Dansen is weer plezier voor twee 'Mijn liederen dragen geen banieren' 'Vroeger nam je les om het te leren, nu om het te doen' Leonard Cohen blijft - tegen wil en dank - een spreekbuis van zijn volk ZATERDAG 9 APRIL 1988 EXTRA PAGINA 27 'Hey Mambo!', klinkthet bruisend uit de kelen van Barry Manilow en Kid Creole. De dansscholen haasten zich dit plaatje aan te schaffen, want de jeugd kan er maar niet genoeg van krijgen. Bijna vergeelde dansvormen als de mambo en de merengue zijn weer razend populair, en daarmee ook de dansscholen zelf. Niet langer worden die voor ouderwets versleten, maar zijn ze ingericht als moderne disco-dancings. door Paul de Tombe Dirty Dancing heeft de poppen aar dig aan het dansen gebracht. Voor namelijk als gevolg van de verto ning van die film is de belangstelling voor de geoefende dansvormen zo danig toegenomen dat voor eerst sinds twintig jaar de mambo en de merengue weer worden onderwezen in de dansscholen. "Het ik-tijdperk is voorbij. Elkaar aanra ken mag weer", zo schetsen dansleraren de nieuwe trend. "Het wil niet zeggen dat de interesse voor het dansen in het alge meen is toegenomen door die film, maar op speciale onderdelen is wel degelijk sprake van een opleving". De danswereld vaart er wel bij. De voetjes gingen de laatste jaren toch al steeds vaker van de vloer en een extra impuls is natuurlijk nooit weg. Vooral niet nu Dirty Dancing met name het paardansen stimuleerde. "In het beat- tijdperk en het navolgende zware disco- gebeuren stond het alleen bewegen cen traal. Nu wil men dat weer samen doen. De jeugd heeft genoeg van de stampmu- ziek. Het gaat weer om de gezelligheid, om het praten, om het luisteren", betoogt eigenaar Nieuwenhuijzen van de gelijk namige Leidse school, en hij staat be paald niet alleen in die mening. Zijn collega's John de Boer uit Noord- wijk, Karei van der Linden uit Leider dorp en Ruud Vermey uit Alphen aan den Rijn bewegen zich op precies dezelf de lijn. Laatstgenoemde voorspelt zelfs ronduit de terugkeer van de live-muziek ("als dat tenminste financieel haalbaar is") in de grote disco's en de dansscho len. "Ik ben er voor honderd procent van overtuigd dat we daarnaar teruggaan", kondigt Vermey aan. "De mensen willen terug naar de oorsprong. Dat merkje aan alles, dus ook aan het dansen". Nostalgie Die bewerirtg is niet alleen gestoeld op de beelden van Dirty Dancing, ook in de muziek is de hang naar nostalgie duide lijk. Bij gebrek aan wereldomvattende vernieuwingen en door de heruitgave van oude nummers op compact disc heeft de jeugd van tegenwoordig muzi kaal een veel breder perspectief gekre gen: van Elvis Presley tot Michael Jack son. "En jongeren hebben echt geen an dere oren dan wij. Die pikken er precies hetzelfde uit", zo verklaren de leraren de tendens dat de muziek van nu weer rit mischer en gevarieerder is geworden. Het is een golfbeweging waar de dans wereld op meedeint. "Die zag je ook al voor de oorlog", weet Noordwijker John de Boer die 25 jaar geleden in het voetspoor van zijn vader trad. "Ook toen had je een hausse, gevolgd door het diep tepunt. En die golfbeweging heeft zich na de oorlog voortgezet. We zijn afhanke lijk van de muziek. Als die weer melodi euzer wordt gaat daar een stimulans van uit". Echt slecht ging het in de scholen dan ook alleen in de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig. "De periode van de beat, het flower power-tijdperk. Voor dien moest je vaak naar dansles, maar in die tijd hoefde het niet meer. Dat was het dieptepunt", blikt Fred Bijster achterom als secretaris van de Nederlandse Vere niging voor Dansleraren in Dwingeloo. "Daarna is het opgeleefd door een aantal oorzaken". Saturday Night Fever was er een van. De film met John Travolta markeerde in 1977 in alle opzichten een kentering. De muziek van de Bee