Yves Montand wenst nog niet oud te zijn Franse acteur overgehaald in'JeandeFlorettederol van bejaarde boer te spelen ZATERDAG 26 MAART 1988 EXTRA PAGINA 25 Eindelijk heeft de Franse cinema weer een internationaal succes. 'Jean de Florette', het eerste deel van een peperdure produktie, werd vorige week in Engeland gekroond tot beste film en ook Amerika loopt warm voor dit boerenepos. Yves Montand was slechts met moeite over te halen voor een van de hoofdrollen in 'Jean de Florette'. Montand: "Het gaat om de rol van een oude man en daar had ik moeite mee. Dat had alles te maken met ijdelheid. Ik wil nog niet voor bejaard worden versleten". Yves Montand: "Cinema behoort zoveel mogelijk te zwijgen. Daarom zijn Keaton en Chaplin nog steeds de groot sten". (foto GPD) De Provencaalse schrijver-cineast Marcel Pagnol maakte in 1952 een film die wereldberoemd is gewor den: 'Manon des Sources'. Later schreef hij daarvan een romanver sie, waaraan een boek werd toege voegd. Dat vertelt wat voorafging aan de gebeurtenissen in 'Manon des Sources'. door Pieter van Lierop Die twee boeken verschenen in 1963 onder de titel TEau des Collines'. Het ge hele boerenepos is nu verfilmd door re gisseur Claude Berri als een tweedelige film waarvan het eerste deel, 'Jean de Florette', vorige week in Nederland ging draaien. De film is een internationaal succes. Afgelopen weekeinde werd 'Jean de Florette' in Engeland bekroond als beste film. De hoofdrol wordt gespeeld door Yves Montand zonder wiens interventie de weduwe van Pagnol nooit de filmrech ten zou hebben afgestaan. Montand speelt de rol van de geslepen oude boer Le Papet die aast op het land van een uit de stad afkomstige buurman (Gérard De- pardieu). Diens overlevingskansen had hij tevoren vernietigd door heimelijk een waterbron dicht te metselen. Signoret Voor Yves Montand is zijn betrokken heid bij deze superproduktie (intussen bekeken door 6,5 miljoen Fransen) meer geweest dan het spelen van een magni fieke hoofdrol. 'Jean de Florette' speelt in het barre gebergte van de Haut- Provence, waar ook het pittoreske dorp St Paul-de-Vence gelegen is. Montand woonde daar gedurende zijn huwelijk met Simone Signoret die overleed mid denin de opnamen voor 'Jean de Floret te'. Toen Signoret en Montand 39 jaar ge leden in St.Paul in het huwelijk traden, gebeurde dat met drie getuigen: de her bergier van de Colombe d'Or, de dichter Jacques Prevèrt èn Marcel Pagnol. Yves Montand: „Als schrijver en als ci neast is Marcel Pagnol een meester ge weest in het behandelen van thema's van bijzondere eenvoud. Hij heeft die fantas tische film 'La Femme du Boulangier' gemaakt. Daarin ging het om brood, om eten. Een bakker wordt door zijn vrouw verlaten en daardoor komt in een klein dorp in Zuid-Frankrijk de hele gemeen schap zonder brood te zitten. In de dub belroman 'l'Éau des Collines' en het door hem zelf verfilmde tweede deel daarvan, 'Manon des Sources', gaat het om water. Het verhaal speelt in de jaren twintig en water was toen in de Provence van vitaal belang. Meer waard dan olie of goud". Eigenwijs „En verder is het een verhaal over egoïsme, iets dat voor de boeren van die streek net zo goed bijna een levensvoor waarde is. Hun bestaan is meedogenloos hard. En dan komt er zo'n stadse meneer. Die wil daar ook gaan boeren en die heeft al zijn kennis uit een boekje: in juni zal het zes dagen regenen, in juli vijf dagen! En hij plant zijn uien rond een boom". „Dus die boeren hebben geen ongelijk als ze tegen die Jean de Florette zeggen: man, je weet er niets van. Dit red je nooit. En het is ook niet helemaal onbegrijpe lijk dat als die man dan eigenwijs is, die twee neven met een soort leedvermaak gaan zitten afwachten hoe Jean de Flo rette mislukken zal. Dat komt ze goed uit, want ze willen dat stuk land kopen en ze blijken bereid tot boosaardige trucs. Toch is hun mentaliteit mij in de grond niet onsympathiek, moet ik zeg gen. Al geeft het natuurlijk geen pas om vanuit zo'n visie een medemens de dood in te jagen". „Maar die dood van