Huidige jeugd zet zich
niet af tegen ouderen
'Fraudebestrijding faalt'
Reportage
Oprichting van vrouwenbureau in Hervormde Kerk bepleit
PAGINA 2
DONDERDAG 24 MAART 1988
'Linies op cultureel gebied, rechts op economisch gebied'
UTRECHT/AMSTEL
VEEN - Hier en daar zie je
er nog eentje rondlopen,
maar als fenomeen is de
punker uit het straatbeeld
verdwenen. De meisjes
met de college-schoenen,
de donkerblauwe rokjes
en het stemmige sjaaltje
kom je nog wel regelmatig
tegen, maar niet meer in
trossen, zoals een paar jaar
geleden. En de yuppie is
onlangs officieel ten grave
gedragen. De jeugd van te
genwoordig is nauwelijks
meer te herkennen, laat
staan dat zij een eigen cul
tuur heeft, een eigen, min
of meer collectieve, identi
teit.
door
Rian van Kuppenveld
Dè jeugd bestaat natuurlijk niet
en heeft ook nooit bestaan. Maar
een jaar of twintig geleden was
het allemaal wel veel eenvoudi
ger. Was je tussen de 18 en, zeg,
de 26 dan droeg je een spijkerpak
en lange haren en had je ruzie
met je ouders, je leraren en alles
wat in de maatschappij maar
macht had.
Maar nu? Er was een tijdje de
punk-cultuur. Daar zat een ele
ment van verzet in. maar als sub
cultuur - die vrij beperkte, sterk
gesloten groep met eigen normen
en waarden - waaide het over. En
als je nu goed kijkt, blijkt de
punk-achtig uitgedoste een tie
ner van rond de veertien, vijftien.
Eigenlijk heeft de jeugd van te
genwoordig maar éen gemeen
schappelijk kenmerk: ze heeft
géén eigen identiteit, ze zet zich
niet af tegen de ouderen.
Kortom: er bestaat geen jeugd
cultuur.
Verzetscultuur
Wim Meeus is als hoofddocent
jeugdstudies verbonden aan de
faculteit sociale wetenschappen
van de Utrechtse universiteit.
"Een jeugdcultuur is eigenlijk
per definitie een verzetscultuur.
Het houdt een radicale scheiding
in tussen de wereld van de jonge
ren en die van de volwassenen.
Bij de groep jong volwassenen
van vandaag zie je dat niet meer.
Je hebt wel uitingen van verzet.
Zoals het voetbalvandalisme en
het lidmaatschap van een fana
tiek rechtse beweging, onder jon
geren met een lage opleiding. Ho
ger opgeleiden uiten hun vezet
door zich aan te sluiten bij radi-
caal links, en hard en fanatiek te
strijden vóór milieu en tégen
kernenergie".
Volgens Meeus hebben de jon
geren zelf wél het gevoel tot een
aparte groep te behoren. Ze heb
ben allemaal ongeveer dezelfde
maatschappelijke positie en ze
zijn zich ervan bewust dat ze met
velen in hetzelfde schuitje zitten.
En ze luisteren allemaal naar
popmuziek: hét middel bij uit
stek om iets eigens uit te druk
ken.
Zo'n dertig jaar geleden be
stonden 'de jongeren' nog niet.
De meesten gingen op hun der
tiende of veertiende al werken.
De overgang van kind naar vol
wassene vond bijna van de een
op de andere dag plaats en er was
nauwelijks ruimte voor een pe
riode waarin de maatschappij
werd afgetast, dingen uit werden
geprobeerd en eigen normen en
waarden aan verandering onder
hevig waren. Ook nu nog zie je
het verschil tussen de jongeren
die op vrij jeugdige leeftijd gaan
werken en de groep die doorstu
deert en langer zijn jeugdige le
vensstijl handhaaft.
