'Rode beesten en
zwarte monsters'
Bezit Liberace's ruim 2 miljoen dollar
Terecht gesubsidieerd
Veertig jaar Cobra in Kopenhagen
Junks vast
spannender
Solisten maken het waar
PAGINA 30
KUNST
DONDERDAG 14 APRIL1988
man gebracht als het 'credo' van
Van Stuijvenberg.
Toeval
De gevolgen van een grap blijken
immens. Duizenden schuifelen
langs de artiesten van Cobra en al
wat er mee in verband wordt ge
bracht; een internationaal festival
dat de vrije ontwikkeling van de
creativiteit eert.
In die ontwikkeling past de eigen
weg van de individuele kunste
naar. Het wordt af en toe nogal dui
delijk dat het élan van 1948 soms
steikere resultaten heeft opgele
verd dan de bezonkenheid van la
ter jaren. Slechts enkelen behou
den een intensiteit van werken die
tot op de huidige dag boeit en over
tuigt.
En toch zit er in die uitloop vol
doende licht en lucht om van een
belangwekkende manifestatie te
kunnen spreken. Het Nieuwe
Schilderen dat een deel van de we
reld zo'n goede tien jaar geleden
kwam verbazen staat niet op zich
zelf, maar heeft ontwikkelingslij
nen. De winst voor de kunstenaars
van Cobra en (in Nederland) het
Experiment zit in de eigen plaats
die men zich buiten de luwte en het
bezwaar van groepen en bewegin
gen heeft veroverd. Schilderen,
zonder de formaliteiten van het re
gelspel, is een levende en levendige
werkelijkheid gebleken; waar Co
bra verkronkelde ging de schilder
zijn weg.
Karei van Stuijvenberg, Odense
en Brandts Klaedfabrik laten tot
eind april werken zien van
Alechinsky, Appel, Atlan, Balie,
Bille, Brands, Bury, Collignon,
Constant, Corneille, Cox, Dotre-
mont, Doucet, Ferlov, Gear, Gil
bert, Götz, Gudnason, Heerup,
Huiten, Istler, Jacobsen, Jorn, Ke-
meny, van Lint, Lucebert, Manco-
ba, Nieuwenhuys, Olyff, Ortvad,
Osterlin-, Pedersen, Raine Rein-
houd, Rooskens, Svanberg, Tajiri,
Thommesen, Ubac, Vandercam,
Wolvecamp en de dichters Kouwe-
naar, Claus, Vinkenoog, Jan G. El-
burg en Hans Andreus.
Dezelfde namen kon men tegen
komen op de grote Cobra-veiling
die vorige week' in Kopenhagen
werd gehouden. Het verkoopre
cord ging naar een schilderij van
Asger Jorn (La grande Fatigue
1964): driehonderdduizend gulden.
De Appels en Luceberts bleven
daar (enigzins) bij achter... Zij gaan
dit najaar in Amsterdam in de her
kansing.
Intrigerende voorstelling
Scène uit de voorstelling 'Een keer geslagen, nooit meer bewogen'.
(foto pr)
'Een keer geslagen, nooit meer bewogen'
door toneelgroep Toetsteen. Tekst en re
gie: Ger Beukenkamp. Gezien op 12 april
in de Kleine Komedie in Amsterdam. Al
daar nog te zien tot en met 16 april.
AMSTERDAM Grote vraag na
de voorstelling 'Een keer .gesla
gen, nooit meer bewogen' van
amateurgroep Toetsteen was:
heeft Ger Beukenkamp nu een
heel knap toneelstuk geschreven
of niet? De twijfel over de waar
de van Beukenkamps tekst heeft
twee oorzaken. Eén, het feit dat
de tekst door amateurs werd ge
speeld; twee lijkt het erop dat
Beukenkamp net te veel in de
tekst heeft willen stoppen.
De voorstelling 'Een keer ge
slagen, nooit meer bewogen' is
geheel door WVC gesubsidieerd.
Een geste die aangeeft dat WVC
de kweekvijverfunctie voor
nieuw acteer- en toneelschrijfta
lent van de amateurgroep naar
waarde weet te schatten. Deson
danks blijft het ondanks het
hoge niveau overduidelijk een
amateurgezelschap. Er werd
goed gespeeld, bij momenten
zelfs heel sterk, maar over het ge
heel was het acteren niet overtui
gend. Dat de voorstelling en de
verschillende personages toch
gaandeweg steeds intrigerender
werden heeft alles te maken met
de originaliteit van de tekst van
Beukenkamp.
