Het overheidsgeweld, noem ik dat altijd, tussen aanhalingstekens dan. En we zijn het erover eens dat dat mag. Als we het er dan ook maar over eens zijn dat er dan één man is die z'n hand mag vasthouden. De advocaat dus". Advocaat erbij Mr. Sanders, de Haarlemse verdedi ger van de verdachte in de zaak-Heijn, mocht niet bij het politieverhoor zijn. De Nederlandse Orde van Advocaten pleit al jaren voor de aanwezigheid van een advocaat bij het eerste politieverhoor. "Ja, we zijn daar een groot voorstander van. De Orde heeft zelf ooit eens een wetsontwerp gemaakt over die kwestie. In februari is er een symposium geweest waarop we met justitie en politie heel open over die kwestie hebben gespro ken. We hebben ook over het rapport- Fijnaut gesproken. Cyril Fijnaut, hoogle raar in Rotterdam, heeft een vergelij kend onderzoek gedaan met het buiten land. Hij komt tot de concluiie: waarom niet?". "In een aantal situaties zou je het kun nen proberen. Bij verhoren die de rech- ter-commissaris doet, mag in principe de advocaat aanwezig zijn. Maar het komt vaak genoeg voor dat hij het verhoor de legeert aan de politie en dan mag je er niet meer bij. In zulke gevallen zou ik me kunnen voorstellen dat men zegt: laat die advocaat er dan ook maar bij. Bij die zaak-Heijn kun je wel aannemen dat er een gerechtelijk vooronderzoek loopt. Ik weet niet of de advocaat daar bij aanwe zig mag zijn. Zelf ben ik regelmatig bij vrij langdurige verhoren aanwezig ge weest en ik moet zeggen: het kan heel goed werken. De advocatuur heeft het al tijd gewild, maar de politie denkt daar heel anders over". Minister Korthals Altes heeft deze week tegen de vaste kamercommissie voor justitie gezegd dat hij er ook geen voorstander van is en dat het de werk druk van de politie nog meer zal verho gen. "Tuurlijk, dat is de zaak onmiddellijk weer naar een praktisch niveau trekken. Zo is het klimaat op het ogenblik ook. Dat is er helemaal niet geschikt voor om iets in het belang van verdachten te doen. Ik heb het gevoel dat de advocaten tegen de wind in piano spelen, in dit kli maat waarin iedereen denkt aan strafver- zwaringen en dergelijke". Balonnetjes "Er is de laatste tijd weer een serie voorstellen geweest die de rechten van verdachten niet versterken. Van drie naar één rechter gaan, het afschaffen van beroep op bezwaarschriften. Er is toch een heel pleidooi geweest om twee men sen in één cel te zetten. Dat is gelukkig even van de baan, maar een paar jaar ge leden was de gedachte alleen al ondenk baar. Op het ogenblik is de belangstel ling voornamelijk gericht op de bestrij ding van de criminaliteit. Dat spreekt mensen aan. Daarom kunnen er steeds weer van die ballonnetjes worden opge laten. Maar dat geldt niet alleen voor de minister, ook de Kamer stelt zich zo op. Alle partijen hoor, ook de PvdA". Mr. Leo Spigt, waarnemend deken van de Nederlandse Orde van Advoca ten: "Iemand is nooit de dader voordat de rechter heeft beslist". (foto gpd) "De Orde is een van de organisaties die ervoor waakt dat de rechtsstaat zo goed mogelijk functioneert. Maar in dat kli maat vind ik het opmerkelijk dat we er toch mee doorgaan om de rechten van verdachten zo goed mogelijk te verdedi gen. Ik vind het ook wel kenmerkend. In die zin: het geeft blijk van onze onver stoorbaarheid". Hoe ligt het begrip bij de man in de straat? Mr. Sanders werd met de dood be dreigd toen bekend werd dathij als ver dediger in de zaak-Heijn was aangewe zen. Het komt er populair gezegd op neer dat men denkt: hoe kan' zo'n advocaat nou een moordenaar verdedigen? "Ja, daar