Rijpheid
'Jeugd' valt min of meer samen
met de psychologische definitie
'adolescentie': "De jaren
De jeugd van tegenwoordig: dure kleding.
met de geslachtelijke rijpheid be
reikt maar nog geen volledige
geestelijke rijpheid", zo leert de
encyclopedie. Tijdens de adoles-
centie-periode treden er, zo zegt
Meeus, in het eigen leven een
groot aantal veranderingen op,
meer dan in welke andere levens
fase dan ook. Het kind neemt af
stand van het ouderlijk gezin en
creéert een eigen privé-situatie,
door middel van werk en oplei
ding tracht de jongere een eigen
maatschappelijke positie te cre
ëren en ontwikkelt zich lang
zaam maar zeker tot politiek bur
ger. Alles bepalend voor de defi
nitie 'jeugd' is verder dat er nog
geen vastgelegde maatschappe
lijke verplichtingen zijn.
Volgens Meeus is het niet zo
dat de 'jeugdcultuur' de voorhoe
de vormt van op til zijnde maat
schappelijke ontwikkelingen.
"Zij zetten geen trends, maar
drukken bestaande scherper
uit". In de tijd dat er geklaagd
werd over de verrechtsing van de
jeugd, was dit dan ook geen echt
zelfstandig fenomeen, maar een
breed maatschappelijk ver
schijnsel.
Meeus kenschetst de huidige
jeugd - op grond van een aantal
onderzoeken - als links in cultu
reel opzicht en rechts op econo
misch gebied. In politiek opzicht
zitten de jongeren volgens hem
in het midden: voor het eerst in
de geschiedenis bleek tijdens een
enquête onder scholieren het
aantal stemmen voor de huidige
regeringscoalitie groter dan de
aanhang van de PvdA.
"De huidige jeugd wil graag
carrière maken en is er met vies
van om materieel welzijn ook
openlijk te demonstreren. De
yuppies waren wat dat betreft na
tuurlijk extremen, maar hun
ideeën worden wel door het gros
gedeeld. Links is de jeugd waar
zij een grotere persoonlijke vrij
heid opeist: op sexueel gebied en
als het gaat om zaken als eutha
nasie en abortus".
Maar ook hier geldt weer dat
dit niet typisch een trek van de
hedendaagse jeugd is: in de hele
maatschappij is een dergelijke
tendens te bespeuren.
Waar Meeus nog wel een stuk
jeugdige eigenheid bespeurt, is
in de leefstijlen. Niet dat er hier
nu sprake is van één uniforme li
festyle. Maar fabrikanten c
diverse stijlfiguren voor hun
jeugdige - en vaak tamelijk kapi
taalkrachtige - klanten, waarin
volgens Meeus de jeugd uiterlijk
nog wel herkend kan worden.
Details
Paul Schweitzer, hoofd marke
ting en communicatie services
van het reclamebureau FHV/BB-
DO, heeft zo zijn twijfels over die
diverse leefstijlen. Lifestyle bete
kent per definitie het vertonen
van uiterlijk gedrag dat tot in de
details voorgeschreven wordt.
Lifestyle dicteert het soort café
dat je bezoekt, de kleding die je
draagt, de auto die je rijdt en het
voedsel dat je nuttigt. En dat ge
drag wordt van een label voor-
Schweitzer: "Je ziet in de hele
maatschappij een trend naar een
groter mandaat voor het indivi
du. Mensen durven eerder af te
gaan op hun eigen intuïtie en ge
weten. Invloeden van buitenaf
zijn minder belangrijk. Er is niet
langer sprake van een collectief
waarden- en normenpatroon. Al
les mag en kan tegenwoordig. Je
kunt naar de EO kijken en de vol
gende dag naar Miami Vice. Men
sen gaan op een dure vakantie
naar de Noordpool, maar halen
hun eten bij de superdiscount. Ie
dereen is vrijer geworden in het
vinden van zijn eigen weg. Het is
niet langer zo dat de buurman
ook jouw consumptiepatroon be
paalt. Mensen laten ook veel
meer verschillende prikkels toe".
Het is deze 'uitholling van col
lectieve normen' die volgens
Schweitzer ook de jeugd parten
speelt. Ook voor de jongeren
geldt het 'individuele mandaat'.
Een ander probleem waar de
hedendaagse jeugd volgens Sch
weitzer mee kampt, is het over
wicht dat hun ouders hebben.
