Oorlog is meer dan alleen voetbal De andere kant van de Bijlmer Denkwijzen tijdloze problemen gebundeld Homohaat in nazi-tijd kende z'n weerga niet Mierenhopen, mensen en een krankzinnig neefje ZATERDAG 5 MAART 1988 PAGINA 35 Bikkelhard voethal is niet een zaak van vandaag of gisteren. Hier balan ceert de toenmalige Feijenoord-verdediger Laseroms op de rand van het toe laatbare in een wedstrijd tegen SC Cambuur (maart 1971). uoto anpi Voetbal, zo wil het gevleugelde gezegde van trainer Rinus Michels, is oorlog. En inderdaad: wie de tegenstander gewoon laat gaan op weg naar het lege doel, wordt eerder voor hi-ha-hondelul uitge maakt dan de man die hem onderuit schopt. En na de wedstrijd gaat de oorlog buiten verder. In topsport is alles toege staan, behalve fair play. Het is of-of geworden: of eerlijk spe len, of winnen. Dat is ook de titel van een boekje dat de Westduitse sportsocioloog Gunter A. Pilz en de sportjournalist en oud-handballer Wolfgang Wewer hier over hebben geschreven: 'Erfolg oder Fair Play'. Zij zien in de gang van zaken in de sport een getrouwe afspiegeling van die buiten het veld. Hun centrale stelling: "Door het groeiend belang van de sport in de maatschappij, de toene mende commercialisering en politise ring, heeft de sport zich steeds meer aan de normen en waarden van de prestatie maatschappij, beter gezegd de succes maatschappij, aangepast". De kijkers van Studio Sport zijn zo ge wend geraakt aan tackles, strafworpen en scheldpartijen, dat valsspelen een lo gisch onderdeel van de sport is gewor den. Met hun boekje willen Pilz en We wer die vanzelfsprekendheid bestrijden. Of het ooit nog anders wordt, weten zij ook niet. Maar in elk geval maken zij niet de fout te vervallen in de gebruikelijke Olympische nostalgie. Beerklem Ook in de oudheid ging het er weinig sportief aan toe: "De tegenstander greep Arrachion vast, nam hem in een been klem en wurgde hem met beide handen terwijl Arrachion hem de tenen brak. Ar rachion overleed door de wurggreep op het moment dat de tegenstander opgaf wegens de pijn. De dode Arrachion werd tot winnaar uitgeroepen". En in een worstelwedstrijd ging het al dus toe: "De eerste gaf de tegenstander een slag op het hoofd die deze echter overleefde. Hij liet zijn dekking zakken, en de ander stak de vingers van zijn hand onder de ribbenboog, reet met zijn harde nagels de buik open, trok de ingewanden naar buiten en doodde hem". Sportiviteit is dus niet altijd het aller hoogste goed geweest. De wortel van de moderne opvatting over fair play leggen "Op 27 februari 1933, de dag dat de Rijks dag in vlammen opging, vluchtte ik weg uit Frankfurt am Main. Jaren later pas besefte ik hoeveel geluk ik had gehad. Hoewel de wetten tegen de joden en ho moseksuelen pas in 1934-1935 offcieel gingen deel uitmaken van de geweldda dige vervolgingscampagnes door de na zi's, was de campagne tegen diverse min derheidsgroepen al lang daarvoor begon nen". Met deze proloog begint Richard Plant zijn terugblik op de vervolging van ho moseksuelen in de Tweede Wereldoor log in zijn boek 'De roze driehoek'. Even als de zigeuners en Jehova's Getuigen vormden de homoseksuelen in de nazi- tijd een minderheidsgroepering. De mis daden jegens deze minderheid zijn, ook door het minder massale karakter, een beetje in de schaduw komen te staan van tegen joden gerichte wreedheden. Toch werden juist homoseksuelen, en dan nog Duitsers in het bijzonder, mee dogenloos aangepakt. Plant gaat niet al leen op zoek naar de aantallen omgeko men homoseksuelen in de concentratie kampen, maar probeert vooral achter de motieven van de nazi's te komen, die tot deze verbeten vervolging hebben geleid. Opmerkelijk is dat lesbische vrouwen nauwelijks last van vervolging hebben gehad. Ook werden homoseksuelen in het buitenland praktisch met rust gela ten. Een belangrijke factor die aan de ver volging heeft bijgedragen is de homo seksualiteit geweest van Rhöm, indertijd leider van de SA. Hij