neb je het weer. Het bureau van de Orde in Den Haag is ook be stormd met telefoontjes van mensen die er schande van spraken dat een advocaat die man überhaupt wil verdedigen. Maar de gearresteerde is verdachte. Vermoe delijke dader. In onze rechtsstaat heeft iedereen recht op verdediging. Iemand moet het toch doen. Dan is het zaak dat zo goed mogelijk te doen. De verdediger hoeft zich echt niet te encanailleren of zich met de verdachte te identificeren. Dat is het grote misverstand dat bij heel veel mensen leeft. De advocaat heeft ook een rol als procesbewaker" Niet relevant "Iedere advocaat hoort op een verjaar dagsfeestje wel eens de vraag stellen: hoe kun je dat met jezelf verenigen als jij nou weet dat-ie het gedaan heeft? Maar als diezelfde mensen in de problemen komen, hoe dan ook, dan willen ze wel meteen een advocaat, dat is het grappige. Mijn antwoord is dan altijd dat het niet relevant is of iemand schuldig of on schuldig is. Het interesseert mij voor m'n werk niet of mijn cliënt het wel of niet heeft gedaan. Maar als er acht bewijs stukken liggen en hij blijft ontkennen, dan leg ik hem uit dat het simpelweg een kwestie is van optellen en aftrekken. Ik zeg dan: als u ontkent gebeurt er dit en dit, en als u niet ontkent dan zus en zo. Elke advocaat heeft natuurlijk z'n eigen stijl en aanpak, en er is een aantal harde spelregels. Je mag geen bewijsstuk zoek maken en je mag niet liegen. Liegen is natuurlijk ook weer een betrekkelijk be grip". "Maar dan vraagt men zich weer af hoe de advocaat kan rechtvaardigen dat ie mand wordt vrijgesproken terwijl hij het wèl gedaan heeft. Dan zeg ik: als het vol gens de regels van de rechtsstaat is ge gaan, dan is dat goed. Als iemand dus eens door de mazen glipt, dan is dat de prijs die we voor een rechtvaardige rechtsstaat moeten betalen. En die prijs wil ik betalen. Het alternatief is: we kun nen het niet bewijzen, maar we laten hem hangen". Moetje alles en iedereen verdedigen? Denkt u aan de bedreiging van mr. San ders of aan de stroming binnen de sociale advocatuur in Amsterdam die geen ver dachten in verkrachtingszaken wil vér- "Ja, in principe moet je alles verdedi gen. De verdachte mag het ook zelf doen, maar als er iemand bij moet komen dan zijn wij dat. Met uitzonderingen moet je erg oppassen. Ik heb het in een strafzaak wel eens meegemaakt dat de details me zo tegenstonden dat ik de verdediging niet deed. Dan is voor jou de ondergrens bereikt. Wat die gedachten bij sommigen binnen de sociale advocatuur betreft, ik kan me daar niet in vinden. Geen ver krachters verdedigen, je kunt dat niet in z'n algemeenheid zeggen. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat een vrou welijke verdediger een verkrachtings zaak liever niet doet. Maar systematisch 'nee' zeggen en denken: dan knappen an deren het wel op? Nee. Ik heb bijvoor beeld de grootste bewondering voor ad vocaten die vlak na de oorlog oorlogs misdadigers verdedigden. Ik heb me daar enigzins in verdiept, maar dat werd magistraal gedaan, met een grote zorg vuldigheid". Bedrijfsblindheid "Criminaliteit en de angst daarvoor, dat zijn twee zaken die een groot deel van de bevolking zeer aanspreken. Natuur lijk spelen de media daar op in. Wiens privacy dan even geschonden wordt is niet meer van belang. Maar voor mij wel. Wat voor de media geldt, dat geldt ook voor de politie. Dat is een bedrijf waarop ook nogal wat druk staat. Bij de pers is er de behoefte om te weten wat er precies gaande is, en dan krijg je bij de politie te maken met de voorlichting. Het zijn heel sterke