Overleven rond de poolcirkel Een marinier zonder 'buddy' is nergens in noord-Noorwegen .Jk i ZATERDAG 20 FEBRUARI 1988 PAGINA 27 Normaal gesproken verrichten ze hun barre werkzaamheden in volledige eenzaamheid. Toch maar eens gaan kijken wat die mariniers daar aan de poolcirkel nu eigenlijk uitspoken. Paul de Tombe trok het camouflagepak aan en groef zich in naast zijn 'buddy' Piet Baartman uit Ter Aar. Zijn conclusie na vier dagen afzien: marinier hoef ik niet te worden, vip wil ik wel blijven. door Paul de Tombe Zelfs de generaal-majoor van het korps ontkomt er niet aan. Ook hij moet zijn havermout gewoon opeten. Hij heeft er absoluut geen trek in, maar de marinier die de afge lopen nacht zijn 'buddy' is geweest ziet er persoonlijk en dwingend op toe dat zijn commandant het ontbijt naar binnen werkt. Pas als het hele pak leeg is laat hij hem vertrekken uit de tent die in de kou als onderko men heeft gediend. Het is half zes in de ochtend. Donkere figuren maken zich los uit de loopgraven in de sneeuw op een plek vlak bij de poolcirkel. Met de zware rugzak over zijn schouders bromt de sergeant: "Jullie j bus staat natuurlijk al klaar; wij moeten gewoonlijk anderhalf uur wachten op vervoer". Hij zet de spullen neer, neemt afscheid en lost op in het bivak dat zó goed is gecamoufleerd dat het op 25 me ter afstand al niet zichtbaar meer is. Eén voor één stappen de 'vips' de bus nu binnen. Op uitnodiging zijn ze een paar dagen op bezoek bij de Eerste Amfi bische Gevechtsgroep van het korps ma riniers die de wintertraining afwerkt en ze hebben een nachtje doorgebracht bij de mannen op de Noorse Storfors-hei. Ze staan stijf van de kou en de bewondering voor de discipline en de groepsgeest. Saamhorigheid Tijdens de jaarlijkse koudweer-oefe- ning in het noorden van Noorwegen gewoonlijk de diepvrieskist van Europa, maar zelfs daar is de winter nu veel zach ter is de saamhorigheid groot. Rangen en standen verdwijnen er ("de kou maakt geen onderscheid") en dé mari nier leeft niet voor zichzelf, maar vooral voor zijn maat, zijn 'buddy'. "Je buddy is je spiegel en je veilig heidsfunctionaris in de Arctic", zegt ma joor Van Gijtenbeek. "Je buddy let er op dat je niet bevriest, hij maakt je spullen en je eten klaar. Hij ziet er op toe dat je rust en datje eet. Hij zorgt ervoor datje je nooit alleen voelt of alleen bent. Dat ge voel van samenzijn is hier heel belang rijk. Als je alleen bent laat je essentiële dingen varen en kun je bepaalde zaken niet in de gaten houden. Zelf zie je de eer- ste bevriezingsverschijnselen op je ge zicht niet; je buddy heeft als taak daar op te letten. Hij is hier alles voor je. Het is geen huwelijk dat je met hem aangaat, maar wel een alternatieve samenlevings vorm die 24 uur per dag werkt". Majoor Van Gijtenbeek is stafofficier operaties van de Eerste Amfibische Ge vechtsgroep die samen met de Whiskey Infanterie Compagnie, de Amfibische sectie (kikvorsmannen) en de Com- pagniesbootgroep (landingsvaartuigen) van het Nederlandse korps mariniers is geïntegreerd in de Britse Derde Com mando Brigade Royal Marines. Deze speciale Amfibische strijdmacht de 'United Kingdom/Netherlands Landing Force' heeft tot taak in oorlogstijd de noordflank van de Navo te verdedigen. Strategisch Het gebied dat zich uitstrekt over Sleeswijk-Holstein, Denemarken en Noorwegen is van groot strategisch be lang. "Een eventuele derde wereldoorlog zal op de noordflank nooit gewonnen worden, maar kan er wel