'Zaak-Heijn testcase voor rechtsorde'
Moeders en zonen
Denkwijzer
Onze taal
Orde van Advocaten: verdediger hoeft zich niet met verdachte te identificeren
eu.
UL
oe.
ZATERDAG 23 APRIL 1988
EXTRA
PAGINA 27
De verdachte iri de zaak-Heijn moet de zwaarste straf krijgen, is
een veel gehoorde mening. De kranten gingen nog nooit zo ver in
hun verslaggeving. De identiteit van de verdachte werd in som
mige media nauwelijks verhuld. Het leek of de rechter het schul
dig al had uitgesproken. De advocaat van de verdachte werd te
lefonisch met de dood bedreigd. Gaat de publieke opinie hier de
kant uit van een volksgericht?
Mr. Leo Spigt, waarnemend deken
van de Nederlandse Orde van Advo
caten, vindt de zaak-Heijn een test
case voor de Nederlandse rechtsor
de. "We zijn natuurlijk weinig geluk
kig met de manier waarop de media
over deze arrestatie berichtten. Aan
de andere kant, gebruik maken van
de publieke opinie, dat kan in be
paalde omstandigheden een geëi
gend middel zijn".
door Ko van Leeuwen
"Zoiets kan in je strategie van pas ko-
men. Maar het is een moeilijk en gevoelig
terrein. Twee jaar geleden hebben we op
dit punt overleg gehad met de Neder
landse Vereniging voor de Rechtspraak
en daar is een rapport uit voortgekomen.
De belangrijkste conclusie komt hier op
neer: tot op de dag van de zitting moet er
uiterste terughoudendheid worden be
tracht. En bij voorkeur aan beide zijden.
Dat blijft een zorgelijk punt".
"De berechting van dit soort strafza
ken moet worden overgelaten aan een
professioneel systeem: de officier van
justitie, de rechter en dan de advocaat als
procesbewaker. Zo'n zaak-Heijn is een
mooie toetsing of dat nu bij zo'n zware
zaak ook werkt. Het gaat eigenlijk altijd
goed, maar met zo'n werkelijk zware
zaak zie je dat iedereen zich erop stort.
Dan zijn er allerlei bijverschijnselen. Zo
iets is groot nieuws, en nieuws is ook
handel. Dus dan is de beer los. Dan heeft
elke krant wel weer een ander school
vriendje of buurvrouw om aan het woord
te laten".
Vermoedelijke dader
"Justitie en politie staan voor de vraag:
geef je de naam van de verdachte of niet?
We doen dat niet. Iemand is nooit de da
der voordat de rechter beslist heeft. Je
kunt hooguit spreken van de vermoede
lijke dader. Volgt er, zoals in deze kwes
tie, een bekentenis, dan wordt het alweer
moeilijker. Maar dan zijn er nog meer
factoren in het geding. De persoon van
de verdachte bijvoorbeeld, en de om
standigheden waaronder het delict zou
zijn begaan. Die zijn voor wat het uitein
delijk oordeel van de rechter betreft van
groot belang. Is een verdachte, ook al
heeft-ie het misdrijf begaan, ook straf
baar? En welke straf moet er dan worden
toegepast? Ook voor dit soort vragen is
het professionele systeem noodzakelijk.
Maar bovendien hoeft de verdachte de
dader niet te zijn. Ik heb zaken meege
maakt van mensen die bekenden terwijl
ik wist, of voelde, dat ze het niet hadden
gedaan. Dat komt meer dan eens voor".
Waarom zou iemand zoiets doen? Mr.
Spigt: "Tja, daar kunnen allerlei redenen
voor zijn. Bijvoorbeeld dat iemand er
voor betaald wordt een ander er niet bij
te lappen. Of uit religieuze gronden, als
iemand vindt dat-ie er eindelijk eens aan
toe is flink wat boete te doen. Onze Lieve
Heer heeft nu eenmaal vreemde kostgan
gers. Ik bedoel maar, voordat de recht
bank z'n werk heeft gedaan kun je niets
met zekerheid zeggen. Mag ook niet. En
de pers heeft z'n eigen verantwoordelijk
heid. Maar daar is die pers al zo vaak op
gewezen, dat hoef ik hier niet meer te
doen".
