Adoptie kan tot grote problemen leiden m Boeiende misdaad Denkwijzer 'We hebben al onze verwachtingen successievelijk overboord moeten gooien' Onze taal m 1 ZATERDAG 16 APRIL 1988 PAGINA 25 De Utrechtse adoptie-deskundige prof. dr. R.A.C. Hoksbergen presenteerde onlangs de resultaten van een onderzoek naar de problemen met adoptiefkinderen in Nederland. Een niet gering aantal van hen zou uiteindelijk weer in een kindertehuis belanden omdat ze in het geheel niet zijn opgewassen tegen de nieuwe familiesituatie. Eén van de vele probleemgevallen doet zich voor bij Karien en Rob Baylé, adoptiefouders van een Koreaans meisje. "We wilden haar veiligheid geven, maar voor Kim was dat de meest chaotische en bedreigende situatie die ze ooit had meegemaakt". Daar kwam de 5-jarige Kim uit Ko rea de vliegtuigtrap af, en zij "was dan van ons". Dat gevoel hadden Karien en Rob Baylé uit Maarssen- broek acht jaar geleden toen ze hun adoptiefkind van Schiphol gingen afhalen. Een spannend en aangrij pend moment, weet Karien zich te herinneren. door Jos van der Meer Vrijwel meteen zagen ze dat het niet goed zat met Kim. "Ze paste zich onge looflijk snel aan", zegt Karien, "alle ener gie stopte ze in het nadoen van de men sen om haar heen, met de bedoeling zo vlug mogelijk 'Nederlands' te zijn. Maar dat was buitenkant, ze speelde een rol. Na twee weken was ze ineens zoek. Uren hebben we gezocht, alle stadia van onge rustheid maakten we door en toen kwam ze vrolijk terug. Ze kende de weg toch? Daarmee gaf ze aan dat ze met ons niks te maken heeft. Ze liep niet weg bij ons, ze ging haar neus achterna, ze had 'over leefd'. Dat had ze in Korea altijd al moe ten doen". Familieleven Gezinsuitbreiding wilden Karien en Rob in 1980. Ze hadden twee zoons van 8 en 10 jaar oud en hoefden niet per se nog een eigen kind, maar wilden wel iemand in een knelsituatie een familieleven ge ven. Een Nederlandertje adopteren bleek onmogelijk, dat wordt alleen ge plaatst in kinderloze gezinnen. Daarom werd het een buitenlands kind. Geen ba- bytje, want dan zou de afstand met het ei gen kroost te groot zijn. En geen gehan dicapte. Dat zou te zeer een extra claim op het gezin hebben gelegd. "Op het oog was ze gezond, maar het was een meisje met een handicap, een emotionele handicap. We spraken thuis nadat we datum van aankomst, naam en een foto hadden gekregen niet lan ger van 'het kind' maar over 'Kim, onze dochter'. Maar zo eenvoudig lag het niet". Karien Baylé maakt de volgende re constructie. Iemand in een ver land doet afstand van een kind, doet het weg. Het wordt door onbekenden op een vliegtuig naar Nederland gezet en daar gedropt bij vreemden die zich gedragen alsof ze va der en moeder zijn. "De ouders hebben het gevoel: we krijgen een dochter. Maar het kind krijgt geen ouders; het komt in huis bij 'vreemde witte mensen' die het niet kent maar die meteen een band wil len scheppen. Ze geven warmte, tonen emoties, willen het kind zich thuis laten voelen. Maar die liefde valt helemaal ver keerd, want bindingen met anderen: die gaan kapot". "Als ouder besef je op zo'n moment niet datje met iemand te maken hebt die in de eerste levensmaanden geen hech- tingsgevoel heeft kunnen ontwikkelen en zich om die reden op latere leeftijd bij niets of niemand kan aansluiten. Kim is als pasgeborene te vondeling gelegd. De mensen die haar vonden hebben haar verzorgd tot ze ziek werden. Toen is ze wederom weggedaan. Het krijgen van warmte kan ze daardoor niet verwerken, ze is er doodsbang voor. Wij wilden vei ligheid geven, maar voor dit meisje was dat op hetzelfde moment de meest chao tische en bedreigende situatie die ze ooit had meegemaakt". Beginfout Nu weet Karien wat haar beginfout is geweest: ze bewaarde geen afstand. "Of een adoptie werkelijk slaagt hangt volle dig af van de intentie en de draagkracht van het kind, niet van de ouders. Kim maakt uit of en zo ja: wanneer wij ouders worden. Ik had moeten beginnen met een aardige buurvrouw te spelen, er na kun je misschien een tante zijn en dan