Oorlog is meer dan alleen voetbal
De andere kant van de Bijlmer
Denkwijzen tijdloze
problemen gebundeld
Homohaat in nazi-tijd
kende z'n weerga niet
Mierenhopen, mensen en
een krankzinnig neefje
ZATERDAG 5 MAART 1988
PAGINA 35
Bikkelhard voethal is niet een zaak van vandaag of gisteren. Hier balan
ceert de toenmalige Feijenoord-verdediger Laseroms op de rand van het toe
laatbare in een wedstrijd tegen SC Cambuur (maart 1971). uoto anpi
Voetbal, zo wil het gevleugelde gezegde
van trainer Rinus Michels, is oorlog. En
inderdaad: wie de tegenstander gewoon
laat gaan op weg naar het lege doel,
wordt eerder voor hi-ha-hondelul uitge
maakt dan de man die hem onderuit
schopt. En na de wedstrijd gaat de oorlog
buiten verder. In topsport is alles toege
staan, behalve fair play.
Het is of-of geworden: of eerlijk spe
len, of winnen. Dat is ook de titel van een
boekje dat de Westduitse sportsocioloog
Gunter A. Pilz en de sportjournalist en
oud-handballer Wolfgang Wewer hier
over hebben geschreven: 'Erfolg oder
Fair Play'. Zij zien in de gang van zaken
in de sport een getrouwe afspiegeling
van die buiten het veld. Hun centrale
stelling: "Door het groeiend belang van
de sport in de maatschappij, de toene
mende commercialisering en politise
ring, heeft de sport zich steeds meer aan
de normen en waarden van de prestatie
maatschappij, beter gezegd de succes
maatschappij, aangepast".
De kijkers van Studio Sport zijn zo ge
wend geraakt aan tackles, strafworpen
en scheldpartijen, dat valsspelen een lo
gisch onderdeel van de sport is gewor
den. Met hun boekje willen Pilz en We
wer die vanzelfsprekendheid bestrijden.
Of het ooit nog anders wordt, weten zij
ook niet. Maar in elk geval maken zij niet
de fout te vervallen in de gebruikelijke
Olympische nostalgie.
Beerklem
Ook in de oudheid ging het er weinig
sportief aan toe: "De tegenstander greep
Arrachion vast, nam hem in een been
klem en wurgde hem met beide handen
terwijl Arrachion hem de tenen brak. Ar
rachion overleed door de wurggreep op
het moment dat de tegenstander opgaf
wegens de pijn. De dode Arrachion werd
tot winnaar uitgeroepen".
En in een worstelwedstrijd ging het al
dus toe: "De eerste gaf de tegenstander
een slag op het hoofd die deze echter
overleefde. Hij liet zijn dekking zakken,
en de ander stak de vingers van zijn hand
onder de ribbenboog, reet met zijn harde
nagels de buik open, trok de ingewanden
naar buiten en doodde hem".
Sportiviteit is dus niet altijd het aller
hoogste goed geweest. De wortel van de
moderne opvatting over fair play leggen
"Op 27 februari 1933, de dag dat de Rijks
dag in vlammen opging, vluchtte ik weg
uit Frankfurt am Main. Jaren later pas
besefte ik hoeveel geluk ik had gehad.
Hoewel de wetten tegen de joden en ho
moseksuelen pas in 1934-1935 offcieel
gingen deel uitmaken van de geweldda
dige vervolgingscampagnes door de na
zi's, was de campagne tegen diverse min
derheidsgroepen al lang daarvoor begon
nen".
Met deze proloog begint Richard Plant
zijn terugblik op de vervolging van ho
moseksuelen in de Tweede Wereldoor
log in zijn boek 'De roze driehoek'. Even
als de zigeuners en Jehova's Getuigen
vormden de homoseksuelen in de nazi-
tijd een minderheidsgroepering. De mis
daden jegens deze minderheid zijn, ook
door het minder massale karakter, een
beetje in de schaduw komen te staan van
tegen joden gerichte wreedheden.
