Huidige jeugd zet zich niet af tegen ouderen 'Fraudebestrijding faalt' Reportage Oprichting van vrouwenbureau in Hervormde Kerk bepleit PAGINA 2 DONDERDAG 24 MAART 1988 'Linies op cultureel gebied, rechts op economisch gebied' UTRECHT/AMSTEL VEEN - Hier en daar zie je er nog eentje rondlopen, maar als fenomeen is de punker uit het straatbeeld verdwenen. De meisjes met de college-schoenen, de donkerblauwe rokjes en het stemmige sjaaltje kom je nog wel regelmatig tegen, maar niet meer in trossen, zoals een paar jaar geleden. En de yuppie is onlangs officieel ten grave gedragen. De jeugd van te genwoordig is nauwelijks meer te herkennen, laat staan dat zij een eigen cul tuur heeft, een eigen, min of meer collectieve, identi teit. door Rian van Kuppenveld Dè jeugd bestaat natuurlijk niet en heeft ook nooit bestaan. Maar een jaar of twintig geleden was het allemaal wel veel eenvoudi ger. Was je tussen de 18 en, zeg, de 26 dan droeg je een spijkerpak en lange haren en had je ruzie met je ouders, je leraren en alles wat in de maatschappij maar macht had. Maar nu? Er was een tijdje de punk-cultuur. Daar zat een ele ment van verzet in. maar als sub cultuur - die vrij beperkte, sterk gesloten groep met eigen normen en waarden - waaide het over. En als je nu goed kijkt, blijkt de punk-achtig uitgedoste een tie ner van rond de veertien, vijftien. Eigenlijk heeft de jeugd van te genwoordig maar éen gemeen schappelijk kenmerk: ze heeft géén eigen identiteit, ze zet zich niet af tegen de ouderen. Kortom: er bestaat geen jeugd cultuur. Verzetscultuur Wim Meeus is als hoofddocent jeugdstudies verbonden aan de faculteit sociale wetenschappen van de Utrechtse universiteit. "Een jeugdcultuur is eigenlijk per definitie een verzetscultuur. Het houdt een radicale scheiding in tussen de wereld van de jonge ren en die van de volwassenen. Bij de groep jong volwassenen van vandaag zie je dat niet meer. Je hebt wel uitingen van verzet. Zoals het voetbalvandalisme en het lidmaatschap van een fana tiek rechtse beweging, onder jon geren met een lage opleiding. Ho ger opgeleiden uiten hun vezet door zich aan te sluiten bij radi- caal links, en hard en fanatiek te strijden vóór milieu en tégen kernenergie". Volgens Meeus hebben de jon geren zelf wél het gevoel tot een aparte groep te behoren. Ze heb ben allemaal ongeveer dezelfde maatschappelijke positie en ze zijn zich ervan bewust dat ze met velen in hetzelfde schuitje zitten. En ze luisteren allemaal naar popmuziek: hét middel bij uit stek om iets eigens uit te druk ken. Zo'n dertig jaar geleden be stonden 'de jongeren' nog niet. De meesten gingen op hun der tiende of veertiende al werken. De overgang van kind naar vol wassene vond bijna van de een op de andere dag plaats en er was nauwelijks ruimte voor een pe riode waarin de maatschappij werd afgetast, dingen uit werden geprobeerd en eigen normen en waarden aan verandering onder hevig waren. Ook nu nog zie je het verschil tussen de jongeren die op vrij jeugdige leeftijd gaan werken en de groep die doorstu deert en langer zijn jeugdige le vensstijl handhaaft. Rijpheid 'Jeugd' valt min of meer samen met de psychologische definitie 'adolescentie': "De jaren De jeugd van tegenwoordig: dure kleding. met de geslachtelijke rijpheid be reikt maar nog geen volledige geestelijke rijpheid", zo leert de encyclopedie. Tijdens de adoles- centie-periode treden er, zo zegt Meeus, in het eigen leven een groot aantal veranderingen op, meer dan in welke andere