Op het programmablaadje van
de voorstelling staat het beroem
de (en heel mooie) gedicht 'het
steenen kindje' van Nijhoff afge
drukt. Laatste strofe: "O zoontje
in me, o woord geschreven,/O
vlèeschlooze, o kon ik u baren -
/Den nood van ongeboren leven-
/Wreekt gij met dit verwijtend
staren". Dit gedicht is veelal poë
ticaal geïterpreteerd: het stenen
kindje zou staan voor het niet ge
schreven gedicht, de poëtische
impasse en onvruchtbaarheid. In
de voorstelling wordt het gedicht
door de moeder geciteerd. Ze is
weduwe en woont samen met
haar zoon en dochter. Als haar
zoont trouwt, verlaat ze uit jaloe
zie het huis om later toch terug te
keren. Moeder en zoon hebben
uiterst hechte en complexe rela
tie. Samen willen ze een roman
schrijven. Maar de roman wordt,
als het stenen kindje, nooit 'ge
boren'.
Het stenen kindje fungeert in
de voorsteling als een metafoor,
plat gezegd, voor van alles en nog
wat. Dat is de zwakte van de
voorstelling. De zoon (Charles)
lijkt onvruchtbaar te zijn in de
zin dat hij geen kinderen kan ma
ken. Zijn vrouw (Mary) heeft
heel haar leven naar een kind
verlangd en neemt uiteindelijk
als substituut een hondje, dat
door de moeder wordt doodge
maakt. De relatie tussen Charles
en Mary komt niet tot leven.
Mary is in haar jeugd zo gesla
gen, dat ze sindsdien onverschil
lig (onbewegelijk) en ongrijp
baar is geworden.
De (creatieve) onmacht van het
drietal wordt becommentarieerd
door de zus (Regina) en de neef
(Jules), die ook in huis woont. De
neef fungeert in de voorstelling
vaak als verteller. De neef obser
veert als een Frits van Egters de
familie-perikelen en probeert er
een detective uit te construeren.
In het gezin heerst een leescul
tuur. Literatuur is hét onderwerp
van gesprek. Alle grappen zijn
woordspelletjes of verbasterin
gen van klassieke Nederlandse
boektitels. 'Een keer geslagen,
nooit meer bewogen' speelt zich
in de jaren '40 in Amsterdam-
Zuid af tussen glas-in-lood, dres-
soirkasten en vloer- en tafelkle
den. Terwijl men voortleest vol
trekt zich binnenskamers een
Hollandsch drama a la Arthur
van Schendel.
Ger Beukenkamp heeft de
tekst niet alleen geschreven,
maar de voorstelling ook geregis
seerd. In de hoedanigheid van re
gisseur heeft hij nog heel wat in
de tekst zitten kappen en schrap
pen, heeft hij de 'Uitkrant' van
Amsterdam toevertrouwd. Ik
kan me niet aan de indruk ont
trekken dat de tekst nog verder
kan worden gepolijst. Zo is de ti
tel bij voorbeeld uiterst ongeluk
kig gekozen. Het zou zeer inte
ressant zijn om dan te kijken wat
een proefessionele groep er mee
zou doen.
RADBOUD ENGBERSEN
ginne niet werkelijk in dit soort
spraakmakende uitingen geïnte
resseerd. Hij kocht aanvankelijk
uit gekkigheid, nieuwsgierigheid
en speelde ook een beetje de rol
van de museumdirecteur die koopt
en koopt uit angst ook maar iets te
zullen missen. Dat alles verkeerde
in een ware passie. In enkele jaren
kwam zo een verzameling van mu
seale allure en kwaliteit tot stand.