verloren wor den", schetst generaal-majoor Van Breu- kelen van het korps mariniers de situa tie. Die uitspraak wordt begrijpelijk als de ligging van de noordflank militair wordt bepaald. Vanuit het oosten gezien is het de poort naar de Noordzee, de Noorse zee en de Atlantische Oceaan en vandaaruit naar de rest van de wereld. Op het om de hoek gelegen Russische schiereiland Kola bevindt zich een enor me concentratie van schepen, onderzee boten en vliegtuigen. Met het bezetten van de (door de warme golfstroom) ijs vrije Noorse of Deense havens en vlieg velden of door het veroveren van de E-6 als de enige noord-zuid verbinding in Noorwegen, zou het bereik van deze Russische strijdmacht met meer dan 50 procent worden vergroot. Dat wil de Navo uiteraard voorkomen, en omdat de noordflank dun bevolkt is en de nationale legers de verdediging van het gebied niet alleen aankunnen, hebben andere landen mede de bescher ming van die flank op zich genomen. Ne derland doet dat met het roemruchte korps mariniers, het oudste onderdeel van de vaderlandse strijdkrachten dat in de jaren zestig met opheffing werd be dreigd omdat er na de strijd in Nieuw- Guinea nog maar we'inig taken overble ven, maar dat zijn bestaansrecht nadien nadrukkelijk bewees. Door de spectacu laire wijze waarop gijzelingen werden beëindigd, maar sinds 1973 vooral door de minstens even spectaculaire wijze waarop wordt getraind voor de bescher ming van de noordflank. Ondanks het verdwijnen van de middellange af standsraketten ("daardoor komt de na druk meer op conventionele oorlogsvoe ring te liggen", zegt de korpsgeneraal) gaat die training ook gewoon door. Dun bevolkt Na een voorbereidende oefening van een maand in de hooglanden van Schot land of Wales, bedoeld als gewenning aan klimaat en landschap, reizen jaar lijks zo'n 800 mariniers in het wintersei zoen af naar noord-Noorwegen met z'n fjorden die vanuit de zee diep het land in snijden, z'n besneeuwde bergtoppen en z'n uitgestrekte bossen waarin je dagen lang kunt vertoeven zonder een mens te Dat is bij de Nederlandse mariniers nog niet voorgekomen. Wel is er ooit een dode gevallen, door stikstofvergiftiging in een afgesloten ruimte, en jaarlijks moeten tussen de tien en twintig mari niers voortijdig afhaken wegens blessu res of persoonlijke omstandigheden, maar dat staat in geen verhouding tot wat de Engelse mariniers in Noorwegen allemaal overkomt. Beschermengel "Wij hebben een beschermengel", zegt marinier Jan van de Werken. "Bij die En gelsen verzuipt er elk jaar wel een, vrie zen er een paar dood of stort er een heli copter neer. Met die jongens gebeurt al tijd wel wat. Wij zijn voorzichtiger, want alles wordt er hier echt goed ingeha- merd". Het is tegen zevenen en de mariniers in de tent zijn druk aan het 'cookeren', ko ken dus. Speciaal geschepte, schone sneeuw wordt in pannetjes gesmolten en in het water wordt de maaltijd klaarge maakt. Weer valt op hoe solidair ze zijn. Niets is ze te veel voor hun maat, hun buddy. Ze eten samen de rijst met dop erwten en ze delen wat ze zelf hebben ge kocht om de maaltijden op smaak te brengen: een tomaat, een ui, een stuk spek. Ze maken koffie voor elkaar en zijn opmerkelijk eensgezind in hun oordelen. Nee, een vrouw kan geen marinier worden. Een marinier wordt toch ook geen vrouw? Niet dat ze vrouwonvrien delijk zijn "hoe kom je erop, in het veld denken we 24 uur per dag aan sex, dat houdt ons warm" maar een vrouw in het veld, dat zou