Gees betekende dè opsteker voor de kwijnende platenin dustrie in de jaren zeventig; de bewe gingskunst van Travolta motiveerde de jeugd tot een gang naar de dansscholen. Sindsdien fungeerde de lichte muziekin dustrie geregeld als het infuus voor de danswereld, met impulsen gevoed door films als Grease, Fame (jazz-ballet en ae robic), en nu dus Dirty Dancing. Combinatie Op de vraag of daarbij sprake is van trendsetting of van het inspelen op al be staande tendensen, is geen antwoord te krijgen. Nederland heeft geen muziekso- ciologen die dit soort invloeden onder zoeken. "En dat is jammer. Het zou best aardig zijn als iemand zich daar druk over zou maken", vindt Hans van He- mert. De succesvolle platenproducent, uitvinder van het verschijnsel meiden groep (Luv), zegt zelf niet aan die analyse toe te kunnen komen. "Maar wat natuur lijk wel belangrijk is, is de combinatie van visueel en auditief. Die link is duide lijk. Een plaat die het maakt omdat ie in een film zit, of andersom". In het geval van Saturday Night Fever houden de dansleraren het gezamenlijk op een andere volgorde. Ze bagatellise ren de invloed van die rolprent niet, maar stellen wel vast dat de belangstelling voor het stijldansen mede vanuit een an dere hoek werd aangewakkerd. Vanuit de eigen kring. In het verleden heetten de dansscho len truttig, oubollig en stijf. "De meisjes zaten links, de jongens rechts, en zonder rok en pak met stropdas kwam je er niet in. Er werd ouderwetse muziek gedraaid. De rock 'n roll kwam op een aantal scho len niet binnen en de beat werd later ook geweerd. Dat schaadde het imago, en dat werd pas hersteld met Saturday Night Fever. Toen waren de dansleraren in middels wel zo verstandig geworden om die nieuwe trend niet buiten te houden. Integendeel, daar werd op ingespeeld en dat liep echt storm", schetst Fred Bijster de ontwikkelingen van die tijd die waren terug te vinden in het interieur van de scholen. "Na de jaren zestig waren alleen de be tere scholen blijven bestaan. Die werden heringericht als disco of als sfeervolle dancing. Met meer faciliteiten voor de klanten op het gebied van hapjes en drankjes. Toen is die opleving al begon nen. De mensen die in de jaren zestig niet waren gekomen, wilden inhalen wat ze hadden gemist en dat veroorzaakte een hausse. Doordat er nadien wel werd in gespeeld op nieuwe tendensen zoals in Saturday Night Fever en Fame, en daar overheen nog eens het zogenaamde Jane Fonda-effect, is de zaak daarna gestabili seerd. Met nu en dan een incidentele uit schieter". Ook bejaarden In de 300 geregistreerde dansscholen in Nederland huppelen volgens Bijster nu wekelijks 600.000 mensen in cursus verband over de vloer, terwijl in de disco- weekeinden nog eens een half miljoen jongeren de weg naar de dansschool in slaan. Dus worden in die bedrijfstak een miljoen mensen beziggehouden, en dat aantal kan nog groter worden als op nieuw wordt ingespeeld op maatschap pelijke ontwikkelingen als de grotere vrije tijd, de vervroegde uittreding, de vergrijzing. Lessen voor bejaarden wa ren er al, in de groep van 50 jaar en ouder zit ook een markt", beseft Karei van der Linden namens de dansleraren uit de re gio. "Die komen nu veel op dansscholen af'. Het wordt beseft in de overkoepelende organisaties. Karei Bijster van de Neder landse Vereniging voor Dansleraren: "In augustus hebben we een congres in Slag haren en daar willen we een senioren plan presenteren. Met lichtere cursus sen, meer als vrijetijdsbesteding. Aange past aan de wensen van de 50-plussers. Daar willen we op inspelen. Vroeger nam je dansles om het te leren, nu om het te doen". Dat geldt uiteraard niet alleen voor de ouderen, maar ook voor de jeugd. De dansschool is er tegenwoordig helemaal op ingericht. "Het idee dat je bij ons al leen in pak en rok naar