"Verder heb je om een verdachte heen
een groep die opeens heel kwetsbaar is.
Vrouw, kinderen, ouders. Op grond van
het principe 'nieuws is handel' zijn zulke
mensen opeens, ik zou bijna zeggen: vo
gelvrij. Dan maak je wel op vrij ernstige
wijze inbreuk op de privacy; die ménsen
verkeren al onder buitengewoon moeilij
ke omstandigheden. Zo'n vrouw van die
Landsmeerse verdachte heeft een enor
me schok te verwerken als ze er niets van
geweten heeft".
Testcase
"Maar waar ik naar te kijken heb, dat is
de rol van justitie. Die hoort als eerste uit
te dragen dat iemand die nog niet veroor
deeld is hooguit verdachte kan zijn. Ik
weet wel dat er mensen zijn die nu ge
makkelijk kunnen zeggen: als je nog
even zo doorpraat hebben we hier het
Comité ter Verdediging van de Belangen
van de Kidnapper van Heijn, maar dit
soort zaken zijn de testcases om te zien of
ons rechtssysteem goed werkt. Ik heb
Job de Ruyter (de procureur-generaal
onder wie de zaak-Heijn valt - red.) zelf
niet gehoord bij Jaap van Meekren op de
televisie, maar hij moet zoiets gezegd
hebben als: 'Meneer van Meekren, het is
niet zo dat ik hier nu ga zeggen wat wij
gaan eisen. Eerst dient het dossier op de
zitting te zyn en dan is de onafhankelijke
rechter de enige beslisser'. Dan denk ik:
ja, dat is het enige juiste antwoord. Pri-
Minister Korthals Altes sprak in de
eerste opwinding na de arrestatie van de
Heijn-verdachte over de arrestatie van
de dader. Dat was dus voorbarig?
"Ja. Hij zei dat natuurlijk in z'n en
thousiasme, ik begrijp het wel. Het was
natuurlijk een rotzaak, lang mee bezig
geweest en dan eindelijk gebeurt er iets.
Maar zo'n uitlating is weer een reden om
even de vinger te heffen. We hebben hier
nu eenmaal de volstrekt onafhankelijke
rechter en daarvan dien je als bewinds
man zorgvuldig afstand te houden. Nie
mand anders dan die rechter maakt uit of
iemand de dader is. We moeten elkaar de
les blijven lezen. De verdachte wordt be
recht door die onafhankelijke rechter en
niet door een volksgericht, om het nu
maar even overtrokken te zeggen. Een
verdachte is nu eenmaal enorm kwets
baar. In een strafzaak richt zich een to
taal overheidsapparaat op één man: de
verdachte. Het overheidsgeweld, noem
ik dat altijd, tussen aanhalingstekens
dan. En we zijn het erover eens dat dat
mag. Als we het er dan ook maar over
eens zijn dat er dan één man is die z'n
hand mag vasthouden. De advocaat
dus".
Advocaat erbij
Mr. Sanders, de Haarlemse verdedi
ger van de verdachte in de zaak-Heijn,
mocht niet bij het politieverhoor zijn. De
Nederlandse Orde van Advocaten pleit
al jaren voor de aanwezigheid van een
advocaat bij het eerste politieverhoor.
"Ja, we zijn daar een groot voorstander
van. De Orde heeft zelf ooit eens een
wetsontwerp gemaakt over die kwestie.
In februari is er een symposium geweest
waarop we met justitie en politie heel
open over die kwestie hebben gespro
ken. We hebben ook over het rapport-
Fijnaut gesproken. Cyril Fijnaut, hoogle
raar in Rotterdam, heeft een vergelij
kend onderzoek gedaan met het buiten
land. Hij komt tot de concluiie: waarom
niet?".