"De huidige dertigers en veerti
gers, de hippies en de provo's van
vroeger, hebben een enorm stem
pel op de samenleving gedrukt,
zowel kwalitatief als kwantita
tief. Het hele set van waarden en
normen dat zij in hun jeugd uit
droegen is door de maatschappij
grotendeels overgenomen. Bo
vendien zijn zij, dankzij de ge
boortegolf, numeriek een grote
groep. Daarbij komt nog dat er al
tijd na een periode met grote col-
Bemoeien
Eind vorig jaar liet FH V/BBDO
dan ook een onderzoek houden
onder jongeren tussen de 15 en
de 24 jaar, om meer greep te krij
gen op het pluriforme beeld. De
cijfers uit dit tot nu toe niet gepu
bliceerde onderzoek, liegen er
niet om. En ze bewijzen Paul
Schweitzers stelling dat als de
jongeren één ding gemeen heb
ben, het is dat ze 'refereren aan
wat pappie heeft gedaan'
Maar liefst 67 procent zegt bij
problemen in eerste instantie
naar de meer ervaren ouders en
leraren te luisteren. De helft is
het beslist niet eens met de stel
ling dat ouders zich voortdurend
bemoeien met zaken die hen
niets aangaan en als je de groep
die deze stelling blauw-blauw
laat meerekent, kom je zelfs tot
71 procent. Jongeren hebben het
thuis ook best naar hun zin. Al
thans 78 procent is het volstrekt
oneens met de uitspraak "Thuis
bij m'n ouders verveel ik me
meestal".
Jongeren vinden trouwen (70
procent), kinderen krijgen (74
procent), een beroep hebben (94
procent), met een goed inkomèn
(91 procent) en leven voor het ei
gen gezin (86 procent) bij uitstek
belangrijk. Maar niets haalt het
bij de waarde die jongeren hech
ten aan 'vooruitkomen in en ge
nieten van het leven' (beide 98
procent).
Paul Schweitzer: "De jeugd
heeft weer zin in het leven. Er is
nauwelijks nog sprake van hard
heid en cynisme. Jongeren heb
ben echt het gevoel dat er voor
hen een nieuwe boot klaar ligt.
Ze zijn optimistisch. Ze hebben
zin in het leven en ze hechten aan
een kwalitatief hoog levensni
veau. Ze zijn dan ook zeer milieu
bewust. Als je dan toch zou moe
ten spreken van een collectief
jeugd-ideaal dan is dat het gevoel
dat de mens de wereld om hem
heen ook maar in bruikleen heeft
gekregen en dat hij in harmonie
met zijn omgeving moet leven".
Door versnipperde organisatie en gebrekkige coördinatie
Door een versnipperde organisatie
en gebrek aan coördinatie bij poli
tie en justitie rammelt de fraudebe
strijding in ons land aan alle kan
ten. Politiek gezien is het opsporen
van fraude de laatste jaren een 'hot
item'. Logisch, want er is heel wat
te halen. Naar schatting wordt er in
ons land voor tussen de 15-20 mil
jard gulden gefraudeerd. Op rege
ringsniveau wordt ten aanzien van
de fraudeaanpak daarom gespoken
over een 'speerpuntenbeleid' en
het inzetten van extra r
door
Arnold Wielenga
In de praktijk komt hiervan vol
gens mr. M. J. Van Altena, hoofd
van de Fraude Centrale van de
Centrale Recherche Informatie
dienst (CRI) maar bitter weinig te
recht. "Het is een beleid dat alleen
met de mond wordt beleden. Het
ministerie van justitie is nu al twee
jaar bezig met het uitwerken van
plannen om de fraudebestrijding
in ons land te intensiveren. Van
morgen heb ik gehoord dat het ge
zien de bezuinigingen nog maar de
vraag is of de Fraude Centrale er in
derdaad de vijf extra toegezegde
arbeidsplaatsen bij krijgt. Het wor
den er misschien slechts twee of
drie. Kijk, daar word ik niet goed
van. Onze accountants vertrekken
al naar het bedrijfsleven omdat
daar beter wordt betaald. Op deze
manier kom je in ons land nooit toe
aan een adekwate en intensievere
fraudebestrijding. Die accountants
moetje gewoon beter betalen. Geef
ze desnoods een extra bonus", al
dus Van Altena.