te veel aanpassing vergen. En op administratieve posten zou ze de roulatie in de weg zitten. Dus geen vrouwen bij het korps, roepen de mariniers, die hun vertier in het week einde in Mo I Rana zoeken. Met meer geduld en meer zelfvertrou wen dan vroeger, want dat hebben ze in het korps wel gekregen, zeggen ze. "Je leert hier inspelen op onverwachte situa ties en vooral door dat buddy-systeem leer je ook veel gemakkelijker met men sen omgaan". Jan Kaas De Nederlandse marinier geldt dan ook als de best getrainde zeesoldaat ter wereld. Jan Kaas of Jan Maat, zoals hij wordt genoemd, hoeft voor niemand on der te doen en dat bewijst hij die dagen voortdurend. Bij de demonstratie wak skiën, bijvoorbeeld. Op een bevroren fjord duiken drie mariniers één voor één het wak in. De ski's worden uitgetrapt ("anders kun je zo moeilijk de schoolslag doen"), de rugzak wordt op het ijs ge gooid ("omdat je spullen droog moeten blijven") en de marinier zwemt naar de overkant, klimt op het ijs en rolt door de sneeuw om zich nog enigszins te drogen. Iedere marinier moet het eenmaal ge daan hebben, vandaar dat de 'slachtof fers' het als normaal ervaren. Hoewel. "Een normaal mens doet dit natuurlijk niet. Wij doen het alleen omdat het hier in werkelijkheid ook kan voorkomen als we een fjord moeten oversteken, maar een beetje gestoord moet je er wel voor zijn". Daarvan is overigens niets te merken bij de andere demonstraties. Bij de para drop met volle bepakking, het ijsklim- men, de aanvalsoefening, de amfibische landing en de demonstratie 'bewegen' in de sneeuw groeit de bewondering voor de mannen in het marinierspak tegen wil en dank. "Die jongens hebben op de lan ge termijn de conditie van een topspor ter", zegt kapitein Tenderloo, een arts uit Leiden die is toegevoegd aan de 12 infan- teriecompagnie. "Ik heb groot ontzag voor ze. Ze draaien ook zelden door". Wel krijgen de meesten halverwege de trainingsperiode last van heimwee, maar die zogenaamde 'diptijd' duurt meestal niet zo lang. "Ook daarvoor heb je een buddy", zegt Mountain Leader Van Put ten. "Door de extreme omstandigheden ben je geneigd je zielig te voelen. Het geeft je een gevoel van bescherming als je weet datje een buddy hebt die je onder controle houdt. Alle leden van de groep letten op elkaar en dat is het belangrijk ste. Datje niet alleen wordt gelaten, maar het onder alle omstandigheden met el kaar moet fixen". Zielig Het is overigens geen enkele marinier kwalijk te nemen dat hij zich af en toe zielig voelt. Alleen al de uitrusting die hij voor zijn persoonlijke veiligheid moet meedragen in zijn jaszakken (met onder meer een val-dood-plaatje met zijn num mer, bloedgroep en geboortedatum), weegt acht kilo. Komt daar de groepsuit- rusting en het wapen met munitie nog eens bij, dan loopt de belasting op tot veertig, vijftig kilo. "Een ezel mag en kan niet meer dan eenderde van zijn gewicht meedragen wij torsen vaak meer dan de helft van ons gewicht", zegt sergeant Klijnstra met door vele dienstjaren ge voed cynisme. Wie met die bepakking op zijn ski's 'tig' keer per dag valt, heeft wel recht op enig zelfmedelijden, wil hij er maar mee zeggen. Al komt de uitgebreide uitrus ting natuurlijk wel goed van pas als er onderkomens moeten worden gebouwd. De mariniers van het anti-tankpeloton van de 15de ondersteuningscompagnie hebben er een paar gebouwd op de Stor fors-hei. Met alle middelen die ze ter be schikking staan. Uit de rugzak, maar ook uit de