"In een aantal situaties zou je het kun
nen proberen. Bij verhoren die de rech-
ter-commissaris doet, mag in principe de
advocaat aanwezig zijn. Maar het komt
vaak genoeg voor dat hij het verhoor de
legeert aan de politie en dan mag je er
niet meer bij. In zulke gevallen zou ik me
kunnen voorstellen dat men zegt: laat die
advocaat er dan ook maar bij. Bij die
zaak-Heijn kun je wel aannemen dat er
een gerechtelijk vooronderzoek loopt. Ik
weet niet of de advocaat daar bij aanwe
zig mag zijn. Zelf ben ik regelmatig bij
vrij langdurige verhoren aanwezig ge
weest en ik moet zeggen: het kan heel
goed werken. De advocatuur heeft het al
tijd gewild, maar de politie denkt daar
heel anders over".
Minister Korthals Altes heeft deze
week tegen de vaste kamercommissie
voor justitie gezegd dat hij er ook geen
voorstander van is en dat het de werk
druk van de politie nog meer zal verho
gen.
"Tuurlijk, dat is de zaak onmiddellijk
weer naar een praktisch niveau trekken.
Zo is het klimaat op het ogenblik ook.
Dat is er helemaal niet geschikt voor om
iets in het belang van verdachten te
doen. Ik heb het gevoel dat de advocaten
tegen de wind in piano spelen, in dit kli
maat waarin iedereen denkt aan strafver-
zwaringen en dergelijke".
Balonnetjes
"Er is de laatste tijd weer een serie
voorstellen geweest die de rechten van
verdachten niet versterken. Van drie
naar één rechter gaan, het afschaffen van
beroep op bezwaarschriften. Er is toch
een heel pleidooi geweest om twee men
sen in één cel te zetten. Dat is gelukkig
even van de baan, maar een paar jaar ge
leden was de gedachte alleen al ondenk
baar. Op het ogenblik is de belangstel
ling voornamelijk gericht op de bestrij
ding van de criminaliteit. Dat spreekt
mensen aan. Daarom kunnen er steeds
weer van die ballonnetjes worden opge
laten. Maar dat geldt niet alleen voor de
minister, ook de Kamer stelt zich zo op.
Alle partijen hoor, ook de PvdA".
Mr. Leo Spigt, waarnemend deken van de Nederlandse Orde van Advoca
ten: "Iemand is nooit de dader voordat de rechter heeft beslist". (foto gpd)
"De Orde is een van de organisaties die
ervoor waakt dat de rechtsstaat zo goed
mogelijk functioneert. Maar in dat kli
maat vind ik het opmerkelijk dat we er
toch mee doorgaan om de rechten van
verdachten zo goed mogelijk te verdedi
gen. Ik vind het ook wel kenmerkend. In
die zin: het geeft blijk van onze onver
stoorbaarheid".
Hoe ligt het begrip bij de man in de
straat? Mr. Sanders werd met de dood be
dreigd toen bekend werd dathij als ver
dediger in de zaak-Heijn was aangewe
zen. Het komt er populair gezegd op neer
dat men denkt: hoe kan' zo'n advocaat
nou een moordenaar verdedigen?
"Ja, daar neb je het weer. Het bureau
van de Orde in Den Haag is ook be
stormd met telefoontjes van mensen die
er schande van spraken dat een advocaat
die man überhaupt wil verdedigen. Maar
de gearresteerde is verdachte. Vermoe
delijke dader. In onze rechtsstaat heeft
iedereen recht op verdediging. Iemand
moet het toch doen. Dan is het zaak dat
zo goed mogelijk te doen. De verdediger
hoeft zich echt niet te encanailleren of
zich met de verdachte te identificeren.
Dat is het grote misverstand dat bij heel
veel mensen leeft. De advocaat heeft ook
een rol als procesbewaker"
Niet relevant
"Iedere advocaat hoort op een verjaar
dagsfeestje wel eens de vraag stellen:
hoe kun je dat met jezelf verenigen als jij
nou weet dat-ie het gedaan heeft? Maar
als diezelfde mensen in de problemen
komen, hoe dan ook, dan willen ze wel
meteen een advocaat, dat is het grappige.