Drs. Petrus van Duyne van het
Wetenschappelijk Onderzoek- en
Documentatiecentrum (WODC)
van het ministerie van justitie pro
beerde vorig jaar de aard en de om
vang van de fraude in ons land in
kaart te brengen. Ook hij vroeg
zich in zijn eindrapport af hoe de
fraude in ons land bestreden kan
worden zonder voldoende fraude
bestrijders. Daarnaast noemt Van
Duyne de aanpak van de fraude
door het Openbaar Ministerie en
politie ontoereikend en vindt hij
dat er nauwelijks sprake is van be
leid, zeker als het gaat om de onder
nemersfraude.
Verdienen
Ook de Amsterdamse hoofdcom
missaris drs. E. E. Nordholt zette
onlangs vraagtekens bij de fraude
aanpak in ons land. Hij constateer
de dat er van een breed opgezette
en doelgerichte bestrijding van
grote fraudezaken nauwelijks spra
ke is. Meer aandacht voor grote
fraudezaken zou de Staat volgens
hem enkele miljoenen guldens op
leveren. Een mening die door Van
Altena wordt gedeeld.
"Fraudebestrijding verdient
zichzelf minstens terug. Sterker
nog, ik denk dat er nog wel enkele
miljoenen" guldens overblijven.
Neem nu de Regionale Financiële
Onderzoekteams. Er is voor het op
starten van deze 23 teams en voor
een dergelijke club in Amsterdam
18 miljoen gulden beschikbaar. Ik
denk dat deze teams zichzelf daar
na Financieel kunnen bedruipen.
Mits natuurlijk de opgespoorde
gelden voor een gedeelte terug
vloeien naar deze Financiële On
derzoekteams", zegt Van Altena.
Hij ondersteunt zijn gloedvolle
betoog met cijfers uit het CRI-jaar-
verslag over vorig jaar. Tijdens re
chercheonderzoeken waarbij de
accountants van de CRI werden in
gezet, werd voor 39 miljoen gulden
aan fraude ontdekt. In totaal werd
51 miljoen gulden opgespoord,
maar van 12 miljoen kon niet wor
den bewezen dat dit geld was ver
diend met criminele activiteiten.
Het gaat hierbij volgens Van Alte
na alleen nog maar om zaken, waar
bij de hulp van Financiële deskun
digen van de CRI werd ingeroepen.
Zeven jaar geleden, op 1 januari
1981, ging de Fraude Centrale van
de CRI van start. Het was voordien
al duidelijk geworden dat de be
strijding van de toenemende witte
boordencriminaliteit een andere
aanpak vereiste dan andere vor
men van criminaliteit. Recher
cheurs werden volgens Van Altena
tijdens fraudeonderzoeken steeds
vaker geconfronteerd met een te
genpartij die zich liet adviseren
door accountants, Fiscalisten en ge
specialiseerde advocaten.
Informatie
De Fraude Centrale kreeg onder
meer het verzamelen van informa
tie over ingewikkelde vermogen
scriminaliteit en andere vormen
van fraude als opdracht. In het
goed beveiligde CRI-gebouw aan
de Raamweg in Den Haag zou alle
fraude-informatie, aangeleverd
door de politiekorpsen in ons land,
samen moeten komen. Daar zou
den de gegevens dan worden ge
analyseerd en opgeslagen. Vanuit
dit servicecentrum op fraudege-
bied konden dan de politiekorpsen
in ons land tijdens fraude-onder
zoeken met informatie worden ge
voed. Helaas, in de praktijk liep het
echter allemaal anders.
Van Altena: "Nergens staat
zwart op wit dat een politiekorps
dat met een fraudezaak bezig is kan
worden verplicht informatie hier
over aan de Fraude Centrale van de
CRI door te geven. We kunnen wat
dat betreft nergens op terugvallen
en zijn dus afhankelijk van de be
reidwilligheid van politiekorp-
"Er is overigens nog een punt. Er
zijn in ons land nóg 37 opsporings
diensten die zich met de fraudebe
strijding bezighouden. Bijvoor
beeld een Economische Controle
Dienst, Algemene Inspectie Dienst
en de Fiscale Inlichtingen en Op-
sporings Dienst. Deze diensten be
schikken ook over een schat aan in
formatie die slechts incidenteel bij
ons terecht komt. Daardoor is dus
de informatie die wij hebben op
fraudegebied niet allesomvattend.