natuur. Zo zijn tenten, sneeuwhut- ten, wigwams van hout en takken en een omgevallen boombivak gemaakt. "On derkomens voor het geval je verdwaalt met je groep. Dan gaat het erom snel be schutting te zoeken als de temperatuur daalt. Bij dertig graden onder nul houdt het op, dan gaat het alleen nog om overle ven. De 'tent' in", zegt de pelotonscom mandant, eerste luitenant Doorman ("nee, ik heet geen Karei"). Onderduiken Het is tegen tienen als de mariniers in de slaapzak onderduiken. Het wordt stil in de tent. Om het uur klinkt de stem van de sergeant die vraagt: 'Wie heeft de wacht?". Om half vijf in de ochtend ont waakt het héle spul. De havermout met chocolademelk wordt klaarge maakt en moet en zal worden genuttigd. Tegenstribbelen helpt niet. Zelfs de ge neraal-majoor ("Mijn grootste wens is een eigen amfibisch transportschip voor het korps") ontkomt er niet aan. "Ik wil de het niet, maar ik moest het opvreten van mijn buddy". gen te komen. Noorwegen is op IJsland na het dunst bevolkte land van Europa en daar waar het land versmalt en de be volkingsdichtheid per vierkante kilome ter nog verder afneemt,ondergaan de mariniers hun uitputtende wintertrai ning. 'In the middle of nowhere' leren ze skiën, iglo's en andere (nood)onderko- mens bouwen, tactische opdrachten uit voeren en wapens hanteren bij tempera turen tot dertig graden onder nul. Aangezien binnen het 3000 man tellen de korps wordt gewerkt volgens het rou lade-systeem (om de drie jaar een andere functie) ondergaat iedere marinier die pooltraining. En niet alleen de beroeps. Dit jaar zijn voor het eerst ook dienst plichtigen afgereisd naar Noorwegen en wordt voor een aantal mariniers met groot verlof een herhalingsoefening ge houden. Zo achter het warme bureau vandaan de sneeuw in, een betere manier om gestalte te geven aan de korpskreet 'Eens een marinier, altijd een marinier' is nauwelijks denkbaar. Het maakt de strenge toelatingseisen van het korps op fysiek en psychisch ge bied intussen begrijpelijk: slechts één op de tien kandidaten wordt goedgekeurd. Eenmaal 'binnen' beweegt de marinier zich na zijn basisopleiding 'buiten' tus sen extremen. Hij gaat van plus dertig naar min dertig hij leert vechten in de Antillen en in noord-Noorwegen, waar hij wordt getraind in het bewegen en overleven onder barre klimatologische omstandigheden. Accu opladen "Op de Antillen wordt-ie ook afgekne pen, maar daar heeft hij vaak z'n gezin bij zich, dus kan de marinier daar de accu opladen. De mannen die hier acht, negen weken trainen leren meer dan in 26 we ken op de Leusderhei", rechtvaardigt ge neraal-majoor Van Breukelen de kosten van de oefening die inclusief de toesla gen voor de manschappen jaarlijks rond de 5,5 miljoen gulden liggen. "Ik ben blij dat we de Antillen erbij hebben, maar hier in Noorwegen ligt de echte uitda ging". De echte uitdaging krijgt nog die mid dag gestalte. Het is vier uur en de tempe ratuur daalt gestaag. Min veertien is het als de mariniers van de elfde infanterie- compagnie hun kamp opslaan op een heuvel. De tenten zijn al neergezet en ge camoufleerd met witte netten, aan de verbindende loopgraven in de sneeuw wordt de laatste hand gelegd. Vóór de tenten is een speciale ruimte gemaakt voor de wapens ("Als je die mee naar bin nen neemt gaan ze zweten") en voor de ski's, die op takken zijn gelegd om te voorkomen dat ze aan de sneeuw vast vriezen. Als alles klaar is, is het pikke donker op de Storfors-hei en gaat ieder