levens fase dan ook. Het kind neemt af stand van het ouderlijk gezin en creéert een eigen privé-situatie, door middel van werk en oplei ding tracht de jongere een eigen maatschappelijke positie te cre ëren en ontwikkelt zich lang zaam maar zeker tot politiek bur ger. Alles bepalend voor de defi nitie 'jeugd' is verder dat er nog geen vastgelegde maatschappe lijke verplichtingen zijn. Volgens Meeus is het niet zo dat de 'jeugdcultuur' de voorhoe de vormt van op til zijnde maat schappelijke ontwikkelingen. "Zij zetten geen trends, maar drukken bestaande scherper uit". In de tijd dat er geklaagd werd over de verrechtsing van de jeugd, was dit dan ook geen echt zelfstandig fenomeen, maar een breed maatschappelijk ver schijnsel. Meeus kenschetst de huidige jeugd - op grond van een aantal onderzoeken - als links in cultu reel opzicht en rechts op econo misch gebied. In politiek opzicht zitten de jongeren volgens hem in het midden: voor het eerst in de geschiedenis bleek tijdens een enquête onder scholieren het aantal stemmen voor de huidige regeringscoalitie groter dan de aanhang van de PvdA. "De huidige jeugd wil graag carrière maken en is er met vies van om materieel welzijn ook openlijk te demonstreren. De yuppies waren wat dat betreft na tuurlijk extremen, maar hun ideeën worden wel door het gros gedeeld. Links is de jeugd waar zij een grotere persoonlijke vrij heid opeist: op sexueel gebied en als het gaat om zaken als eutha nasie en abortus". Maar ook hier geldt weer dat dit niet typisch een trek van de hedendaagse jeugd is: in de hele maatschappij is een dergelijke tendens te bespeuren. Waar Meeus nog wel een stuk jeugdige eigenheid bespeurt, is in de leefstijlen. Niet dat er hier nu sprake is van één uniforme li festyle. Maar fabrikanten c diverse stijlfiguren voor hun jeugdige - en vaak tamelijk kapi taalkrachtige - klanten, waarin volgens Meeus de jeugd uiterlijk nog wel herkend kan worden. Details Paul Schweitzer, hoofd marke ting en communicatie services van het reclamebureau FHV/BB- DO, heeft zo zijn twijfels over die diverse leefstijlen. Lifestyle bete kent per definitie het vertonen van uiterlijk gedrag dat tot in de details voorgeschreven wordt. Lifestyle dicteert het soort café dat je bezoekt, de kleding die je draagt, de auto die je rijdt en het voedsel dat je nuttigt. En dat ge drag wordt van een label voor- Schweitzer: "Je ziet in de hele maatschappij een trend naar een groter mandaat voor het indivi du. Mensen durven eerder af te gaan op hun eigen intuïtie en ge weten. Invloeden van buitenaf zijn minder belangrijk. Er is niet langer sprake van een collectief waarden- en normenpatroon. Al les mag en kan tegenwoordig. Je kunt naar de EO kijken en de vol gende dag naar Miami Vice. Men sen gaan op een dure vakantie naar de Noordpool, maar halen hun eten bij de superdiscount. Ie dereen is vrijer geworden in het vinden van zijn eigen weg. Het is niet langer zo dat de buurman ook jouw consumptiepatroon be paalt. Mensen laten ook veel meer verschillende prikkels toe". Het is deze 'uitholling van col lectieve normen' die volgens Schweitzer ook de jeugd parten speelt. Ook voor de jongeren geldt het 'individuele mandaat'. Een ander probleem waar de hedendaagse jeugd volgens Sch weitzer mee kampt, is het over wicht dat hun ouders hebben. "De huidige dertigers en veerti gers, de hippies en de provo's van vroeger, hebben een enorm stem pel op de samenleving gedrukt, zowel kwalitatief als kwantita tief. Het