Jean de Florette is eigenlijk ook een ongeluk. Le Papet, de oude man die ik speel, is de meest door trapte van de twee neven, maar wat me aan hem bevalt, dat zit in die scène waar ik dan stiekem sta te kijken hoe Depar- dieu als De Florette staat te ploeteren en alles verkeerd doet. Ik sta me daar het ene moment kapot te lachen, maar zou als Papet toch bijna in staat geweest zijn om dat gereedschap uit zijn handen te trekken en hem voor te doen hoe de aard appelen dan wèl moeten worden ge poot". „Ik voelde me wel thuis moet ik zeg gen in dat vel van Papet. Dat heeft vast te maken met het feit dat mijn eigen voor ouders Toscaanse boeren zijn geweest die het vroeger net zo zwaar hebben ge had als deze Provencaalse plattelanders. Het deed me bijzonder genoegen toen ik op zeker moment ontdekte dat ik met die snor en die boerenhoed als Papet ineens sprekend leek op mijn eigen Toscaanse grootvader zoals die staat op een foto die ik nog van hem heb. En ik voel mezelf nogal Provencaals, ken de streek goed. Ik woon al een jaar of veertig in Saint Paul-de-Vence". IJdelheid Toch had Montand aanvankelijk geen trek in de rol. „Vooral omdat het gaat om de rol van een oude man. Ja, dat is deels een kwestie van ijdelheid maar van ie mand van mijn leeftijd, 65 jaar, moet dat begrijpelijk zijn. Jong ben je dan al lang niet meer en ais je 's ochtends in de spie gel kijkt word je niet precies gelukkig van wat je daar ziet. Toch wens je nog niet voor een bejaarde te worden versle ten". „Maar als je dan rollen gaat spelen, waarin je dat bejaard-zijn dan toch heel overtuigend weet te maken, dan wordt het toch wel heel moeilijk. Probeer ande ren en jezelf dan maar te overtuigen dat je nog steeds niet echt een oude man bent. Met die gedachte had ik het moei lijk. Achteraf vind ik het heel plezierig om de oude Papet te hebben gespeeld. Ik weet nu hoe ik er over een paar jaar uit zal zien". „Weetje hoe ze me toch zover hebben gekregen? Ik kende Claude Berri heel goed en ik had hem al gezegd dat ik de rol niet wilde doen. Berri was van plan om de rol van de jongere neef te laten spelen door Coluche. Die was fameus als ko miek, maar was ook al een paar keer ont zagwekkend goed geweest in serieuze rollen. Nou had het Claude Berri zes jaar gekost om de weduwe van Marcel Pag nol zover te krijgen dat ze hem de film rechten van TEau des Collines' wilde verkopen en met haar gevoelens had Berri nog steeds rekening te houden". „Jacqueline Pagnol wilde Coluche niet in die rol van Ugolin zien, omdat hij volgens haar niet uit de voeten kon met het Provencaals dialect. Om dat uit te testen, vroeg Berri of ik een dialoogle- zing met Coluche wilde doen, waarbij ik dan Papets dialogen deed. Het Proven caals dialect kent voor mij immers geen geheimen en Coluche vertrouwde mij. Nou, Coluche deed de rol voortreffelijk, alleen dat accent. Hij had er hard op ge werkt, maar het klonk echt te kunstma tig". Dus die rol is naar Daniel Auteuil ge gaan en die is echt perfect. Maar om het bij de test allemaal een beetje suggestie ver te maken, hadden ze me al een snor opgeplakt en een hoed opgegeven. Door me er op die manier bij te betrekken, heeft Berri me gewoon laten wennen aan het idee Papet te spelen. Ik had er ge woon aardigheid in gekregen. En het is ook een verrukkelijke rol om te spelen. Toen heb hem ik dus alsnog geaccep teerd." Overleden „Achteraf is het heel eigenaardig zoals de dingen verlopen zijn. April 1985 be gonnen we met draaien. De opnamen van de twee films hebben alles bij elkaar negen maanden in beslag genomen. In juni 1986, twee maanden voor de premiè re van 'Jean de Florette', is Coluche om gekomen tijdens een motor-ongeluk. Heel vreemd, want Coluche reed altijd heel zachtjes. Hij was mij komen opzoe ken in Saint Paul-de-Vence". „Hij was nogal opgewonden want hij werkte aan een nieuwe show en daar hadden we over gepraat. Niet omdat ik een artistiek adviseur was of zoiets, maar omdat ik begrijp wat er dan in je hoofd rondspookt. Je kunt aan bijna niets an ders denken. Dat hebben