De tentoonstelling en de bijbeho
rende catalogus worden nu aan de
Dit jaar is het veertig jaar geleden dat op een terras in de
schaduw van de Parijse Notre Dame de kunstenaarsbe
weging Cobra ontstond. Het betekende niet minder dan
Revolutie. Vanuit het barre Noorden werd een, in veler
ogen monsterlijk, antwoord gegeven op het zuidelijk dic
taat dat de Europese kunst van uitgekiende opdrachten
voorzag. Cobra: Copenhagen, Brussel, Amsterdam. Voor
naamste exponenten op dat moment: de Deen Asger Jorn,
de Belgen Christian Dotremont en Philippe Noiret en de
Nederlanders Karei Appel, Corneille en Constant. Schil
deren staat weer centraal en conventie maakt plaats
voor discussie.
Er zou deze zomer uitgebreid aandacht aan het jubile
um worden besteed, maar Amsterdam en Brussel haak
ten af. Reden: er heeft sinds Cobra zoveel plaats gehad in
de eigentijdse kunst dat men het zicht op een verouderde
revolutie heeft verloren. Het Kopenhagen aller Denen,
waar de post-Cobra-uitingen minder voet aan de grond
kregen, denkt daar anders over.
ODENSE - Het feest van Cobra
heeft niet lang geduurd. Na drie
nogal woelige jaren gaan in Luik de
belletjes uit de champagne en de
slingers op zolder. Het officiële ein
de van een beweging is een feit. Ze
heeft veel vingers naar het voor
hoofd gebracht maar evenzeer de
vitaliteit van de kunst op vaak
schokkende en indringende wijze
onderstreept. De kunst is bevrijd
van de conventie, zegt men hier.
Het beest is los, hoort men daar.
Die bevrijding heeft doorgewerkt
zodat men, terugkijkend na veertig
jaar, kan vaststellen dat de nasleep
aanzienlijk belangrijker is geweest
dan de stormachtige momenten
van het onstaan.
Vlak na de oorlog groeit in grote
delen van Europa, vooral de bevrij
de hoofdsteden, in de wereld van
kunst en kunstenaars de behoefte
aan inventarisatie van mogelijkhe
den en gezamenlijke actie. Men is
van mening dat de kunst beheerst
wordt door een burgerlijke regel
geving die de ontwikkeling van de
creativiteit in de weg staat. Vooral
de surrealistische doctrine van
Breton en de wetgeving van de for
mele 'koude' schilderkunst, die
niet zelden teruggrijpt op het starre
theoretische vernuft van de neo-
plasticisten rond Mondriaan, moe
ten het ontgelden. Er wordt zwaar
en heftig gediscussieerd in hoge
hevige taal. De boodschap is even
wel duidelijk: als de Kunst een
veelkleurig en lustig vogeltje is,
stop het niet in een kooi ook al lij
ken de spijlen van goud. Is de
Kunst een wild onstuimig dier,
tracht haar vooral niet te temmen.
De eerste week van november
1948 zijn kunstenaars en medestan
ders uit Kopenhagen, Brussel, Am
sterdam Praag en Parijs samenge
komen om in de Franse hoofdstad
Structuur of chaos
komt niet over
Spring Dance Festival Utrecht. Voorstel
ling: Tanz mit Manner. Choreografie:
Roxarte Huilmand. Licht: Wolfgang Kolb.
Decor: Christine Flasschoen. Kostuums:
Roxane Huilmand. Gezien op 13 april in
De voormalige glashandel in Utrecht, al
waar nog tot en met 17 april.
UTRECHT - De Nederlandse
danseres Roxane Huilmand de
buteerde in 1986 als choreogra
fe met de produktie Muurwerk.
Als danseres al zegevierend in
onder meer de voorstellingen
van Anne-Theresa de Keers-
door
André Oosthoek
onder de vlag van het 'revolutionai
re surrealisme' het pad der vrijheid
te verkennen. Aan het eind van die
week is Cobra geboren.
Het lijkt een spontane actie maar
ze is niet zonder historie. Vooral in
Denemarken, waar zoals in Vlaan
deren het pure schilderen om
steeds nieuwe meesters vraagt,
broeit het al zo'n twintig jaren. Ver
zameld rond enkele tijdschriften
hebben uiteenlopende schilders
als Jorn, Bille, Pedersen, Alfelt, Ja
cobsen en Heerup elkaar gevon
den. In het land van het sprookje
en de wat zwaardere mythe wordt
een synthese bereikt met allerlei
vormen van ongebonden primitie
ve kunst. In theoretisch opzicht
gaan ook de verworvenheden van
de psycho-analyse een rol spelen.