Toch werden juist homoseksuelen, en
dan nog Duitsers in het bijzonder, mee
dogenloos aangepakt. Plant gaat niet al
leen op zoek naar de aantallen omgeko
men homoseksuelen in de concentratie
kampen, maar probeert vooral achter de
motieven van de nazi's te komen, die tot
deze verbeten vervolging hebben geleid.
Opmerkelijk is dat lesbische vrouwen
nauwelijks last van vervolging hebben
gehad. Ook werden homoseksuelen in
het buitenland praktisch met rust gela
ten.
Een belangrijke factor die aan de ver
volging heeft bijgedragen is de homo
seksualiteit geweest van Rhöm, indertijd
leider van de SA. Hij kreeg een steeds
grotere massa idealistische jongeren in
zijn gelederen en werd het slachtoffer
van een intrige. Vanaf dat moment wer
den de wetten tegen de homoseksuelen
steeds verder aangescherpt, totdat een
'Ergens aan dat zandpad, aan de rand van
één van de grotere plassen lag een ge
hucht met een kerkje: de Bijlmer'. Over
de Bijlmermeer, de laatste naoorlogse
'uitbreiding' van Amsterdam, is veelal
negatief geschreven. Zo negatief dat er
op een gegeven moment in plaats daar
van maar over Amsterdam-Zuidoost
werd gesproken. Beruchte namen als
'Gliphoeve' verdwenen van de flats,
maar de leegstand bleef schrikbarend
hoog.
In het boekje 'Van Bijlmerpolder tot
Amsterdam-Zuidoost' van Evert Verha
gen komt de Bijlmer in al zijn facetten
aan de orde. Deze keer juist niet negatief.
Door de explosieve groei van bedrijven
als Fokker, Unisys, Keesing, Ikea en na
tuurlijk het inmiddels beroemd gewor
den NMB-kantoor is de Bijlmer in een
gunstiger daglicht komen te staan.
Tevreden
Een onderzoek van Bureau Veldkamp
wees in 1984 uit dat ruim negentig pro
cent van de Bijlmerbewoners tevreden
is. Dit ondanks de vele crises die de Bijl
mer heeft doorgemaakt. Want was het
niet zo dat als je zei dat je in de Bijlmer
woonde er meteen werd geroepen: is het
daar niet eng?
In het ruim geïllustreerde boekje komt
het verleden, heden en de-toekomst van
de Bijlmer in achttien hoofdstukken aan
bod. Driemaal werd de Bijlmermeer
drooggelegd, in 1622,1678 en 1825. In een
poging de Franse legers tegen te houden
staken de Burgemeesteren van Amster
dam echter in 1672 de dijken ervan door.
In de jaren zestig werd ten slotte 350 jaar
Pilz en Wewer bij de Engelse aristrocra-
tie van de vorige eeuw, de Victoriaanse
tijd. Zij nemen dat idee over van de so
cioloog Norbert Elias en de geschied
kundige Allen Guttmann. Tennis was
natuurlijk de sport van de aristocratie.
De serveerder vroeg beleefd 'Play?'
waarop de ander riep 'Ready!' en het spel
kon beginnen. Om de zwakkere speler
gelijke kansen te geven ontstond het sys
teem van handicaps, waarin punten wer
den 'voorgegeven'.
In de oorspronkelijke regels van het
voetbal komen nog geen scheidsrechters
en strafschoppen voor. Sport was puur
tijdverdrijf; sancties waren overbodig.
Langzamerhand echter drongen de lage
re standen op: de arbeiders met hun
"vulgaire verbetenheid om te winnen".
De aristocratische sporten waren geen
doel-op-zichzelf meer, maar werden wa
penen in de klassenstrijd. Nog steeds is
de basketbal een van de belangrijkste
middelen voor Amerikaanse negers om
uit de achterbuurt te komen. Bij ons
geldt het straatschoffie dat bij Ajax gaat
voetballen als romantisch ideaal.