wij allemaal. Ik ook als ik me voorbereid op een tour de chant. Het grote publiek dat je hoopt te gaan trekken, dat ken je niet. Dus richt je je al tevoren in gedachten op de vier, vijf mensen die precies kunnen begrijpen waarmee je bezig bent, die je vertrouwt en voor wie je het eigenlijk allemaal doet". „Als ik met een concerttournee hon derdduizend mensen heb weten te trek ken, maar die vier of vijf dierbaren zijn er niet bij geweest, dan is het net of het niet is gebeurd. En als ik me voorbereid op zoiets en overweeg hoe ik het ga aanpak ken, dan probeer ik me voor de geest te halen wat die of deze intieme vriend dan van mij zou denken". „Dat klinkt misschien gek, maar ik denk dat het geldt voor iedereen die net als ik in het theater en in de cinema werkt: het is niet waar datje probeert het hele publiek gelukkig te maken. Je hoopt misschien dat dat lukt. Maar je doet het voor de vier of vijf mensen die jou alles waard zijn en die jij niet wilt te leurstellen. Ik weet zó zeker dat toen Co luche verongelukte, hij zat te piekeren over de dingen die wij hadden bespro ken. Zo gaat dat met ons show-mensen. Ik heb me er zelf ook vaak op betrapt dat ik aan het autorijden ben, terwijl al die ideeën in je kop ronddansen en dan in eens: op het laatste moment kun je nog net op tijd voor iets remmen. Coluche remde net te laat". Rampzalig Tijdens de vijfde opnamemaand van 'Jean de Florette', op 30 september 1985, stierf Simone Signoret aan kanker. Yves Montand was 35 jaar met haar getrouwd geweest. Een paar dagen later al keerde de acteur terug op de set om zijn werk af te maken. De inwoners van Mirabeau, het dorp waar werd gefilmd, boden hem een boek aan, waarin vrijwel alle dorpe lingen hun condoleances aan Montand hadden verwoord. „Als zoiets verschrikkelijks, zoiets rampzaligs je overkomt, dan zitten daar voor een acteur verschillende aspecten aan. Enerzijds is er de verplichting om, als je het enigszins kunt opbrengen, door te gaan met waar je mee bezig was. Zo'n film maak ik niet op mijn eentje tenslot te. Dit is de duurste produktie uit de Frans filmhistorie. Daarmee zijn 35 mil joen gulden op het spel gezet en daar zijn op een zeker moment een stuk of dui zend mensen bij betrokken". „Als die hele machine eenmaal opera tief is, kun je hem niet meer stil zetten omdat één medewerker het ergens moei lijk mee heeft. Dat kun je al die anderen niet aandoen. Dus je moet voort. En het is aan de andere kant niet slecht als er bij al het verdriet dat je hebt, iets anders is waarop je je kunt concentreren. Moet concentreren". Spons „En dan is er nog iets anders: alles wat je als acteur overkomt, de grootste treur nis maar ook het geluk dat je ten deel valt; op een of andere manier heeft het ook een soort nut. Een acteur is een soort spons die zijn eigen levenservaringen - goed of slecht - opzuigt, in zich opslaat en teruggeeft in zijn werk". „Het is intellectueel voedsel voor een acteur. Als je iets moet spelen dat dicht aanligt tegen iets watje zelf hebt meege maakt dan kan dat een verrijking beteke nen. Diep verdriet kan op die manier ten minste nog ergens toe dienen. Mijn per soonlijk verlies van Simone heeft gega randeerd invloed gehad op mijn acteren. Er zitten scenes in deze film, waar ik de dood van Papets enige bloedverwant heb te betreuren en waar ik, terwijl de rest van het dorp een bruiloft viert, met mijn bosje rode anjers dat graf ga bezoe ken. Ik kon daarvoor uit mijn eigen erva ringen putten". „Tegelijkertijd is wat ik zeg, maar half waar. Als je de rol van een dronkaard moet spelen, kun je niet zelf óók dronken zijn. Het tegendeel is waar. Van primair belang is voor de acteur dat hij in condi tie is. Je prepareert je, je concentreert je mentaal op wat vereist is: nu moet ik triest zijn. Waarom ben ik triest? Daarom en daarom. Men laatje met rust, niemand praat tegen je. En dan komt het vanzelf en kun je het geven. En natuurlijk als je zo'n jaar of zestig op deze wereld hebt rondgelopen dan hèb je automatisch van alles gezien en meegemaakt en