k*. Leven met dementie 'Kindermenu bepaald door reclame' Denkwijzer Onze taal eu. UI. Leidse psychologe: verkeerd voedsel oorzaak van allerlei klachten ZATERDAG 26 MAART 1988 DOOR JOOP VAN DER HORST Rolstoelgebruikers moeten ook naar de w.c. Het is goed dat er in openbare ge bouwen zo langzamerhand ook eens met deze mensen rekening wordt ge houden. Het vergt hier en daar wat aan passingen, een drempel minder, een schuine oprit, enkele handgrepen, maar deze mensen hebben er net als ieder een recht op naar het stadhuis te kun nen, naar het theater of naar het belas tingkantoor en ze moeten dan ook daar een plasje kunnen doen. Daar wordt aan gewerkt. Nu de bordjes nog. Als er een toilet is voor rolstoelgebruikers, staat dat dikwijls aangegeven met een bordje 'in valide toilet'. Het is dan los geschreven en zonder verbindings-n. In feite staat er dat het toilet invalide is. Het Amster damse Muziektheater heeft zelfs 'invali de zitplaatsen'. Ik ben bang dat deze bordenmaker als- volgt gedacht heeft: de meeste mensen gaan niet samen naar de w.c. en dat er twee rolstoelgebruikers tegelijk gaan is helemaal onwaarschijnlijk, dus invalide moet enkelvoud zijn en zonder -n ge schreven worden. Dat het ook dan aan elkaar geschreven moest worden, is hij even vergeten. Toch heeft hij de verkeerde regel ge bruikt. Voor alle toekomstige borden- makers, voor alle invaliden en voor alle leraren Nederlands die het ook niet we ten noemen we nog even de regel. De tussenklank van samenstellingen wordt in het algemeen als -e geschreven maar er zijn twee uitzonderingen: ten eerste als het eerste woord noodzakelijk de gedachte aan een meervoud opwekt, ten tweede als het eerste woord een persoonsnaam is die niet een bepaalde vrouwenlijke persoon aanduidt. Volgens de algemene regel schrijft men apehaar, leeuwemoed, notedop, strate- maker. Volgens de eerste uitzonderin gen gaan bijenkorf, woordenlijst, drui ventros; volgens de tweede uitzonde ring: boerenknecht, herenhuis, wedu- wenpensioen. Hoeveel invaliden er al of niet tegelijk van dat toilet gebruik maken, is niet van belang. Volgens de tweede uitzonde ring schrijven we invalidentoilet. Die tweede uitzondering op de algeme ne regel is in de praktijk, voor mensen die geen bordenmaker zijn, minder las tig dan de eerste. Wanneer is er sprake van een meervoud? Het is bessesap omdat ook één bes al sap heeft; maar het is bessenjam omdat je voor jam meer dan één bes nodig hebt. Maar hoe moeten we kurke(n)trekker schrijven? De regel is geformuleerd door de spel lingcommissie die in 1954, in opdracht van de Nederlandse en Belgische rege ring, het zogenaamde Groene Boekje publiceerde. Dat is nog steeds het offi ciële voorschrift voor onze spelling. In die commissie zal heel wat gediscussi eerd zijn over dit onderdeel. Een van de leden was het er in ieder geval niet mee eens: dr. C. Kruyskamp. Toevallig is hij ook degeen die tot voor kort de herdruk ken van de dikke Van Dale verzorgde. Terwijl hij in die commissie blijkbaar geen voet aan de grond kreeg, kon hij in zijn woordenboek, dat veelal braaf vol gens het Groene Boekje spelt, in het voorwoord toch even uithalen naar het zijns inziens dwaze commissie-stand punt. Of dat commissiestandpunt, en bijge volg nu de officiële regeling, inderdaad zo dwaas is, valt overigens nog te be zien. Alternatieve voorstellen tot dus verre bleken meestal geen verbetering. Wel is het een feit dat de regel lastig te hanteren is. Maar dat bewijst niet dat er een eenvoudiger oplossing mogelijk is. wassen, naar het toilet gaan en laten niet zelden hun