De ontwikkeling kwam in een stroom
versnelling toen sport een 'nationale
zaak' werd. De Olympische Spelen van
1936 vormden het begin, en hoewel de
verhoudingen op het ogenblik wat rusti
ger liggen, is de politisering niet meer te
rug te draaien, als dat al wenselijk zou
worden gevonden. Sport wordt gesubsi
dieerd, Zuidafrika moet worden ge
weerd.
Ongelijk
In het begin van de jaren zestig, zo me
nen Pilz en Wewel, ontstaat de houding
dat niets belangrijker is dan winnen. Er
staan immers miljoenen op het spel, en
die worden niet uitgedeeld aan de eer
lijkste of de aardigste speler maar aan de
winnaar. Doping en nieuwe, zorgvuldig
geheim gehouden materialen zorgen er
voor dat de winstkansen zo ongelijk mo
gelijk zijn aan het begin van de wed
strijd. "Wat kan het mij schelen dat ik
over tien jaar dood ben als ik met doping
Olympisch kampioen kan worden",
meent een atleet.
In de amateursport is deze houding zo
langzamerhand even vanzelfsprekend
geworden. Ook in KNVB-klasse III
toevallige blik van man tot man al vol
doende voor deportatie was.
Intrigerend was ook de rol van Himrn-
ler, de onberispelijke administrateur met
een feilloos informatiesysteem, die al
even verbeten tegenover de homoseksu
elen stond. Plant probeert in diens le
vensloop motieven te vinden om die haat
te verklaren, maar strandt daarbij in een
moeras van onduidelijkheden.
Er blijft daarom weinig anders over
dan ernaar te raden, waarbij één gedach
te zich aan de lezer opdringt: degenen die
er zo fel tegen te keer gingen, kampten
wellicht zelf met wat zij als een levens
groot probleem en vooral gevaar voor de
samenleving beschouwden. Zo is wel va
ker gesuggereerd dat Hitier zelf homo
seksueel zou zijn geweest.
Vast staat dat de homoseksuelen mee-
dogenlozer-werden vervolgd dan andere
groeperingen. Niet alleen door de nazi's,
maar ook in de kampen zelf, waar ze een
afwijkende groep bleven. Van de onmen
selijke medische expérimenten door de
nazi's zijn er heel wat op homoseksuelen
uitgevoerd (Plant laat enkele van de
slachtoffers aan het woord).
'De roze driehoek' is een uitvoerig ge
documenteerd werkstuk, maar valt voor
al op door de onmiskenbare betrokken
heid van de auteur bij het onderwerp.
Toch blijft na lezing nog die ene vraag:
waarom die pure haat tegen de homo
seksuelen, die veel verder lijkt te gaan
dan de rassenhaat tegen bijvoorbeeld de
joden? De eigen 'schoonheidsfoutjes'
moeten het verder zo reine Herrenvolk
wel heel zwaar op de maag hebben gele
gen.
JOHANNES VAN DER WOUDE
Richard Plant. Dc roze driehoek, de nazi-vervol
ging van homoseksuelen; uitgeverij Veen. f 37.50
geschiedenis 'om de nieuwe toekomst
voor honderdduizend Amsterdammers'
onder een zandlaag van anderhalve me
ter begraven. Sindsdien moest de Bijl
mer crisis na crisis doorstaan.
Tussen 1972 en 1975 groeide het aantal
Surinamers dat in de Bijlmer ging wo
nen enorm. Van de Surinamers die er
voor kozen naar Nederland te verhuizen,
kwam een kwart in Amsterdam terecht
waarvan weer een kwart in de Bijlmer.
De Bijlmermeer heette voortaan Blakka
Foto, oftewel De Zwarte Stad.
De Bijlmer zou functioneel worden.
Woonerven, hoogbouw, het scheiden
van voetgangersverkeer van het overige
verkeer, dat waren de trefwoorden die
het Amsterdamse gemeentebestuur ja
renlang bezigde. Onveilig, karakterloos,
te hoge huren, kaal en ongezellig waren
de klachten van de bewoners, die er ten
slotte in slaagden het starre gemeentebe
stuur van hun gelijk te overtuigen. De
Bijlmermeerbewoners ondergingen de
als toen uniek omschreven bouwstijl als
bedreigend.