Mijn antwoord is dan altijd dat het niet
relevant is of iemand schuldig of on
schuldig is. Het interesseert mij voor m'n
werk niet of mijn cliënt het wel of niet
heeft gedaan. Maar als er acht bewijs
stukken liggen en hij blijft ontkennen,
dan leg ik hem uit dat het simpelweg een
kwestie is van optellen en aftrekken. Ik
zeg dan: als u ontkent gebeurt er dit en
dit, en als u niet ontkent dan zus en zo.
Elke advocaat heeft natuurlijk z'n eigen
stijl en aanpak, en er is een aantal harde
spelregels. Je mag geen bewijsstuk zoek
maken en je mag niet liegen. Liegen is
natuurlijk ook weer een betrekkelijk be
grip".
"Maar dan vraagt men zich weer af hoe
de advocaat kan rechtvaardigen dat ie
mand wordt vrijgesproken terwijl hij het
wèl gedaan heeft. Dan zeg ik: als het vol
gens de regels van de rechtsstaat is ge
gaan, dan is dat goed. Als iemand dus
eens door de mazen glipt, dan is dat de
prijs die we voor een rechtvaardige
rechtsstaat moeten betalen. En die prijs
wil ik betalen. Het alternatief is: we kun
nen het niet bewijzen, maar we laten hem
hangen".
Moetje alles en iedereen verdedigen?
Denkt u aan de bedreiging van mr. San
ders of aan de stroming binnen de sociale
advocatuur in Amsterdam die geen ver
dachten in verkrachtingszaken wil vér-
"Ja, in principe moet je alles verdedi
gen. De verdachte mag het ook zelf doen,
maar als er iemand bij moet komen dan
zijn wij dat. Met uitzonderingen moet je
erg oppassen. Ik heb het in een strafzaak
wel eens meegemaakt dat de details me
zo tegenstonden dat ik de verdediging
niet deed. Dan is voor jou de ondergrens
bereikt. Wat die gedachten bij sommigen
binnen de sociale advocatuur betreft, ik
kan me daar niet in vinden. Geen ver
krachters verdedigen, je kunt dat niet in
z'n algemeenheid zeggen. Maar ik kan
me heel goed voorstellen dat een vrou
welijke verdediger een verkrachtings
zaak liever niet doet. Maar systematisch
'nee' zeggen en denken: dan knappen an
deren het wel op? Nee. Ik heb bijvoor
beeld de grootste bewondering voor ad
vocaten die vlak na de oorlog oorlogs
misdadigers verdedigden. Ik heb me
daar enigzins in verdiept, maar dat werd
magistraal gedaan, met een grote zorg
vuldigheid".
Bedrijfsblindheid
"Criminaliteit en de angst daarvoor,
dat zijn twee zaken die een groot deel van
de bevolking zeer aanspreken. Natuur
lijk spelen de media daar op in. Wiens
privacy dan even geschonden wordt is
niet meer van belang. Maar voor mij wel.
Wat voor de media geldt, dat geldt ook
voor de politie. Dat is een bedrijf waarop
ook nogal wat druk staat. Bij de pers is er
de behoefte om te weten wat er precies
gaande is, en dan krijg je bij de politie te
maken met de voorlichting. Het zijn heel
sterke benen die de weelde kunnen dra
gen. Het Openbaar Ministerie heeft daar
minder last van dan de politie. Daar is
men meer doordrongen van onze rechts
beginselen. Er is natuurlijk een zekere
bedrijfsblindheid bij de politie, en dat
kan ik me ook voorstellen. Maar dan
moeten zij zich kunnen voorstellen dat ik
ertegen waarschuw. Het komt nogal
eens voor dat rechters rekening houden
met de manier waarop iemand in de pu
bliciteit al door de molen ging. Je zet hoe
dan ook de onafhankelijke rechter onder
druk. Het is al moeilijk genoeg ter zitting.
In de voorfase zou je het liefst zo onbe
vooroordeeld mogelijk naar de zitting
toe werken".
