Hoe verder van Moskou,
hoe minder 'hervorming'
Mei Fisher: de beste schatgraver van de wereld
Gorbatsjov staat lange strijd te wachten
Amerikaan stelt 'gouden' vondsten ten toon in eigen museum in Key West
PAGINA 20
EXTRA
DINSDAG 23 FEBRUARI 1988
In Moskou is een schoonzoon van
wijlen Brezjnev, de uiterst corrupte
heer Tsjoerbanov, vorig jaar ingere
kend en nu wordt er een uitgebreid
onderzoek ingesteld naar zijn mala
fide handelingen toen hij nog een
onaantastbare overheidsfunctie ver
vulde. En één van Brezjnev's secre
tarissen, de heer Brovin, kreeg al
eerder zonder al te veel plichtplegin
gen negen jaar wegens het aanne
men van steekpenningen.
door Alexander Munninghoff
Gaat Brezjnev zelf, die deze wildgroei
immers heeft toegelaten, nu ook voor de
bijl? Er zijn tekenen die daar op wijzen.
Zo is, 'op verzoek van de arbeiders' zoals
het officieel heet, vorige week het Brezj-
nev-rayon in Zuid-Moskou weer omge
doopt, of beter: teruggedoopt, tot het
Tsjeijomoesjki-rayon, zoals het altijd ge
noemd werd naar de vogelkersbomen
die daar voorkomen.
De stad Brezjnev in Centraal-Rusland
heet nu ook weer Naberezjnyje Tsjelnu,
de oude naam die nog in het bekende
lied van deroverhoofdman Stenka Razin
('Aan de oever van de Rotte') ter sprake
komt. Brezjnev kortom, raakt steeds
meer uit de gratie.
Verziekt
Deze week stond er in de 'Literatoer-
naja Gazeta', een blad voor intellectuelen
dat tegenwoordig ook af en toe op de sen
sationele toer gaat. een fantastisch ver
haal over de verziekte en scheef getrok
ken verhoudingen in Goeroemsaraj, een
Kolchoze-nederzetting in Oezbekistan.
Ook daarin kwam Brezjnev weer ter
sprake want de grootste schurk, de al
machtige plaatselijke potentaat Achmad-
zj'ui Adylov, had een schilderij in huis
waarop Brezjnev de Orde van de Vriend
schap der Volkeren aan Oezbekistan uit
reikt. Op dat schilderij kwam Adylov zelf
heel prominent voor'samen met een gro
te groep Oezbeekse hoogwaardigheids
bekleders die, aldus de krant, nu alle
maal zijn gearresteerd of veroordeeld.
De lijst van misdaden die Adylov op
zijn geweten heeft beslaat een hele pagi
na in de 'Litgazeta'. De reportage begint
Uitroeiing van corruptie, vriendjespolitiek en machtswellust.
Het is een van de belangrijkste operaties die het
perestrojka-team van partijsecretaris Gorbatsjov in de
Sovjetunie moet uitvoeren. Alleen op die manier kan het
perspectief van een nieuwe Sovjet-samenleving
geloofwaardig worden. Ook hier geldt echter weer de oude
vuistregel: hoe verder van Moskou, des te moeilijker het
wordt.
met het verhaal van de dorpeling Dzjab-
barali, die door Adylov persoonlijk let
terlijk het mes op de keel werd gezet toen
hij weigerde een bepaalde functie te aan
vaarden. Dat deed de man niet, omdat
voorgangers op dezelfde post doorgaans
binnen drie a vier jaar kwamen te overlij
den.
Het betrof een soort opzichtersbaantje
waarbij je wel een oogje moest dicht
doen, omdat er een verschrikkelijke
hoop geld in de zakken van Adylov ver
dween en uiteindelijk werd je dan toch
voor alle zekerheid uit de weg geruimd.
Toen Dzjabbarali bleef weigeren werd
hij door Adylov en twee helpers op een
kantoor van de Kolchoze dusdanig af
geranseld dat hij het bewustzijn verloor.
Toen hij bij kwam bleek hij zich in een
particuliere ondergrondse cel van Ady
lov te bevinden, een 'zindan' zoals dat in
het Aziè van de Khans heet. Hij zou daar
uiteindelijk zeven jaar volkomen rechte
loos verblijven.