Vernielzucht
Winkelcentra waren onder de grond,
garages hadden een sfeer van een
Hitchcock-film en waren te laag voor
vrachtwagens en verhuisauto's. Boven
dien was de vernielzucht en het aantal in
braken in dat deel van Amsterdam het
rayon Zuid afdeling D-2 van het zater
dagvoetbal worden knietjes uitgedeeld
en spelers het ziekenhuis in geschopt.
Wie wel eens langs de lijn heeft gestaan
bij jeugdvoetbal kent de waanzin die ou
ders daar bevangt.
Journalisten gaan in deze ontwikkelin
gen mee zonder er veel vraagtekens bij te
plaatsen. Een overtreding heet nog wel
eens 'overbodig', maar dat betekent dat
er blijkbaar ook noodzakelijke bestaan.
De wedstrijd was "hard maar fair", met
"weinig ernstige overtredingen en
slechts drie gele kaarten". De bom-ont-
ploffing bij Nederland-Cyprus werd
door de commentator na de wedstrijd
nog slechts 'een incident' genoemd. Het
beïnvloeden en misleiden van de
scheidsrechter heet 'appelleren' en het
intimideren van de tegenstander 'pra
ten'. Sportjournalisten vertellen graag
fraaie staaltjes van valsspelen, maar
daarin klinkt zelden verontwaardiging
door. Integendeel, vaker is er sprake van
bewondering voor de handigheid van de
speler, coach of arts. Om te winnen zet
ten we alles opzij en de etiquette op haar
kop.
In dit klimaat is het niet verwonderlijk
dat ook buiten het veld nogal eens 'over-
Lewis Thomas is van beroep bioloog en
schrijft in zijn vrije tijd stukjes. Het New
England Journal ofMedicin publiceerde
ze en ze vielen zo in de smaak dat Tho
mas voor zijn eerste bundel (The lives of
a cell) meteen de National Book Award
kreeg.
Thomas is een wetenschapper die
graag over de grenzen van zijn vakgebied
heen een blik werpt op de 'boom der we
tenschap' om daar vervolgens eens flink
aan te schudden. Het rijpe fruit levert
vervolgens smakelijke pennevruchten
op. Onder de titel 'Een brein op een mil
joen pootjes' heeft Midas Dekkers (ook
bioloog, ook publicist en ook iemand die
graag uitdagend schrijft) een keuze ge
maakt uit de vele columns die zijn Ame
rikaanse collega heeft geschreven.
Thomas heeft een voorliefde voor pa
rallellen tussen dierlijk en menselijk ge
drag. De overeenkomsten tussen mieren
en mensen zijn, zo schrijft hij, "op het gê
nante af'. "Mieren verbouwen schim
mels, houden bladluizen als vee, sturen
legers ten oorlog, spuiten met chemische
middelen om alarm te slaan en vijanden
af te leiden, maken slaven. Weefmierge-
zinnen laten zich in met kinderarbeid. Ze
wisselen onophoudelijk informatie uit.
Mieren doen alles, op televisiekijken
En wat ons mensen nu zo dwars zit,
vervolgt Thomas, is dat mieren, termie
ten en bijen eigenlijk twee levens leiden.
Eén als individu en één als anoniem deel
van het mierennest of de bijenkorf.
"Wanneer je kijkt hoe een dichte massa
van duizenden mieren zich rondom de
hoop verdringt, begin je het hele beest te
zien. Dan ook zie je het denken en plan
nen smeden. Het is een intelligent we
zen, een levende computer met een ver
stand dat wemelt van de bits".
Hoewel wij mensen "verreweg de soci
aalste van alle sociale dieren zijn, sterker
van elkaar afhankelijk en moeilijker te
scheiden dan bijen", moeten we er niet
aan denken dat ook wij maar zo'n bit in
de computer, een "zenuwknoop op poot
jes", een bijna onwezenlijk ikje in de
massa zijn. Maar misschien, oppert Tho
mas, is dat wel onze biologische taak:
met z'n allen de menselijke mierenhoop
bouwen.