De zaak-Heijn behoort tot de zware
strafzaken. De verdediger, die via de pi
ketdienst is aangewezen, is nog jong en
heeft nog geen lange praktijkervaring. Is
het dan verstandig om toch zo'n zware
verdediging op zich te nemen?
"Als je strafzaken doet heb je als advo
caat tegenwoordig een bepaalde gerichte
opleiding gehad. Daar komt nog bij, je
kunt altijd consult vragen, hulp zoeken
bij confrères. Dat is zeker niet ongebrui
kelijk. We zouden misschien een sys
teem moeten hebben maar dit zeg ik
beslist niet in relatie tot mr. Sanders en
de zaak-Heijn, dat wil ik nadrukkelijk
stellen waarin de sterkste schouders
de zwaarste lasten moeten dragen. Overi
gens, de cliënt is er zelf ook nog. Maar
met de leeftijd van de advocaat heeft het
niets te maken".
Inzet
"Ik heb een aardig voorbeeld over leef-
tijdtf- Nog niet zo lang geleden heb ik het
in een kort geding meegemaakt dat een
jonge advocaat die nog maar koud beë
digd was een pleidooi hield dat zijn erva
ren collega van de andere partij het zweet
op het voorhoofd bracht. In de tijd dat ik
zelf uitsluitend strafzaken deed, was ik
op den duur zelfs een beetje bang voor
een bepaalde sleetsheid. Gewenning. Zo
van: dat is niet ingewikkeld, dat doe je
wel even. Maar je hebt elke keer weer te
maken met een heel nieuw individu dat
je volle aandacht eist. Je kunt niet zeg
gen: een jonge advocaat kan dat niet. Een
jonge advocaat heeft vaak een enorme
inzet".
"Zelf heb ik het ook meegemaakt dat
ik in een strafzaak een oudere collega zag
binnenkomen die nooit strafzaken deed.
Daar hield die man opeens een pleidooi,
nou ja, daar liepen de rillingen van over
je rug. Kwaliteit verloochent zich niet.
Terwijl ik dacht: wat doet die man in
godsnaam hier? Man, man, ik zat werke
lijk met open mond te luisteren, hij moet
daar minstens tien uur aan gezeten heb
ben. Een ervaren strafpleiter zou er mis
schien een uurtje werk aan hebben ge
had, maar nu had je hier een hoogst origi
nele aanpak. En hij kreeg keurig vrij
spraak. Stel datje van zo iemand bijvoor
beeld een kort geding zou verliezen, dan
zeg ik: het is prettiger om op onnavolgba
re wijze te worden afgedroogd dan te
van een zwakke tegenpleiter".
Toen mr. Sanders de verdachte in de
zaak-Heijn had gesproken zou hij de op
merking gemaakt hebben: deze man zal
een zware, zeer zware straf moeten krij
gen.
"Zo stond het misschien in de krant.
Heeft hij gezegd: zal wel een zware straf
krijgen, of: zal moeten krijgen? Op grond
van louter berichten kun je daar niets
over zeggen. Maar 'in z'n algemeenheid
kan zo'n opmerking ook onderdeel zijn
van de strategie. In de hoop datje dan la
ger uitkomt. Als dat zo is, dan moet het
wel in overleg met de cliënt zijn. Zulke
uitspraken en ik weet echt niet of ze
gedaan zijn hoor mogen nooit over het
hoofd van de cliënt heen worden gebe
zigd. Zelf heb ik in een verdediging ook
wel eens iets gezegd waarvan de recht
bank dacht: die Spigt is gek. Maar ik al
leen wist waarom ik het zei. Omdat er
tussen mijn cliënt en mij iets besproken
was dat mij dwong tot die stellingname.
En wat ik absoluut niet aan de rechtbank
mocht meedelen. Laat mij dan maar
even gek lijken, zo is het leven. Als de
cliënt er maar wel bij vaart".
DOOR JOOP VAN DER HORST
Enkele maanden geleden begon ik op
deze plaats met de zin Heeft u een paar
schoenen voor mij. Ik kreeg toen een
brief van iemand uit Haarlem die be
zwaar had tegen heeft u. Hij schreef me:
'Onmiskenbaar gebruikt u daar een der-
de-persoons werkwoordsvorm bij een
tweede-persoons onderwerp. Toegege
ven: je ziet deze taaiverminking om de
haverklap in allerlei publicaties. Maar
steeds weer stuit het me tegen de borst.
