Religie overschaduwt Marokkaanse leven In de praktijk liggen islam en volksdevotie in eikaars verlengde TATEÏÏDAGOMAART1988 EXTRA Vijf docenten en elf studenten van de vakgroep godsdienstge schiedenis en vergelijkende godsdienstwetenschap aan de Leid- se universiteit maakten onlangs een studiereis naar Marokko en Zuid-Spanje om daar persoonlijk kennis te maken met de vele aspecten van islamitische geloofsbeleving, alsmede de verbin dingen naar Marokkanen in Nederland. In een drietal artikelen wordt van die reis verslag gedaan. Vandaag het tweede: een rondgang langs medina's, moskeeën, paleizen, pelgrimsoorden, een universiteit en wat al niet meer. Boekenwijsheid heeft z'n beperkin gen. Een land leer je uiteindelijk pas kennen door erheen te gaan. Voor de meesten van ons zou deze studiereis een eerste kennismaking zijn met een islamitisch land. Wij hoopten met name meer inzicht te krijgen in de specifieke problemen die mos lims in Nederland tegenkomen in verband met hun andere religieuze en culturele achtergrond. door Marja van Nisius Bij de douane ontmoetten we toevallig een zekere meneer Harrak, een zaken man uit Tetuan. Hij was ons behulpzaam bij de formaliteiten en beschouwde ons de rest van de dag als zijn persoonlijke gasten. Hij begeleidde ons die middag bij een bezoek aan de medina, het oude stadscentrum dat volgens Arabische tra ditie is gebouwd. Hier bestaat een eeuwenoude, levende traditie van datgene wat tegenwoordig in Nederland omschreven wordt als 'oude ambachten'. Smalle straatjes, kleine werkplaatsen, de vloeren van aange stampte aarde, weinig licht. Een gekrioel van mensen, kinderen en hoogbepakte ezels. De medina bestaat uit verschillen de wijken waar de ambachten geconcen treerd zijn. Je vindt er de beroepen bij el kaar: de leerlooiers, de slagers, de riet- vlechters en de metaalbewerkers, de wolververs, spinners en wevers, de goud- en edelsmeden. De meester is met een of twee gezellen en wat leerjongens aan het werk. Men is dikwijls twaalf uur per dag in de weer. De kinderen werken er soms zonder loon, om het vak te leren. Vaak worden ze wel betaald; omgerekend verdienen ze dan zo'n vïjf gulden in de week. Onze Marokkaanse kennis vertelde ons dat een volleerd rietvlechter niet veel beter af is; zijn netto verdiensten liggen rond de vijftien gulden in de week (het officië le minimumloon in Marokko bedraagt ongeveer tweehonderd gulden in de maand, maar in werkelijkheid ligt dit vaak lager). We zagen met verwondering hoe een houtbewerker op geroutineerde wijze schaakstukken sneed, waarbij hij zowel handen als voeten gebruikte. Oven In de medina's die we bezochten is er voor iedere wijk een gemeenschappelij ke oven. Kinderen lopen langs met brooddeeg dat thuis gekneed en gemerkt is. Ze halen hun brood ook weer op nadat het in de centrale oven is gebakken. In de medina zijn ook de winkels voor de ar mere mensen, bijvoorbeeld de slager die schapekoppen en andere vleesresten verkoopt. Er zijn ook speciale winkels waar kleding voor plattelanders wordt verkocht; de stoffen zijn ruwer en ster ker, de kleuren donkerder. Berberse stoffen hebben hun eigen kleuren en pa tronen. Er was ook een plaats in de medina waar je brieven kon laten voorlezen en schrij ven. Men liet er ook wel amuletten ma ken, dat zijn stukjes tekst, bijvoorbeeld uit de Koran, die je bij je kunt dragen en waar bescherming van uitgaat. De schrij vers waren door de aard van hun werk zaamheden op de hoogte van alle gehei men, alle roddel, alle problemen van de mensen in de wijk. Ze bestaan nog steeds, omdat het analfabetisme in Marokko nog lang niet geheel is uitge bannen. We bezochten een mausoleum, waar een van de voorvaderen van meneer Harrak begaven ligt. Deze was lid van de reli gieuze broederschap van de Derkawa, die vooral in Marokko en Algerije in vloedrijk is. Harrak is een sharif Dat be tekent letterlijk: edel. Een sharif is een afstammeling van de profeet. Vooral de vromen en geleerden onder hen genieten veel respect. Toen de adhan (de oproep tot het gebed) weerklonk, zagen wij dat de straten leger werden. De mensen schoten de dichts- bijzijnde moskee of gebedsruimte in om hun gebeden te verrichten. De moskeeën