De ikjes lopen als een rode draad door
het boek. Ieder individu is volgens Tho
mas een verzameling ikjes die al naar ge
lang de omstandigheden tevoorschijn
komen: een vriendelijk ikje, een boos ik
je, een lief ikje of wat voor ikje dan ook.
Maar ikjes moet je niet isoleren. Dat
wordt heel eng. Hij vertelt over een klei
ne jagersstam in Oeganda, de Iks, die
werd getroffen door twee rampen: eerst
werd hun gebied tot nationaal park ver
klaard, daarna kwam twee jaar lang een
antropoloog op bezoek. Die schreef er
een deprimerend boek over. De Iks pra-
bodig geweld' voorkomt. Supporters van
de tegenstander worden bejegend zoals
de tegenstander: ze worden in elkaar ge
trapt. Elke fout van de vijand wordt met
hoongelach begroet, er wordt gestampt
en geschreeuwd bij elke vrije worp. Aan
de overwinning ontlenen de supporters
hun gevoel voor eigenwaarde 'we'
hebben van 'ze' gewonnen en de frus
traties bij verlies zijn navenant. De angst
bij de gevestigde orde maakt de cirkel
compleet.
Verweven
De auteurs gaan hierop verder niet zo
diep in. Zij stellen dat de sport en maat
schappij zo verweven zijn dat ook hier
niet veel zal veranderen zonder diep
gaande veranderingen in de maatschap
pij. Vast staat dat fair play een utopisch
ideaal blijft zolang de winstmoraal
heerst: "Er is geen sociale basis meer
voor een beroep op fair play in de presta-
tiesport", zo besluiten zij ietwat somber.
Te vrezen valt dat ook in de recreatie
sport de sportiviteit steeds verder te zoe
ken zal zijn. Dan toch maar eenzaam jog-
HANS VAN MAANEN
Gunter A. Pilz en Wolfgang Wewer: Erfolg oder
Fair Play? Sport als Spiegelder Gesellschaft. Co-
press Verlag, München. DM 22.00
ten wel, maar alleen als ze ruzie hebben.
"Ze delen niets, ze zingen nooit, ze sturen
de kinderen op voedsel uit zodra die
maar kunnen lopen en laten hun ouders
verhongeren. Ze poepen op eikaars stoe
pen. Ze bezorgden de antropoloog twee
nare jaren".
Iks, concludeert Thomas, zijn gek ge
worden. "Geïsoleerd binnen de puinho
pen van een verwoeste cultuur heeft de
eenzelvige Ik een nieuwe verdediging
opgeworpen. Elke Ik is een groep gewor
den, een eenmansstam, een eigen kies
district".
Vergissing
En dan is Thomas waar hij wil zijn:
"Steden vertonen alle kenmerken van
Iks. Ze poepen op stoepen, in rivieren en
in meren, of die nu van henzelf of van an
deren zijn. Ze laten hun rommel slinge
ren. Ze verachten alle buursteden en ge
ven nooit iets weg. En staten zijn het Ikst
van allemaal. Wat volslagen gierigheid,
hebzucht, harteloosheid en onverant
woordelijk gedrag betreft kan niets te
gen een staat op. Ze schreeuwen beledi
gingen naar elkaar, poepen hele oceanen
vol, scheppen genoegen in het ongeluk
van anderen, vieren de dood van ande
ren, leven voor andersmans dood". Ze
zijn, zegt Thomas, "wellicht het meest
verbluffende voorbeeld van een biolo
gische vergissing sinds het tijdperk van
de grote reptielen".
Om treurig van te worden, zo'n zin.
Maar Thomas is een optimist. Het is, zegt
hij ergens, bij al die somberheid een hele
zegen om één duidelijke, onweerlegbare
goede gedachte over onszelf te denken,
die stevig genoeg is om over de stapel
heen te kijken. Zonder ooit hinderlijk de
positivo uit te hangen, strooit Thomas er
kwistig mee rond. Stel bijvoorbeeld dat
je het egoïsme als levensovertuiging wilt
uitdragen: "Dan moetje brochures laten
drukken of boeken uitgeven en voor ver
koop en distributie zorgen, je moet op de
televisie komen om de aandacht van mil
joenen mensen te trekken. En dan moet
je hun met z'n allen allen in één klap,
allen één oor zeggen: wees solitair. Dat
krijg je niet zonder blikken of blozen
voor elkaar".