mag je hopen ooit nog eens moeder te worden. Eigenlijk heb ik altijd net een fa se te hard gelopen". Karien schetst hoe Kim op slag kan veranderen als ze te ver gaat met het to nen van affectie. "Ik hoef maar een arm om haar schouder te leggen en het levert wekenlang ruzie op. Dan gaat ze heel erg uitdagen om straf te krijgen: jatten, lie gen, zich niet aan afspraken houden, heel lastig doen, maar dan in het kwadraat". "Wanneer ik met haar praat over 'wij' en 'zij', als ik vraag wie voor haar nu 'er bij horen', dan noemt ze zichzelf en een paar namen uit het verleden. De buiten wereld, zegt ze, bestaat uit de school, vriendinnetjes, èn ons. Wij zijn nog altijd vreemden by wie ze tegen wil en dank is gedropt". Ondanks dit bepaald niet rooskleurige beeld van acht jaar leven met Kim uit Korea, vindt Karien Baylé niet dat de adoptie mislukt is. "Wel is het zo dat de onderneming compleet anders is verlo pen dan we hadden verwacht. We heb ben onze verwachtingen successievelijk allemaal overboord moeten gooien en zijn op een veel lager niveau verder ge gaan". Rob en Karien hebben nooit op het punt gestaan met Kim te kappen en haar naar een Nederlands kindertehuis te stu ren. Dat is het lot van 600 van de 18.000 buitenlandse adoptiefkinderen in Ne derland, een aantal dat jaarlijks met zes tig stijgt. Deze cijfers zijn onlangs be kendgemaakt bij de presentatie van een onderzoeksverslag van de adoptie-spe cialist prof. dr. R.A.C. Hoksbergen, die verbonden is aan de Rijks Universiteit Utrecht. Hoe verder? Wel hebben de Baylé's meermalen het punt bereikt waarop ze niet meer wisten hoe ze verder moesten. "Maar we zijn al tijd blijven vinden dat het Kim niet nog eens mag overkomen dat iemand haar wegdoet, zoiets zou haar totaal ten gron de richten. Ze noemt zichzelf nu al een vuilniszakkenkind". Desondanks kan Karien zich goed voorstellen dat andere ouders zo'n dra matisch besluit wél nemen. "Je hoort van mensen bij Loga, de werkgroep van ouders met adoptiefkinderen waarbij we zijn aangesloten, die tien keer ergere din gen meemaken dan wij. Daarbij gaat het om kale woorden als diefstal, brand stichting, weglopen, prostitutie, maar daar zitten enorme verhalen achter vol emoties als falen en totaal geen contact met een kind kunnen leggen. Bij ons wordt dat contact telkens weer afgebro ken, maar het is er tenminste nog 'n beetje". Karien Baylé is blij dat prof. Hoksber gen "nu eindelijk" de opvatting van Lo ga is gaan delen dat er meer achtergrond informatie nodig is over buitenlandse kinderen voordat ouders daadwerkelijk tot adoptie besluiten. Toen diens onder zoek werd gepresenteerd zei hij: "Een es sentiële en fundamentele verandering is nodig in de wijze van keuze en plaatsing van kinderen. Er is veel goedwillend heid, maar te weinig kennis. Voorberei ding en begeleiding van ouders moeten beter, de natuurlijke selectie van adop tiefouders schiet nu tekort. Adoptie gaat te vaak mis om basale redenen, doordat kinderen vaak helemaal niet aardig rea geren op alle aandacht die ze ineens krij gen. De mensen hebben te hoge ver wachtingen. Een betere voorlichting zou die kunnen neutraliseren". Volgens Karien Baylé liggen de zaken niet zo simpel: "Bij problematische of mislukte adopties gaat het om structure- ler zaken, zoals vroege verwaarlozing en de stoornissen die daardoor optreden. Zoiets is niet met een goede voorlichting te verhelpen. Ik vind: we krijgen al te vaak te-horen dat alles aan de ouders ligt". Twee regeltjes Bij haar bestond de achtergrondinfor matie die' het 'Bureau Interlandelijke Adoptie' verstrekte overigens uit niet meer dan twee regeltjes. Het kind was gezond, wilde graag piano leren spelen en zou leidinggevende capaciteiten heb ben. "Terwijl er meer over haar bekend was, ze had vijfjaar lang vaste verzorgers gehad". Karien geeft toe dat dit gebrek nadelig is geweest: "We hebben ons geen goede voorstelling van de situatie kunnen ma ken. Het was beter geweest als we van te voren een antwoord hadden kunnen ge ven op de vraag: kunnen wy met een