hebben een aparte ingang voor vrouwen die hun gebed verrichten achter de man nen, dit om te voorkomen dat ze door hun aanwezigheid zouden worden afge leid. Grote moskeeën hebben vaak meer dere toegangspoorten. Bij een moskee zie je dikwijls blinde of gehandicapte be delaars; het is een religieuze plicht om ook voor de minst bedeelden in de sa menleving te zorgen en daarvoor een deel van je rijkdom af te staan. Ornamenten In het kader van de cultuurpolitiek laat koning Hassan in Tetuan een paleis bou wen om de stad meer aanzien en aantrek kingskracht te geven. In vele huizen, ho tels en restaurants zie je portretten van koning Hassan en kalligrafische teksten uit de koran of andere religieuze litera tuur. De kalligrafie en andere non-figuratieve kunst worden in islamitische landen op zeer hoog niveau beoefend. Een van de redenen hiervoor is dat figuratieve kunst wordt beschouwd als het nabootsen van de schepping van God. Ook was men bang dat afbeeldingen zouden leiden tot het vereren van afgoden naast de Ene God. Figuratieve kunst werd daarom vaak afgewezen. In de moderne tijd zie je dat deze vorm van kunst zich naast de kalligrafie begint te ontwikkelen. In veel moskeeën en paleizen in Marok ko is de ornamentiek van een adembene mende schoonheid. Er is veel herhaling in de motieven van het tegelwerk en het fijne opengewerkte marmer, wat tot doel heeft oneindigheid als aspect van het goddelijke uit te drukken. Op straat zie je zowel modieus als tradi tioneel geklede mannen en vrouwen. Er lopen mannen in kostuum en in djella- bah, gesluierde vrouwen, vrouwen met lang haar, en een enkele zelfs met kort haar of in lange broek. Veel vrouwen zijn buitengewoon elegant gekleed. De ge sluierde vrouwen zijn zeker niet in de meerderheid. Vaak betreft het oudere vrouwen. Het lijkt er op dat de gesluierde dracht aan het verdwijnen is. De volgende dag met de bus naar de stad Meknës, in het gezelschap van de zoon van Harrak. Deze was door zijn vader aan ons toegevoegd om ons nog enige dagen behulpzaam te zijn bij het regelen van reis en verblijf. Op deze wijze maakten we kennis met de spontaniteit en gast vrijheid van het Marokkaanse volk. Pelgrimsoord Vanuit Meknës bezochten we Moulay Idris, een stadje dat 20 kilometer noorde lijker tegen een berg aan ligt. Voor de Marokkanen is Moulay Idris een heilige stad, ontstaan rondom de graftombe van Idris de Eerste, doordat pelgrims zich er blijvend gevestigd hebben. De inwoners leven voornamelijk van de landbouw. Moulay Idris ibn Abdallah ben Hassan ben Ali (Idris de Eerste, of ook wel Idris de Grote genoemd) was een afstamme ling van Ali en Fatima, de dochter van de profeet. Idris ontsnapte in 786 aan de massamoord op zijn familie in het plaats je Fakh, gelegen in het huidige Saudiara- bië. Hij vluchtte naar de Maghreb en wordt beschouwd als de stichter van de eerste Arabische dynastie en grondleg ger van de islam in Marokko. Moulay Idris is de meest vereerde heilige van Marokko. De bedevaart die eind au- Waterverkoop in de Westmarokkaanse stad Safi. Koranschoolin Fez. Hier leren kinderen de eerste beginselen van het le zen, schrijven, rekenen en het reciteren van de koran. (foto-s wim Lambooi Geen artsen Langs de kant van de weg zagen we te gen de berghellingen verscholen kleine dorpjes liggen, die door de bruine kleur van het leem aan de muren éën met de berg leken te zijn. Een nederzetting wordt in Marokko als dorp beschouwd zodra er een moskee, een lagere school, een waterleiding, een gezondheidscen trum en een centrale oven zijn. Op het platteland bestaat een groot te kort aan artsen. In de kleine gezond heidscentra in de dorpen is altijd wel ie mand met een minimale medische oplei ding die eerste hulp kan verlenen. De re gering stimuleert bovendien jonge art sen zich op het platteland te vestigen. In Marokko bestaan echter geen gratis me dische voorzieningen. Zowel de lange reis om een arts te bezoeken als geld voor medicijnen en honorarium zijn voor de mensen een probleem. Dit is een van de redenen voor de bloei van volksgenees kunst en volksdevotie: men heeft vaak niets anders. gustus, begin september plaatsvindt trekt grote aantallen gelovigen. Er be staat een