Zo observeert, analyseert en maakt
Thomas vrolijke danspasjes met mieren
hopen, ikken en staten, maar laat hij net
zo makkelijk zijn gedachten en fantasie
los op het nut van menselijke vergissin
gen, de ster Tau Ceti, Mahlers negende
symfonie, de geur van brandende herfst
bladeren, taal, de leugendetector, een
meertje in Manhattan en zelfs de dood.
En dat in een beeldend, speels proza.
Soms weemoedig, soms ironisch, altijd
verrassend.
SJAAK SMAKMAN
Een brein op een miljoen pootjes'. Lewis
Thomas. Uitgeverij Contact, 24.90.
Sedert ruim een jaar schrijft de Leidse
hoogleraar psychologie René Diekstra
wekelijks zijn column 'Denkwijzer' in
deze krant. Gezien de populariteit ervan
kon een bundeling niet uitblijven. Onder
dezelfde naam als die van genoemde ru
briek is onlangs een bundeling van 33
van zijn stukken verschenen.
De aantrekkingskracht van Diekstra's
stukjes berust op zijn 'aanpak' van de
problemen van alledag. Niet alleen
schetst hij situaties die iedereen wel eens
tegenkomt, hij geeft ook concrete tips
om ermee om te gaan. Elk stukje is een
therapie-in-het-klein: eerst het probleem
(waarbij de lezer als het ware zelf de dia
gnose moet stellen: herken ik mezelf in
dit probleem of niet), dan een beetje ach
tergrond en vervolgens iets waarmee de
lezer aan de slag kan.
Uit die opbouw komt duidelijk naar
voren waar Diekstra in de psychologie
staat: de uit de Verenigde Staten overge
komen rationeel-emotieve therapie
(RET). Geen jarenlang psychoanaly
tisch gespit en gewroet op de sofa om
diepliggende frustraties en trauma's bo
ven water te krijgen, maar een gerichte
aanpak van een concreet probleem. De
grondgedachte achter de RET is dat de
meeste problemen ontstaan omdat men
sen niet weten wat te doen in een bepaal
de situatie, in paniek raken en dan
prompt het verkeerde doen. Als zoiets
maar vaak genoeg gebeurt verliezen ze
hun zelfvertrouwen, raken nog eerder in
paniek, doen nog vaker het verkeerde,
enzovoort.
De psycholoog kan die cirkel doorbre
ken door mensen te leren wat ze moeten
doen, zodat ze weer zelfvertrouwen krij
gen, minder snel in paniek raken en ade
quaat kunnen reageren op situaties
waarbij ze vroeger in paniek raakten. Zo
doende verandert de spiraal omlaag in
een spiraal omhoog.
Diekstra is vooral enthousiast over het
grootst. Er ontstond een massale leeg
stand. Het ideaalbeeld begon een paar
scheurtjes te vertonen. De Bijlmer kwam
in een negatieve spiraal terecht. De wijk
werd door de pers kapot geschreven.
Waarom ging het fout? Oud-premier
Den Uyl heeft daarvoor een aantal rede
nen genoemd. Het sterk afnemende ge
boortecijfer na de introductie van de pil,
de grote toestroom van minderheden, de
economische crisis, de stijging van de
gasprijzen en het desastreuze overloop-
beleid. Met het laatste bedoelde hij dat
het in de Bijlmer lange tijd heeft ontbro
ken aan onderhoud en gemeenschaps
zin. Alleen bij het omlaag brengen van de
hoge huren vormden de Bijlmerbewo
ners één front tegen de woningbouwver
enigingen.
Menselijker
Er moest wat aan het imago van de
Bijlmer veranderen. Daaraan is dan ook
de laatste jaren zeer veel gedaan. De ar
chitect Rem Koolhaas werd ingescha
keld om zich over de algemene klacht
over onveiligheid te buigen. Er moest
een bos komen, een theater, en sportvel
den. Het zou allemaal menselijker wor
den.