Door versnipperde structuur van
de fraude-aanpak is er nergens in
Nederland een centraal punt waar
je kunt zeggen zo is het gesteld met
de omvang van de fraude in Neder
land".
Meldplicht
Van Altena vindt daarom dat er
een meldplicht bij de Fraude Cen
trale moet komen voor alle instan
ties die met een fraudeonderzoek
van start gaan. Deze instanties
moeten daarnaast worden ver
plicht de onderzoekgegevens door
te spelen naar de CRI. "Ik zie wel
mogelijkheden om een dergelijke
meldplicht af te dwingen. Laat de
OfFicier van Justitie maar een frau
dezaak aan de kant leggen als de
opsporende instantie in een vroeg
tijdig stadium verzuimd heeft de
Fraude Centrale daarover in te
lichten.
"Je kunt in Nederland alleen een
goed en doortimmerd fraudebeleid
voeren, als jé precies weet wat er
aan de hand is. Zolang je niet alle
informatie op een rijtje hebt, rea
geer je dus op incidenten en voer je
een ad hoe beleid. Dan worden er
op een gegeven moment dure des
kundigen aan het werk gezet in za
ken die wellicht een lagere priori
teit behoren te genieten in vergelij
king met wat er elders in het land
speelt", aldus het hoofd van de
Fraude Centrale.
Met name aan de coördinatie tus
sen de verschillende opsporings
diensten schort volgens Van Alte
na het nodige. De Economische
Controle Dienst en de Algemene
Inspectie Dienst bijvoorbeeld val
len. in tegenstelling tot de CRI, niet
onder het ministerie van justitie
maar onder dat van economische
zaken en landbouw en visserij. Het
langs elkaar heen werken van de
verschillende opsporingsdiensten
wordt daardoor volgens Van Alte
na alleen maar verder in de hand
gewerkt. Van Altena: "Je zou de
coördinatie van de fraudeaanpak
in handen moeten leggen van OfFi-
cieren van Justitie die speciaal met
fraudezaken zijn belast".
Slagvaardiger
Om een verdere verbrokkeling
van de fraudebestrijding tegen te
gaan wil Van Altena dat er een halt
wordt toegeroepen aan het oprich
ten van nog meer opsporingsdien
sten in ons land. Liever zou hij zien
dat het aantal diensten drastisch
werd ingekrompen om op die ma
nier een slagvaardiger beleid te
kunnen voeren. Dat een dergelijk
beleid noodzakelijk is, staat voor
hem als een paal boven water.
Hij noemt alleen al de milieucri
minaliteit die vraagt om een harde
en doelmatige aanpak. Georgani
seerde. milieucriminaliteit heeft
volgens Van Altena alles te maken
met fraude. "Die vorm van crimi
naliteit kun je vrijwel uitsluitend
plegen door valsheid in geschrifte.
dat fraudebestrijders
steeds meer worden ingezet tegen
deze criminaliteit. Wil je dat goed
doen, dan is een grotere inzet van
de politie nodig. Daardoor komt
naar ons toe ook een grotere infor
matiestroom op gang. Daarom zijn
we samen met het ministerie van
VROM bezig om gegevens over
milieucriminaliteit in kaart te bren
gen. Dan kun je pas inschatten hoe
het gesteld is met deze vorm van
criminaliteit in ons land en daarop
je maatregelen afstemmen," zegt
Van Altena.
Verder houdt hij er rekening
mee dat de toename van het elek
tronische betalingsverkeer in ons
land criminelen zal verleiden tot
het plegen van computerfraude. Ze
zullen proberen toegang te krijgen
tot de kanalen waarlangs deze be
talingen worden verricht en zullen
manipuleren met het invoeren van
gegevens op de plekken waar deze
opdrachten worden gegeven. Daar
naast denkt Van Altena dat naast
criminelen ook werknemers in de
toekomst zullen proberen een mil
joenenslag te slaan door het kraken
van computers van hun werkge
vers. "Voor mij wordt dit het frau
dedelict van de jaren negentig", al
dus Van Altena.