ont wikkelingsstoornis bij ons nieuwe kind wel omgaan?" Hoksbergen liet zich bij de presentatie van zijn onderzoek ook negatief uit over de opvang door Nederlandse hulpverle ners. "De hulp wordt in vrijwel alle ge vallen niet als effectief of zelfs maar als positief ervaren. Ouders voelen zich on begrepen: öf de hulpverleners nemen hen niet serieus, öf ze adviseren te abrupt plaatsing in een kindertehuis". Rob en Karien Baylé behoren tot de groep die wel te spreken is over de hulp die ze hebben gekregen, hoewel dat niet voor honderd procent is. Karien is er bij voorbeeld niet dank zij professionele krachten achter gekomen wat er wezen lijk mis was bij Kim. "Ik ben me zelf gaan oriënteren op ontwikkelingsproblemen bij het kind. Ineens las ik toen dingen die op onze situatie sloegen, bijvoorbeeld over rouwprocessen rond een niet ver werkt afscheid. Het bleek normaal dat kinderen dan een enorme strafbehoefte krijgen. Dat verlies is zeker gekomen omdat ik stout ben geweest, is hun onbe wuste gedachte en ze hebben het gevoel daarvoor constant te moeten worden ge straft. Als je dat eenmaal ziet wordt alles helemaal anders". Gebruiksaanwijzing Karien is druk bezig geweest te ont dekken wat de 'gebruiksaanwijzing' is van Kim. Bij de Riagg schikte ze zich daartoe in een gezinstherapie, hoewel haar eerste reactie was: "Aan me nooit niet, het probleem zit bij dat meisje". Eén jaar loopt die therapie nu, door Kim zwij gend gevolgd met de rug naar de anderen toe gekeerd. Maar er is ook een psychologische test bij haar gedaan en die heeft Karien al een deel van het door haar zo vurig gewenste antwoord opgeleverd: "Ik sluit nu een heleboel emoties uit die ik niet van 'r ver wachten kan, ze zal haar hele leven moei te houden met het leggen van wezenlijke contacten. Zij geeft aan wat op dat ge bied nog net wèl kan en wat niet. En dat is het dan". eu. ij- ui. oe. DOOR JOOP VAN DER HORST Geen weekend zonder cryptogram. Als op zaterdagochtend de boodschappen gedaan zijn. gaan we koffiedrinken en meteen het cryptogram oplossen. Een belangrijk en heerlijk moment. De verlei ding is groot om onderweg van de brie venbus naar boven, we wonen op een bo venhuis moet u weten, stiekem vast even te kijken. Maar nee. dat is tegen onze re gels. De krant blijft dichtgevouwen. Je legt hem op tafel klaar met een ballpoint ernaast en je wacht tot de koffie binnen komt. Dan pas mag er begonnen worden. De jongens zijn naar de padvinderij, mijn dochter doet balletoefeningen en hun stiefmoeder, zal ik maar zeggen, vouwt de krant open. Wat is zo'n cryptogram toch altijd weer moeilijk. Soms komen we er niet uit. Maar als het meezit gaan we bij de buren langs, die een andere krant lezen, met een an dere puzzel, en dan pakken we die er nog bij. Doordeweeks kruiswoordpuzzels en in het weekeinde een cryptogram. Zo houden we de relatie overeind. Kruiswoordpuzzels vind ik nog moeilijker. Ik weet te weinig. Rivier in Frankrijk, muntsoort, adellijke titel. Europeaan van drie letters. Je mag wel een encyclopedie in je hoofd hebben om dat te kunnen op lossen. Cryptogrammen zijn makkelijker; je moet wel meer nadenken, maar je hoeft minder te weten. Vervelend lang meisje van vijf letters, dat moet Ellen zijn. Dit meubel is in een tel af. is natuurlijk een tafel, want het woord afstaat daar in een tel: t-af-el. Dit vaartuig kan een rondje be schrijven. vier letters, moet een kano zijn: kan-o. Een oversteekplaats voor twee dieren, acht letters, is een zebrapad om dat zebra en pad allebei een dier zijn. Het cryptogram is een bijzonder soort kruiswoordpuzzel en wel zo dat elke om schrijving zelf ook een puzzel is Het schijnt dat Arthur Wynne de uitvinder is van de kruiswoordpuzzels. Hij was af komstig uit Liverpool, emigreerde naar New Vork en publiceerde daar op 21 de cember 1913 in de New York World de al lereerste kruiswoordpuzzel. Het werd een succes, en Arthur Wynne en de krant gingen ermee door. In 1921 nam Marga ret Petherbridge het werk over. Het was toen nog iets speciaals van die ene