een de tent in. De tentroutine begint. Vijf mariniers dreunen op:"Matjes en slaapzakken ont rollen op een manier dat er geen sneeuw in komt. Wanten en schoenen in de bui tenzak van de slaapzak om te voorkomen dat ze bevriezen. Sokken in de slaapzak zelf. Kaarsen aansteken. Niet voor de ro mantiek, maar om in de gaten te houden hoe het staat met de zuurstof in de tent. Om-en-om een uur wachthouden. Dat is van levensbelang. In korte tijd kan hier heel veel sneeuw vallen en als dat niet van het tentdak wordt geveegd met tak ken ("nooit met een schep want dan steekje door het doek heen") stikt de he le groep. Dus moet de man die de wacht heeft echt bij de tijd zijn. Daarom maakt degene die de wacht overdraagt hem wakker met een kop koffie". heid die door de amfibische inzet sterk gericht is op de vloot en die in oorlogstijd geldt als een verzameling menselijke projectielen die wordt afgevuurd door marineschepen om op het land het front- gevecht aan te gaan. In Noorwegen zijn de verschillende compagnieën verdeeld over locaties in Mo I Rana, Bjerka, Lóns- dal en Junkerdalen. Vanuit die onderkomens werken de mariniers hun poolprogramma af dat be staat uit drie onderdelen. De Arctic Warfare Training, de Special To Arms Training en de eindoefening. Tijdens de Arctic Warfare Training, de basisoplei ding koudweer, wordt bij de 'laag- landers' in drie weken tijd het leven on der arctische omstandigheden en het be wegen door het (bergachtige) terrein erin gestampt. Ski-instructeurs onderwijzen het skiën, het nachtskiën en het wakski ën, en de marinier leert onderkomens bouwen onder en boven de boomgrens. De daarop volgende Special To Arms Training is puur gericht op de onderdeel straining. Óp het tactisch verplaatsen, het beoefenen van gevechtssituaties en amfibische 'drills' met helikopters en landingsvaartuigen. Iedere eenheid doet zijn eigen specialistische training, en ten slotte vloeit het geheel samen in de eind- oefening, dit keer Cold Lion genaamd. Gedurende de hele periode waken Mountain Leaders over de veiligheid van de mariniers. Slag apart Die Mountain Leaders zijn trouwens een slag apart. Zij hebben de zwaarste opleiding ondergaan die de krijgsmacht kent: ze zijn commando, para, ski-in structeur en de specialisten op het ge bied van de berg- en wintertraining. Waar het buitenleven voor de 'gewone' marinier ophoudt bij een temperatuur van min dertig gaan zij nog gewoon door tijdens hun opleiding van negen maan den. Ook bij temperaturen van min veer tig en min vijftig. Rotsklimmen in Engeland en Schot land, twee weken overleven op de Hebri- den, alle aspecten van een krijgsgevan genschap meemaken, opdrachten als lange afstandsverkenner uitvoeren in Noorwegen, sneeuw- en ijsklimmen en ten slotte de Eiger, de Mönch, de Jung- frau en de Mont Blanc in Zwitserland be klimmen, de Mountain Leader heeft het allemaal gedaan. "Slechts dertig procent van de korporaals en luitenants die eraan beginnen haalt het einde en wie dat haalt zit echt op hoog niveau. Mentaal en fy siek zitje dan aan de top", zegt kapitein Van Putten, trainingsofficier van de Eer ste Amfibische Gevechtsgroep en leider van de Mountain Leaders. Hij is te bescheiden om het zelf te zeg gen, maar de in noord-Noorwegen trai nende mariniers zijn bij hem en zijn ze ven over de vier eenheden verdeelde col lega's in veilige handen. Het wordt bewe zen door het geringe aantal ongelukken. "Wij vinden dat een marinier niet snel mag zeggen dat hij