Met de komst van het NMB-kantoor,
de Amro-bank en het winkelcentrum De
Amsterdamse Poort gebeurde er inder
zogeheten Biodyne-concept van de Ame
rikaanse psycholoog Cummings. Cum-
mings vindt dat een psycholoog zo snel
mogelijk spijkers met koppen moet
slaan door zijn cliënt al bij het eerste ge
sprek de deur uit te sturen met een con
crete opdracht. Precies op die manier
schrijft Diekstra zijn columns.
Het ligt voor de hand dat Diekstra met
zijn columns hoopt de drempelvrees
voor de psycholoog te verminderen. Hij
wil dat de gang naar de psycholoog net
zo 'gewoon' wordt als de huisarts. Maar
de angst om geestelijk uit elkaar gerafeld
te worden zit er bij de meeste mensen
(nog) veel te diep in.
Zodoende is er, zoals hij constateert in
zijn bijdrage aan een boek over de sa
menwerking tussen psycholoog en huis
arts, 'geen maatschappelijke druk op po
litici en beleidsmakers om aan psycholo
gische hulpverlening een hoge prioriteit
toe te kennen'.
Diekstra probeert al jaren daarin ver
andering te brengen. Niet alleen omdat
er inmiddels al meer dan 1000 psycholo
gen werkloos rond lopen, maar ook om
dat volgens hem miljarden bespaard
kunnen worden in de gezondheidszorg
door mensen met 'vage klachten' niet het
specialistencircuit in te sturen, maar
naar een psycholoog. Maar onbekend
maakt onbemind. Een vlot geschreven
column kan in elk geval die onbekend
heid wegnemen.
Los daarvan blijft zijn rubriek aardig
om te lezen, en is de bundel het aanschaf
fen waard. De meeste bundelingen van
columns kunnen na een jaar bij het oud
papier en eigenlijk is het daarom zonde
ze aan te schaffen. Dat geldt voor Denk
wijzer niet: menselijke problemen zijn
tijdloos, colums erover ook.
SJAAK SMAKMAN
Denkwijzer. René Diekstra. Uitgeverij Ambo.
f24,50
daad wat met de Bijlmer. Het bleef niet
slechts bij plannen op papier, maar er
werd werkelijk wat aan Amsterdam-
Zuidoost gedaan. Tot nu toe is het NMB-
kantoor het meest in het oog springende
detail van de Bijlmer geworden. Een be
wijs dat architectuur niet alleen koele za
kelijkheid hoeft te zijn. Architect Ton Al
berts slaagde er in een gebouw te ontwer
pen dat in de eerste plaats het element
'menselijke maat' moest bevatten. Al
berts betrok alle partijen bij zijn project
en het resultaat was verbluffend. Het
kantoor kan de aanvragen voor een rond
leiding door het gebouw niet aan.
Actueel
Evert Verhagen slaagde er in een infor
matief boekje over de geschiedenis van
die Amsterdamse wijk te maken, dat bo
vendien zeer actueel is. Verhagen heeft
zich niet door de negatieve berichtge
ving laten leiden met als resultaat dat de
Bijlmer eens een keer niet simpel is weg
geschreven, maar is belicht van een kant
die veel mensen nog niet hebben gezien.
'Van Bijlmermeerpolder tot Amsterdam-
Zuidoost' is dan ook niet alleen voor Am
sterdammers of bewoners van die be
roemde en beruchte wijk interessant,
maar ook voor een ieder die belangstel
ling heeft voor projectontwikkeling of
voor het 'andere gezicht' van de Bijlmer.
MARJOLIJN IN 't HOUT
Evert Verbagen. Van Bijlmermeerpolder tot Am
sterdam-Zuidoost: Staatsuitgeverij Den llaag. f 25.-
Het nieuwe NMB-kantoor is het meest in het oog springende gebouw in de
Bijlmer geworden. «oto Bob Fieumer)