plas of ontlasting lopen. Ze gaan steeds meer en meer in het verle den leven en van de dingen van alledag blijft niets of heel weinig hangen. Daar naast ontwikkelen ze allerlei gedrags stoornissen, zoals agressieve uitbarstin gen, achtervolgingsideeën, allerlei ang sten (voor insecten, water, vreemden), ze gaan dwanghandelingen vertonen (steeds de tafel afvegenen worden vaak heel erg achterdochtig. In het zevende en laatste stadium wordt hun aftakeling compleet. Ze verliezen hun taalbeheer sing, hun woordenschat raakt beperkt tot een paar woorden. De controle over aller lei lichaamsfuncties gaat verloren. Zit ten kunnen ze niet meer, lachten ook niet en zelfs het hoofd rechtop houden lukt niet. Ten slotte komen de meesten in een soort van coma terecht, waarna de dood in treedt. Voor anderen, met name partners, die te maken hebben met patiënten in sta dium vijf en zes is een van de meest op vallende symptomen, het idee dat ande ren dingen van hen stelen of voor hen ver bergen. Patiënten maken zich daar vaak heel boos over. Dat kan zover gaan als het slaan van de partner. "Je offert je hele maal op voor iemand anders en dan krijgt je nog op je donder ook", zei een partner heel treffend. Patiënten lijden ook vaak aan het 'dit huis is niet mijn huis-symdroom'. Ze willen dan hun huis verlaten om op zoek te gaan naar wat ze denken dat hun echte huis is. De partner, die dat terecht wil verhinde ren, moet met agressie en, opnieuw, klap pen rekening houden. Maar het meest traumatische moment in de ziekte is ver moedelijk het moment, waarop de pa tiënt de partner, de kinderen of andere vertrouwden niet langer herkent en ze zelfs als indringers gaat beschouwen. "Het besef, dat de persoon die je al die ja ren hebt gekend, die je vertrouwd is ge weest en waarvan je hebt gehouden, dat die niet langer bestaat, dat er feitelijk al leen nog een omhulsel is", zo drukte een partner het uit, "dat is het moeilijkste om mee te leven". Anne-Marie Rijksen omringd door kinderen"Als ouders ingaan op wat hun kind aangeeft, zouden veel klachten kunnen voorkomen". Als moeder van twee kinderen en veel vuldig in aanraking komend met kinde ren uit familie en omgeving, kwam Rijk sen tot de conclusie dat veel onbegrepen klachten bij kinderen te wijten zijn aan het voedsel dat zij krijgen. Veel kinde ren, en ook volwassenen, zijn volgens haar overgevoelig voor bepaalde 'gezon de' voedingsmiddelen en/of voor allerlei chemische stoffen in voedsel. Die over gevoeligheid kan zich uiten in lichame lijke klachten, zoals darmkrampen, maagpijn, overgeven en migraine. Maar ook in meer vage verschijnselen als ner vositeit, neerslachtigheid, overactiviteit en driftbuien. Rijksen vindt dat de meeste mensen bij dergelijke problemen nog te weinig het verband leggen tussen gedrag en voedsel. Ze laten zich, zegt zij, bij de keu ze van hun voedsel te vaak verleiden door reclameteksten over wat goed is voor de mens, en nog vaker: wat goed is voor uw kind. Zelf is ze van mening dat reclame vooral goed is voor de reclame makers. Die propageren volgens haar zo genaamd gezonde dingen omdat ze we ten dat mensen graag goed voor zichzelf en voor hun kinderen willen zorgen. Hun enige doel is geld verdienen. Klachten Kortgeleden legde zij bovenstaande bevindingen vast in een boekwerk. Ze noemde het 'De chronische snotneus', daarmee doelend op een van de niet di rect te herleiden klachten die het gevolg kunnen zijn van 'verkeerd' voedsel. "Ik heb niet de pretentie een wetenschappe lijke verhandeling te presenteren. Het is bedoeld om te overdenken en zonodig