Confectie op de (blote) knieën voor consument EXTRA op maandag Brigitte Bardot staat model voor voorjaars- en zomermode Schijndood MAANDAG 21 MAART 1988 PAGINA II De mode heeft deze zomer meer gezichten dan ooit. Hoezeer de smaken ook uiteen mogen lopen, de voorjaars- en zomermode '88 komt aan een ieders persoonlijke voorkeur tegemoet. Waar hebben we nu dit complexe, zelfs wat verwarrende modebeeld aan te danken? Vooral aan de consument. Deze is de laatste jaren zo zelfbewust geworden, dat ieder modedictaat bij voorbaat gedoemd is te mislukken. Een consument, die zijn kleding niet kiest omdat de mode het voorschrijft, maar omdat deze past bij zijn type, zijn figuur, zijn stemming of zijn werk. Nu kenden we in de mode al jarenlang geen echte dictaten meer. Elk seizoen waren er wel diverse trends te onderscheiden, meestal een sportieve, een klassieke en een avant-gardistische. Toch hadden al deze trends nog overeenkomsten met elkaar. Maar ook die overeenkomsten zijn dit modeseizoen verleden tijd. Naast rokzomen, die rond de kuiten zwieren zullen veel rokken ook de knieën onbedekt laten. En waar bij de één de taille alle aandacht krijgt, verhult de ander - even modieus - een pondje teveel onder een wijdvallende top. Zelfs de laagjes-mode uit het begin van de jaren tachtig steekt hier en daar weer de kop op. De techniek neemt een hoge vlucht in onze maatschappij. Ook binnen de gezondheidszorg. Artsen kunnen tegenwoordig beschikken over de meest verfijnde instrumenten. Maar ondanks al die hoogwaardige apparatuür heeft men vorige week in België toch niet kunnen voorkomen dat een man bijna levend werd gecremeerd. U hebt het bericht vast wel gelezen in deze krant. In het Belgische grensplaatsje Mons had een begrafenisonderernemer bij het kisten van een lijk gemerkt dat zijn vrachtje nog zwakjes ademde. Het ging hier om de 33-jarige Michel Delepine, die door artsen tot tweemaal toe dood was verklaard. Met blauwe zwaailichten werd Michel naar het ziekenhuis gebracht, waar men hem uiteindelijk weer in het land der levenden wist terug te brengen. De diagnose: Michel zal weer volledig herstellen. De actualiteitenrubriek 'Brandpunt' maakte een reportage over dit voorval. Erg kies en intelligent ging men daarbij niet te werk. Willibrord Frequin stelde de man die bijna levend verbrand was een paar rellerige vraagjes. In zijn 'n'escalier pas dans eet espoir'-Frans vroeg dit zulthoofd van de KRO onder andere aan Delepine hoe het voelde om 'deux temps mort' te gaan en wat hij had gedaan als een en ander niet was ontdekt. 'Hoe halen ze het in hun hoofd om zo'n pias op me af te sturen?', zag je Delepine denken. Heeft men bij Brandpunt soms gedacht: die Frequin heeft een Franse achternaam, dus dat moet lukken met dat interview? Ik weet het niet. Alleen denk ik wel dat we het 'waarheidsgehalte' van de reportages van Frequin in de toekomst ernstig in twijfel moeten trekken, vooral als het reportages betreft in landen waar men Frans spreekt. Bonbon, trottoir, restaurant - dat zal zo'n beetje zijn idioom zijn, meer niet. Hij had niet eens genoeg Frans in huis om te vragen wat Delepine nu eigenlijk had gemankeerd. Soit. Laten we het eens hebben over 'de schijndood' zelf. Want zo moeten we dit fenomeen toch noemen, al ben ik, gelet op de 33 jaren die Delepine telt, licht geneigd om aan wederopstanding te denken. Vooral in de achttiende eeuw was de schijndood gevreesd. De mensen namen allerlei voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat ze levend werden begraven. In testamenten kwam vrijwel altijd de bepaling voor dat men pas achtenveertig uur na het overlijden begraven wilde worden en dan pas nadat de nabestaanden op het lichaam proeven 'met gloeiende ijzers' hadden gedaan. Felle pijnschokken, zo wist men, konden iemand nog wel eens tot het leven terugbrengen. Bekend is het verhaal over de snoodaard die een dode vrouw wilde