kreeg een steeds grotere massa idealistische jongeren in zijn gelederen en werd het slachtoffer van een intrige. Vanaf dat moment wer den de wetten tegen de homoseksuelen steeds verder aangescherpt, totdat een 'Ergens aan dat zandpad, aan de rand van één van de grotere plassen lag een ge hucht met een kerkje: de Bijlmer'. Over de Bijlmermeer, de laatste naoorlogse 'uitbreiding' van Amsterdam, is veelal negatief geschreven. Zo negatief dat er op een gegeven moment in plaats daar van maar over Amsterdam-Zuidoost werd gesproken. Beruchte namen als 'Gliphoeve' verdwenen van de flats, maar de leegstand bleef schrikbarend hoog. In het boekje 'Van Bijlmerpolder tot Amsterdam-Zuidoost' van Evert Verha gen komt de Bijlmer in al zijn facetten aan de orde. Deze keer juist niet negatief. Door de explosieve groei van bedrijven als Fokker, Unisys, Keesing, Ikea en na tuurlijk het inmiddels beroemd gewor den NMB-kantoor is de Bijlmer in een gunstiger daglicht komen te staan. Tevreden Een onderzoek van Bureau Veldkamp wees in 1984 uit dat ruim negentig pro cent van de Bijlmerbewoners tevreden is. Dit ondanks de vele crises die de Bijl mer heeft doorgemaakt. Want was het niet zo dat als je zei dat je in de Bijlmer woonde er meteen werd geroepen: is het daar niet eng? In het ruim geïllustreerde boekje komt het verleden, heden en de-toekomst van de Bijlmer in achttien hoofdstukken aan bod. Driemaal werd de Bijlmermeer drooggelegd, in 1622,1678 en 1825. In een poging de Franse legers tegen te houden staken de Burgemeesteren van Amster dam echter in 1672 de dijken ervan door. In de jaren zestig werd ten slotte 350 jaar Pilz en Wewer bij de Engelse aristrocra- tie van de vorige eeuw, de Victoriaanse tijd. Zij nemen dat idee over van de so cioloog Norbert Elias en de geschied kundige Allen Guttmann. Tennis was natuurlijk de sport van de aristocratie. De serveerder vroeg beleefd 'Play?' waarop de ander riep 'Ready!' en het spel kon beginnen. Om de zwakkere speler gelijke kansen te geven ontstond het sys teem van handicaps, waarin punten wer den 'voorgegeven'. In de oorspronkelijke regels van het voetbal komen nog geen scheidsrechters en strafschoppen voor. Sport was puur tijdverdrijf; sancties waren overbodig. Langzamerhand echter drongen de lage re standen op: de arbeiders met hun "vulgaire verbetenheid om te winnen". De aristocratische sporten waren geen doel-op-zichzelf meer, maar werden wa penen in de klassenstrijd. Nog steeds is de basketbal een van de belangrijkste middelen voor Amerikaanse negers om uit de achterbuurt te komen. Bij ons geldt het straatschoffie dat bij Ajax gaat voetballen als romantisch ideaal. De ontwikkeling kwam in een stroom versnelling toen sport een 'nationale zaak' werd. De Olympische Spelen van 1936 vormden het begin, en hoewel de verhoudingen op het ogenblik wat rusti ger liggen, is de politisering niet meer te rug te draaien, als dat al wenselijk zou worden gevonden. Sport wordt gesubsi dieerd, Zuidafrika moet worden ge weerd. Ongelijk In het begin van de jaren zestig, zo me nen Pilz en Wewel, ontstaat de houding dat niets belangrijker is dan winnen. Er staan immers miljoenen op het spel, en die worden niet uitgedeeld aan de eer lijkste of de aardigste speler maar aan de winnaar. Doping en nieuwe, zorgvuldig geheim gehouden materialen zorgen er voor dat de winstkansen zo ongelijk mo gelijk zijn aan het begin van de wed strijd. "Wat kan het mij schelen dat ik over tien jaar dood ben als ik met doping Olympisch kampioen kan worden", meent een atleet. In de amateursport is deze houding zo langzamerhand even vanzelfsprekend geworden. Ook in KNVB-klasse III toevallige blik van man tot man al vol doende voor deportatie was. Intrigerend was ook de rol van Himrn- ler, de onberispelijke administrateur met een feilloos informatiesysteem, die al even verbeten tegenover de homoseksu elen stond. Plant probeert in diens le vensloop motieven te vinden om die haat te verklaren, maar