Ik vind 'u heeft' nog steeds ongepast
taalgebruik'. Aldus die Haarlemse lezer.
Nu is ook mijn rubriek helaas niet altijd
foutloos, en de schuld ligt meestal bij
mijzelf. Niet bij de redactie, want op de
krant werken ze veel nauwgezetter dan
de meeste mensen denken. Maar deze
keer is die lezer abuis. Overigens
schreef hij een heel vriendelijke brief,
dus ik zal van mijn kant vriendelijk uitleg
gen hoe de vork in de steel zit.
U heeft ongelijk, u is abuis, zijn geen
taaiverminkingen, geen slordigheden,
zelfs geen vernieuwingen, maar juist de
oudere en oorspronkelijke combinatie.
Van huis uit is u namelijk een derde per
soon. Omdat we het tegenwoordig ge
bruiken als een tweede-persoon, is ook
u hebt en u bent gewoon geworden. Het
oudere u heeft en u is is op z'n retour;
het klinkt al een beetje ouderwets of stijf.
Als ik al een fout maakte, dan was het
dat ik me te ouderwets uitdrukte. Overi
gens lijkt me voorlopig zowel u heeft als
u hebt correct; net als u /sen u bent. Zelf
vind ik u /s eigenlijk ouderwetser klinken
dan u heeft. Maar op den duur zal het
oudere u heeft en u is wel verdwijnen.
Die Haarlemse lezer heeft dus juist mo
dernere opvattingen dan ik; hij had kun
nen schrijven: 'Ik vind 'u heeft' nu al on
gepast taalgebruik'. In de toekomst zul
len er steeds meer mensen zo over den
ken.
Om te begrijpen hoe dit zo gekomen is,
moeten we terug naar de 15de en 16de
eeuw. Het voornaamwoord voor twee
de-persoon enkelvoud was toen du; in
het meervoud zei men gij. Hetzelfde gij
werd ook gebruikt als beleefdheids
woord tegenover één persoon. Tegen
het eind van de 16de eeuw werd du
steeds minder gebruikt. Tegen iedereen
zei men ge of gij. Of iets anders uitge
sproken: je of jij. Ons woord jij is dus van
oorsprong een meervoudsvorm. Het is
verhuisd naar het enkelvoud. Daardoor
kreeg men behoefte aan een nieuwe
meervoudsvorm. Die ontstond toen uit
de toevoeging van -lieden: gijlieden. Dit
woord ging op den duur klinken als ge
neden, jelieden, jelui, jullie.
Hoe ons woord u is ontstaan, is niet he
lemaal zeker. De meningen zijn ver
deeld, maar de meeste geleerden zeg
gen dat het ontstaan is uit de schrijftaal
afkorting UE voor Uwe Edelheid. Die af
korting zou dan eerst uitgesproken zijn
als uwé, met de klemtoon op de tweede
lettergreep. Later kwam de klemtoon op
de eerste lettergreep te liggen en werd
het woord tot uwe of kortweg u.
We moeten het niet vreemd vinden dat
men in beleefd taalgebruik iemand met
zo'n derde-persoons benaming aan
duidt. Zeker oudere lezers zullen zich
herinneren hoe dit vroeger vaker voor
kwam. Zo zei men destijds ook wel: Wil
vader dat nog eens zeggen? Heeft moe
der goed geslapen? Heeft meneer de
brieven al klaar? Bij Uwe Edelheid hoor
de dus oorspronkelijk een werk
woordsvorm in de derde persoon: Heeft
Uwe Edelheid goed geslapen? Toen la
ter de uitspraak UE of Uwé in zwang
kwam, bleef het werkwoord natuurlijk
derde-persoon, dus heeft en is. Tegen
woordig is dat anders. Niemand denkt bij
u nog aan Uw Edelheid; u is nu het ge
wone woord voor de beleefde tweede
persoon. En daarom gaan we. als van
zelfsprekend, steeds vaker zeggen: u
hebt en u bent.
