Hoe Vincent knap werd
Overzichtstentoonstelling Van Gogh in Parijs
Hommage aan
jazz-groten
Versmelting van klanken
Stern verdient meer aandacht
Mannenkoren in De Doelen
Plannen voor popmuseum
Grote klasse
Brandsma in
'De Caracal'
Passievolle
bop van Pine
nissen, zoals die kortgeleden nog te
zien waren op de tentoonstelling
'Van Gogh in Brabant' in het muse
um van Den Bosch.
Zijn worstelingen met het werk
in die twee Parijse jaren treedt in
het Musée d'Orsay duidelijk aan
het licht. Eerst zijn er de afgeknotte
vrouwenrompen, die hij met enge
lengeduld van beduimelde beeld
jes natekende. En dan komen de
eindeloze reeksen bloemen in va
zen, waarin tenslotte het impres-
sionististische licht doordringt.
Japanse prenten
Die lichteffecten worden nog
versterkt door het 'pointillisme'
van Seurat, waarmee Vincent ook
volijverig aan het oefenen slaat. En
er is de ontdekking van de Japanse
prenten, die hij voor een paar centi
mes bij tientallen insloeg. Van
Gogh is zo enthousiast over die Ja
panse prentkunst, vooral die van
Hiroshige (1797 - 1858) dat hij er in
het 'Café Le Tambourin' van zijn
vriendin Agostina Segatori een he
le tentoonstelling van maakt.
Het is jammer dat op de tentoon
stelling in het Musée d'Orsay rela
tief weinig aandacht wordt besteed
aan de Japanse prenten, evenmin
trouwens aan het Cormon-atelier.
Het ontroerendste aan de expositie
in het 'Musée d'Orsay' is, dat ze pre
cies honderd jaar later bereikt
waarvan Vincent zelf altijd ge
droomd had: om met zijn vrienden
samen gepresenteerd te worden.
Toen nog met de brandende, maar
ijdele hoop dat er eindelijk eens
een doek van een van hen zou wor
den verkocht.
De huidige 'happening" in het
Musée d'Orsay heeft een voorgan
ger en die was door Vincent zelf ge
organiseerd. In november 1887 or
ganiseerde hij in zijn eentje een gi
gantische expositie van zijn vrien-
Mr. Acker Bilk and His Para
mount Jazz Band: 'Blaze Away'
(19 en 22 januari 1987. Timeless
TTD 543/4).
Diverse artiesten: Tribute to
Louis Armstrong/Tribute to
Benny Goodman" (8 juli 1986.
Timeless TTD 541/2).
Twee opnamen die stilistisch
in eikaars verlengde liggen, maar
waarvan de resultaten nogal ver
schillen. Bilks album, net als het
andere produkt een dubbel-lp, is
een stuk populairder van karak
ter, waarbij aangenaam onder
houden een minstens even be
langrijke rol speelt als goede mu
ziek maken. De Britse klarinet
tist valt deze keer helaas tech
nisch een beetje tegen, zo klinkt
hij in het laag een stuk beter dan
in het hoge register, dat er soms
afgeknepen uit komt.
Stilistisch was deze Britse for
matie altijd al een moeilijk geval,
want je kunt vooral van de snel
lere stukken niet zeggen dat er
vreselijk hard wordt gewingd.
Het lijkt net of Bilk niet kan kie
zen tussen dansmuziek, swing of
oude stijl. Op zijn best is zowel
Bilk als zijn groep in de ballades,
zoals in zijn eigen 'Stranger on
the Shore'.
Het andere album is meer ge
slaagd. Rond een kern bestaande
uit Peanuts Hucko (klarinet),
John Bunch (piano), Jack Les-
berg (bas) en Jake Hanna
(drums) worden bekende stuk
ken uit het repertoire van Arm
strong en Goodman gespeeld,
zonder dat wordt geprobeerd het
oorspronkelijke geluid van de
respectievelijke groepen kramp
achtig te imiteren. Bij de inter
pretaties van het Armstrong-ma-
teriaal worden trombonist Al
Grey en trompettist Ray Sandke
aan de basisopstelling toege
voegd. Vooral Sandke, een muzi
kant met eigen ideeën, komt
goed voor de dag.