legende die luidt dat het aan de gene die niet in staat is de Hadj (de bede vaart naar Mekka) te volbrengen, is toe gestaan in plaats daarvan de bedevaart naar Moulay Idris te maken. Veel men- sen zijn niet in staat naar Mekka te gaan, omdat de reis ver en dus ook duur is. Het gebied rondom het mausoleum, maar in wijdere zin ook het stadje zelf, wordt als heilig beschouwd, net zoals in Mekka. Het is voorgeschreven dat in dit gebied niet mag worden gedood. Het is dan ook een plaats waar vervolgden en veroordeelden asiel zochten. Daar waar de niet-moslim niet mag komen bevindt zich een houten balk over de weg. De tombe van Moulay Idris mag alleen door moslims worden bezocht. Vroeger was het niet-moslims ook niet toegestaan in dit stadje te overnachten. College In het kader van het onlangs gesloten cultureel en wetenschappelijk akkoord tussen Marokko en Nederland bezoch ten we de Universiteit Mohammed de Vijfde in Rabat, de hoofdstad van Marok ko. De voertaal op de universiteit is Ara bisch. Het Frans wordt in Marokko ech ter op voortreffelijke wijze gesproken. Op de middelbare scholen worden de exacte vakken in het Frans onderwezen. Door de universiteit was een college ge organiseerd voor de Marokkaanse en Ne derlandse studenten gezamenlijk. De heer Tawfiq, professor in de geschiede nis, sprak over de invloed van de islami tische Salafiyya-beweging op het ont staan van het nationalisme in Marokko. Deze beweging, die via Marokkaanse ge leerden en studenten werd overgebracht vanuit Egypte, was van groot belang voor het herstel van het zelfrespect van het Marokkaanse volk. De nadruk lag op de terugkeer naar en het herwaarderen van het geloof en gedachtengoed van de voorvaderen. Men zag in het verlaten van de zuivere religie een van de oorzaken van het succes van de koloniale over heersers. De belangrijkste bijdragen van de Salafiyya-beweging waren het bestrij den van de koloniale politiek die tegen de religie inging, de verbetering van het onderwijsstelsel en het bestrijden van de soefi tariqa's. Sommige van deze tariqa's (religieuze broederschappen) werden als ketters beschouwd. Ook werden tariqa's bestreden omdat ze grote invloed had den en bereid waren de sultans te advise ren in te gaan op de eisen van de Franse overheersers. Tawfiq merkte nog op dat de koloniale overheersers weliswaar een fraai wegen stelsel hebben achtergelaten in Marok ko, maar dat bij de waardering hiervan niet mag worden vergeten dat deze we gen hoofdzakelijk dienden om het land zo snel mogelijk van zijn bodemschatten te ontdoen. Volksdevotie In Rabat bezochten wij ook Chellah, een begraafplaats van Marokkaanse vorsten uit de dertiende en veertiende eeuw. Op hetzelfde terrein bevinden zich enkele graven van heiligen, voorzien van een koepeltje zoals je die veel ziet in het Marokkaanse landschap. Deze heiligen- graven zijn centra van volksdevotie. Zo wel mannen als vrouwen bezoeken deze graven om genezing te zoeken of bijvoor beeld om te bidden om vruchtbaarheid. Op veel begraafplaatsen, die buiten de stad zijn gelegen, zijn bij graven van vro me en heilige mensen koepeltjes opge richt. Tot grote vreugde van enkele leden van onze groep, die zich vlak bij een vijver bij de heiligengraven bevonden, kwamen drie jonge vrouwen naar het water voor het uitvoeren van een ritueel. Ze gooiden muntjes in het water. Nadat ze eieren langs hun gezicht hadden gestreken, werden ook deze in het water geworpen. Vervolgens liepen ze tot aan hun enkels het water in, brachten wat van het water naar hun voorhoofd en gingen weer weg. Wij vernamen van omstanders dat het ging om ongetrouwde vrouwen die graag een echtgenoot wilden krijgen en daar toe iedere vrijdag dit ritueel verrichten. Vanuit Marrakech ging de reis naara Tin- mell, de plaats waar Ibn Toumart, de stichter van de Almuhadendynastie uit de twaalfde eeuw, begraven ligt. Onder weg naar de ruines van Tinmell kwamen we langs het plaatsje Moulay Ibrahim, genoemd naar een van de kleinzonen van Moulay Idris. Ook dit is weer een lokaal bedevaartcentrum Op de vierde dag van het feest van de ge boortedag van de Profeet bezoeken veel pelgrims dit dorp. Je ziet dat de verering van Moulay Idris en zijn