benen die de weelde kunnen dra gen. Het Openbaar Ministerie heeft daar minder last van dan de politie. Daar is men meer doordrongen van onze rechts beginselen. Er is natuurlijk een zekere bedrijfsblindheid bij de politie, en dat kan ik me ook voorstellen. Maar dan moeten zij zich kunnen voorstellen dat ik ertegen waarschuw. Het komt nogal eens voor dat rechters rekening houden met de manier waarop iemand in de pu bliciteit al door de molen ging. Je zet hoe dan ook de onafhankelijke rechter onder druk. Het is al moeilijk genoeg ter zitting. In de voorfase zou je het liefst zo onbe vooroordeeld mogelijk naar de zitting toe werken". De zaak-Heijn behoort tot de zware strafzaken. De verdediger, die via de pi ketdienst is aangewezen, is nog jong en heeft nog geen lange praktijkervaring. Is het dan verstandig om toch zo'n zware verdediging op zich te nemen? "Als je strafzaken doet heb je als advo caat tegenwoordig een bepaalde gerichte opleiding gehad. Daar komt nog bij, je kunt altijd consult vragen, hulp zoeken bij confrères. Dat is zeker niet ongebrui kelijk. We zouden misschien een sys teem moeten hebben maar dit zeg ik beslist niet in relatie tot mr. Sanders en de zaak-Heijn, dat wil ik nadrukkelijk stellen waarin de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Overi gens, de cliënt is er zelf ook nog. Maar met de leeftijd van de advocaat heeft het niets te maken". Inzet "Ik heb een aardig voorbeeld over leef- tijdtf- Nog niet zo lang geleden heb ik het in een kort geding meegemaakt dat een jonge advocaat die nog maar koud beë digd was een pleidooi hield dat zijn erva ren collega van de andere partij het zweet op het voorhoofd bracht. In de tijd dat ik zelf uitsluitend strafzaken deed, was ik op den duur zelfs een beetje bang voor een bepaalde sleetsheid. Gewenning. Zo van: dat is niet ingewikkeld, dat doe je wel even. Maar je hebt elke keer weer te maken met een heel nieuw individu dat je volle aandacht eist. Je kunt niet zeg gen: een jonge advocaat kan dat niet. Een jonge advocaat heeft vaak een enorme inzet". "Zelf heb ik het ook meegemaakt dat ik in een strafzaak een oudere collega zag binnenkomen die nooit strafzaken deed. Daar hield die man opeens een pleidooi, nou ja, daar liepen de rillingen van over je rug. Kwaliteit verloochent zich niet. Terwijl ik dacht: wat doet die man in godsnaam hier? Man, man, ik zat werke lijk met open mond te luisteren, hij moet daar minstens tien uur aan gezeten heb ben. Een ervaren strafpleiter zou er mis schien een uurtje werk aan hebben ge had, maar nu had je hier een hoogst origi nele aanpak. En hij kreeg keurig vrij spraak. Stel datje van zo iemand bijvoor beeld een kort geding zou verliezen, dan zeg ik: het is prettiger om op onnavolgba re wijze te worden afgedroogd dan te van een zwakke tegenpleiter". Toen mr. Sanders de verdachte in de zaak-Heijn had gesproken zou hij de op merking gemaakt hebben: deze man zal een zware, zeer zware straf moeten krij gen. "Zo stond het misschien in de krant. Heeft hij gezegd: zal wel een zware straf krijgen, of: zal moeten krijgen? Op grond van louter berichten kun je daar niets over zeggen. Maar 'in z'n algemeenheid kan zo'n opmerking ook onderdeel zijn van de strategie. In de hoop datje dan la ger uitkomt. Als dat zo is, dan moet het wel in overleg met de cliënt zijn. Zulke uitspraken en ik weet echt niet of ze gedaan zijn hoor mogen nooit over het hoofd van de cliënt heen worden gebe zigd. Zelf heb ik in een verdediging ook wel eens iets gezegd waarvan de recht bank dacht: die Spigt is gek. Maar ik al