binnen mag be staat misschien nog wel, maar is totaal onjuist", aldus bestrijden de dansleraren een vooroordeel dat moeilijk is uit te roeien. "Je moet natuurlijk niet in kleren komen waarin je net aan een auto hebt liggen sleutelen, maar dat doe je ook niet als je uitgaat. AJs de kleding heel is en schoon, dan kan er veel", zegt Karei van der Linden, die er op laat volgen dat ook een dansleraar niet meer in het pak hoeft les te geven. Vlotter "Dansen is toch een stukje vrijetijds besteding en dat moetje kunnen doen in verzorgde vrijetijdskleding. Het feit dat je je verzorgt is veel belangrijker", vult Nieuwenhuijzen aan. "En die vrijetijdskledij is ook leuker en vlotter geworden", aldus John de Boer. Zijn Alphense collega Ruud Ver mey heeft alweer nieuwe signalen opge vangen: "Het is opvallend dat je tegen woordig steeds meer meisjes in jurken ziet. De rok mag weer. Waar je vroeger een tut hola in was, daarin ben je nu weer modern". Het sluit precies aan bij wat de dans scholen tegenwoordig willen: modern zijn, inspelen op nieuwe ontwikkelin gen. Meegaan met de tijd en de muziek. "Want muziek is de uitdrukking van wat er in de maatschappij leeft", betoogt Fred Bijster. "De hard-rock was koud en kil, nu wordt het allemaal weer wat war mer. Het ik-gevoel staat niet meer voor op, het wij-gebeuren komt er langzaam aan voor in de plaats. Mensen die voor heen niet voor de televisie weg te trap pen waren gaan weer samen uit". Naar Dirty Dancing en vervolgens naar de dansschool bijvoorbeeld, waarin de in de film uitgezette trend wordt door getrokken en de 'oude' Zuidamerikaanse dansen weer kunnen worden onderwe zen. Dank zij de filmmuziek? "Niet alleen daardoor", meent Leide- naar Nieuwenhuijzen. "Dirty Dancing zorgt wel voor een verschuiving van ui tersten, maar de ontwikkeling dat er meer Latijnsamerikaans werd gedanst was al een paar jaar bezig. Enerzijds door het gebeuren in de muziek, anderzijds doordat mensen meer behoefte hebben aan expressie. Alles is zo gemodelleerd dat j e weieens uit de bol wilt gaan, en dat kan in die dansen. De rumba spettert na tuurlijk veel meer dan een Engelse wals, de expressie is veel feller. Daarbij komt dat we weer oog hebben gekregen voor de omgeving, minder op onszelf zijn ge richt en langzamerhand wel uitgekeken zijn op dat egotrippen". Ruud Vermey heeft er een mooi voor beeld van bij de hand. Hij is pas terugge keerd van een congres van Amerikaanse dansleraren in New York, waar hij z.g. la- tin clubs en grote disco's bezocht. Hij zag er bewegingen die volgens hem in de toe komst gegarandeerd ook hier zullen wor den uitgevoerd. "In disco's die zo stamp vol waren dat er geen plaats was om te dansen, gaan de jongeren daar bij elkaar op de schouders zitten en in groepen be wegingen maken naar elkaar toe. Bewe gen dus in groepsverband. Ik ben er haast van overtuigd dat je zoiets straks kunt terugvinden in video-clips. Dan kan het overslaan", denkt Vermey, die in New York ook vaak de veramerikaanste latin-muziek hoorde. "De salsa-muziek is daar erg 'in', als re actie op het disco-tijdperk. De disco-mu- ziek was een vierkwartsmaat met het ac cent op de eerste. Een tien jaar lange dreun die de jeugd zat is. Het verstand op nul zetten en 'gaan', dat hebben de mees te jongeren nu wel gehad. De salsa-mu- ziek geeft veel meer variatie en is veel in teressanter, want tussen de maten één en twee gebeurt nogal wat. Dat luistert lek ker en daar kun je je lekker op uitleven". Het geldt in min of meerdere mate voor veel muziek die tegenwoordig de Top 40 bereikt. "Daar zit meer dan vroe ger muziek in die we in de dansscholen kunnen gebruiken", geven de danslera ren aan. "De popmuziek is ritmisch ge zien over de hele linie sterker geworden. Met een duidelijke kentering naar Zuidamerikaanse muziek". "Dat spreekt