De Goodman-stukken zijn
voor verstokte nationalisten in
teressant, omdat hier Frits Lan-
desbergen op zijn vibrafoon
meedoet, en niet zonder resul
taat. Niet onaardig is de zang van
Louise Tobin, die echter alle
nummers waaraan zij meedoet
op ongeveer dezelfde wijze inter
preteert. De ritmesectie produ
ceert goed geoliede swing, een
stuk soepeler dan op de boven
genoemde platen, zonder dat de
luisteraar er onrustig van wordt.
Verwarrend is het voor de con
sument dat eerder een dubbel-al-
bum verscheen met dezelfde titel
en gedeeltelijk dezelfde bezet
ting. Er is geen reden om meteen
uw Armstrong All Stars-een
Goodman met Hampton-platen
weg te doen, maar er wordt wel
solide kwaliteit afgeleverd. De
'Tribute'-platen zijn een stuk be
ter opgenomen dan die van Bilk,
de persingen zijn redelijk goed.
PARIJS - 'Neem me niet
kwalijk dat ik ineens geko
men ben', schreef Vincent
van Gogh eind februari 1886
als kattebelletje aan zijn
broer Theo. Vincent was zo
juist met de trein uit Ant
werpen in Parijs gearri
veerd en had zich voorgeno
men bij zijn broer in te trek
ken.
Theo werkte in dezelfde
kunsthandel waar Vincent
eind 1874 na een paar maan
den al was weggelopen.
Daarom liet hij uit schaamte
het kattebelletje door een
jongen afgeven op de Bou
levard de Clichy, terwijl hij
met zijn broer in het Louvre
afsprak.
door
Rudolph Bakker
In het 'Musée d'Orsay' - dat is het
gloednieuwe museum voor de ne
gentiende eeuw, schuin tegenover
het Louvre - is de eerste grote over
zichtsexpositie geopend die het
museum in zijn korte bestaan
hield. Ze is aan de twee Parijse ja
ren van Vincent van Gogh gewijd.
Vier en zestig schilderijen van de
Zundertse domineeszoon hangen
er temidden van het werk van zijn
Parijse vrienden.
De belangstelling ervoor is groot.
"Er komen zo'n zesduizend men
sen per dag", aldus een woordvoer
der van het museum. Daarmee
worden alle verwachtingen over
troffen.
Deze geslaagde opstelling be
wijst in welk een doorslaggevende
overgangsperiode de aankomende
schilder, die Vincent toen nog was,
zich bevond. Op 14 maart 1887
schreef broer Theo aan hun beider
zuster Wil: 'Het is een zekerheid
dat hij een artist is en wat hij
maakt, mag soms niet mooi zijn,
maar het komt hem later stellig te
pas en dan is het mogelijk subliem.
Het zou een schande zijn als men
hem van zijn regelmatig studeren
afhield'. En dan merkt Theo nog
op: 'Als hij maar knap wordt, komt
er stellig een dag dat hij zal begin
nen te verkopen'.
Op de tentoonstelling in het 'Mu
sée d'Orsay' (tot 15 mei) is te zien
hoe Vincent 'knap werd'. En moet
evengoed worden toegegeven dat
'wat hij maakte soms niet mooi
was'. Vincent had eind februari
1886 Antwerpen verlaten, waar hij
vruchteloos op de Academie had
gewerkt, om zich te bekwamen in
het modelschilderen op het atelier
van Fernand Piestre Cormon. Deze
schilder stond er vooral om bekend
'dat hij drie maitresses tegelijk
had'. Maar de werksfeer in het ate
lier was opperbest en de leerlingen,
waaronder Toulouse-Lautrec,
werd geen haar in de weg gelegd.
Desondanks hield Vincent het er
niet langer dan drie maanden uit en
liet hij zich voortaan inspireren
door zijn nieuwe vrienden.
Als Vincent in '86 op het Gare du
Nord aankomt, houden de impres
sionisten dat jaar hun laatste geza
menlijke tentoonstelling. Van
Gogh bekende tegenover zijn broer
dat hij nog nooit van de impressio
nisten had gehoord. Er viel dus
veel in te halen. Die achterstand
noemde Vincent zelf zijn 'groene-
zeepperiode', dat wil zeggen de
doeken vol groenzwarte duister-
Leni Stern: The Next Day' (9,
10 en 11 mei 1987). Passport jazz
PJ-88035).