tot actie aan te zetten", schrijft Rijksen in haar inleiding. Er volgt daarop ook geen opsomming van voedingsmiddelen en hun mogelijke gevolgen, maar een in zestien hoofdstuk ken verdeelde uiteenzetting van wat er zoal fout kan gaan op het gebied van eten en drinken. Ze legt uit waarop ouders zouden moeten letten en sluit haar werk af met een reeks aanbevelingen en enke le artikelen waarin wordt geschreven over overgevoeligheid voor voedsel. Rijksen maakt in haar werk overigens onderscheid tussen voedselallergie en zogenaamde voedselintolerantie. Het verschil is dat lijders aan een allergie de eiwitten in bepaalde voedingsmiddelen niet kunnen verdragen, terwijl bij over gevoeligheid kunstmatige toevoegingen vaak de boosdoener zijn. De gevolgen ui ten zich op ongeveer dezelfde wijze, zoals hierboven al is beschreven. Om verwarring te voorkomen zal in dit arti kel meestal de algemene term voedsel- overgevoeligheid worden gebruikt. Melk .De rode draad in 'De chronische snot neus' komt in haar eigen woorden op het volgende neer: "Een kind is zelf heel goed in staat uit te maken wat het wel en niet verdraagt. Ouders moeten daarvoor wèl open staan en zich vooral niet laten leiden door reclameteksten als: Melk de witte motor en Melk is goed voor elk". Het is zeker niet toevallig dat Rijksen melk als voorbeeld van misleidende re clame neemt. Veel mensen blijken na melijk allergisch voor melk van de koe. Mensen met zo'n allergie kunnen de ei witten in melk niet verdragen. Zoiets kan ontstaan als memand veel melk drinkt. Mensen met een verhoogde gevoelig heid voor de eiwitten in melk kunnen bij het drinken ervan allerlei nare verschijn selen krijgen, met name last van de inge wanden en zware hoofdpijn. Kinderen worden er huilerig van en hebben last van overgeven. In Nederland komt deze overgevoeligheid tamelijk veel voor om de simpele reden dat er veel melk wordt gedronken. Zo is in Azie overgevoelig heid voor rijst niet ongebruikelijk en in Mexico geldt hetzelfde voor maïs. Rijksen pleit in dit verband nadrukke lijk voor moedermelk als voedingsbron voor zuigelingen, in elk geval het eerste half jaar van hun leven. Vrouwen zouden daarvoor volgens haar een half jaar be taald verlof moeten krijgen. Wondermiddel "Moedermelk is een wondermiddel voor zuigelingen", betoogt de kinderpsy chologe. "Het is het enige voedingsmid del dat precies is afgestemd op de be hoefte van een zuigeling. Juist in die eer ste zes maanden is dat belangrijk omdat een kind dan nog niet in staat is zelf li chaamsvreemd voedsel te herkennen. Koemelk is net zo lichaamsvreemd voor een zuigeling als groenten of fruit, dat geef je een zuigeling toch ook niet de eer ste tijd?" Rijksen stelt dat kinderen die aanleg hebben voor koemelkallergie dat de eer ste zes maanden nog niet goed tot uiting kunnen brengen. Krijgt het toch dage lijks een flinke portie binnen, dan is het leed al geleden en verdraagt het kind nooit meer melk. Rijksen: "Als het om een echte allergie gaat laat zich dat vaak ook al snel zien, soms al na drie flesjes". Zij noemt borst voeding in haar boek een van de 'voe dingsrechten van het kind'. Met nadruk voegt zij daaraan toe dat moeders die om lichamelijke redenen geen borstvoeding kunnen geven, dat ook zeker niet moeten doen. "Een kind is beter af met een moeder die oprecht maar tevergeefs heeft ge tracht haar kind zelf te voeden, dan met een moeder die er door het geven van borstvoeding slecht aan toe is", schrijft zij hier over. Ze raadt hen aan afwisse lend voedsel op basis van koemelk en so- jamelk te geven. Rijksen