strandt daarbij in een moeras van onduidelijkheden. Er blijft daarom weinig anders over dan ernaar te raden, waarbij één gedach te zich aan de lezer opdringt: degenen die er zo fel tegen te keer gingen, kampten wellicht zelf met wat zij als een levens groot probleem en vooral gevaar voor de samenleving beschouwden. Zo is wel va ker gesuggereerd dat Hitier zelf homo seksueel zou zijn geweest. Vast staat dat de homoseksuelen mee- dogenlozer-werden vervolgd dan andere groeperingen. Niet alleen door de nazi's, maar ook in de kampen zelf, waar ze een afwijkende groep bleven. Van de onmen selijke medische expérimenten door de nazi's zijn er heel wat op homoseksuelen uitgevoerd (Plant laat enkele van de slachtoffers aan het woord). 'De roze driehoek' is een uitvoerig ge documenteerd werkstuk, maar valt voor al op door de onmiskenbare betrokken heid van de auteur bij het onderwerp. Toch blijft na lezing nog die ene vraag: waarom die pure haat tegen de homo seksuelen, die veel verder lijkt te gaan dan de rassenhaat tegen bijvoorbeeld de joden? De eigen 'schoonheidsfoutjes' moeten het verder zo reine Herrenvolk wel heel zwaar op de maag hebben gele gen. JOHANNES VAN DER WOUDE Richard Plant. Dc roze driehoek, de nazi-vervol ging van homoseksuelen; uitgeverij Veen. f 37.50 geschiedenis 'om de nieuwe toekomst voor honderdduizend Amsterdammers' onder een zandlaag van anderhalve me ter begraven. Sindsdien moest de Bijl mer crisis na crisis doorstaan. Tussen 1972 en 1975 groeide het aantal Surinamers dat in de Bijlmer ging wo nen enorm. Van de Surinamers die er voor kozen naar Nederland te verhuizen, kwam een kwart in Amsterdam terecht waarvan weer een kwart in de Bijlmer. De Bijlmermeer heette voortaan Blakka Foto, oftewel De Zwarte Stad. De Bijlmer zou functioneel worden. Woonerven, hoogbouw, het scheiden van voetgangersverkeer van het overige verkeer, dat waren de trefwoorden die het Amsterdamse gemeentebestuur ja renlang bezigde. Onveilig, karakterloos, te hoge huren, kaal en ongezellig waren de klachten van de bewoners, die er ten slotte in slaagden het starre gemeentebe stuur van hun gelijk te overtuigen. De Bijlmermeerbewoners ondergingen de als toen uniek omschreven bouwstijl als bedreigend. Vernielzucht Winkelcentra waren onder de grond, garages hadden een sfeer van een Hitchcock-film en waren te laag voor vrachtwagens en verhuisauto's. Boven dien was de vernielzucht en het aantal in braken in dat deel van Amsterdam het rayon Zuid afdeling D-2 van het zater dagvoetbal worden knietjes uitgedeeld en spelers het ziekenhuis in geschopt. Wie wel eens langs de lijn heeft gestaan bij jeugdvoetbal kent de waanzin die ou ders daar bevangt. Journalisten gaan in deze ontwikkelin gen mee zonder er veel vraagtekens bij te plaatsen. Een overtreding heet nog wel eens 'overbodig', maar dat betekent dat er blijkbaar ook noodzakelijke bestaan. De wedstrijd was "hard maar fair", met "weinig ernstige overtredingen en slechts drie gele kaarten". De bom-ont- ploffing bij Nederland-Cyprus werd door de commentator na de wedstrijd nog slechts 'een incident' genoemd. Het beïnvloeden en misleiden van de scheidsrechter heet 'appelleren' en het intimideren van de tegenstander 'pra ten'. Sportjournalisten vertellen graag fraaie staaltjes van valsspelen, maar daarin klinkt zelden verontwaardiging door. Integendeel, vaker is er sprake van bewondering voor de handigheid van de speler, coach of arts. Om te winnen zet ten we alles opzij en de etiquette op haar kop. In dit klimaat is het niet verwonderlijk dat ook buiten het veld nogal eens 'over- Lewis Thomas is van beroep bioloog en schrijft in zijn vrije tijd stukjes. Het New England Journal ofMedicin publiceerde ze en ze vielen zo in de smaak dat Tho mas voor zijn eerste bundel (The lives of a cell) meteen de National Book Award kreeg. Thomas is een wetenschapper die graag over de grenzen van zijn vakgebied heen een blik werpt op de 'boom der we tenschap' om daar