beroven van haar trouwring. Toen hij haar vinger afsneed, begon de vrouw plotseling weer te leven. Wat minder gruwelijk is de geschiedenis van de dode schaker, wiens levensgeesten weer werden opgewekt toen iemand keihard het woord 'mat' in zijn oor riep. Het begrafenisritueel zoals wij dat nu kennen draagt nog steeds sporen van die angst voor de schijndood. Niet voor niets wordt er ook nu nog gewaakt bij de overledene en moet het lichaam nog een paar dagen boven aarde staan voor het aan de vlammen of wormen wordt prijsgegeven. Of de dode net zoals vroeger nog driemaal met luide stem bij de naam wordt genoemd, weet ik niet. Bij dode pausen gebeurt dat nog wel. Dat eist het kerkelijk protocol. Maar incisies maken in de hakken van de doden, een maatregel die is bedacht door ene Donnet - een bisschop die de aardbol met de bouw van miljoenen kerken wilde veranderen in een soort egel - worden voorzover ik weet niet meer gemaakt. In zijn boek 'Het uur van onze dood' maakt Philippe Aries melding van een novelle van Mark Twain, waarin de schrijver vertelt over gestorvenen aan wier armen belletjes werden gebonden. Bij het geringste levensteken zou men dan gealarmeerd worden. Ariës beschouwt dit als een luguber verzinsel van Twain, maar dat is het niet. Enkele jaren geleden bezocht ik het begrafenismuseum in Wenen en daar trof ik een apparaat aan dat de 'reddingswekker' werd genoemd. Deze wekker bestond uit een bel en een schakelaar die de bel aan het rinkelen bracht bij de miniemste beweging van de dode. Bij zelfmoordenaars en arme mensen stond deze wekker niet op het nachtkastje. Ik vraag me af waarom zoiets tegenwoordig niet meer mogelijk is. Was men vroeger dan toch slimmer of kan dit alleen maar in Wenen, die stad waar men de doden wegens plaatsgebrek nog een tijd lang rechtop heeft begraven? Maar laat ik ophouden met deze morbide praatjes. Ik heet Delepine van harte welkom in dit leven, waar het zo af en toe toch wel aangenaam toeven is. Kop op, mensen, nog even en dan is het zomer. Kunnen we weer onder de bomen schuilen. ANGELA PINNEBERG Heel klassiekgeïnspireerd op de golfmode is deze combinatie. (Foto De mode geeft de zomer een tweede kans. Wie vorig jaar de nieuwe zomergarderobe nood gedwongen in de kast moest la ten hangen vanwege het bar slechte weer hoeft nog geen spijt te hebben van het geld. Als de weergoden ons nu wat beter gezind zijn, komen deze kleren alsnog van pas. Wie dus vorig jaar een jurk in de mari ne-look of een kaki-kleurig jas je aanschafte is nog helemaal "in". door Kitty van Gerven Overigens geldt het principe van „wie wat bewaart, heeft wat" dit maal voor meer dan alleen de kle ding van het vorige seizoen. Wie nog een paar jurken of pakjes uit de eindjaren vijftig en beginjaren zes tig heeft hangen, zit ook goed. De jonge, enigszins naïeve, maar super vrouwelijke en zelfs wat provoce rende mode, waarmee met name Brigitte Bardot in die jaren menig hart in vuur en vlam zette, is name lijk dé bron van inspiratie geweest voor de ontwerpers van de nieuwe collecties. Hoewel... De allure van chique haute-couture in de stijl van de car rière-vrouw, zoals Alexis uit Dy nasty, kan de zomermode ook niet worden ontzegd. Evenmin als de grandeur van de inmiddels klassie ke marine-look met de uitstraling van het luxe leventje aan boord van een cruiseschip in de jaren dertig. Een stijl, die op zijn beurt weer haaks lijkt te staan op de wat kin derlijke, lieve modetrend, die de sfeer ademt van het goede leven op het platteland, waar woorden als rust en eenvoud nog waarde heb ben. En op de sportieve trend, die met zijn felle kleuren het beeld van de Olympische Spelen oproept, of van een tropisch feest op een warm Caraïbisch eiland. Veel gezichten De vooijaars- en zomermode '88 is er, dank zij al deze belijningen, één met vele gezichten. Een mode, die tegemoet komt aan de smaak van een ieder. Of men nu als