In de vroege avond van 14 augustus 1945
ging de telefoon in een kamer van een
verzorgingstehuis in het stadje Grand-
view in Missouri. De 93-jarige bewoon
ster, klein en spichtig, excuseerde zich bij
haar bezoeker en ging vervolgens opne
men. "Hallohallo, ja, het gaat goed
met mij. Ja, ik heb naar de radio geluis
terd Ikben blij dat ze de voorwaarden
voor overgave hebben geaccepteerd. Nou,
kom me opzoeken zo gauw als je kan".
"Dat was Harry", zei ze, toen ze weer
ging zitten. Ik wist dat hij zou bellen. Hij
belt altijd meteen op nadat er iets belang
rijks is gebeurd". Ze zei niets over hoezeer
haar Harry haar op handen droeg. En zij
hem. Maar dat was voor de mensen in
haar en zijn omgeving iets dat ook geen
commentaar behoefde.
Tegen de zomer van 1945 was het een pu
bliek geheim geworden dat de nieuwe
president van de Verenigde Staten, Har
ry S. Truman, nog altijd een 'moeders
kindje' was. Zelf 61 jaar oud, noemde hij
haar nog altijd 'mama'. En dus leek het
niet meer dan gepast dat hij vanuit het
Witte Huis naar Grandview zou bellen
binnen een half uur nadat Japan zich
had overgegeven en de wereld niet langer
in oorlog was.
Als kleine jongen had hij zijn moeder tal
loze malen in de keuken geholpen, bood
schappen voor haar gedaan, vlechten ge
maakt in het haar van zijn zusje als zijn
moeder daar geen tijd voor had. Hij was
altijd zeer gericht geweest op het voldoen
aan haar wensen en verwachtingen.
Zelfs als president, hoe vol zijn agenda
ook was, vond hij altijd de tijd haar te
bellen en te schrijven, vaak meerdere ke
ren in de week.
Gek genoeg beschouwde toch niemand
Harry Truman als een 'mama's kindje'
in de gebruikelijke, ongunstige zin van
het woord. En zeker niemand van dege
nen die zijn moeder kenden. Ze was een
directe, moedige vrouw met uitgesproken
meningen en voorkeuren. Hoe meer ik
heb gelezen over haar en over de band
met haar beroemde zoon, hoe duidelijker
me is geworden dat opgroeien als 'ma
ma's boy' niet noodzakelijk schadelijk
hoeft te zijn. Maar natuurlijk heeft de
persoonlijkheid die 'mama' is alles te ma
ken met de ontwikkeling van zo'n zoon.
Er zijn heel wat andere beroemde voor
beelden die dat bevestigen. Trumans
voorganger Franklin Delano Roosevelt
had een trotse, zeer aantrekkelijke en
dwingende moeder, die niettemin door
hem geadoreerd werd en tot op haar
sterfbed grote invloed op hem uitoefende.
Nog een Amerikaanse president, Lyndon
Baines Johnson sprak over zijn moeder
als "de grootste vrouw" die hij ooit had
gekend en als leidende senator placht hij
regelmatig conferenties te onderbreken
om naar Texas te bellen ("om te horen
wat mama ervan denkt").
De moderne geschiedenis kent nog wel
meer voorbeelden van beroemde mannen
wier moeders een grote invloed op hun le
ven en loopbaan uitoefenden, zoals
Douglas Mac Arthur (de man die de Ja
panners versloeg), Jimmy Carter (wiens
vader overigens ook veel invloed op hem
had), Frank Lloyd Wright (de beroemde
architect), om er maar enkele te noemen.
Een van de opvallende kenmerken van al
deze mannen, met uitzondering van Mac
Arthur, was dat zij de oudste zoon waren.