Zowel in de Nederlandse Her
vormde Kerk als in de toekom
stige Samen-op-Weg-kerk is een
vrouwenbureau nodig. Dit or
gaan moet de deelneming van
vrouwen aan het werk van de
kerk stimuleren. Het is de stem
van wat de vrouwenbewegingen
binnen en buiten de kerk te zeg
gen hebben. Een dergelijk bu
reau zal een orgaan van bijstand
van de synode moeten zijn.
Dit voorstel doet het centrum
voor educatie in de Hervormde
Kerk aan de synode in de be
leidsnota 'Samen leren', die vol
gende maand door de synode
wordt behandeld. In dit centrum
werken samen de Centrale voor
vormingswerk - hervormde
vrouwendienst (HVD), de raad
voor de katechese en de raad
voor de zaken van kerk en
school.
Tot dusver is er binnen het
centrum voor educatie een afde
ling vrouw en kerk, die is voort
gekomen uit de HVD. Bij de op
richting van deze dienst in 1951,
was de doelstelling in gemeenten
plekken te scheppen waar vrou
wen op zinvolle wijze aan het ge
meentewerk konden deelnemen.
Veel HVD-commissies hebben
als zinvol werk huisbezoek geko
zen. Daarnaast is er een stroming
gekomen waarbij de plaats van
de vrouwen in de kerk onder
werp van beraad is. In dit kader
zijn relaties gelegd met groepen
als vrouw-en-geloof-groepen,
'Breng de kerk in balans', vrou
wenpastoraat, vrouwen en be
leid, bijstandsvrouwen, vrouwen
tegen seksueel geweld en femi
nistische groepen. Volgens de
beleidsnota is het van groot be
lang dat er duidelijkheid komt
over de organisatorische plaats
van de tweede soort activiteiten.
In het beleidsplan wordt ver
wezen naar de Wereldraad van
Kerken, die al sinds jaar en dag
een (overigens bescheiden) afde
ling 'de vrouw in kerk en samen
leving' heeft. Het centrum voor
educatie onderschrijft het be
lang van de activiteiten waartoe
de Wereldraad het initiatief heeft
genomen. Met Pasen begint het
oecumenisch decennium in soli
dariteit met de vrouw, waartoe
het centraal comité van de We
reldraad vorig jaar heeft beslo
ten.
Benoeming.
De Haagse rabbijn L.B. van de
Kamp (39) is benoemd tot rab
bijn van de Nederlands-Israeliti-
sche Hoofdsynagoge (NIHS) in
Amsterdam, de grootste (ortho
doxe) joodse gemeente in Neder
land. De Raad van NIHS heeft
gisteravond eenstemmig hiertoe
besloten. De benoeming gaat
over een maand of drie in. Dit
heeft voorzitter B. Hertzberger
meegedeeld.
Van de Kamp, die in 1982 in
Den Haag werd benoemd, werk
te voordien in Londen. Hij heeft
in Zwitserland en Engeland ge
studeerd.
Gezamenlijke studie.
De internationale commissie
van de rk-Kerk en het jodendom
werken aan een historisch-theo-
logische studie over de holo
caust, de uitroeiing van zes mil
joen joden tijdens de Tweede
Wereldoorlog.
Een en ander blijkt uit het ver
slag van de laatste plenaire zit
ting van de commissie, die in
1985 in Rome werd gehouden.
Het verslag is afgedrukt in het
boek 'Vijftien jaar van katholiek-
joodse dialoog, 1970-1985. Een
bloemlezing'. Dit boek is dins
dagavond gepresenteerd op de
Lateranen-universiteit in Vati
caanstad en bevat voornamelijk
verslagen van de twaalf plenaire
vergaderingen die de internatio
nale commissie sinds haar op
richting in 1970 heeft gehad.
Russisch-Orthodoxe Kerk
inviteert Vaticaan.
De Russisch-Orthodoxe Kerk
heeft het Vaticaan ofFicieel uitge
nodigd een delegatie te sturen
naar de in juni te houden viering
van het 1000-jarig bestaan van
het christendom in Rusland.
Paus Johannes Paulus II zelf
zal de plechtigheden in de Sov
jetunie overigens niet bijwonen.