coutu- re-dame over straat wil gaan, als femme fatale, als bloemenmeisje of als exotisch vogeltje. Een mode ook, die qua belijning aansluit bij elk figuur en de moge lijkheden biedt om mooie li chaamsdelen te benadrukken en minder mooie te verhullen. Want wie over een ranke taille beschikt mag deze met brede ceintuurs goed laten uitkomen. En wie mooie knieën heeft, hoeft deze niet onder een rok te verstoppen, terwijl dege ne, die op een fraai middenrif kan bogen, dit evengoed aan den volke mag tonen. Vindt men daarente gen. dat dit alles maar beter voor de blikken van anderen verborgen kan blijven, dan kan men zich even zo vrolijk hullen in ruime, lange kleding, die qua actualiteit zeker niet onder doet voor de korte en aangesloten modellen. Met een blazer in BB-ruit ben je de hele zomer actueel. (Foto gpdi. Een echte must voor iedereen is echter de robe-manteau met een re- verskraag en een dubbele knoop- sluiting of een chemisier met een reverskraag, een ronde hals of een V-hals en een enkele rij knopen, al dan niet met een korte aangezette of aangeknipte mouw. Wat de chemisiers en robe-man- teaux met elkaar gemeen hebben is de belijning. De jurken volgen soe pel de vormen van het lichaam. De taille wordt soms nog eens extra gemarkeerd door kleine plooitjes in het voor- en achterpand, of door een taillenaad. En de rokken rei ken over het algemeen niet verder dan tot net op of net over de knie ën. Met uitzondering dan van de modellen in de jaren-vijftig-en-zes tig-trend. Helemaal in de stijl van Brigitte Bardot zijn de jurken met zwierige, wijde rokken, die rond de kuiten spelen, een met een brede ceintuur ingesnoerde taille en een bovenlijfje met een grote boothals, al dan niet voorzien van een platte Rokken De rokken onder de jasjes zijn veelal kort en strak met een splitje middenachter. Voor wie durft zijn er echter ook korte cirkelrokjes tot op de knieën. De langere modellen bieden heel wat meer bewegings ruimte, waarbij met name de kuit lange, paraplu-vormige rok het he lemaal moet gaan maken. Blouses De blouses zijn vrij eenvoudig en moeten het vooral hebben van het dessin. De meeste blouses hebben de vorm van een hemdje, zonder mouwen en met een verlaagde ron de hals, terwijl het overhemd mo del heeft gestaan voor de (hoofdza kelijk gestreepte) blouses met lan ge, korte of drie-kwart mouwen. Zo weinig variatie als er binnen het thema blouses is, zoveel varia tie is er bij de rest van de topjes. Korte rechte hemdjes, die het mid denrif vrijlaten (de ene keer met een colletie. de andere keer met weggesneden schouders of knopen op de rug) gaan de concurrentie aan met hartvormige, strapless cor- setjes. compleet met baleinen en tricot topjes met ballonmouwtjes en boothalzen, die de schouders en het middenrif nauwelijks bedek ken. Truien Terug in de tijd is het motto, dat de zomermode hanteert voor de truien. Het twintset - helemaal in de stijl van de jaren zestig - werkt aan zijn come-back, zowel in een korte uitvoering als in een lange, met verlengde boorden, die de heu pen bedekken. De katoenen truien met kabels, ingebreide ankers en blauw-witte strepen, passend in de marine- look, blijven komende zomer ook nog actueel. Broeken De broek wint weer aan popula riteit. De bandplooibroek met be hoorlijk wijde pijpen tot op de en kels en een enigszins verhoogde tailleband (soms met rimpelelas tiek) voert duidelijk de boventoon. Daarnaast zijn er strakke broeken met sigarettepijpen tot halverwege de kuiten, waarin de ronde vorm van de billen alle aandacht opeist. Dat laatste geldt zeker ook voor de elastische wielrennersbroeken met strakke pijpen tot een eindje boven, net op of net onder de knie ën. Helemaal op de jeugd afge stemd is de combinatie van zo'n wielrennersbroek met een kort cir kelrokje én een topje tot net over de buste. Ook de gauchobroek keert, met name voor de jongeren, in het modebeeld terug. Zal