hamert zo op het geven van borstvoeding gedurende de eerste zes maanden, omdat volgens haar de borst voor een zuigeling een bron van troost en warmte is. "Moeders moeten ervan doordrongen raken dat-een zuigeling al leen maar lustgericht is. Een baby heeft in de eerste maanden van het leven al heel wat stressrijke ervaringen. Het Kortgeleden woonde ik een lezing bij over de ziekte van Alzheimer, kortweg de mentie. De spreker, een onderzoeker van wereldfaam, liet op een bepaald moment een dia van een ouder echtpaar zien. "Wie van de twee heeft dementie?", vroeg hij aan de ruim tweehonderd mensen in de zaal. We keken allemaal intensief naar de gezichten van beide mensen. De vrouw op de dia leunde vermoeid met haar hoofd tegen de schouder van haar echtgenoot en haar gezicht had een door leed getekende uitdrukking. Haar echt genoot, daarentegen, glimlachte bree duit. Zijn gezicht was goed geconser veerd en zijn ogen stonden helder. "Wie van beiden?", vroeg de spreker iiog- maals. "De man", zei iemand aarzelend. De spreker knikte instemmend. Terwijl achter het ontspannen uiterlijk van de man zijn verschikkelijke ziekte schuil ging, vertoonde de vrouw alle kenmerken van iemand die overspannen, overbelast is. "Hij ziet er puik uit", legde de spreker uit, "maar intussen lijdt zij. Zij weet hoe het met hem gesteld is en offert zich hele maal voor hem op. Hij wordt beschermd door ontkenning van zijn toestand. Hij is zijn verstand aan het verliezen en dat is zoiets verschrikkelijks dat zijn bewust zijn het besef daarvan gelukkig, niet toe laat". 'De verstandelijke aftakeling van de de- mentie-patiënt - het wegglippen van het besef wie je zelf bent en wie anderen zijn - is een onontkoombaar proces. Hoewel de laatste jaren vooruitgang is geboekt, heb ben we nog altijd geen effectieve metho den voor het verbeteren of het herstellen van de gaten die de ziekte in de geest van patiënten slaat. Wel weten we inmiddels vrij goed wat er kan worden gedaan om de patiënt zo lang mogelijk en op een ver antwoorde manier in de samenleving en buiten een inrichting of tehuis te laten le- We weten ook hoe belang rijk de rol van de krijgt allerlei inentingen, de tandjes ko men door en tussendoor moeten zij hun omgeving verwerken en zelf allerlei re flexen ontwikkelen. Juist dan is het be langrijk het kind veel troost te geven. En juist dan gaat het vaak fout. Een kind huilt en krijgt vervolgens een kunst speen in de mond geduwd. Het huilen stopt dan wel, maar de onlustgevoelens blijven". Fopspeen Volgens Rijksen wordt hier de basis gelegd voor vervreemding van de na tuurlijke dingen die iedereen nodig heeft. Hier begint het 'zoethouden' van een kind, eerst met een fopspeen, later letterlijk met allerlei snoepgoed en ver- suikerde voedingswaren. De psychologe: "Het gevolg hiervan is dat ouders verleren hoe ze een goede maaltijd kunnen samenstellen voor hun kind, terwijl kinderen op hun beurt ver leren zelf uit te maken wat ze wel en niet kunnen verdragen". "De reclame schrijft het menu voor- Kinderen die bepaalde dingen niet wil len eten worden 'koppig' genoemd, ter wijl ze met hun gedrag alleen te kennen geven dat ze de betreffende voedingswa ren niet verdragen. Ouders moeten weer partner en van anderen in de omgeving van de patiënt in dit opzicht is. Hun taak is vaak een bijna onmenselijke, een echte 'engelenrol'. Voor de patiënt zelf, maar ook voor de samenleving van groot be lang. Tegenwoordig lijden tussen de vier en zes procent van de mensen boven de 65 jaar aan een ernstige vorm van demen tie. In de meeste westerse