leen wist waarom ik het zei. Omdat er tussen mijn cliënt en mij iets besproken was dat mij dwong tot die stellingname. En wat ik absoluut niet aan de rechtbank mocht meedelen. Laat mij dan maar even gek lijken, zo is het leven. Als de cliënt er maar wel bij vaart". DOOR JOOP VAN DER HORST Enkele maanden geleden begon ik op deze plaats met de zin Heeft u een paar schoenen voor mij. Ik kreeg toen een brief van iemand uit Haarlem die be zwaar had tegen heeft u. Hij schreef me: 'Onmiskenbaar gebruikt u daar een der- de-persoons werkwoordsvorm bij een tweede-persoons onderwerp. Toegege ven: je ziet deze taaiverminking om de haverklap in allerlei publicaties. Maar steeds weer stuit het me tegen de borst. Ik vind 'u heeft' nog steeds ongepast taalgebruik'. Aldus die Haarlemse lezer. Nu is ook mijn rubriek helaas niet altijd foutloos, en de schuld ligt meestal bij mijzelf. Niet bij de redactie, want op de krant werken ze veel nauwgezetter dan de meeste mensen denken. Maar deze keer is die lezer abuis. Overigens schreef hij een heel vriendelijke brief, dus ik zal van mijn kant vriendelijk uitleg gen hoe de vork in de steel zit. U heeft ongelijk, u is abuis, zijn geen taaiverminkingen, geen slordigheden, zelfs geen vernieuwingen, maar juist de oudere en oorspronkelijke combinatie. Van huis uit is u namelijk een derde per soon. Omdat we het tegenwoordig ge bruiken als een tweede-persoon, is ook u hebt en u bent gewoon geworden. Het oudere u heeft en u is is op z'n retour; het klinkt al een beetje ouderwets of stijf. Als ik al een fout maakte, dan was het dat ik me te ouderwets uitdrukte. Overi gens lijkt me voorlopig zowel u heeft als u hebt correct; net als u /sen u bent. Zelf vind ik u /s eigenlijk ouderwetser klinken dan u heeft. Maar op den duur zal het oudere u heeft en u is wel verdwijnen. Die Haarlemse lezer heeft dus juist mo dernere opvattingen dan ik; hij had kun nen schrijven: 'Ik vind 'u heeft' nu al on gepast taalgebruik'. In de toekomst zul len er steeds meer mensen zo over den ken. Om te begrijpen hoe dit zo gekomen is, moeten we terug naar de 15de en 16de eeuw. Het voornaamwoord voor twee de-persoon enkelvoud was toen du; in het meervoud zei men gij. Hetzelfde gij werd ook gebruikt als beleefdheids woord tegenover één persoon. Tegen het eind van de 16de eeuw werd du steeds minder gebruikt. Tegen iedereen zei men ge of gij. Of iets anders uitge sproken: je of jij. Ons woord jij is dus van oorsprong een meervoudsvorm. Het is verhuisd naar het enkelvoud. Daardoor kreeg men behoefte aan een nieuwe meervoudsvorm. Die ontstond toen uit de toevoeging van -lieden: gijlieden. Dit woord ging op den duur klinken als ge neden, jelieden, jelui, jullie. Hoe ons woord u is ontstaan, is niet he lemaal zeker. De meningen zijn ver deeld, maar de meeste geleerden zeg gen dat het ontstaan is uit de schrijftaal afkorting UE voor Uwe Edelheid. Die af korting zou dan eerst uitgesproken zijn als uwé, met de klemtoon op de tweede lettergreep. Later kwam de klemtoon op de eerste lettergreep te liggen en werd het woord tot uwe of kortweg u. We moeten het niet vreemd vinden dat men in beleefd taalgebruik iemand met zo'n derde-persoons benaming aan duidt. Zeker oudere lezers zullen zich herinneren hoe dit vroeger vaker voor kwam. Zo zei men destijds ook wel: Wil vader dat nog eens zeggen? Heeft moe der goed geslapen? Heeft meneer de brieven al klaar? Bij Uwe Edelheid hoor de dus oorspronkelijk een werk woordsvorm in de derde persoon: Heeft Uwe Edelheid goed geslapen? Toen la ter de uitspraak UE of Uwé in zwang