ben je daardoor geestelijk verrijkt". Doodsbang „Maar als je wonden nog zó vers zijn als mij gebeurde toen ik na de dood van Simone moest doorgaan met Papet te spelen, dan ben je doodsbang. Een beetje bang misschien dat mensen denken: Hoe kan die vent zo bot zijn, dat hij hier weer gewoon staat te werken? Maar nog banger dat je al acterend, te veel van je zelf prijsgeeft bij iets wat verondersteld wordt fictie te zijn. Datje in je eigen emo ties die je privé wilt houden, puur door zichtig wordt. Naakt. En je schaamt je dan kapot". „Vaak krijg je als acteur rollen te spe len, die ver of betrekkelijk ver afstaan van je eigen belevingswereld. Dan moet je werkelijk op zoek naar aanknopings punten en daarmee probeer je een vol gens jou toepasselijke speelstijl te ont werpen. Dat is zalig om te doen. Daar naast zijn er de rollen waarvoor je regel recht kunt putten uit je reservoir eigen ervaringen, interessen en emoties. Dat is het moeilijkst omdat dan je eigen parti culiere stijl in het geding komt, maar vaak leidt dat tot de sterkste creaties: mijn rollen in 'La Guerre Est Finie' en 'César et Rosalie" Eind jaren zestig en de beginjaren ze ventig speelde Yves Montand in een hele reeks politieke thrillers, van Costa-Ga- vras. Eind jaren zeventig was dat voorbij en zagen we Montand in heel andere films: drie, overigens voortreffelijke, misdaadfilms van Alain Corneau. Die verschuiving van genres is dat een kwes tie van mode geweest, of had het ook te maken met een veranderde instelling bij Yves Montand? „Absoluut niet. Ik heb nooit iets plan matigs ondernomen, of gedaan vanuit berekening, of voor alleen maar het geld. Maar als er geld beschikbaar is, dan wil ik het maximum. Allicht! Maar voor Cor neau en Costa-Gavras heb ik aanvanke lijk helemaal geen geld gevraagd. Ik heb 'Z.' gemaakt voor nop. Ik heb 'La Guerre Est Finie' gedaan voor acht miljoen oude francs. Dat is iets van 35.000 gulden. Een schijntje voor acht maanden werk". Maximum „Maar daarna 'La Folie des Gran deurs', een grote produktie met als te genspeler Louis de Funès, daarvoor heb ik het absolute maximum gevraagd. Na tuurlijk! Ik heb vijf politieke thrillers achter elkaar gedaan en daar was geen planmatigheid bij". „Eigenlijk was 'Le Salaire de la Peur', van Clouzot, al mijn eerste politieke film in zekere zin. De tweede was 'La Guerre Est Finie'. Resnais verdiepte zich in wat het betekent militant te zijn. Het ging over een Spaanse communist in Franse ballingschap. Een fantastische film. Daar tussendoor deed ik een Lelouch- film en toen meldde zich Costa-Gavras. Die kende ik nog uit de tijd dat hij assis tent was bij films van Yves Allegret en René Clair". „We maakten 'Compartiment Tueurs', zijn debuutfilm. Maar Costa, hij is Griek zoals je weet, liep vervolgens op tegen 'Z.' en daarin zag hij een ijzersterke poli tieke thriller. Terwijl we dat aan het op nemen waren, verscheen het boek TA- veu' over de politieke processen in Tsjechoslowakije. En wij wisten meteen dat TAveu' onze volgende film zou wor den". „En terwijl we die aan het draaien wa ren, werden de Tupamaros, de guerrilla beweging in Zuid-Amerika wereld nieuws. Dat leidde weer tot 'État de Siè- ge', volgens mij nog steeds de beste van Costa-Gavras. Zo kwamen we van de ene film op de andere. En iedereen dacht dat er een plan achter zat. Maar dat was hele maal niet zo". „En tijdens TAveu', was Alain Cor neau eerste regie-assistent geweest en die was ook pas aan zijn tweede film toe toen hij mij in 1975 vroeg voor 'Police Py thon'. En dat leidde ook weer tot de ene na de andere film. Qua genre leek er een wissel te zijn omgegooid, maar er was en kel sprake van toeval. Corneau's beste vind ik 'La Menace'. Heel goed verhaal en vooral de laatste 25 minuten zijn fan tastisch, met die vrachtwagens in Cana da. Al het drama zit verwerkt in de beel den en er wordt niet meer gesproken. Ci nema behoort zoveel mogelijk te zwij gen. Daarom zijn Keaton en Chaplin nog steeds de grootsten".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 25