Er is veel geschreven en onderzocht over
r tl
wr" J j Ij
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
het verband tussen geboortevolgorde en
ontwikkeling. Daaruit komt naar voren
dat eerstgeboren zonen om overigens
niet al te duidelijke redenen vaker in
hoge (leidersposities terecht komen dan
andere kinderen. Dat geldt overigens
vooral voor eerstgeborenen die een geluk
kige jeugd hebben gehad. Daarbij spelen
moeders een uitermate belangrijke rol.
Recent onderzoek in de kinderpsycholo
gie heeft onomwonden aangetoond dat
de moeder-kind band als die geken
merkt wordt door warmte, steun, aan
moediging en openheid de sociale,
emotionele en intellectuele ontwikkeling
van het kind ten zeerste bevordert.
Sommige moeders met deze eigenschap
pen hebben bovendien voor hun eerste
zoon, eerder dan voor een dochter, de
wens dat hij in de wereld een 'zending'
zal vervullen. Die wereld tot een betere,
rechtvaardiger plaats zal maken dan tot
dan toe het geval is. Ze nemen hun taak,
hun roeping als moeder dan zo serieus op
dat ze al van heel jongsaf aan hun zoon
in het perspectief van die zending opvoe
den. De moeders van Truman en Johnson
begonnen hun zoons al te leren lezen toen
ze nog nauwelijks konden lopen. Tijdens
hun lagere en middelbare school werden
de jongens door hun moeders overhoord,
bijgespijkerd waar nodig, en vooral aan
gemoedigd het zo goed mogelijk te doen.
Moeders en zonen brachten daarom zeer
veel tijd met elkaar door, een situatie
waarvan we inmiddels weten dat ze zeer
stimulerend op de ontwikkeling van kin
deren werkt, mitsMits die tijd vooral
wordt doorgebracht met het samen uit
denken, uitvoeren en achteraf bespreken
van token of problemen, thuis en in de
wereld.
Jarenlang heeft de theorie opgeld gedaan
dat mannen die hun moeders lieveling
zijn en dan in de grote wereld terechtko
men om te ontdekken dat ze daar niet zo
liefderijk behandeld worden, voluit op
hun bek zouden gaan.
Maar zowel de voorbeelden van mannen
als Roosevelt, Truman, Mac Arthur en ve
le andere succesvolle personen laten iets
anders zien. Freud had het bepaald
scherp gezien toen hij opmerkte dat een
man die de onbetwistbare favoriet is ge
weest van zijn moeder, heel zijn leven het
gevoel van een veroveraar zal hebben, het
vertrouwen op succes heeft dat vaak wer
kelijk succes oproept.
Ik heb in de loop van de tijd verschillende
succesvolle mannen meegemaakt in de
periode dat hun moeder overleed. Op
merkelijk bij hen allemaal was, dat één
van hun verdrietige gevoelens te maken
had met het idee nu voorgoed degene te
missen die altijd zo trots op hen was, in
wier leven zij de held waren, de enige éch
te held. Sommige van die mannen gaven
zelfs toe dat veel van hun inspanningen
mede waren ingegeven door het verlan
gen aan de verwachtingen van hun moe
der te voldoen.
Voor die moeders geldt overigens ook dat
de prestaties van hun zoons vaak de
graadmeter zijn voor hun succes als moe
der. De moeder van Mac Arthur heeft dit
wel heel raak getroffen in een gedicht dat
ze ooit aan haar zoon zond met daarin de
volgende regels: "Zo moeder, zo zoon, zo
oordeelt de wereld".
Dat is trouwens niet zo ver bezijden de
werkelijkheid. We zijn immers heel vaak
geneigd om ouders te beoordelen naar
hun kinderen. Als twee echtparen met
kinderen ruzie met elkaar hebben, dan
zijn opmerkingen als: "Moeten jullie no
dig zeggen met die zoonvan jullie die
Medereizigers in bus, trein of vliegtuig
richten hun misnoegen over een lastig of
schreeuwend kind vaak tegen de moeder,
zo van: "Kun je dat kind van je niet
Niet zo gek dus dat Martha Truman iede
re keer wanneer Harry haar had bezocht
van de president afscheid nam met de
woorden: "Nou Harry, gedraag je
netjes".