Wel wordt in Vaticaanse kringen
aangenomen dat de paus een
'zware' delegatie zal aanwijzen
voor het bezoek aan de Sovjetu
nie, dat tien dagen zal duren.
Afspraak afgezegd.
De Zuidafrikaanse Raad van
Kerken (SACC) heeft een af
spraak voor een ontmoeting met
een delegatie van de blanke Ne
derduitse Kerk (NGK) afgezegd.
Het onderhoud stond voor 28
maart op de agenda.
In een toelichting op dit be
sluit schrijft de SACC "geschokt
te zijn door de aanval op bepaal
de kerkleiders, afkomstig van de
generale synode-commissie van
de NGK". De SACC verwijt de
NGK onvoldoende afstand te
hebben genomen van het offen
sief dat president Botha heeft ge
opend op dominee Allan Boesak
en Desmond Tutu, de Anglicaan
se aartsbisschop van Kaapstad.
Bisschoppen gaan gesprek
met Kairos uit de weg.
De roomskatholieke bisschop
pen achten een gesprek met de
werkgroep Kairos (christenen te
gen apartheid) thans "niet oppor
tuun". De bisschoppen voelen
meer voor een gesprek met Kai
ros waarbij ook vertegenwoordi
gers van de Nederlandse Her
vormde Kerk en de Gerefor
meerde Kerken in Nederland
aanwezig zijn.
Kairos verzocht in oktober vo
rig jaar om een onderhoud, nadat
een delegatie van de bisschop
penconferentie een geheime ont
moeting met Shell had gehad. In
dit gesprek, dat op uitnodiging
van de oliemaatschappij plaats
had, gaf Shell een toelichting op
zijn standpunt inzake Zuidafri-
ka. De bisschoppen hadden de
Raad van Kerken in Nederland
vooraf niet in kennis gesteld van
de ontmoeting, die door de secre
taris van de raad, ds. W.R. van
der Zee, werd beschreven als een
"poging van Shell ons (de ker
ken) uit elkaar te drijven".
Overleg binnen de Raad leidde
toen tot de afspraak, dat de Ne
derlandse Hervormde Kerk en
de Gereformeerde Kerken in Ne
derland, die ook door Shell voor
een gesprek waren uitgenodigd,
alleen in het kader van de raad op
de uitnodiging zouden ingaan.
Volgens de secretaris van Kairos,
E. van de Berg wordt dit gesprek
tussen de Raad en Shell op dit
moment voorbereid.
'Latijnse liturgie loopt ern
stig gevaar'.
De positie van de Latijnse li
turgie loopt ernstig gevaar. Pas
toor Woolderink van Gendrin-
gen-Megchelen schrijft dit in een
artikel dat de Vereniging voor
Latijnse Liturgie heeft aangebo
den aan de congregatie voor de
goddelijke eredienst en aan alle
nationale bisschoppenconferen
ties.
Bijna 25 jaar na de goedkeu
ring door het Tweede Vaticaans
Concilie van de Constitutie is het
gebruik van de Latijnse taal en
de Gregoriaanse zang volgens
Woolderink in verreweg de
meeste landen teruggedrongen
tot bijzondere aangelegenheden.
In het artikel van Woolderink
wordt gepleit voor een gericht
kerkelijk beleid dat voorziet in
een regelmatig gebruik van de
Latijnse liturgie.
Hervormde Kerk. Beroepen
door de generale synode tot zen-
dingspredikant in Zimbabwe' H
Oeg™geeItr. Ve6n' W°nende te
Gereformeerde Kerken.
Beroepbaarstelling: drs. K. D.
van den Hout, Veenmos 147,
8265HV Kampen, tel. 05202-
22671.
Gereformeerde Kerken Vrij
gemaakt.
Bedankt voor Assen-Noord: H.
J. Siegers te Leek.
Christelijke Gereformeerde
Kerken.
Beroepen te Vlaardingen
(tweede beroep): A. Stehouwer
te Nijkerk, die dit beroep heeft
aangenomen.
Gereformeerde Gemeenten.
Bedankt voor Haarlem: J. C.
Weststrate te 's-Gravenpolder.