de jeugd aan, al vinden jongeren het tegenwoordig ook weer leuk om op oude dansmuziek te dansen", heeft John de Boer gemerkt. "Wat ze tien jaar geleden verafschuwden, vinden ze nu weer mooi. Je hoeft helemaal niet ver baasd te zijn als er straks een film komt rond de Engelse wals, die dan weer hele maal in raakt". De liederen en gedichten van de Canadees Leonard Cohen (52) zijn wereldvermaard. Op 18 en 19 april zal hij optreden in een al lang uitverkocht Muziektheater in Amsterdam. Toch kent hij niet de voldoening van op z'n lauweren rusten. Zijn recente werk kan de vergelijking met zijn beste oudere composities met gemak doorstaan. Cohen was onlangs even in Nederland en vond zowaar tijd voor een gesprek. Afgezien van zijn muzikale werk be hoort Cohen tot de weinige joodse artiesten die zich tot spreekbuis van hun volk hebben gemaakt. Met ont zetting hoort hij de geschiedenis van Jules Croiset aan, met ontsteltenis volgt hij de ontwikkelingen rond de Palestijnse volksopstand en de af- faire-Waldheim. door John Oomkes Een wals. Een Weense wals. Met een diepe bariton zingt Leonard Cohen zijn vertaling van een gedicht van Federico Garcia Lopez: "This waltz, this waltz, this waltz, this waltz. With its very own breath of brandy and Death...". Het is een ietwat vrolijke melodie, maar zoals altijd lijkt het alsof Cohen het leed van de wereld met zich mee zeult. Een Atlas-figuur uit joods-Canadese kring, die nooit moe wordt te vertellen wat hem prangt. Wenen, die mooie stad, leeft in het ver leden, zo zingt Leonard. There's an attic where children are playing, where I've got to lie down with you soon, in a dream of Hungarian lanternsin the mist of so me sweet afternoon. Wenen mijmert, zo I dichtte Lorca, maar is ten dode opge schreven. Wenen mijmert over het verle den, als in de dagen van de intern ver deelde Oostenrijks-Hongaarse dubbel- monarchie. Een situatie die dezer dagen lijkt te worden weerspiegeld in het con flict waarin Kurt Waldheim centraal staat. Geen ruzie Op zijn Amsterdamse hotelkamer denkt Cohen na over de vraag. "Nee", i zegt hij traag, "mijn liederen dragen geen banieren. Ik heb geen ruzie met de Oos tenrijkers. Integendeel, ik stel het zeer op prijs daar concerten te geven. Niet in Oostenrijk spelen omdat ik het oneens ben met het aanblijven van Waldheim. Nee, zo kijk ik niet tegen de dingen aan. Zo'n protest vind ik niet passen. Als ik tegen Waldheim zou zijn, dan zou ik mijn protest op een andere manier kenbaar maken. Niet optreden dat is mijn stijl niet. Er zijn veel Oostenrijkers die er blijk van geven gedurende een kleine twintig jaar mijn werk nauwlettend te volgen. Het publiek is er voor mij altijd zeer gastvrij; waarom zou ik ons beiden het genoegen van ons samenzijn onthou den? Alleen maar om een of andere ge beurtenis? Dan kan ik nog wel andere landen opnoemen waar ik niet meer zou kunnen optreden. Elk land baadt in het bloed". "Natuurlijk voel ik me van tijd tot tijd wanhopig als ik de berichten lees. En je moet die wanhoop ook niet wegstoppen, maar we kunnen met onze gevoelens en meningen niet als met een papagaai op je schouder te koop lopen. Voor mij be hoort Oostenrijk nog steeds tot de kring van beschaafde landen. Ik geloof niet dat het aan artiesten is een dramatisch ge baar te maken. Het ligt me meer om men sen dichter bij elkaar te brengen, niet om volken te isoleren, zo ik dat al kan be werkstelligen". Leonard Cohen omschrijft zichzelf als een uit instincten handelende poëet die zonder strategie door het leven stapt. In 1973 vloog hij hals over kop naar Israël om voor de troepen in de Sinai op te tre den tijdens de Jom Kippoer-oorlog. Ne gen jaar later bezocht hij het land op nieuw impulsief toen Israël Libanon bin nenviel en de PLO dwong tot een over haast vertrek naar Tunis. Toen weigerde