landen is de ziekte inmiddels al de vierde of vijfde doodsoor zaak. Als de dementie-patiënten die we nu hebben en in de toekomst nog zullen krijgen, allemaal in een instelling ver pleegd zouden moeten worden, dan zou dat het faïllisement van de gezondheids zorg betekenen. Het zolaiig mogelijk bui ten eeii tehuis houden is dus niet alleen gunstig voor het verloop van de demen tie, opname versnelt het proces heel vaak, maar ook gunstig voor ons allemaal. Maar het is geen gemakkelijke opgave. Uit onderzoek blijkt, dat die opgave in feite alleen maar kan worden vervuld als de demente patiënt een partner heeft, die partner in staat is te helpen en daarbij gesteund wordt door anderen. Bij het voortschrijden van de ziekte wordt de partner overigens steeds min- der partner en steeds meer verpleger of verpleegster. Net als voor beroepsver pleegkundigen is het ook voor deze 'leken' van belang intensieve relaties met ande re familieleden, vrienden en kennissen te blijven onderhouden. Vanwege het letter lijk 'onzettende' verloop van de ziekte hebben nogal wat partners helaas de nei ging sociale contacten te vermijden, juist in de periode dat de last van de ziekte voor hen het grootste wordt. Het is tegen woordig gebruikelijk om het verloop van dementie in zeven stadia onder te verde len. De ziekte begint sluipend. In stadium 1 zijn er niet of nauwelijks symptomen merkbaar, hoewel in de her senen al bepaalde veranderingen kun nen worden vastgesteld. Zoals het ont leren de voedingsvoorkeuren van hun kind te respecteren". Rijksen gaat ervan uit dat een kind vanaf ongeveer zes maanden oud aan geeft of het behoefte heeft aan andere voedingsmiddelen dan moedermelk. Moeders kunnen dat merken doordat het kind zich van de borst afwendt na even te hebben gedronken, of dat het kind in een reflex naar ander voedsel grijpt. Jammer genoeg, zo constateert zij, slaan veel moeders meer acht op wat op de consultatiebureaus en opvoedings- boeken zeggen over bijvoeding dan wat hun kind te kennen geeft. "Als ouders wel ingaan op wat hun kind aangeeft zouden veel klachten kunnen worden voorkomen. Een kind kan dan vaak aller lei dokters- en ziekenhuisbezoeken be spaard blijven". De vervreemding van de natuurlijke behoeften is volgens Rijksen er de oor zaak van dat de relatie tussen voeding en gedrag niet of pas laat wordt' gelegd. Vaak heeft het kind dan al veel ellende achter de rug. In haar aanbevelingen geeft Rijksen een samenvatting van wat zij teweeg wil brengen met haar boekwerk: mensen moeten zoveel mogelijk natuurlijk voed sel tot zich nemen en goed luisteren naar wat hun lichaam aangeeft. Ouders moe ten hun kind stimuleren in het ontdek- staan van zogenaamde 'plaques, het ver kleven van hersencellen. In het volgende stadium ontwikkelen zich klachten, zoals het vergeten van dingen, bijvoorbeeld waar men dingen heeft neergelegd. Op het werk of in de huishouding functio neert de patiënt minder goed, minder hel der en fouten nemen toe. Maar de diagno se dementie wordt meestal pas gesteld in het derde of vierde stadium. In het derde stadium begint het anderen, collega's, chefs of onderschikten vaak op te vallen, dat de patiënt niet meer zo goed uit de voeten ko.n met bepaalde meer eisende aspecten van het werk. Patiënten krijgen ook moeilijkheden met het reizen naar nieuwe plaatsen. Ver dwalen of de weg niet kunnen vinden be gint vaker voor te komen. De patiënt is zichzelf bewust van de toenemende inner lijke verwarring en de afnemende geeste lijke vermogens en dat besefis uiterst be dreigend. Reden waarom veel patiënten hun