niet iedereen zich in een der gelijke outfit op straat wagen, Wat ook voor de ouderen een absolute must is, is de stadsbermuda, die het prima doet onder een streng ge tailleerd jasje. Accessoires Bij de accessoires ligt de nadruk vooral op de ceintuurs, die breed tot zeer breed zijn, van stevig elas tiek en versierd met grote gespen van plastic of leer in reptielprint, met simpele metalen clips of een ritssluitinkje. Ook de overige ac cessoires, zoals kettingen, oorbel len en armbanden, mogen in het oog springen, enerzijds doordat de afmeting opvalt, anderzijds vanwe ge de kleur. Een zonnige zomerjurkje met bre de schouderbanden. (Foto gpd>. Kleuren Zoveel belijningen als de nieuwe zomermode kent, zoveel kleuren zijn er ook. Geldt marine-blauw als de basiskleur, daarnaast zijn vooral de „neutralen", zoals ecru, beige, zand, kaki, zwart en wit favoriet. Evenals de aardkleuren, waaron der diverse tinten bruin, cognac, mosterd en brique. Daarnaast kent de nieuwe zomermode zachte pas teltinten, bleekroze, geel, groen en turquoise en harde kleuren oranje, maisgeel, smaragdgroen en knal rood. De variatie in dessins blijft wat achter bij de veelheid aan kleuren. Ruiten blijven 'in', met name de grote madrasruit, prince-de-galles- ruit en - vooral in de trend van de jaren vijftig - de Vichy-ruit (beter bekend als de BB-ruit). Strepen zijn er in allerlei maten, evenals bloemdessins. Naast grote florale prints in diepe, tropische kleuren geeft de zomermode ook veel vriendelijke Liberty-achtige bloemdessins te zien. Op de zonne- kleding doen vooral de warme Afrikaanse prints (palmbomen, maskers en batikdessins) het goed. Stoffen De stoffen zijn vrij luxe. Vooral die met een oppervlaktestructuur (zoals seersucker, piqué en kreuk- katoen) gaan de toon aangeven. Voor de gedistingeerde 'city-wear' zijn vooral gladde stoffen gekozen, zoals 'cool-wool', katoen (puur of gemengd met polyester en/of vis cose) en linnen. Dank zij het aange sloten silhouet zijn ook de dunne tricotstoffen veel gevraagd. Jurken Het was al enkele seizoenen voorspeld, het gaat nu dan echt ge beuren: de jurk is mode-item num mer één. Of de zomer nu kil zal blij ven of tropische temperaturen kent, voor elk weertype zijn er japonnen. Voor de jeugdigen wat kinderlijke modellen, veelal in bloemetjesstoffen met een ver hoogde taille en ballonmouwtjes en voor de volslanken jurken met een verlaagde taille en een klok kende rok. witte kraag, die - heel sexy - over één schouder mag glijden. Ook veel aangesloten zonnejurk- jes met weggesneden schouders, een bovenlijfje in plastronvorm of een diepe, vierkante hals met kruisbanden op de rug, zullen er na de winter in de winkels hangen. Mantelpakjes De mantelpakjes zijn, na de jur ken, goed voor een tweede plaats. Zelfs wie zichzelf geen type vindt voor een tailleur, komt komend voorjaar iets van haar gading te gen, want de pakjes zijn er in een enorme verscheidenheid. De ver schillen zitten voornamelijk in de vorm van de jasjes. De wat manne lijke rechte colbertjasjes behoren duidelijk tot de blijvertjes, maar ondervinden steeds meer concur rentie van de verlengde, streng ge tailleerde jasjes tot op de bovenbe nen, die slechts een handbreedte van de bijbehorende rok tot net op de knieën laten zien. Naast model len met een reverskraag zullen er komende zomer ook veel verleng de tailleurs zijn met een ronde, een U-vormige of een V-hals. Echt nieuw zijn echter de korte, rechte jasjes tot net in de taille, soms met wat extra ruimte in de rug en met een ronde hals of een rond kraagje. Jasjes, die helemaal in de BB-stijl passen dank zij de grote knopen op de rug, wat trou wens ook geldt voor de korte bo lero-modellen. Tricot is een veel gebruikte stof dit seizoen. Hier een vro lijk streepjurk- je met een ver lengde taille en een kort, klok kend rokje, (fo to GPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 11