hij echter op te treden. "Ik wilde toen wat bijkleuren", zegt hij nu, met gevoel voor satire. "Normaliter weet ik niet wat er tijdens dat soort momenten door me heen gaat. Er is een spreuk in de bijbel die luidt dat je niet nutteloos kunt toekijken als het bloed van je broer vergoten wordt. Dat heeft niets te maken met de vraag of je broer goed zit of fout". Morele last Wat gaat er door hem heen als hij op het omslag van Time de spreuk uit Jos hua leest: When Israel was a child I loved him dearly. Cohen: "Hoe kun je van die opstand weten en je niet bedrukt voelen? Aah! Veel mensen stellen tot hun genoe gen vast dat joden kunnen doden. Ze zijn in staat om de morele last die de holo caust op hun generatie legt van zich af te schudden door te wijzen op deze trage die. De wereld is een slachthuis. In ver gelijking met de grote slachters die de geschiedenis heeft voortgebracht is dit een kleine affaire. Ik zeg dat niet om het leed van een getroffen Palestijnse fami lie te ontkennen, of de pijn van een enke le rubberen kogel weg te nemen, of om niet te hoeven inzien dat er nogal wat mensen worden vernederd, maar het viel me wèl op dat je in het Westen geen vlammende hoofdredactionele commen taren las toen de Syriërs een paar jaar ge leden bij een volksopstand 20.000 men sen ombrachten» Mijn oog werd ook ge vangen door het bericht dat koning Hus sein van Jordanië weigerde om in Wenen de gast te zijn op een feestelijk bal in de opera waar ook Waldheim zou rondwal sen. 'Ik kan nu niet dansen omdat mijn Palestijnse onderdanen nu worden ge slachtofferd', zij hij. Maar hij vergat even dat hij zijn troepen ooit aan het begin van de jaren zeventig het bevel gaf 10.000 of 20.000 Palestijnen de grens over te ja gen". "Ik zeg dit niet om de gebeurtenissen in Israël te rechtvaardigen of te verkla ren, maar ik weet wèl dat de wereld ande re morele normen aanlegt voor het ge drag van Israël. Dat vind ik prima! Het is juist dat' Israël er een hoge morele stan daard op na houdt; het is juist dat Israël op de hoogst mogelijke morele principes wordt Geoordeeld. En als dat land faalt daaraan te voldoen, moet dat gezegd worden". "Niet omdat het het volk van God is, maar omdat de staat gegrondvest werd op hoge principes. De meeste naties zul len niet in staat zijn om aan die eisen te voldoen. De meeste worden er ook niet op beoordeeld. Ik zag dat er 1000 mensen omkwamen bij verkiezingen in Bangla desh een klein stukje in de krant, of waren het er maar 300? Geen commenta ren". Verscheurd "Er zijn nu vier maanden rellen aan de gang in de bezette gebieden. Een land wordt erdoor verscheurd. Een vriend. Maar er is geen ander land ter wereld waar Arabieren in opstand mogen ko men, waar Arabieren überhaupt mogen demonstreren. De Arabische staten zou den hun eigen nationalisten niet eens toestaan om te betogen ten gunste van de Palestijnen. Oke. Het is oké. Toch vind ik het goed dat Israël dat op z'n brood krijgt". "Het is een media-gebeurtenis. Joden zijn mooi nieuws. Het stinkt een beetje. Het gebeuren zelf is een tragedie waarbij twee mensen of twee volken legitieme rechten op hetzelfde hebben. De Pales tijnse zaak is legitiem, de joodse ook. De joden bleven met de erfenis van een Pa lestijnse bevolking zitten omdat Israel in 1948, en later weer, een invasie van vijf Arabische landen te verwerken kreeg. Het is geen op expansie belust volk". "Je hebt hier ook geen benul van de af standen daar. Je vijand staat er aan het eind van de straat het is geen theoreti sche tegenstander. Je kunt hun geweren zien, hun troepen. Van beide kanten. Ik heb daar geen oplossing voor, natuur lek". Het stijldansen in een chique, eigentijdse omgeving is weer helemaal in. De dansscholen pakken die tendens met beide handen op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 27