vervolgens eens flink aan te schudden. Het rijpe fruit levert vervolgens smakelijke pennevruchten op. Onder de titel 'Een brein op een mil joen pootjes' heeft Midas Dekkers (ook bioloog, ook publicist en ook iemand die graag uitdagend schrijft) een keuze ge maakt uit de vele columns die zijn Ame rikaanse collega heeft geschreven. Thomas heeft een voorliefde voor pa rallellen tussen dierlijk en menselijk ge drag. De overeenkomsten tussen mieren en mensen zijn, zo schrijft hij, "op het gê nante af'. "Mieren verbouwen schim mels, houden bladluizen als vee, sturen legers ten oorlog, spuiten met chemische middelen om alarm te slaan en vijanden af te leiden, maken slaven. Weefmierge- zinnen laten zich in met kinderarbeid. Ze wisselen onophoudelijk informatie uit. Mieren doen alles, op televisiekijken En wat ons mensen nu zo dwars zit, vervolgt Thomas, is dat mieren, termie ten en bijen eigenlijk twee levens leiden. Eén als individu en één als anoniem deel van het mierennest of de bijenkorf. "Wanneer je kijkt hoe een dichte massa van duizenden mieren zich rondom de hoop verdringt, begin je het hele beest te zien. Dan ook zie je het denken en plan nen smeden. Het is een intelligent we zen, een levende computer met een ver stand dat wemelt van de bits". Hoewel wij mensen "verreweg de soci aalste van alle sociale dieren zijn, sterker van elkaar afhankelijk en moeilijker te scheiden dan bijen", moeten we er niet aan denken dat ook wij maar zo'n bit in de computer, een "zenuwknoop op poot jes", een bijna onwezenlijk ikje in de massa zijn. Maar misschien, oppert Tho mas, is dat wel onze biologische taak: met z'n allen de menselijke mierenhoop bouwen. De ikjes lopen als een rode draad door het boek. Ieder individu is volgens Tho mas een verzameling ikjes die al naar ge lang de omstandigheden tevoorschijn komen: een vriendelijk ikje, een boos ik je, een lief ikje of wat voor ikje dan ook. Maar ikjes moet je niet isoleren. Dat wordt heel eng. Hij vertelt over een klei ne jagersstam in Oeganda, de Iks, die werd getroffen door twee rampen: eerst werd hun gebied tot nationaal park ver klaard, daarna kwam twee jaar lang een antropoloog op bezoek. Die schreef er een deprimerend boek over. De Iks pra- bodig geweld' voorkomt. Supporters van de tegenstander worden bejegend zoals de tegenstander: ze worden in elkaar ge trapt. Elke fout van de vijand wordt met hoongelach begroet, er wordt gestampt en geschreeuwd bij elke vrije worp. Aan de overwinning ontlenen de supporters hun gevoel voor eigenwaarde 'we' hebben van 'ze' gewonnen en de frus traties bij verlies zijn navenant. De angst bij de gevestigde orde maakt de cirkel compleet. Verweven De auteurs gaan hierop verder niet zo diep in. Zij stellen dat de sport en maat schappij zo verweven zijn dat ook hier niet veel zal veranderen zonder diep gaande veranderingen in de maatschap pij. Vast staat dat fair play een utopisch ideaal blijft zolang de winstmoraal heerst: "Er is geen sociale basis meer voor een beroep op fair play in de presta- tiesport", zo besluiten zij ietwat somber. Te vrezen valt dat ook in de recreatie sport de sportiviteit steeds verder te zoe ken zal zijn. Dan toch maar eenzaam jog- HANS VAN MAANEN Gunter A. Pilz en Wolfgang Wewer: Erfolg oder Fair Play? Sport als Spiegelder Gesellschaft. Co- press Verlag, München. DM 22.00 ten wel, maar alleen als ze ruzie hebben. "Ze delen niets, ze zingen nooit, ze sturen de kinderen op voedsel uit zodra die maar kunnen lopen en laten hun ouders verhongeren. Ze poepen op eikaars stoe pen. Ze bezorgden de antropoloog twee nare jaren". Iks, concludeert Thomas, zijn gek ge worden. "Geïsoleerd binnen de puinho pen van een verwoeste cultuur heeft de eenzelvige Ik een nieuwe verdediging opgeworpen. Elke Ik is een groep gewor den, een eenmansstam, een eigen kies district". Vergissing En dan is Thomas waar hij wil zijn: "Steden vertonen alle kenmerken van Iks. Ze poepen op stoepen, in rivieren en in