Leni Stern is een van de inte
ressantste en helaas ook een van
de meer onderbelichte artiesten
van het Amerikaanse Passport-
label, dat gespecialiseerd is in fu
sion. Zij maakte indruk met haar
eerste lp voor Passport anderhalf
jaar geleden, 'Clairvoyant'. Een
plaat die opviel door het even
wicht tussen goed opgebouwde
stukken en technisch goed spel.
Hetzelfde is ook hier het geval. In
de uitvoering van de glashelder
gespeelde thema's zijn zowel ele
menten uit de fusionmuziek als
uit de moderne jazz te herken
nen, hoewel afgezien van de
elektrische gitaar van de leidster
het akoestische karakter de over
hand heeft.
Alle composities (op één na)
zijn van Stem. die tevens de
meest opvallende solist is. Van
haar begeleiders zijn Larry Willis
(piano) en Bob Berg (tenorsax)
op hun gebruikelijke niveau zon
der bijzondere uischieters, zodat
het uitstekende spel van de rit
mesectie (bassist Harvie Swartz
en drummer Paul Motian) des te
meer opvalt. De bassist overtuigt
door subtiel begeleidingswer'k
en spannende soli, evenëls vete
raan Motian die geen slag teveel
slaat. De goede opname komt de
ze positieve aspecten van het
musiceren zeer ten goede.
Stern is een gitariste met een
herkenbaar, licht en expressief
geluid, die helder frasëert en
heeft een goede techniek, waar
mee ze de luisteraar, in tegenstel
ling tot velen van haar fusion-
collega's, niet om de oren slaat.
Een zeer goede produktie.
Paul Winter: 'Earthbeat' (Maart - juni 1987. Living Music LM 0015).
Paul Winter en zijn Consort zijn met enkele tussenpozen al sinds het
einde van de jaren zestig in de weer met muziek die het midden houdt
tussen akoestische jazz, klassieke muziek en volksmuziek. Enkele ja
ren geleden lanceerde Winter het label Living Music, dat door de be
langstelling voor de zogeheten 'New age music' een commercieel suc
ces bleek te zijn in de V.S. en Japan. Winter, die sopraan- en altsax
speelt, kan echter moeilijk van modieze tendenzen worden beschul
digd, want zijn muzikale opvattingen zijn de laatste twintig jaar nau
welijks veranderd.
Ook op dit album speelt Winters voorliefde voor impressionisme en
natuurlijke geluiden de hoofdrol. Wel heeft Winter met de 'new age'-
'muzikanten gemeen, dat de stukken op bijvoorbeeld deze plaat niet
bepaald vast omlijnd zijn qua structuur. Op deze opnamen, gedeelte
lijk in Moskou gemaakt, vormt de traditionele vocale volksmuziek uit
Rusland de basis voor de thema's. Het werk van overigens uitstekend
klinkende Dmitri Pokrovsky Groep wordt met nieuw gecomponeer
de muziek verweven, zodat de scheidslijn tussen Russische volksmu
ziek en jazz-achtige muziek vervaagt.
Af en toe neigt het geheel naar bombast en sentimentaliteit van de
zijde der Amerikaanse instrumentalisten, maar het resultaat is het
aanhoren zeker waard. Naive muziek, waarbij instrumentale virtuosi
teit ondergeschikt is aan aangename versmelting van klanken. De op
name en persing zijn goed.
den en van hemzelf in een licht café
met hoge witte wanden. In dit 'Res
taurant du Chalet' waren - net als
nu in het Musée d'Orsay - de toen
nog totaal onbekende en gemin
achte werken te zien van schilders
als Bernard, Anquetin, Lautrec en
Guillaumin. De grote Pissarro
kwam er kijken en later Seurat en
Gauguin.
De vulkanische werkkracht van
Vincent viel zijn nieuwe vrienden
als eerste op. En de soms angstaan
jagende hartstocht waarmee hij
praatte over zijn werk en dat van
anderen. Soms rukte hij zich het
hemd van het lijf en viel hij op zijn
knieën voor degeen die hij van zijn
gelijk wilde overtuigen. De samen
met Signac langs de Seine geschil
derde doeken klapte hij met ge
weld nog nat tegen elkaar. Hij
klemde ze onder zijn arm en wan
delde er, luid discussiërend, mee
naar huis. En het kwam niet zelden
voor dat Vincent de natte doeken
onderweg op de stoep uitstalde om
de tegengekomen vriend uitvoerig
naar diens mening te vragen.