klachten aanvankelijk voor ande ren, inclusief hun partner, verborgen trachten te houden en allerlei redelijk klinkende verklaringen zoeken als ze op een 'fout' worden betrapt. Vaak is het verstandig patiënten aan te raden zich terug te trekken uit ingewikkelde ac tiviteiten, die angst bij hen oproepen zoals hun baan) omdat daarmee de meest verontrustende symptonen van de ziekte en van gespannenheid voorlopig ken van voedingsbehoeften. Snoep moet worden geweerd zodat een kind niet la ter uit zichzelf naar zoetigheid zal talen. En vooral: als het even kan moet een moeder het kind zeker de eerste zes maanden zelf voeden. Wachtkamers Rijksen beseft dat veel mensen niet op de hoogte zijn van al deze gegevens. In hun angst hun kind tekort te doen volgen zij de raad op van de reclame. Daarom is het volgens haar belangrijk dat in de kranten wordt gehamerd op de nadelen van kunstmatige toevoegingen aan voed sel en de mogelijke schadeljke werking van als gezond te boek staande voedings middelen. Rijksen: "Huisartsen zouden in hun wachtkamers brochures over voedsel- overgevoeligheid moeten hebben. Daar korrten moeders met kinderen die onver klaarbare klachten hebben tenslotte vaak terecht. En, het belangrijkste, sa men moeten we ons te weer stellen tegen de druk die de reclame op ons legt. We moeten vooral onze intuïtie volgen en niet de slogans. Ik geloof vast en zeker dat er veel kan veranderen als genoeg mensen laten merken dat zij het niet pik ken dat hun kinderen het slachtoffer worden van alle aangeprezen voedings middelen". worden weggenomen. In de latere stadia van de ziekte zijn ze zich niet meer be wust van hun symptomen en antwoorden inderdaad 'neen' wanneer hen gevraagd wordt of ze geheugenproblemen hebben of innerlijk in de war zijn. In het vierde stadium kunnen patiënten nog altijd vrij zelfstandig functioneren als ze hulp krijgen met zaken als het in vullen van formulieren en het bijhouden van hun financiën. Maar het organiseren van bepaalde dingen, zoals een verjaar dag of een etentje, gaat hen niet meer goed af. De meeste patiënten kunnen dan nog zelfstandig autorijden, maar het komt steeds vaker voor dat ze verdwalen. Wat overigens niet voldoende reden is om hun rijbewijs al af te nemen. In het vijfde stadium hebben ze hulp no dig bij bepaalde alledaagse zaken als het kiezen van passende kleding 's ochtends. Ook moeten ze vaak omgepraat (of aan gezet) worden om zich enigszins goed te verzorgen, zoals wassen, baden of dou chen. Het kan overigens vaak een jaar of lan ger duren voordat het zesde stadium aanbreekt. Dan gaan heel duidelijk de symptomen optreden, die dementie tot zo'n vreselijke ziekte maken. De patiën ten zijn alleen nog te handhaven buiten een tehuis als er full-time hulp beschik baar is. Ze hebben moeilijkheden met aankleden, moeten worden geholpen met door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden Veel ónbegrepen klachten bij kinderen zijn te wijten aan het voedsel dat zij krijgen. De Leidse kinderpsychologe Anne-Marie Rijksen schreef daarover het boekwerkje 'Een chronische snotneus'. Ouders moeten meer oog hebben voor hun kinderen aangeven en minder voor adviezen van buitenaf. Daarop komt haar betoog neer. door Willeke Heijkoop "Het gaat niet om het voedsel zelf, het gaat om wat wij er mee doen". Anne-Marie Rijksen-Buschman is moeder en kinderpsychologe. Bin nenkort begint zij in haar woning aan de Zoeterwoudse Singel in Lei den een spreekuur voor ouders die zich zorgen maken over het gedrag van hun kind.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 23