nakomelingen, evenals die van andere vrome en heilige mensen, nauw verweven is met de vere ring van de Profeet. Je ervaart dat - hoe wel er in theorie onderscheid wordt ge maakt tussen volksdevotie en 'officiële' islam - in de praktijk beide in eikaars ver lengde liggen. Gehandicapte jongen, ondersteund door tivee kameraadjes. Het is een religieuze plicht om voor de minst bedeelden in de samenleving te zorgen. Gedurende ons bezoek aan Tinmell wer den we begeleid door een groepje jon gens in de leeftijd van acht tot twaalf jaar. Nadat de eerste verlegenheid voor bij was vertelde de aanvoerder ons dat hij naar school ging en zowel Berbers als Arabisch en Frans sprak. Het is verras send om bij zulke jonge kinderen, die le ven in een gehucht zonder waterleiding en elektriciteit, zo'n taalgevoel en zo'n ontwikkeling aan te treffen. Een olijf- pers, bestaande uit een grote molensteen die in gang gehouden werd door een ezel tje volgens een eeuwenoud procédé, dat was de industrie ter plaatse. De kinderen gaan met vijf jaar naar de kuttab, in het Nederlands meestal aange duid als 'koranschool'. Hier leren zij de eerste beginselen van het lezen, schrij ven en rekenen en het reciteren van de koran. De nadruk die aanvankelijk ligt op het uit het hoofd leren en het klassika le onderwijs vormen een contrast met het onderwijssysteem in Nederland. Met zeven jaar gaan de kinderen naar de lage re school, waar ze na hun tiende jaar naast het Arabisch als tweede taal Frans leren. Op de middelbare school leren de kinderen een derde taal; ze kunnen kie zen uit Engels, Spaans of Italiaans. Het Berbers wordt niet geschreven, het wordt alleen gesproken. Er zijn wel ra dio-uitzendingen in de Berberse talen. Theologen De laatste stad in Marokko die we be zochten was Fez. Deze stad heeft de grootste en belangrijkste medina van heel Marokko. Het is een belangrijk han delscentrum. Tegelijkertijd is het bij uit stek de stad van geleerden en theologen. De Karaouiyyine-universiteit vervult voor de Maghreb als opleidingscentrum voor theologen dezelfde functie als de Azhar-universiteit in Cairo, die eigenlijk voor de gehele islamitische wereld van groot belang is. De Karaouiyyine moskee in Fez, die in 859 werd gesticht, heeft in de loop van de tijd veel uitbreidingen ondergaan. In 933 werd het een vrijdagsmoskee. Elke plaats had vroeger één vrijdagsmoskee. tenzij het aantal inwoners te groot was. In de grote steden treft men tegenwoor dig natuurlijk meerdere vrijdagsmos keeën aan. Alle mannelijke inwoners van de stad zijn namelijk in principe verplicht daar op vrijdagmiddag de salat te verrichten. De vrouwen gaan op vrijdag, evenals op andere dagen, ook wel naar de moskee maar zijn daartoe niet verplicht. Zij mo gen, in tegenstelling tot de mannen, hun middaggebed op vrijdag ook thuis ver richten. Op vrijdag wordt ook een preek gehouden. Er zijn echter veel kleinere moskeeën voor de dagelijkse gebeden. De Karaouiyyine moskee heeft nu veer tien toegangspoorten. Er is een grote bij behorende bibliotheek waar zich veel waardevolle oude werken in handschrift en steendruk bevinden. In dit centrum van islamitische theologie studeren op het ogenblik zowel jongens als meisjes. In de bibliotheek zitten de meisjes en de jongens gescheiden, aan aparte tafels. Een moskee heeft zowel een religieuze als een sociale functie. Het is niet alleen een plaats om te bidden. Er wordt bij voorbeeld ook godsdienstonderwijs ver zorgd en religieuze literatuur verkocht. Verschil De islam, zoals wij die in Marokko heb ben leren kennen, speelt zowel in het pri vé- als in het openbare leven een belang rijke rol. Het gaat daarbij niet alleen om zaken die in Nederland tot de religieuze sfeer worden gerekend, zoals moskeebe- zoek of het houden van een bedevaart. De invloed van de religie is bijvoorbeeld ook af te meten aan de eetgewoonten van de mensen, bij opvoeding en onderwijs, in kunst en politiek. Een van de grote verschillen tussen de is lam in Marokko en die in Nederland ligt dan ook in de omringende samenleving. Wat in een islamitisch land algemeen aanvaard is moet in Nederland worden verdedigd of bevochten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 29