Bizar
Uit de getuigenissen van deze man en
andere slachtoffers doemt een bizar
beeld op van de absolute machthebber
die naar Moskou toe de schijn van een
correct, partijgetrouw management wist
op te houden, maar intussen de eigen be
volking op de manier van een middel
eeuwse sultan terorriseerde. De bewo
ners van Goeroemsaraj bleven maar lie
ver thuis om te voorkomen dat ze door
Adylov met één handgebaar tot dwang
arbeid werden veroordeeld, zoals zeker
in tweeduizend gevallen is gebeurd. Ein
deloze, zinloze muren van natuursteen in
de steppe rond het dorp getuigen van de
ze volstrekte willekeur, waaraan Adylov
zijn 'onderdanen' bloot stelde. Omdat ie
dereen in het Oezbeekse overheidsappa
raat, ook de militie, met hem meedeed
was er geen mogelijkheid om tegen de
wantoestanden te protesteren.
Een enkeling die het hogerop zocht
werd met een kluitje in het riet gestuurd
en kon vervolgens, als de zaak voor na
der onderzoek op het bureau van Adylov
terug kwam, op vreselijke straffen reke
nen. Het dorp was door slagbomen en
wegversperringen omgeven en elke
vreemdeling werd eerst door een militia-
post ondervraagd, om te weten wat voor
vlees men in de kuip had. Als het een wat
al te nieuwsgierige bezoeker uit een an
der dorp betrof, verdween ook die wel
eens in de illegale strafkampen van Ady
lov. Of nog erger: in wintertijd werd een
enkele pottekijker in de hevige vrieskou
met water overgoten, zodat hij tot een af
schrikwekkend standbeeld verwerd.
Hoofdschuddend en kennelijk totaal
verbijsterd constateert de 'Litgazeta'-
verslaggever dat er in Goeroemsaraj on
der het oog van Lenin, die op het dorps
plein in karakteristieke pose in graniet
staat opgesteld, een maatschappij was
ontstaan die ontdaan was van elke vorm
van gezond verstand of wettigheid. Er
werd over leven en dood beschikt door
een verziekte geest met grootheidswaan
zin en diens perverse helpers.
Troon
Op dat dorpsplein had Adylov een
soort troon voor zich laten inrichten
waarop hij in het openbaar bestuur voer
de. Dat betekende niet zelden, dat hij
voor het oog van de dorpelingen zijn
slachtoffers persoonlijk met een karwats
afranselde en in zijn privé-kerker
schijnt ook wel het brandijzer te zijn ge
hanteerd. Zijn kantoor bereikte hij via
een geheime gang zoals alle macht
hebbers had hij een paranoide veilig-
heidsdrang.
Zijn bureau was meestal leeg, op een
vervaarlijke presse-papier na. Daarmee
sloeg hij eens een timmerman zo hard op
het hoofd dat deze zijn verstand verloor
en enkele jaren later als de beklagens
waardige dorpsidioot stierf. Dit soort op
wellingen kenmerkte Adylov. De zoon
van de timmerman die lang haar had,
scalpeerde hij op straat. Een pas ge
trouwd stel liet hij de ochtend na de hu
welijksnacht afranselen, omdat ze niet
op hun werk waren verschenen.
Behalve van terreur hield Adylov ook
van een goed leven en dat wist iedereen.
Als een meisje hem beviel, werd zij die
zelfde avond nog bij hem afgeleverd in
zijn huis met tien kamers. Daarnaast had
Adylov vijftien buitenhuizen verspreid
over heel Oezbekistan. De mooiste villa
stond aan de rand van Goeroemsaraj en
daar had hij een stoeteri.j waar hij 's j
avonds, met een fles buitenlandse cog-
nac onder handbereik, temidden van de
renpaarden placht te vertoeven.
Als Adylov zich verplaatste, werd hij
altijd gevolgd door een bus waarin een
aantal koks zich gereed hield om, op een
handgebaar van de meester, de meege
voerde schapen te kelen en een uitge
breide picknick te organiseren.
Ingedekt
Vanzelfsprekend had Adylov zich
goed ingedekt. Hij behoorde tot de J
machtigste mannen van Oezbekistan en
had een directe telefoonlijn met partij-
secretaris Rasjidov, die als een tsaar over
het enorme gebied bij de grens van Af-
ghanistan heerste. Speciaal om Rasjidov
te ontvangen had Adylov een pompeus
paviljoen gebouwd, met aangrenzend
een schitterend onderhouden park dat
alleen open ging als het hoog bezoek uit
Tasjkent overkwam.