meren, of die nu van henzelf of van an deren zijn. Ze laten hun rommel slinge ren. Ze verachten alle buursteden en ge ven nooit iets weg. En staten zijn het Ikst van allemaal. Wat volslagen gierigheid, hebzucht, harteloosheid en onverant woordelijk gedrag betreft kan niets te gen een staat op. Ze schreeuwen beledi gingen naar elkaar, poepen hele oceanen vol, scheppen genoegen in het ongeluk van anderen, vieren de dood van ande ren, leven voor andersmans dood". Ze zijn, zegt Thomas, "wellicht het meest verbluffende voorbeeld van een biolo gische vergissing sinds het tijdperk van de grote reptielen". Om treurig van te worden, zo'n zin. Maar Thomas is een optimist. Het is, zegt hij ergens, bij al die somberheid een hele zegen om één duidelijke, onweerlegbare goede gedachte over onszelf te denken, die stevig genoeg is om over de stapel heen te kijken. Zonder ooit hinderlijk de positivo uit te hangen, strooit Thomas er kwistig mee rond. Stel bijvoorbeeld dat je het egoïsme als levensovertuiging wilt uitdragen: "Dan moetje brochures laten drukken of boeken uitgeven en voor ver koop en distributie zorgen, je moet op de televisie komen om de aandacht van mil joenen mensen te trekken. En dan moet je hun met z'n allen allen in één klap, allen één oor zeggen: wees solitair. Dat krijg je niet zonder blikken of blozen voor elkaar". Zo observeert, analyseert en maakt Thomas vrolijke danspasjes met mieren hopen, ikken en staten, maar laat hij net zo makkelijk zijn gedachten en fantasie los op het nut van menselijke vergissin gen, de ster Tau Ceti, Mahlers negende symfonie, de geur van brandende herfst bladeren, taal, de leugendetector, een meertje in Manhattan en zelfs de dood. En dat in een beeldend, speels proza. Soms weemoedig, soms ironisch, altijd verrassend. SJAAK SMAKMAN Een brein op een miljoen pootjes'. Lewis Thomas. Uitgeverij Contact, 24.90. Sedert ruim een jaar schrijft de Leidse hoogleraar psychologie René Diekstra wekelijks zijn column 'Denkwijzer' in deze krant. Gezien de populariteit ervan kon een bundeling niet uitblijven. Onder dezelfde naam als die van genoemde ru briek is onlangs een bundeling van 33 van zijn stukken verschenen. De aantrekkingskracht van Diekstra's stukjes berust op zijn 'aanpak' van de problemen van alledag. Niet alleen schetst hij situaties die iedereen wel eens tegenkomt, hij geeft ook concrete tips om ermee om te gaan. Elk stukje is een therapie-in-het-klein: eerst het probleem (waarbij de lezer als het ware zelf de dia gnose moet stellen: herken ik mezelf in dit probleem of niet), dan een beetje ach tergrond en vervolgens iets waarmee de lezer aan de slag kan. Uit die opbouw komt duidelijk naar voren waar Diekstra in de psychologie staat: de uit de Verenigde Staten overge komen rationeel-emotieve therapie (RET). Geen jarenlang psychoanaly tisch gespit en gewroet op de sofa om diepliggende frustraties en trauma's bo ven water te krijgen, maar een gerichte aanpak van een concreet probleem. De grondgedachte achter de RET is dat de meeste problemen ontstaan omdat men sen niet weten wat te doen in een bepaal de situatie, in paniek raken en dan prompt het verkeerde doen. Als zoiets maar vaak genoeg gebeurt verliezen ze hun zelfvertrouwen, raken nog eerder in paniek, doen nog vaker het verkeerde, enzovoort. De psycholoog kan die cirkel doorbre ken door mensen te leren wat ze moeten doen, zodat ze weer zelfvertrouwen krij gen, minder snel in paniek raken en ade quaat kunnen reageren op situaties waarbij ze vroeger in paniek raakten. Zo doende verandert de spiraal omlaag in een spiraal omhoog. Diekstra is vooral enthousiast over het grootst. Er ontstond een massale leeg stand. Het ideaalbeeld begon een paar scheurtjes te vertonen. De Bijlmer kwam in een negatieve spiraal terecht. De wijk werd door de pers kapot geschreven. Waarom ging het fout? Oud-premier Den Uyl heeft daarvoor een aantal rede nen genoemd. Het sterk afnemende ge boortecijfer na de introductie van