kwam, bleef het werkwoord natuurlijk derde-persoon, dus heeft en is. Tegen woordig is dat anders. Niemand denkt bij u nog aan Uw Edelheid; u is nu het ge wone woord voor de beleefde tweede persoon. En daarom gaan we. als van zelfsprekend, steeds vaker zeggen: u hebt en u bent. In de vroege avond van 14 augustus 1945 ging de telefoon in een kamer van een verzorgingstehuis in het stadje Grand- view in Missouri. De 93-jarige bewoon ster, klein en spichtig, excuseerde zich bij haar bezoeker en ging vervolgens opne men. "Hallohallo, ja, het gaat goed met mij. Ja, ik heb naar de radio geluis terd Ikben blij dat ze de voorwaarden voor overgave hebben geaccepteerd. Nou, kom me opzoeken zo gauw als je kan". "Dat was Harry", zei ze, toen ze weer ging zitten. Ik wist dat hij zou bellen. Hij belt altijd meteen op nadat er iets belang rijks is gebeurd". Ze zei niets over hoezeer haar Harry haar op handen droeg. En zij hem. Maar dat was voor de mensen in haar en zijn omgeving iets dat ook geen commentaar behoefde. Tegen de zomer van 1945 was het een pu bliek geheim geworden dat de nieuwe president van de Verenigde Staten, Har ry S. Truman, nog altijd een 'moeders kindje' was. Zelf 61 jaar oud, noemde hij haar nog altijd 'mama'. En dus leek het niet meer dan gepast dat hij vanuit het Witte Huis naar Grandview zou bellen binnen een half uur nadat Japan zich had overgegeven en de wereld niet langer in oorlog was. Als kleine jongen had hij zijn moeder tal loze malen in de keuken geholpen, bood schappen voor haar gedaan, vlechten ge maakt in het haar van zijn zusje als zijn moeder daar geen tijd voor had. Hij was altijd zeer gericht geweest op het voldoen aan haar wensen en verwachtingen. Zelfs als president, hoe vol zijn agenda ook was, vond hij altijd de tijd haar te bellen en te schrijven, vaak meerdere ke ren in de week. Gek genoeg beschouwde toch niemand Harry Truman als een 'mama's kindje' in de gebruikelijke, ongunstige zin van het woord. En zeker niemand van dege nen die zijn moeder kenden. Ze was een directe, moedige vrouw met uitgesproken meningen en voorkeuren. Hoe meer ik heb gelezen over haar en over de band met haar beroemde zoon, hoe duidelijker me is geworden dat opgroeien als 'ma ma's boy' niet noodzakelijk schadelijk hoeft te zijn. Maar natuurlijk heeft de persoonlijkheid die 'mama' is alles te ma ken met de ontwikkeling van zo'n zoon. Er zijn heel wat andere beroemde voor beelden die dat bevestigen. Trumans voorganger Franklin Delano Roosevelt had een trotse, zeer aantrekkelijke en dwingende moeder, die niettemin door hem geadoreerd werd en tot op haar sterfbed grote invloed op hem uitoefende. Nog een Amerikaanse president, Lyndon Baines Johnson sprak over zijn moeder als "de grootste vrouw" die hij ooit had gekend en als leidende senator placht hij regelmatig conferenties te onderbreken om naar Texas te bellen ("om te horen wat mama ervan denkt"). De moderne geschiedenis kent nog wel meer voorbeelden van beroemde mannen wier moeders een grote invloed op hun le ven en loopbaan uitoefenden, zoals Douglas Mac Arthur (de man die de Ja panners versloeg), Jimmy Carter (wiens vader overigens ook veel invloed op hem had), Frank Lloyd Wright (de beroemde architect), om er maar enkele te noemen. Een van de opvallende kenmerken van al deze mannen, met uitzondering van Mac Arthur, was dat zij de oudste zoon waren. Er is veel geschreven en onderzocht over r tl wr" J j Ij door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden het verband tussen geboortevolgorde en ontwikkeling. Daaruit komt naar