Dat soort eerbewijzen viel natuurlijk
in zeer goede aarde bij de al even machts
beluste Rasjidov en al wandelend in dat j
park bouwden de beide schurken een
hechte vriendschapsband op. Er was j
geen schijn van kans dat er iets van de i
misstanden naar buiten zou komen. En
als de geruchten Moskou al zouden be
reiken dan was er nog geen man over- I
boord. Onder Brezjnev kon je gemakke
lijk met een stapel bankbiljetten bepaal
de sleutelfiguren in de bureaucratie het
zwijgen opleggen.
Gelukkig voor de arme dorpelingen
van Goeroemsaraj veranderden de tij
den. Het moet Rasjidov en Adylov duide
lijk zijn geweest dat met de komst van
Andropov in Moskou hun dagen geteld I
waren. En toen Gorbatsjov in 1985 de 1
macht overnam en de perestrojka-gelui
den uif Moskou begonnen door te drin
gen, verscheen er opeens een procureur
in Oezbekistan. Die fronste slechts kor-
zelig de wenkbrauwen als de plaatselijke
elite hem dikke bundels roebels toestop
te en begon vervolgens met grote
doortastendheid dossiers vol belastend I
materiaal aan te leggen.
Zelfmoord
Rasjidov zag de bui al hangen en pleeg- i
de zelfmoord. Adylov zorgde dat zijn
duurste paarden (met een totale waarde
van meer dan twee miljoen gulden) el
ders werden ondergebracht en begroef
ergens op het onafzienbare Kolchoze-ter-
rein een groot deel van zijn fortuin. Hij is
inmiddels gearresteerd en hoewel de me
thoden die hij zelf in zijn sinistere kerker I
toepaste tegenwoordig door de centrale
overheid niet meer worden aangewend,
zal de aanklager weinig moeite hebben
om het bewijsmateriaal te verzamelen
dat Adylov voor het vuurpeloton zal
brengen.
Inmiddels is ook de opvolger van
Rasjidov de laan uitgestuurd. Ook die
man was kennelijk niet in staat weer
stand te bieden aan de bizarre privileges
die in Aziatisch Rusland aan de macht
hebber van oudsher worden toegekend.
Er staat Gorbatsjov en de zijnen nog een
zware strijd te wachten, wil het in deze
afgelegen regionen ooit nog goed komen
met de prestrojka.
Zo nu en dan bedenkt Mei Fisher (66)
iets aardigs voor de burgers van Key
West, een toeristenstadje in het
uiterste zuidpuntje van Florida. Een
paar jaar geleden bijvoorbeeld, toen
hij een puzzeltocht uitschreef. Wie
In z'n museum in Key West kan de ver
baasde bezoeker het allemaal met eigen
ogen zien. Vitrines en nog eens vitrines
vol met goud, zilver, oude munten.
Hoopjes diepgroene smaragden liggen er
naast stapeltjes massief gouden kettin
gen, het is één grote Grot van Aladin.
door Henk Dam
Fisher wil niet opscheppen, maar nie
mand heeft ooit zoveel uit oude scheeps
wrakken gehaald als hij. Vooral van het
wrak der wrakken, de Nuestra Senora de
Atocha, werd Fisher rijk. Hij haalde er
118.343 voorwerpen vandaanmet een to
tale waarde van 400 miljoen dollar.
Na die vondst hield Fisher het voor ge
zien. Hij stopte met schatduiken, ver
kocht z'n maatschappijtje voor 7 miljoen
dollar, en vult nu z'n leven met dingen
die hij leuk vindt. Z'n i
bijvoorbeeld.
het eerst alle raadsels oploste, kreeg
van Mei Fisher wat je noemt een
hoofdprijs. De dolgelukkige winnares
ging met een 17e-eeuws gouden
sieraad naar huis. Geschatte
waarde: 25.000 dollar. Dat was
Wie daar geld voor over heeft, kan in
het winkeltje van Fisher's museum een
eigen stukje Atocha kopen. Zilveren
munten kosten, als ze mooi gaaf zijn,
1200 dollar. Gouden munten zijn er in de
prijsklasse tussen 7000 en 22.000 dollar.