Op de tentoonstelling zijn ook de
beroemde portretten te zien, die
Vincent maakte van zijn grote
vriend, de verfhandelaar 'Père Tan-
guy'. Tanguy's bewondering voor
Van Gogh kende geen grenzen en
het was in diens kleine donkere
winkel in de Rue Clauzel dat de im
populaire werken van Van Gogh
zich onder meer naast de even on
verkoopbare werken van Cezanne
zich opstapelden.
Wandeling
In de catalogus is een kaart opge
nomen van het Parijse stadsgedeel
te waar Vincent en Theo woonden
en werkten. Een wandeling langs
deze historische'plekken leidt zo
wel tot teleurstelling als ontroe
ring. Het duistere pand waar 'Père
Tanguy' zijn winkel had, is er nog
net zo als honderd jaar geleden.
Vlak achter deze straat is de Rue
Victor Masse - zoals hij nu heet -
waar Theo woonde toen Vincent in
Parijs aankwam. Later verhuisden
ze naar Rue Lepic 54, allemaal in
Montmartre. Aan de voorgevel van
dit pand herinnert een plaquette
aan het verblijf van de beide
broers.
Van het 'Café le Tambourin' is
niets meer over, evenmin als van
het historische Restaurant du Cha
let, op de plaats waarvan zich nu
een in neon-licht badende super
markt bevindt.
Niemand weet precies te vertel
len waarom Vincent in februari
1888 zo ineens naar Arles vertrok.
Er is de theorie dat hij de Provence
wilde zien van Adolphe Monticelli,
de schilder die hij zo bewonderde
en die in '86 in Marseille was over
leden. Een andere theorie is dat hij
zich door zijn viend Toulouse-
Lautrec liet overhalen naar Arles te
gaan, wiens familie uit de Midi
kwam. Toulouse-Lautrec zou zo
Von Karajan:
nieuwe versie
Verdi's opera
SALZBURG (DPA) - Op de gere
nommeerde Festspiele van Salz
burg zal in de zomer van volgend
jaar een opvoering van Verdi's 'Un
ballo in maschera' worden gegeven
in een nieuwe enscenering. De di
rectie van de Festspiele deelde mee
dat de opvoering in de regie van de
Britse filmregisseur John
Schlesinger wordt gedirigeerd
door Herbert von Karajan. De twee
mannelijke hoofdrollen zullen
worden gezongen door Placido Do
mingo en Leo Nucci.
In de zomer van 1989 wordt ook
Glucks 'Orfeo ed Euridice' in een
nieuwe produktie gebracht onder
muzikale leiding van James Levi-
ne. De enscenering zal zijn van
Jean-Pierre Ponnelle en de mezzo
sopraan Agnes Baltsa zal Orfeo zin
gen.
nng tot spiritistisch contact
met een overleden moeder met
tussendoor allerlei relatiepro
blemen, weggelopen kinderen
(natuurlijk in relatie tot een re
latie), morele chantage en ande-
oneerbare voorstellen. Hoe
de hoofdpersoon midden in dit
telefonische spitsuur precies
weet welk telefoontje beslis
send zou kunnen zijn voor haar
toekomst, is even ongeloof
waardig als de motivatie om
juist dan de hoorn niet op te ne-
n, maar de logica is hier ver
te zoeken.
Dikwijls is een monoloog ech
ter even sterk als de acteur of
actrice die aan het woord is,
op dat punt groeit de voorstel
ling boven zichzelf uit. De actri
ce is hier namelijk Mai^on
Brandsma, die als weinig ande
ren de gave bezit om met m
male middelen in een slechts
zelden doorbroken "underac
ting" een compleet scala aan
menselijke emoties te suggere
ren. Meestal kwetsbaar, soms
fel en nu en dan de situatie
doorbrekend met een ontwape
nend gevoel voor humor trans
formeert zij dit spel óver een
zaamheid tot een spel met de
eenzaamheid. Zij maakt de
tekst ondergeschikt aan haar
eigen emoties en slaagt er daar
door aan het slot in met eer
feite open einde aanmerkelijk
meer te suggereren dan de tekst
haar biedt. Dat is acteerkunst
van grote klasse!