krant. Dat werd in 1924 anders. Uitgeverij Si mon en Shuster gaf toen een boekje uit met vijftig kruiswoordpuzzels, het eerste puzzelboekje, samengesteld door onder andere die Margaret Petherbridge. Dit boekje werd een ongekend succes en kruiswoordpuzzels werden in korte tijd erg populair in de Verenigde Staten. De eerste Engelse kruiswoordpuzzels zijn van 1922. Ook daar werden ze al gauw razend populair. Binnen een paar jaar had iedere krant zijn eigen puzzel. De Times was een van de laatste, want die begon er pas in 1930 mee. Het waren vooral de Britse puzzels die weldra crypti- scher omschrijvingen kregen. De Ameri kaanse bleven gewoon kruiswoordpuz zels. Hoe weet die jongen dat allemaal? Net zegt-ie nog dat hij zo weinig weet. Klopt, ik schrijf het alleen maar over uit een inte ressant boekje met de titel The Oxford Guide to Word Games (Oxford University Press 1984), geschreven door Tony Augarde. Daarin staat niet alleen veel over kruiswoordpuzzels en cryptogram men, maar ook over tientallen andere woordspelletjes en woordpuzzels. Er staat niets over Nederland in. Dat is jammer. Wanneer en waar verscheen de eerste Nederlandse kruiswoordpuzzel? Welke krant is ermee begonnen? Het zal ook wel in de jaren twintig geweest zijn. Het woord kruiswoordpuzzel of -raadsel is van de jaren dertig; het woord crypto gram in zijn tegenwoordige betekenis van na 1945. Ik heb een oud woordenboek van 1931 en daarin staan ze geen van beide. Mensen worden meer geprikkeld door ge weld en misdaad dan door geweldloos heid en weldaad. Bij een bokswedstrijd die ik ooit eens bijwoonde, slingerden zelfs pas gekapte, gezellig in hun vlees zit tende vrouwen van boven de zestig de meest bloeddorstige kreten de ring in. Van een ongewone misdadiger weten we binnen een dag zelfs of hij nu wel of niet iedere week zijn tuin harkt. Maar van een winnares van de Nobelprijs voor de Vrede zoals moeder Teresa kregen we niet eens te horen hoe oud ze was. Laat staan of ze in een rijtjeshuis of een flat woonde. Waarom die intense belangstel ling voor het slechte in de wereldEen hoofdredacteur van een krant verklaar de me dat eens met te zeggen dat het slech te afwijkender is dan het goede. En alles wat afwijkend is trekt nu eenmaal meer onze aandacht. Zo'n positief mensbeeld kan ik wel waarderen, maar de verkla ring klopt van geen kanten. Iemand die zijn belastingformulier eer lijk invult wijkt af van de norm maar ik moet nog zien dat de kranten zo'n figuur tot in intieme details in het zonnetje zet ten. Een andere verklaring onder journa listen en andere ongeregelde geleerden, zoals de media-psychologen, is dat veel aandacht geven aan slechte dingen men sen helpt op het goede pad te blijven. Zo iets van: als mensen maar veel praten en nadenken over het slechte huwelijk van hun buren, dan vergroot dat de kans dat ze zelf netjes bij elkaar blijven of als je maar vaak genoeg in de krant leest of op de buis ziet dat misdaad niet loont, dan laatje het wel. Een vrome, maar irreële hoop. Als je re gelmatig in de kranten of op de televisie uitgebreid over zelfmoorden bericht, dan neemt het aantal zelfmoorden toe. Zo een voudig ligt dat. Hetzelfde lijkt op te gaan voor moorden of andere gewelddadighe den. Daarin zit 'm precies de kneep. Niet al leen het zelf deelnemen aan geweld, maar ook het kijken er naar of het lezen erover brengt bij de meeste mensen iets in hun li chaam teweeg. Het leidt tot afscheiding van bepaalde stoffen, zoals adrenaline, waardoor we actiever worden en opge wonden raken. Let er maar eens op hoe het hele gezin op de bank op en neer springt tijdens een spannende vechtpar tij op de tv. Hoe harder en hoe luider de meppen, hoe hoger de sprongen. Voor sommige mensen kan het kijken naar een spannende en vooral ruwe sportwed strijd zoveel opwinding en kwaadheid betekenen dat hun lichaam het niet aan kan en ze hartklachten krijgen. Geweld of agressie verdrijft apathie en gelatenheid. Om hun volk in beweging te krijgen en naar hun hand te zetten, ge bruiken leiders al eeuwenlang