In Parijs liggen de accenten anders
al geldt ook in het werk van baan
brekers als Picasso, Miro en -in
mindere mate- Dubuffet de door de
surrealisten rond Minotaure aange
wakkerde aandacht voor het primi
tivisme. In Amsterdam wijst de Ex
perimentele Groep in een aanloop
naar 'Vijftig' luidruchtig op haar
bestaan en ook in Brussel wordt
gemanifesteerd.
Vechten
Cobra wordt, zacht gezegd, met
enig dédain ontvangen. De schan
dalen zijn niet van de lucht. Am
sterdam krijgt daar een geruchtma
kend voorbeeld van als Cobra en
Experimentelen in november 1949
in het Stedelijk Museum van Am
sterdam een gezamenlijke presen
tatie verzorgen.
De al geteisterde directeur jon
ker Willem Sandberg weet van
geën wijken als de langverwachte
vernieuwing gestalte krijgt. Als Al-
do van Eyck klaar is met de inrich
ting van de tentoonstelling, onder
gaat Sandberg 'een gevoel van be
tovering'. Hij ziet 'rode brullende
beesten en zwarte monsters
schreeuwen vanaf de museum-
wanden naar de verschrikte bezoe
kers die gekomen zijn om van
kunst te genieten. Een zwarte kooi
bij de ingang vol met schrijversma
nifesten en kreten van dichters te
gen de gevestigde orde brengt de
kritiek in opstand'. Tijdens de
steeds heter wordende discussie
slaat na inmenging van onder an
deren de dichter Martinus Nijhoff
de vlam in de pan. Er wordt ge
vochten. De andere dag blokletter-
en de kranten: 'Gekkenwerk tot
kunst verheven'. In zowel de bur
gerlijke als de linkse pers figureren
de begrippen klodder klieder. Zo
acht de zich voor de gelegenheid
'onartistieke verslaggever' noe
mende Messer in Het Vrije Volk
zichzelve niet te groot om bij zijn
artikel een tekening van zijn drieja
rige dochter af te laten drukken.
'Gij zijt bezig ons te grazen te ne
men', roept Messer vol afschuw*
'Compositie met
figuren' (1950),
gouache van
Cobra-
kunstenaar Karei
Appel. (foto GPDt
over al dit 'geklodder, geklets en
gekwast'.
Het lijkt veertig jaar na dato, met
de vruchten van stroming na stro
ming in gedachten (bijna) onmoge
lijk. De Cobra-schilders worden
vervalst, hun werk siert postzegels
en op de veilingen worden tonnen
en tonnen betaald.
De revolutie is verburgerlijkt en
de revolutionairen van toen zijn de
kasteelheren van nu.
Individuen
Was Cobra een kortdurende,
door theorie en filosofie gestutte
beweging of -achteraf bezien- toch
niet meer dan een toevalstreffen
van een aantal schilders en schrij
vers die elkaar (even) onder dezelf
de noemer van het ongenoegen
vonden?
Het indrukwekkende overzicht
dat de toeschouwer in het Deense
Odense is bereid, legt het gelijk bij
het toeval. Duidelijk wordt vooral
dat het om een aantal individuen
ging en gaat, dat de revolutie uiter
mate plooibaar was en dat de
vreugde van het schilderen de
gramschap de baas bleef.
Midden in deze tweede en nogal
stille stad van Denemarken heeft
men op een aantrekkelijke manier
aan industriële archeologie ge
daan. Een oude textielfabriek is er
wit gespoten en als museum inge
richt. De ruimte voor wisselende
exposities is overweldigend en tot
mei daverend gevuld met méér
brullende beesten dan Sandberg
ooit aanschouwd heeft.
Odense geeft voor de gelegen
heid onderdak aan de grootste ver
zameling ter wereld, die van de Ve
nezolaanse Nederlander Karei P.
van Stuijvenberg. In Brandts Klae-
defabrik is een keuze uit die gigan
tische collectie te zien: tweehon
derd werken van veertig kunste-
Van Stuijvenberg die bij de ver
werving van dit kleurrijk bezit niet
op de in onbruik geraakte koperen
cent hoefde letten, was in den be-
maekers groep Rosas en in het
prachtige Balatum van Michel
Anne de Mey, kreeg zij voor
haar eigen choreografiesolo
twee aanmoedingsprijzen.