PAUL KORENHOF
Het schilderij van Philippe Bézarddat de eenzaamheid van Van Gogh zo
metro.
moe geworden zijn van de drukke
Vincent, dat hij een list had be
dacht om even van hem af te zijn.
Als Vincent in Arles aankomt
heeft hij zijn leertijd achter de rug.
Wat hij vanaf dat moment schil
dert, is helemaal alleen van hem.
Hij werkt er als een waanzinnige.
En dan, na een razende periode in
St. Rémy, dooft in Auvers-sur-Oise
de werkdrift. In juli 1890 slaat een
aan zichzelf twijfelende Vincent de
hand aan zichzelf. De periode in
Parijs is dan nog maar een verre
herinnering.
In een gezamenlijke expositie or
ganiseerde in 1986 een groep he
dendaagse schilders in Parijs een
eerbetoon aan Vincent. Een van
hen, de schilder Philippe Bézard,
beeldde een eenzame van Gogh af
temidden van het glanzende paars
in een moderne metro. De Parijse
metro ging pas in 1900 voor het
eerst rijden, maar toch beeldt dit
doek het eeuwige alleen-zijn van
Vincent op ontroerende wijze uit.
De tentoonstelling in het Musée
d'Orsay is behalve maandag, waar
op het museum de gehele dag ge
sloten is. 's avonds tot 21.15 uur te
bezichtigen (in het week-einde tot
17.30).
ROTTERDAM - Het immense toneel van
Rotterdamse schouwburg heeft op dit moment een futu
ristisch aanzien. Alle kabels, waaraan later decors en
licht worden bevestigd, hangen er nu nog doelloos bij.
De schouwburg zal op 15 april worden geopend.
In het kader daarvan wordt voor het eerst sinds tach
tig jaar in Nederland de complete 'Ring des Nibelun-
gen' van Richard Wagner uitgebracht: Das Rheingold'
op 12 mei. Siegfried' op 15 mei, Die Walkure' 25 mei en
'Götterdammerung' 28 mei. De cyclus wordt gebracht
door de Opera van het Staatstheater Kassei.
(foto ANP)
men. Veel invloed op de hoge
kwaliteit heeft dat echter niet.
Er wordt krachtig, zonder om
wegen gemusiceerd. Vooral door
Pine, die technisch veel in huis
blijkt te hebben. Er worden risi
co's genomen en meestal lopen
de waagstukjes ook goed af.
Door zijn speelwijze ligt de ver
gelijking met John Coltrane voor
de hand, want zeker is dat de le
den van het kwartet uitgebreid
hebben geluisterd naar de groep
van Coltrane met Elvin Jones.
Stilistisch ligt het dan ook in
het verlengde van deze illustere
voorganger, maar gelukkig bezit
ten de muzikanten een eigen
identiteit en zijn latere ontwikke
lingen in de neo-bop niet aan hen
voorbijgegaan. Het aantrekke
lijkste van de plaat is echter de
energie en de passie waarmee ge
musiceerd wordt, iets datje maar
al te weinig tegenkomt bij muzi
kanten die putten uit de recente
jazztraditie. Redelijk goede op
name en goede persing (CD).
LEIDEN/KATWIJK- Het Katwijks Chr. Mannenkoor 'Jubilate' en het
Rijnlands Christelijk Mannenkoor 'Vox Humana' geven samen met vier
andere mannenkoren twee concerten in de Rotterdamse Doelen. De uit
voeringen hebben plaats op zaterdag 27 en dinsdag 1 maart.
Er zullen in totaal ongeveer duizend zangers te beluisteren zijn. Behal
ve 'Vox Humana' en 'Jubilate' verschijnen op het podium het Chr. Resi
dentiekoor uit Den Haag, het Zoetermeers Mannenkoor, het Rozenburgs
Mannenkoor en het Ritmeesters Mannenkoor uit Veenendaal. De koren
zullen door drie dirigenten worden geleid, te weten Aad v.d. Hoeven, San-
der van Marion en Nan van Groeningen.