de lokroep van de oorlog tegen echte en denkbeeldige vijanden. Sluwe redacties vullen hun kranten elke dag met berichten over mis dadigers, viezeriken en wreedaards. Op die manier hebben lezers telkens iets om opgewonden over te raken, om ach en wee over te roepen of wraak of straf voor te ei sen. Koppen in zulke kranten beginnen dan ook steevast met vette woorden als: "Drama inof "Bloedbad tijdens enzovoort. Het slechte of gewelddadige t1 4 door René Diekstra 1 hoogleraar psychologie te Leiden gedrag van anderen helpt zo om de sleur en verveling te verdrijven waarmee ve len van ons anders de dag zouden moeten slijten. Trouwens, als de krant daarvoor niet ge noeg soelaas biedt, dan is er nog altijd wel een misdaadserie op een van de vele netten. Of een overspelig familielid of col lega om er al roddelend onszelf mee te prikkelen. Helaas hebben sommige mensen - en heus niet alleen mensen zonder werk niet genoeg aan kijken, luisteren of lezen. Ze willen het kwaad zelf geproefd heb ben, ook al is het (meestal) maar één keer in hun leven. Zulke mensen, zeker als ze op het eerste gezicht net zo gewoon lijken als wijzelf, fascineren ons mateloos. De knappe buurvrouw, die een liefdes praktijk begint, dringt in de fantasie van alle mannen uit de buurt binnen met de vraag: hoe zou het eigenlijk zijn om met haarDe slimme (of toch niet?) in genieur, die een gewelddadige kidnap in scène zet blijft een hele natie voor lange tijd boeien met de vraag: wat voor man zou dat eigenlijk zijn In beide gevallen gaat het om mensen, die een grens hebben overschreden, die wij zelf hoogstens in onze fantasie min of meer regelmatig overschrijden. Want hoeveel mensen fantaseren (soms) niet over: het beroven van een rijkaard die toch geld genoeg heeft en het vermoedelijk niet eens zou merken; het 'omleggen' van een verdomd lastige baas, schuldeiser, schoonouder of zelfs ouder; het zonder uitdrukkelijke toestemming seksueel gebruiken van medemensen, tot zelfs kinderen en dieren toe; - het vernederen of zelfs martelen van anderen aan wie ze een grote hekel of voor wie ze een sterke minachting heb ben. Om maar een paar fraaie mogelijkheden te noemen. Een van de aartsvaders van de psycholo gie, Sigmund Freud, zei ooit dat er niets zo slecht is of mensen fantaseren er wel over. Maar tussen fantasie en handeling gaapt de kloof die we cultuur noemen. Bij de geboorte is de mens nog een en al driftwezen. Een wezen dat onmiddellijke bevrediging van behoeften eist en gewel dig stampei kan maken als directe bevre diging niet plaatsvindt. Maar om zich te kunnen invoegen in de sociale orde moet het leren die onmiddellijke bevrediging uit te stellen. In plaats van meteen in de pan met voedsel te duiken leert het rustig aan tafel te zitten en de bediening af te wachten. In plaats van zich direct op de eerste de beste aantrekkelijke man of vrouw te storten leert het (hopelijk) op een beschaafde manier relaties aan te leggen. In plaats van in de kas van het be drijf te graaien leert het te wachten op de salaris-uitbetaling. Via sociale afkeuring en straf leert de cultuur de mens, die er in opgroeit, angst te ontwikkelen voor ongecontroleerde be hoefte-bevrediging. Angst toomt mensen in maar verandert de aard van het beest natuurlijk niet. Het verlangen naar on beperkte driftvrijheid blijft sluimeren. Geef een mens een supersnelle auto, leg de politie te slapen en ook al weet hij dat het niet mag en dat het gevaarlijk voor ande ren kan zijn, hij zal zonder wroeging alle snelheidswetten aan zijn wielen lappen. Barbaars gedrag oefent op de beschaaf de mens een magische aantrekkings kracht uit omdat het hem beioust of onbe wust herinnert aan duistere krachten en verlangens die in hemzelf loeren. Onze samenleving is een maar net in de hand gehouden jungle. Als de aap in de boom naast ons amok maakt, is het inder daad zaak dat we hem te pakken krijgen, goed bestuderen en opbergen. Anders be staat het gevaar dat het hele oerwoud op hol slaat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 25