Staartje
i de v
Een paar van de schatten die te
zien zijn in het museum van Mei
Fisher in Key West. foto-s gpd>
Alles heeft Fisher te danken
le orkanen die Florida in de herfst tref
fen. Daarvan woedde er eentje op 6 sep
tember 1622 in de buurt van de Keys, de
langgerekte eilandengroep die op de
kaart van Amerika als een soort aan Flo
rida hangend staartje is te zien.
Twee dagen eerder had een vloot van
28 Spaanse galjoenen de haven van Ha
vana in Cuba verlaten. Het doel was het
vaderland, en aan boord van de schepen
bevonden zich goud, zilver en edelste
nen, afkomstig uit de uitgestrekte
Spaanse bezittingen in Zuid- en Midden-
Amerika. Het Spaanse Hof had die schat
ten nodig om haar kostbare levensstijl te
kunnen handhaven, en vooral ook om de
vele oorlogen met opkomende Europese
mogendheden te kunnen blijven finan
cieren.
Amerika was voor de Spanjaarden een
bijna onuitputtelijke bron. De zilvermij
nen van Potosi in Peru bijvoorbeeld had
den in 1622 al voor meer dan 300 miljoen
peso aan zilver opgeleverd, dankzij het
werk van maar liefst 13.000 Indiaanse
slaven.
Alleen al de Atocha, een van de galjoe
nen die deel uitmaakte van de vloot die
op 4 september Havana had verlaten,
had een vermogen aan boord: 240 kilo
aan goud bijvoorbeeld, en 47.000 kilo aan
zilver, in meer dan 1000 staven en 230.000
munten. Met die Atocha liep het ver
keerd af. Bij de Keys werd de Spaanse
vloot door de al genoemde orkaan getrof
fen. De Atocha en een zusterschip, de
Margarita, liepen in de ziedende storm
tegen de grond en gingen verloren. Dat
kostte 380 man het leven, en het beteken
de het verlies van een onvoorstelbaar
grote schat.
Niet de hele schat, overigens. Vier jaar
later wist Francisco Nunez Melian, een
Spaanse zeeman uit Havana, in ondiep
water het wrak van de Margarita te vin
den. In een periode van vier jaar haalde
hij een groot deel van de kostbaarheden
van dat schip naar boven. Maar de
Atocha kan hij niet vinden. En toen maar
weinige jaren na 1622 Spanje's
ongetwijfeld genereus van Fisher,
maar hij kan het zich veroorloven.
Mel Fisher is 's werelds meest
succesvolle schatgraver, of liever:
schatduiker.
als wereldnmacht snel daalde, was spoe
dig vergeten wat er in die rampnacht was
gebeurd.
Mel Fisher is een ex-marineman die in
de jaren '60 besloot van zijn hobby, diep-
zeeduiken, zijn beroep te maken. Op ba
sis van oude papieren, legenden en
vondsten van vissers wist hij in de loop
der jaren vooral in het Caribische gebied
aardig wat boven water te halen. Rijk
werd hij daar niet van. Het uitrusten van
z'n duikexpedities kostte hem handen
vol geld, dus wat hij opdook, was hij ook
zo weer kwijt. Tot hij in 1968 documen
ten uit een Spaans archief onder ogen
kreeg waarin sprake was van de Atocha
en de Margarita.
Fisher vermoedde dat hij een grote
schat op het spoor was, en ging aan het
werk. Hij kocht de modernste sonar-ap-
paratuur en magneto-meters (om meta
len in zeezand te ontdekken), en ontwik
kelde zelf ook nog enige apparaten.
Ondanks al die high tech hulp vond
Fisher in het door de documenten aange
geven gebied, de Matecumbe Keys, niets
dat op de twee Spaanse galjoenen wees.
Andere wrakken werden wél gevonden,
soms werden zelfs goederen van aan
zienlijke waarde boven water gehaald,
maar de grote prijs bleef uit.
Document
Een jaar later ging Fisher op bezoek bij
de archivaris Eugene Lyon, een expert
op het gebied van de Spaanse aanwezig
heid in en rond Florida. Die wees hem op
een tot dan toe onbekend document, het
verslag dat de oude Spaanse zeeman Me
lian van zijn bergingswerk aan de Marga
rita had gemaakt.