de pil, de grote toestroom van minderheden, de economische crisis, de stijging van de gasprijzen en het desastreuze overloop- beleid. Met het laatste bedoelde hij dat het in de Bijlmer lange tijd heeft ontbro ken aan onderhoud en gemeenschaps zin. Alleen bij het omlaag brengen van de hoge huren vormden de Bijlmerbewo ners één front tegen de woningbouwver enigingen. Menselijker Er moest wat aan het imago van de Bijlmer veranderen. Daaraan is dan ook de laatste jaren zeer veel gedaan. De ar chitect Rem Koolhaas werd ingescha keld om zich over de algemene klacht over onveiligheid te buigen. Er moest een bos komen, een theater, en sportvel den. Het zou allemaal menselijker wor den. Met de komst van het NMB-kantoor, de Amro-bank en het winkelcentrum De Amsterdamse Poort gebeurde er inder zogeheten Biodyne-concept van de Ame rikaanse psycholoog Cummings. Cum- mings vindt dat een psycholoog zo snel mogelijk spijkers met koppen moet slaan door zijn cliënt al bij het eerste ge sprek de deur uit te sturen met een con crete opdracht. Precies op die manier schrijft Diekstra zijn columns. Het ligt voor de hand dat Diekstra met zijn columns hoopt de drempelvrees voor de psycholoog te verminderen. Hij wil dat de gang naar de psycholoog net zo 'gewoon' wordt als de huisarts. Maar de angst om geestelijk uit elkaar gerafeld te worden zit er bij de meeste mensen (nog) veel te diep in. Zodoende is er, zoals hij constateert in zijn bijdrage aan een boek over de sa menwerking tussen psycholoog en huis arts, 'geen maatschappelijke druk op po litici en beleidsmakers om aan psycholo gische hulpverlening een hoge prioriteit toe te kennen'. Diekstra probeert al jaren daarin ver andering te brengen. Niet alleen omdat er inmiddels al meer dan 1000 psycholo gen werkloos rond lopen, maar ook om dat volgens hem miljarden bespaard kunnen worden in de gezondheidszorg door mensen met 'vage klachten' niet het specialistencircuit in te sturen, maar naar een psycholoog. Maar onbekend maakt onbemind. Een vlot geschreven column kan in elk geval die onbekend heid wegnemen. Los daarvan blijft zijn rubriek aardig om te lezen, en is de bundel het aanschaf fen waard. De meeste bundelingen van columns kunnen na een jaar bij het oud papier en eigenlijk is het daarom zonde ze aan te schaffen. Dat geldt voor Denk wijzer niet: menselijke problemen zijn tijdloos, colums erover ook. SJAAK SMAKMAN Denkwijzer. René Diekstra. Uitgeverij Ambo. f24,50 daad wat met de Bijlmer. Het bleef niet slechts bij plannen op papier, maar er werd werkelijk wat aan Amsterdam- Zuidoost gedaan. Tot nu toe is het NMB- kantoor het meest in het oog springende detail van de Bijlmer geworden. Een be wijs dat architectuur niet alleen koele za kelijkheid hoeft te zijn. Architect Ton Al berts slaagde er in een gebouw te ontwer pen dat in de eerste plaats het element 'menselijke maat' moest bevatten. Al berts betrok alle partijen bij zijn project en het resultaat was verbluffend. Het kantoor kan de aanvragen voor een rond leiding door het gebouw niet aan. Actueel Evert Verhagen slaagde er in een infor matief boekje over de geschiedenis van die Amsterdamse wijk te maken, dat bo vendien zeer actueel is. Verhagen heeft zich niet door de negatieve berichtge ving laten leiden met als resultaat dat de Bijlmer eens een keer niet simpel is weg geschreven, maar is belicht van een kant die veel mensen nog niet hebben gezien. 'Van Bijlmermeerpolder tot Amsterdam- Zuidoost' is dan ook niet alleen voor Am sterdammers of bewoners van die be roemde en beruchte wijk interessant, maar ook voor een ieder die belangstel ling heeft voor projectontwikkeling of voor het 'andere gezicht' van de Bijlmer. MARJOLIJN IN 't HOUT Evert Verbagen. Van Bijlmermeerpolder tot Am sterdam-Zuidoost: Staatsuitgeverij Den llaag. f 25.- Het nieuwe NMB-kantoor is het meest in het oog springende gebouw in de Bijlmer geworden. «oto Bob Fieumer)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 35