iets niet kan. Hij moet bereid zijn de uitdaging op te pakken", kan korpsgeneraal Van Breukelen dan wel zeggen, ook voor zijn manschappen loeren natuurlijk de gevaren van het ge bied. De plotselinge weeromslag bijvoor beeld, maar ook de uitputting. Door te weinig eten en te weinig vocht ("5000 ca lorieën en 4, 5 liter vocht moetje hier ge woon naar binnen werken"), en overma tige inspanning kan exposure ontstaan. Een daling van de lichaamstemperatuur die eerst verminderde toerekeningsvat baarheid veroorzaakt, en ten slotte de to tale uitputting, die kan leiden tot de dood. Een amfibische operatie. Gevechtstroepen worden aan land gezet. Verbijstering In de tent: Rotterdammer Jan van de Werken, 21. Opleiding LTS "en drie danslessen". Kortverbandvrij williger. KW-er dus, hetgeen hijzelf vertaalt als korteverstandsverbijstering. Verder Gaston ("maar dat is kennelijk een te moeilijke naam, hier noemen ze me Frans") Koolhoven uit Ede, 22 en diens- plichtig. Naast hem: Alex Elschot uit Dordrecht, 25 jaar en een KW-er die dol graag beroeps wil worden. Dan nog de 21-jarige KVV-er Piet Baartman uit Ter Aar en sergeant Wiebe Klijnstra. Hij is 39 en de enige die getrouwd is. Ze kankeren op de spullen van de baas ("We krijgen alleen wat nieuws als er vips komen. Mag ik jouw matje?") en ko pen geregeld beter materiaal van hun ei gen geld. En ze spuien hun irritatie over de dagelijkse orders en de tegenorders in de veelzeggende zin "Lees voor kip ko nijn". Tussendoor laten ze echter ook duidelijk blijken er trots op te zijn dat ze tot het korps behoren. Nee, Rambo's zijn ze niet. "Dat is een verkeerd beeld. We zijn geen beesten en we doen niks bijzonders. We zijn dood normale jongens die hun werk doen, al is dat wel anders dan op kantoor zitten. Je moet er doorzettingsvermogen voor heb ben, je grenzen kunnen verleggen, door kunnen stompen ook als het eigenlijk niet meer gaat. Je moet een zeker militair fanatisme hebben, wantje doet een hoop gevaarlijke dingen en je moet ontberin gen lijden. Maar dat is de uitdaging, het avontuur. Dat spreekt tot de verbeel ding. Als we na zo'n oefening thuisko men staan we bij al onze vrienden in de belangstelling. Dan hebben we heel wat te vertellen. Zelf krijgen we de kick als we vier dagen in het veld zijn geweest. Dan voel je je als een topsporter die een prestatie heeft neergezet. Daar krijg je die kick van, als je in het veld hebt over leefd. Volledig teruggeworpen op jezelf en op je maten" Overleven De belangrijkste 'drill' in het gebied rond de poolcirkel luidt: survival. "Wie kan overleven bij veertig graden onder nul, kan het overal", is het trainingsmot to van het korps mariniers. "Dus ben je continu bezig te voorkomen dat je in be dreigende omstandigheden komt. Van daar dat het buddy-systeem in het leven is geroepen. Je doet alles samen en dat systeem loopt door alle rangen heen", verklaart majoor Van Gijtenbeek, zelf buddy van overste Don van de Eerste Amfibische Gevechtsgroep, die bestaat uit drie infanteriecompagnieën, een on dersteuningscompagnie en een staf- en verzorgingscompagnie. Het is een een - 1 /■4-JL jf Bovenste foto: wakskiën op een Noors fjord. De rugzak (rechts) is op het ijs gegooidde ski's zijn uitgetrapt en de marinier tobt zich naar de overkant. Inzet: het opslaan van de bivak. De mariniers maken verbindende loopgra ven in de sneeuw. Op de achtergrond de zorgvuldig gecamoufleerde tent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 27