Fisher concludeerde op basis van dit
document dat hij steeds op de verkeerde
plek had gezocht. In 1970 begon hij op
nieuw met duiken, maar ditmaal bij de
Marquesas Keys. Na een jaar werken,
waarin Fisher met zijn apparatuur tien
duizenden kilometers zee afzocht, was er
eindelijk een klein succesje. Het anker
van een Spaans galjoen werd gevonden,
met daarbij in de buurt wat munten,
musketten en gouden kettingen. Fisher
wist dat hij warm was, maar hoe warm?
Hij kreeg het antwoord op die vraag in
1973, toen hij in de buurt van de plek
waar hij zijn eerste vondst had gedaan,
enige zilverstaven vond. De markering
op de staven klopte met aantekeningen
in oude documenten: Fisher had de
Atocha gevonden.
De volgende jaren bleek Fisher's
vreugde voorbarig. Vrijwel niets van
waarde werd nog boven water gehaald,
en uiteindelijk bleek dat de getijdenwer
king hem parten had gespeeld. Pas in
1985 werd, een heel stuk verderop, het
grootste deel van het wrak gevonden. En
daarin zat inderdaad de verwachte buit.
Voor het zover was, deed Fisher's team
een andere ontdekking. In 1981 vond hij
het wrak van de Margarita. Melian had
350 jaar eerder zijn werk grondig gedaan,
want erg veel van waarde lag er niet meer
in. Maar de 70 kilo goud en 800 kilo zilver
waren voldoende om Fisher in ieder ge
val weer een tijdje „in business" te hou
den.
Want geld was Fisher's grootste pro
bleem tijdens de vele jaren die hij aan z'n
speurtocht naar de Atocha besteedde.
Als hij niet de rugdekking van enkele
tientallen in zijn droom gelovende finan
ciers had gehad, dan was het schip wel
licht nooit gevonden.
Het zou ook nooit gevonden zijn. als
Fisher niet een man was geweest met een
niet stuk te krijgen optimisme. Elke och
tend zei hij het weer tegen zijn duikers:
„Today is the day!" (Vandaag is het zo
ver), en dan begon er weer een dag van
hard werken in het zand en de modder
van de zeebodem, bijna steeds zonder re
sultaat.
Niets vermocht Fisher te stoppen. In
1975 verloor hij een van zijn drie zoons en
een schoondochter bij een duikongeluk.
Hij ging door. Een volgende tegenslag:
Florida sleepte hem voor de rechter, om
dat het staatsbestuur meende recht te
hebben op alles dat Fisher vond.
Foto's
Het was het begin van een lange reeks
processen die uiteindelijk gjanzend door
Fisher werd gewonnen. Het Hoogge
rechtshof, het hoogste rechtsprekende
college in het land, bepaalde in laatste in
stantie dat Fisher met z'n vondsten
mocht doen wat hij wilde.
Sinds de dag in 1985 dat zijn duikers
een „rif van zilver waarop kreeften le
ven" vonden de schat van de Atocha
dus), heeft Fisher geen zorgen meer. Hij
mag graag wat in zijn museum rondwan
delen, en foto's aan fans uitreiken waar
op hij zijn strijdkreet, „Today is the day!"
heeft geschreven.
En hij heeft er plezier in om de mooiste
schatten in de vitrines aan te wijzen. Het
opmerkelijke smaragden kruis bijvoor
beeld, dat ooit het eigendom moet zijn
geweest van een rijke geestelijke die als
passagier met de onfortuinlijke Atocha
moet zijn meegevaren. Of de klompen
grijzig metaal die ooit, na een langdurige
en grondige schoonmaakbeurt, uiteen
zullen vallen in glanzende zilveren mun
ten.
Maar zo nu en dan denkt Fisher toch
weer aan duiken. Want in de buurt van
Japan moeten ze ook liggen, de Spaanse
galjoenen vol goud en zilver die ooit van
af de Philippijnen de thuisreis aanvaard
den, maar nimmer het vaderland bereik
ten.
Wijlen Leonid Brezjnev met zijn familie. Achter hem zijn schoonzoon Joeri
Tsjoerbanov, die deze week werd gearresteerd. <foto archien
Mei Fisher (links) toont met twee zoons een paar van zijn gouden vondsten.