De deelnemende koren hebben zich weten te verzekeren van de mede
werking van Tom Parker, de componist en arrangeur van The Young
Amadeus en The Young Messiah. Als solisten zullen, naast Gordon Nevil
le, naar voren treden Madeline Bell en Vicky Brown, die vele succes boek
ten met The New London Chorale.
Tom Parker heeft speciaal voor de komende concerten drie arrange
menten voor mannenkoren gemaakt van de twee bovengenoemde wer
ken. Muziek van Mozart en Handel in een eigentijds jasje steken en het
aan een breed publiek verkopen, dat is het beoogde doel.
De koren zullen voor wat betreft het andere deel van het concert wor
den begeleid door de pianist Louis van Dijk. Gekozen is voor een aantal
veel gevraagde werken van de deelnemende mannenkoren. Elk koor
heeft voor deze gelegenheid een aantal werken van de andere koren inge
studeerd.
Voorafgaande aan de concerten (aanvang 20.00 uur, toegangsprijs f25)
zal een aantal gezamenlijke repetities plaats hebben, o.m. in de Lutherse
Kerk in Den Haag.
DEN HAAG (ANP) - In Den Haag
zal een popmuseum verrijzen. De
bestuursvoorzitter van de Stich
ting Popmuseum, T. van Steen,
denkt de benodigde anderhalve
ton daarvoor rond de jaarwisseling
bijeen te hebben. Grote bedrijven
zijn bereid gevonden om te sponso-
Het popmuseum zal aandacht
schenken aan de geschiedenis van
de binnen- en buitenlandse pop
muziek. De stichting wil met het
museum een groot publiek berei
ken. Het is nog niet duidelijk waar
het museum wordt ondergebracht.
Ruim een halve maand geleden
heeft de stichting Popmuziek in
een Haagse sociëteit al een exposi
tie gehouden over de pop van de ja
ren zeventig en tachtig. Zeshon
derd mensen hebben hiervoor hun
belangstelling getoond. De jaren
zestig komen binnenkort aan de
beurt: de stichting is hierover nog
aan het onderhandelen met een
groot warenhuis.
In het popmuseum zal de ge
schiedenis van de internationale
popmuziek vanaf 1954 centraal
staan. Gebruikte muziekinstru
menten, sterrenkleding, foto's, pic
ture-discs, een juke-box en curiosa
zullen permanent in het museum
te zien zijn.
LEIDEN - Sinds Jean Cocteau
ruim een halve eeuw geleden
"La Voix humaine" schreef,
heeft de telefoon zich niet meer
als mede- en soms zelfs hoofd
rolspeler van het toneel laten
verdringen. Zelden zal dit ap
paraat, dat zowel isolement als
privacy kan doorbreken, echter
zo'n centrale rol hebben ge
speeld als in "De Caracal", een
monoloog die diagonaal op "La
Voix humaine staat. Is bij Coc
teau de uiteindelijke eenzaam
heid het gevolg van een tele
foongesprek, in het stuk dat Ju
dith Herzberg samen met de Is
raëlische regisseur Motti Aver-
buch geschreven heeft, draait
het in laatste instantie om een
confrontatie die niet plaats
vindt. Talloos zijn de inkomen
de en uitgaande gesprekken,
maar juist het gesprek waar al
les om draait, wordt niet ge
voerd.
Helemaal aanvaardbaar maakt
Herzberg dat niet. Enerzijds
worden we al geconfronteerd
met een serie hoogst merk
waardige conversaties waarvan
de meeste niet tot het normale
type behoren, variërend van
het verbreken van een verlo-
Courtney Pine: 'Destiny's Song
The Image of Pursuance' (29
juli - 1 augustus 1987. Antilles
258827).
De jonge Britse saxofonist
Courtney Pine was een van de re-
valities van het Northsea Jazz
Festival van afgelopen jaar. Het
bleek dat alle berichten in de En
gelse pers niet opgeklopt waren.
Pine maakte een betere indruk
dan op zijn vorige plaat, 'Journey
to the Urge Within', die niet hele
maal van commerciële smetten
vrij was. Hier speelt de sopraan-
en tenorsaxofoon met zijn vaste
kleine groep, zoals die vorig jaar
ook te horen was, alleen worden
de bas en piano soms door ande
ren, respectievelijk Paul Hunt en
Julian Joseph in plaats van Gary
Crosby en Joe Bashorun, ingeno-