Huilmands talent moest wor
den gekoesterd.
Wat jammer is het dan dat
een belofte niet wordt waarge
maakt. Haar nieuwe choreofra-
fie Tanz mit Manner ging gister
avond tijdens het Utrechtse
Spring Dance Festival in pre
mière en zelden heb ik zo ver
langd naar het einde van een
avond. Vijf mannen en een
vrouw (Huilmand) hangen
rond in een metrostationachti
ge ruimte; een urinoir, neon
licht, grijze metalen muren en
het lange wachten van de dan
sers suggereren een dergelijke
sfeer althans. Alleen duurt dat
wachten wel heel lang; de eer
ste veertig minuten van de
voorstelling gebeurt er weinig
meer dan een quasi nieuwsgie
rig elkaar aanstaren en op af
stand reageren. De verveling
slaat snel toe en een van de toe
schouwers roept zelfs hoorbaar
'ja, zo krijg ik ook een uur vol'.
Maar dan ineens uit het niets,
een dynamische ommekeer. In
een fysieke uitputtingsslag a la
Jan Fabre rollen, springen, val
len en stampen de dansers als
bezetenen. Soms alleen,
meestal met z'n zessen syn
chroon. Dat is even leuk maar
het mist de zeggingskracht van
Fabres eindeloze herhalingen
doordat Huilmand meer vari
eert in haar bewegingen en
ruimtelijke patronen, terwijl de
vairiaties weer niet afwisselend
en sterk genoeg zijn om de aan
dacht constant vast te houden.
Op zich hebben de dansers ge
noeg persoonlijkheid en uit
straling en hun individuele re
acties op de anderen - afstoten
en aantrekken, verbazen, ver
leiden etcetera - zijn bij vlagen
boeiend. Maar het.... duurt,... al
lemaal.... zo.... lang.
Nu zal dat Huilmands bedoe
ling wel geweest zijn, die zoge
naamde nonchalante onge
structureerdheid en die es-
tethiek van de lelijkheid, over
komen doet het echter niet. Ze
lijkt zich verslikt te hebben in
de strijd tussen structuur en
chaos, verhouding en anarchie.
De chaos van de werkelijkheid
en het dagelijks leven is toch
van een ander soort dan die op
het toneel. Anders had ik toch
net zo goed twee uur leng naar
de verzamelde junks in winkel
centrum hoog Catharijne gaan
zitten kijken? Was vast spann
ender geweest.
*Liberace in vol ornaat tijdens een optreden in het Hilton van Las Vegas in 1981.
Concert gegeven door de vocalisten Nellie
van der Sijde-sopraan en Nico van der
Meel-tenor, begeleid door de pianiste Ine
ke Drabbe. Gehoord in de K&O-Kapelzaal
in Leiden op 13 april.
LEIDEN - Toen Hugo Wolf
(1860-1903) 27 jaar was, sloot hij
zich op in een landhuisje van één
van zijn vrienden, na de dood
van zijn vader. "Wanneer je al
leen bent, ben je geheel je zelf'.
Toen barstte in hem los "de
waanzin die van de Muze komt",
zoals Plato de inspiratie noemde.
In het voorjaar 1888, nu honderd
jaar geleden, componeerde hij 43
gedichten van Eduard Mörike,
soms wel drie op een dag.'Bar
stend van arrogantie maar kin
derlijk dankbaar schreef hij zijn
vrienden hierover: Ben ik geroe
pen, uitverkoren?
In ieder geval waren drie jonge
mensen gisteravond uitverkoren
om in de Kapelzaal deze muziek
te vertolken. Opvallend was de
zelfde interpretatie die beide so
listen aan de dag legden, een zelf
de inzet en gedrevenheid om al
les uit de tekst te halen wat er in
zit.