hele set van waarden en normen dat zij in hun jeugd uit droegen is door de maatschappij grotendeels overgenomen. Bo vendien zijn zij, dankzij de ge boortegolf, numeriek een grote groep. Daarbij komt nog dat er al tijd na een periode met grote col- Bemoeien Eind vorig jaar liet FH V/BBDO dan ook een onderzoek houden onder jongeren tussen de 15 en de 24 jaar, om meer greep te krij gen op het pluriforme beeld. De cijfers uit dit tot nu toe niet gepu bliceerde onderzoek, liegen er niet om. En ze bewijzen Paul Schweitzers stelling dat als de jongeren één ding gemeen heb ben, het is dat ze 'refereren aan wat pappie heeft gedaan' Maar liefst 67 procent zegt bij problemen in eerste instantie naar de meer ervaren ouders en leraren te luisteren. De helft is het beslist niet eens met de stel ling dat ouders zich voortdurend bemoeien met zaken die hen niets aangaan en als je de groep die deze stelling blauw-blauw laat meerekent, kom je zelfs tot 71 procent. Jongeren hebben het thuis ook best naar hun zin. Al thans 78 procent is het volstrekt oneens met de uitspraak "Thuis bij m'n ouders verveel ik me meestal". Jongeren vinden trouwen (70 procent), kinderen krijgen (74 procent), een beroep hebben (94 procent), met een goed inkomèn (91 procent) en leven voor het ei gen gezin (86 procent) bij uitstek belangrijk. Maar niets haalt het bij de waarde die jongeren hech ten aan 'vooruitkomen in en ge nieten van het leven' (beide 98 procent). Paul Schweitzer: "De jeugd heeft weer zin in het leven. Er is nauwelijks nog sprake van hard heid en cynisme. Jongeren heb ben echt het gevoel dat er voor hen een nieuwe boot klaar ligt. Ze zijn optimistisch. Ze hebben zin in het leven en ze hechten aan een kwalitatief hoog levensni veau. Ze zijn dan ook zeer milieu bewust. Als je dan toch zou moe ten spreken van een collectief jeugd-ideaal dan is dat het gevoel dat de mens de wereld om hem heen ook maar in bruikleen heeft gekregen en dat hij in harmonie met zijn omgeving moet leven". Door versnipperde organisatie en gebrekkige coördinatie Door een versnipperde organisatie en gebrek aan coördinatie bij poli tie en justitie rammelt de fraudebe strijding in ons land aan alle kan ten. Politiek gezien is het opsporen van fraude de laatste jaren een 'hot item'. Logisch, want er is heel wat te halen. Naar schatting wordt er in ons land voor tussen de 15-20 mil jard gulden gefraudeerd. Op rege ringsniveau wordt ten aanzien van de fraudeaanpak daarom gespoken over een 'speerpuntenbeleid' en het inzetten van extra r door Arnold Wielenga In de praktijk komt hiervan vol gens mr. M. J. Van Altena, hoofd van de Fraude Centrale van de Centrale Recherche Informatie dienst (CRI) maar bitter weinig te recht. "Het is een beleid dat alleen met de mond wordt beleden. Het ministerie van justitie is nu al twee jaar bezig met het uitwerken van plannen om de fraudebestrijding in ons land te intensiveren. Van morgen heb ik gehoord dat het ge zien de bezuinigingen nog maar de vraag is of de Fraude Centrale er in derdaad de vijf extra toegezegde arbeidsplaatsen bij krijgt. Het wor den er misschien slechts twee of drie. Kijk, daar word ik niet goed van. Onze accountants vertrekken al naar het bedrijfsleven omdat daar beter wordt betaald. Op deze manier kom je in ons land nooit toe aan een adekwate en intensievere fraudebestrijding. Die accountants moetje gewoon beter betalen. Geef ze desnoods een extra bonus", al dus Van Altena. Drs. Petrus van Duyne