voren dat eerstgeboren zonen om overigens niet al te duidelijke redenen vaker in hoge (leidersposities terecht komen dan andere kinderen. Dat geldt overigens vooral voor eerstgeborenen die een geluk kige jeugd hebben gehad. Daarbij spelen moeders een uitermate belangrijke rol. Recent onderzoek in de kinderpsycholo gie heeft onomwonden aangetoond dat de moeder-kind band als die geken merkt wordt door warmte, steun, aan moediging en openheid de sociale, emotionele en intellectuele ontwikkeling van het kind ten zeerste bevordert. Sommige moeders met deze eigenschap pen hebben bovendien voor hun eerste zoon, eerder dan voor een dochter, de wens dat hij in de wereld een 'zending' zal vervullen. Die wereld tot een betere, rechtvaardiger plaats zal maken dan tot dan toe het geval is. Ze nemen hun taak, hun roeping als moeder dan zo serieus op dat ze al van heel jongsaf aan hun zoon in het perspectief van die zending opvoe den. De moeders van Truman en Johnson begonnen hun zoons al te leren lezen toen ze nog nauwelijks konden lopen. Tijdens hun lagere en middelbare school werden de jongens door hun moeders overhoord, bijgespijkerd waar nodig, en vooral aan gemoedigd het zo goed mogelijk te doen. Moeders en zonen brachten daarom zeer veel tijd met elkaar door, een situatie waarvan we inmiddels weten dat ze zeer stimulerend op de ontwikkeling van kin deren werkt, mitsMits die tijd vooral wordt doorgebracht met het samen uit denken, uitvoeren en achteraf bespreken van token of problemen, thuis en in de wereld. Jarenlang heeft de theorie opgeld gedaan dat mannen die hun moeders lieveling zijn en dan in de grote wereld terechtko men om te ontdekken dat ze daar niet zo liefderijk behandeld worden, voluit op hun bek zouden gaan. Maar zowel de voorbeelden van mannen als Roosevelt, Truman, Mac Arthur en ve le andere succesvolle personen laten iets anders zien. Freud had het bepaald scherp gezien toen hij opmerkte dat een man die de onbetwistbare favoriet is ge weest van zijn moeder, heel zijn leven het gevoel van een veroveraar zal hebben, het vertrouwen op succes heeft dat vaak wer kelijk succes oproept. Ik heb in de loop van de tijd verschillende succesvolle mannen meegemaakt in de periode dat hun moeder overleed. Op merkelijk bij hen allemaal was, dat één van hun verdrietige gevoelens te maken had met het idee nu voorgoed degene te missen die altijd zo trots op hen was, in wier leven zij de held waren, de enige éch te held. Sommige van die mannen gaven zelfs toe dat veel van hun inspanningen mede waren ingegeven door het verlan gen aan de verwachtingen van hun moe der te voldoen. Voor die moeders geldt overigens ook dat de prestaties van hun zoons vaak de graadmeter zijn voor hun succes als moe der. De moeder van Mac Arthur heeft dit wel heel raak getroffen in een gedicht dat ze ooit aan haar zoon zond met daarin de volgende regels: "Zo moeder, zo zoon, zo oordeelt de wereld". Dat is trouwens niet zo ver bezijden de werkelijkheid. We zijn immers heel vaak geneigd om ouders te beoordelen naar hun kinderen. Als twee echtparen met kinderen ruzie met elkaar hebben, dan zijn opmerkingen als: "Moeten jullie no dig zeggen met die zoonvan jullie die Medereizigers in bus, trein of vliegtuig richten hun misnoegen over een lastig of schreeuwend kind vaak tegen de moeder, zo van: "Kun je dat kind van je niet Niet zo gek dus dat Martha Truman iede re keer wanneer Harry haar had bezocht van de president afscheid nam met de woorden: "Nou Harry, gedraag je netjes".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 27