Het is niet zo verwonderlijk als
men bedenkt dat beide zangers
afgestudeerd zijn aan het Rotter
dams Concervatorium bij Mar-
greet Honig. Deze zelfde 'kweek'
was voor de pianiste Ineke Drab
be, momenteel piano-docente
aan dat zelfde conservatiorium,
een voordeel, omdat zij daardoor
haar eigen spel niet op verschil
lende manieren hoefde af te
stemmen. Een virtuoos arstieste
bleek zij in de verbeelding van
Mörikes liederen. Wolf heeft de
ze gedichten zodanig getoonzet,
dat ze naast de soms recitatieve
zangstem een geheel eigen leven
leiden, vaak zeer gecompliceerd,
slechts door expressie van tekst
inhoud en compositie aan elkaar
verbonden en elkaar verrassend
rakend. Aanvankelijk was Nellie
van der Sijde nog niet echt op
dreef, haar stem klonk nog wat
onzeker en vooral in de pianissi
mo-passages weinigzeggend,
maar vóór de pauze herstelde zij
zich al en na de pauze ontpopte
ze zich in een vitale diepbewo
gen of geestige briljante zang
ster.
Nico van der Meel was zijn he
le optreden in vorm, liet aan het
eind van de avond niet alleen zijn
zangtalent horen maar ook zijn
acteertalent zien. Af en toe ver
beeldde ik me, dat ik Fischer-
Dieskau hoorde zingen met zijn
unieke glanzend warme stem
buigingen zoals in "Mir fallt
doch meine Liebste ein: Ach
weh! Jetzt hat der Spass ein End!
(uit der Tambour).
Een tweede Fischer-Dieskau
mag van mij opstaan.
LIDY VAN DER SPEK
LOS ANGELES (RTR) - Bewonde
raarsters) en serieuze verzame
laars hebben dinsdag voor het per
soonlijke bezit van wijlen de enter
tainer Liberace op een veiling in
Los Angeles ruim twee miljoen
dollar betaald. Onder de veiling
stukken waren een beddesprei van
zwarte mink en een piano beplakt
met spiegeltegels.
"Ik speel net als hij en ik wil hem
nadoen," zei Bob Nye, die op de
veiling over vier dagen die dinsdag
afliep, voor 25.000 dollar in het be
zit kwam van een kleine vleugel.
De 15.000 veilingstukken van de
in februari 1987 aan een aids-ver-
wante pneumonie overleden enter
tainer werd openbaar verkocht om
geld bijeen te brengen voor studie
beurzen. Onder de voorwerpen wa
ren 13 piano's, 13 automobielen en
vijf bontjassen.
De hoogste prijs van 50.000 dol
lar werd betaald voor een Rolls-
Royce Silver Shadow uit 1966.
Voor de piano met spiegeltegels
betaalde men 46.750 dollar en voor
een kristallen baccarat-tafel die
eens het eigendom van een. Indi
sche maharadja zou zijn geweest,
44.000 dollar. Onder de merkwaar
diger aankopen was Liberace's rij
bewijs voor Nevada, waarvoor een
anonieme bieder 4.250 dollar be
taalde.
Hillary Holland van het veiling
huis Christie zei dat de totale op
brengst van de veiling, 2.080.629
dollar, "onze meest optimistische
verwachting te boven is gegaan."
C.W. Moody sprong een gat in de
lucht toen hij voor 10.000 dollar de
sprei in zwarte mink kon meene
men. Betsy Hanzlik kocht 30 be
spiegelde en beparelde onderleg
gers uit Liberace's restaurant.
De filmactrice Loretta Swit uit
M.A.S.H. verwierf voor 605 dollar
twee stoelen beschilderd met ren
paardmotieven. Er waren nog meer
kopers uit Hollywood, maar zij ver
kozen de anonimiteit.
BRITSE PRIJS - Een internationa
le jury heeft namens de Britse be
roepsvereniging voor vormgevers
twee prijzen toegekend aan studio
Dumbar in Den Haag voor haar
grafische vormgeving van het Hol
land Festival materiaal. In de cate
gorie 'het meest opvallende poster-
ontwerp' stonden twee door Ton
van Bragt ontworpen affiches voor
het Holland Festival genomineerd.
De prijs ging naar het festival-affi
che voor de voorstelling van Nina
Wiener. Dumbar kreeg de andere
prijs voor al het Holland Festival
drukwerk (affiches, briefpapier,
huisstijl, programmaboekjes en
brochures). Dit is ontworpen door
Gert Dumbar, Ton van Bragt, Ro
bert Nakata en Heieen Raue.