van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van justitie pro beerde vorig jaar de aard en de om vang van de fraude in ons land in kaart te brengen. Ook hij vroeg zich in zijn eindrapport af hoe de fraude in ons land bestreden kan worden zonder voldoende fraude bestrijders. Daarnaast noemt Van Duyne de aanpak van de fraude door het Openbaar Ministerie en politie ontoereikend en vindt hij dat er nauwelijks sprake is van be leid, zeker als het gaat om de onder nemersfraude. Verdienen Ook de Amsterdamse hoofdcom missaris drs. E. E. Nordholt zette onlangs vraagtekens bij de fraude aanpak in ons land. Hij constateer de dat er van een breed opgezette en doelgerichte bestrijding van grote fraudezaken nauwelijks spra ke is. Meer aandacht voor grote fraudezaken zou de Staat volgens hem enkele miljoenen guldens op leveren. Een mening die door Van Altena wordt gedeeld. "Fraudebestrijding verdient zichzelf minstens terug. Sterker nog, ik denk dat er nog wel enkele miljoenen" guldens overblijven. Neem nu de Regionale Financiële Onderzoekteams. Er is voor het op starten van deze 23 teams en voor een dergelijke club in Amsterdam 18 miljoen gulden beschikbaar. Ik denk dat deze teams zichzelf daar na Financieel kunnen bedruipen. Mits natuurlijk de opgespoorde gelden voor een gedeelte terug vloeien naar deze Financiële On derzoekteams", zegt Van Altena. Hij ondersteunt zijn gloedvolle betoog met cijfers uit het CRI-jaar- verslag over vorig jaar. Tijdens re chercheonderzoeken waarbij de accountants van de CRI werden in gezet, werd voor 39 miljoen gulden aan fraude ontdekt. In totaal werd 51 miljoen gulden opgespoord, maar van 12 miljoen kon niet wor den bewezen dat dit geld was ver diend met criminele activiteiten. Het gaat hierbij volgens Van Alte na alleen nog maar om zaken, waar bij de hulp van Financiële deskun digen van de CRI werd ingeroepen. Zeven jaar geleden, op 1 januari 1981, ging de Fraude Centrale van de CRI van start. Het was voordien al duidelijk geworden dat de be strijding van de toenemende witte boordencriminaliteit een andere aanpak vereiste dan andere vor men van criminaliteit. Recher cheurs werden volgens Van Altena tijdens fraudeonderzoeken steeds vaker geconfronteerd met een te genpartij die zich liet adviseren door accountants, Fiscalisten en ge specialiseerde advocaten. Informatie De Fraude Centrale kreeg onder meer het verzamelen van informa tie over ingewikkelde vermogen scriminaliteit en andere vormen van fraude als opdracht. In het goed beveiligde CRI-gebouw aan de Raamweg in Den Haag zou alle fraude-informatie, aangeleverd door de politiekorpsen in ons land, samen moeten komen. Daar zou den de gegevens dan worden ge analyseerd en opgeslagen. Vanuit dit servicecentrum op fraudege- bied konden dan de politiekorpsen in ons land tijdens fraude-onder zoeken met informatie worden ge voed. Helaas, in de praktijk liep het echter allemaal anders. Van Altena: "Nergens staat zwart op wit dat een politiekorps dat met een fraudezaak bezig is kan worden verplicht informatie hier over aan de Fraude Centrale van de CRI door te geven. We kunnen wat dat betreft nergens op terugvallen en zijn dus afhankelijk van de be reidwilligheid van politiekorp- "Er is overigens nog een punt. Er zijn in ons land nóg 37 opsporings diensten die zich met de fraudebe strijding bezighouden. Bijvoor beeld een Economische Controle Dienst, Algemene Inspectie Dienst en de Fiscale Inlichtingen en Op- sporings Dienst. Deze diensten be schikken ook over een schat aan in formatie die slechts incidenteel bij ons terecht komt. Daardoor is dus de informatie die wij hebben op fraudegebied niet allesomvattend. Door versnipperde structuur van de fraude-aanpak is er nergens in Nederland een centraal punt waar je kunt zeggen zo is het gesteld met de omvang van de fraude in Neder land". Meldplicht Van Altena vindt daarom dat er een meldplicht bij de Fraude Cen trale moet komen voor alle instan ties die met een fraudeonderzoek van start gaan. Deze instanties moeten daarnaast worden ver plicht de onderzoekgegevens door te spelen naar de CRI. "Ik zie wel mogelijkheden om een dergelijke meldplicht af te dwingen. Laat de OfFicier van Justitie maar een frau dezaak aan de kant leggen als de opsporende instantie in een vroeg tijdig stadium verzuimd heeft de Fraude Centrale daarover in te lichten. "Je kunt in Nederland alleen een goed en doortimmerd fraudebeleid voeren, als jé precies weet wat er aan de hand is. Zolang je niet alle informatie op een rijtje hebt, rea geer je dus op incidenten en voer je een ad hoe beleid. Dan worden er op een gegeven moment dure des kundigen aan het werk gezet in za ken die wellicht een lagere priori teit behoren te genieten in vergelij king met wat er elders in het land speelt", aldus het hoofd van de Fraude Centrale. Met name aan de coördinatie tus sen de verschillende opsporings diensten schort volgens Van Alte na het nodige. De Economische Controle Dienst en de Algemene Inspectie Dienst bijvoorbeeld val len. in tegenstelling tot de CRI, niet onder het ministerie van justitie maar onder dat van economische zaken en landbouw en visserij. Het langs elkaar heen werken van de verschillende opsporingsdiensten wordt daardoor volgens Van Alte na alleen maar verder in de hand gewerkt. Van Altena: "Je zou de coördinatie van de fraudeaanpak in handen moeten leggen van OfFi- cieren van Justitie die speciaal met fraudezaken zijn belast". Slagvaardiger Om een verdere verbrokkeling van de fraudebestrijding tegen te gaan wil Van Altena dat er een halt wordt toegeroepen aan het oprich ten van nog meer opsporingsdien sten in ons land. Liever zou hij zien dat het aantal diensten drastisch werd ingekrompen om op die ma nier een slagvaardiger beleid te kunnen voeren. Dat een dergelijk beleid noodzakelijk is, staat voor hem als een paal boven water. Hij noemt alleen al de milieucri minaliteit die vraagt om een harde en doelmatige aanpak. Georgani seerde. milieucriminaliteit heeft volgens Van Altena alles te maken met fraude. "Die vorm van crimi naliteit kun je vrijwel uitsluitend plegen door valsheid in geschrifte. dat fraudebestrijders steeds meer worden ingezet tegen deze criminaliteit. Wil je dat goed doen, dan is een grotere inzet van de politie nodig. Daardoor komt naar ons toe ook een grotere infor matiestroom op gang. Daarom zijn we samen met het ministerie van VROM bezig om gegevens over milieucriminaliteit in kaart te bren gen. Dan kun je pas inschatten hoe het gesteld is met deze vorm van criminaliteit in ons land en daarop je maatregelen afstemmen," zegt Van Altena. Verder houdt hij er rekening mee dat de toename van het elek tronische betalingsverkeer in ons land criminelen zal verleiden tot het plegen van computerfraude. Ze zullen proberen toegang te krijgen tot de kanalen waarlangs deze be talingen worden verricht en zullen manipuleren met het invoeren van gegevens op de plekken waar deze opdrachten worden gegeven. Daar naast denkt Van Altena dat naast criminelen ook werknemers in de toekomst zullen proberen een mil joenenslag te slaan door het kraken van computers van hun werkge vers. "Voor mij wordt dit het frau dedelict van de jaren negentig", al dus Van Altena. Zowel in de Nederlandse Her vormde Kerk als in de toekom stige Samen-op-Weg-kerk is een vrouwenbureau nodig. Dit or gaan moet de deelneming van vrouwen aan het werk van de kerk stimuleren. Het is de stem van wat de vrouwenbewegingen binnen en buiten de kerk te zeg gen hebben. Een dergelijk bu reau zal een orgaan van bijstand van de synode moeten zijn. Dit voorstel doet het centrum voor educatie in de Hervormde Kerk aan de synode in de be leidsnota 'Samen leren', die vol gende maand door de synode wordt behandeld. In dit centrum werken samen de Centrale voor vormingswerk - hervormde vrouwendienst (HVD), de raad voor de katechese en de raad voor de zaken van kerk en school. Tot dusver is er binnen het centrum voor educatie een afde ling vrouw en kerk, die is voort gekomen uit de HVD. Bij de op richting van deze dienst in 1951, was de doelstelling in gemeenten plekken te scheppen waar vrou wen op zinvolle wijze aan het ge meentewerk konden deelnemen. Veel HVD-commissies hebben als zinvol werk huisbezoek geko zen. Daarnaast is er een stroming gekomen waarbij de plaats van de vrouwen in de kerk onder werp van beraad is. In dit kader zijn relaties gelegd met groepen als vrouw-en-geloof-groepen, 'Breng de kerk in balans', vrou wenpastoraat, vrouwen en be leid, bijstandsvrouwen, vrouwen tegen seksueel geweld en femi nistische groepen. Volgens de beleidsnota is het van groot be lang dat er duidelijkheid komt over de organisatorische plaats van de tweede soort activiteiten. In het beleidsplan wordt ver wezen naar de Wereldraad van Kerken, die al sinds jaar en dag een (overigens bescheiden) afde ling 'de vrouw in kerk en samen leving' heeft. Het centrum voor educatie onderschrijft het be lang van de activiteiten waartoe de Wereldraad het initiatief heeft genomen. Met Pasen begint het oecumenisch decennium in soli dariteit met de vrouw, waartoe het centraal comité van de We reldraad vorig jaar heeft beslo ten. Benoeming. De Haagse rabbijn L.B. van de Kamp (39) is benoemd tot rab bijn van de Nederlands-Israeliti- sche Hoofdsynagoge (NIHS) in Amsterdam, de grootste (ortho doxe) joodse gemeente in Neder land. De Raad van NIHS heeft gisteravond eenstemmig hiertoe besloten. De benoeming gaat over een maand of drie in. Dit heeft voorzitter B. Hertzberger meegedeeld. Van de Kamp, die in 1982 in Den Haag werd benoemd, werk te voordien in Londen. Hij heeft in Zwitserland en Engeland ge studeerd. Gezamenlijke studie. De internationale commissie van de rk-Kerk en het jodendom werken aan een historisch-theo- logische studie over de holo caust, de uitroeiing van zes mil joen joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een en ander blijkt uit het ver slag van de laatste plenaire zit ting van de commissie, die in 1985 in Rome werd gehouden. Het verslag is afgedrukt in het boek 'Vijftien jaar van katholiek- joodse dialoog, 1970-1985. Een bloemlezing'. Dit boek is dins dagavond gepresenteerd op de Lateranen-universiteit in Vati caanstad en bevat voornamelijk verslagen van de twaalf plenaire vergaderingen die de internatio nale commissie sinds haar op richting in 1970 heeft gehad. Russisch-Orthodoxe Kerk inviteert Vaticaan. De Russisch-Orthodoxe Kerk heeft het Vaticaan ofFicieel uitge nodigd een delegatie te sturen naar de in juni te houden viering van het 1000-jarig bestaan van het christendom in Rusland. Paus Johannes Paulus II zelf zal de plechtigheden in de Sov jetunie overigens niet bijwonen. Wel wordt in Vaticaanse kringen aangenomen dat de paus een 'zware' delegatie zal aanwijzen voor het bezoek aan de Sovjetu nie, dat tien dagen zal duren. Afspraak afgezegd. De Zuidafrikaanse Raad van Kerken (SACC) heeft een af spraak voor een ontmoeting met een delegatie van de blanke Ne derduitse Kerk (NGK) afgezegd. Het onderhoud stond voor 28 maart op de agenda. In een toelichting op dit be sluit schrijft de SACC "geschokt te zijn door de aanval op bepaal de kerkleiders, afkomstig van de generale synode-commissie van de NGK". De SACC verwijt de NGK onvoldoende afstand te hebben genomen van het offen sief dat president Botha heeft ge opend op dominee Allan Boesak en Desmond Tutu, de Anglicaan se aartsbisschop van Kaapstad. Bisschoppen gaan gesprek met Kairos uit de weg. De roomskatholieke bisschop pen achten een gesprek met de werkgroep Kairos (christenen te gen apartheid) thans "niet oppor tuun". De bisschoppen voelen meer voor een gesprek met Kai ros waarbij ook vertegenwoordi gers van de Nederlandse Her vormde Kerk en de Gerefor meerde Kerken in Nederland aanwezig zijn. Kairos verzocht in oktober vo rig jaar om een onderhoud, nadat een delegatie van de bisschop penconferentie een geheime ont moeting met Shell had gehad. In dit gesprek, dat op uitnodiging van de oliemaatschappij plaats had, gaf Shell een toelichting op zijn standpunt inzake Zuidafri- ka. De bisschoppen hadden de Raad van Kerken in Nederland vooraf niet in kennis gesteld van de ontmoeting, die door de secre taris van de raad, ds. W.R. van der Zee, werd beschreven als een "poging van Shell ons (de ker ken) uit elkaar te drijven". Overleg binnen de Raad leidde toen tot de afspraak, dat de Ne derlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Ne derland, die ook door Shell voor een gesprek waren uitgenodigd, alleen in het kader van de raad op de uitnodiging zouden ingaan. Volgens de secretaris van Kairos, E. van de Berg wordt dit gesprek tussen de Raad en Shell op dit moment voorbereid. 'Latijnse liturgie loopt ern stig gevaar'. De positie van de Latijnse li turgie loopt ernstig gevaar. Pas toor Woolderink van Gendrin- gen-Megchelen schrijft dit in een artikel dat de Vereniging voor Latijnse Liturgie heeft aangebo den aan de congregatie voor de goddelijke eredienst en aan alle nationale bisschoppenconferen ties. Bijna 25 jaar na de goedkeu ring door het Tweede Vaticaans Concilie van de Constitutie is het gebruik van de Latijnse taal en de Gregoriaanse zang volgens Woolderink in verreweg de meeste landen teruggedrongen tot bijzondere aangelegenheden. In het artikel van Woolderink wordt gepleit voor een gericht kerkelijk beleid dat voorziet in een regelmatig gebruik van de Latijnse liturgie. Hervormde Kerk. Beroepen door de generale synode tot zen- dingspredikant in Zimbabwe' H Oeg™geeItr. Ve6n' W°nende te Gereformeerde Kerken. Beroepbaarstelling: drs. K. D. van den Hout, Veenmos 147, 8265HV Kampen, tel. 05202- 22671. Gereformeerde Kerken Vrij gemaakt. Bedankt voor Assen-Noord: H. J. Siegers te Leek. Christelijke Gereformeerde Kerken. Beroepen te Vlaardingen (tweede beroep): A. Stehouwer te Nijkerk, die dit beroep heeft aangenomen. Gereformeerde Gemeenten. Bedankt voor Haarlem: J. C. Weststrate te 's-Gravenpolder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 2