'Ik ben niet meer zo'n echte hardrocker'
Getreiter in de klas kan heel ver gaan
8
EN DE JAREN
'Iedereen kan tot zondebok worden gemaakt, je hoeft alleen maar uit de toon te vallen'
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1988
door Herman Joustra
Cock Zuijderduijn is 21 en woont met zijn zus van 18 nog
thuis bij zijn ouders. Hij zit in het tweede jaar van de
middelbare school voor scheepswerktuigkundigen in
Scheveningen. Met die opleiding hoopt hij over een paar
jaar machinist te worden op de grote vaart. Een paar
avonden in de week werkt hij als vrijwilliger in hardrock-
centrum Scum in Katwijk. De achtste aflevering in onze
artikelenserie over jongeren en de jaren tachtig.
"Headbangen doe ik niet meer. Dat is meer voor het jongere
soort".
Ik geloof dat ik vijftien was toen ik
mijn eerste pick-up kocht, vóór die
tijd interesseerde ik mij niet echt
voor muziek. Ik luisterde wel af en toe
naar de radio, maar daar bleef het bij. En
toen kwam er een hele goeie lp van Iron
Maiden uit met die nieuwe zanger, Bruce
Dickinson. Dat was de eerste plaat die ik
kocht, het begon dus al met hardrock.
Toen ben ik me een beetje gaan oriënte
ren. Tussen de wat oudere platen uit de
beginjaren zeventig bleken ook hele aar
dige exemplaren te zitten, zoals Black
Sabbath en Uriah Heep. Ik hou ook niet
van één bepaalde soort hardrock".
"Er is nog een tijd geweest dat ik hele
maal gek was van Metallica. Maar ik heb
ook andere platen, van alles wat eigen
lijk. U2, Brian Adams, Slayer. Dat is een
wereld van verschil. Maar het ligt aan
mijn stemming welke muziek ik draai, ik
hou alleen niet van discomuziek. Dat
heeft wel ritme, net als hardrock, maar
het is de hele tijd hetzelfde. Dat is bij
hardrock niet zo, tenminste niet als je je
met verschillende soorten bezighoudt.
Je hebt bijvoorbeeld speedmetal, dat is
één grote puinhoop. Ik noem dat straalja-
germuziek. Maar het is wel leuk om te
horen".
"Ik ben al een tijd als vrijwilliger werk
zaam bij Scum, het hardrock-centrum
hier in Katwijk. Van de werkgroep die
bepaalt welke platen er worden gekocht
en gedraaid ben ik coördinator. Daar
voor krijgen we een bepaald bedrag per
maand, een gedeelte van de inkomsten
van Scum. Hoeveel dat is weet ik niet
precies. Je houdt de hardrock-ontwikke-
lingen bij door bladen als Metal Hammer
en Aardschok te lezen. En door naar Sky
en Super Channel te kijken. Eén keer in
de maand gaan we naar Leiden om nieu
we platen te beluisteren en eventueel te
kopen".
Nooit rottigheid
'Zeker drie, vier avonden per week ben
ik aanwezig in Scum. Eén avond wordt
er vergaderd, en de andere avonden
draai je. We hebben daarvoor een sche
ma. De ene keer draai je vroeg, de andere
keer laat. Ik help ook bij concerten. Dan
sta ik bij de deur, verkoop consumptie
bonnen of zorg ervoor dat er niet te veel
mensen op het podium springen. Maar er
is hier eigenlijk nooit rottigheid. Kijk bij
voorbeeld eens naar al die discotheken,
daar is heel vaak wat aan de hand. Hier
niet. Ja, met Koninginnedag was er een
incidentje. Maar dat werd meteen opge
lost. En zo'n vijf jaar geleden was er een
keer een vechtpartij tussen twee jon
gens. Hardrockers slaan elkaar niet voor
hun harses. Of het moet een onwijze
dronken zooi zijn, maar dan gebeurt het
overal".
"Het zijn voornamelijk Katwijkers die
hier komen. Misschien wel omdat de
kerk hier zo ontzettend zwaar is. We krij
gen wel subsidie van de gemeente ik
geloof vijfentwintigduizend gulden per
jaar maar sommige politieke partijen
zit dat toch niet lekker. Zoals de SGP. Ik
kom uit een christelijk gezin, maar mijn
ouders hebben er nooit moeilijk over ge
daan dat ik naar Scum ging. Ik ben wel
naar de zondagschool geweest en naar
catechesatie. Op een gegeven moment
heb ik tegen mijn ouders gezegd dat ik er
geen zin meer in had. Ze hebben nooit
gevraagd waarom niet. Zo erg christelijk
zijn we thuis ook niet. Alleen mijn moe
der gaat af en toe naar de kerk".
Machinist
"De laatste tijd gaan hardrock-teksten
ook steeds minder over de duivel en over
zwarte magie. Dat is een tijdje in ge
weest, ik denk onder invloed van de pla
tenmaatschappijen. Die hadden in de ga
ten dat het verkocht, en ze presten de
groepen dan ook om over dergelijke za
ken te zingen. Nu gaan de teksten meer
over zuipen en over wijven. Voor een
hoop mensen is dat ook onlosmakelijk
met hardrock verbonden. Onzin natuur-
liik. Want als je in een disco zit wordt er
ook zat achterover geslagen, daar zitten
ze ook achter de meiden aan".
"De laatste tijd ga ik buiten Scum niet
meer naar concerten toe. Je zit hier drie,
vier avonden per week en dat kost alle
maal geld. En ik zit nog op school, de
middelbare school voor scheepswerk
tuigkundigen in Scheveningen. Dus ik
leer voor machinist. Die.opleiding duurt
drie jaar en dan moet je nog een jaar va
ren, een soort stage. Ik wil de scheep
vaart in, liever niet de visserij. Dat ligt
hier in Katwijk zo'n beetje op z'n gat met
die quota. Nu wijken ze uit naar de Falk-
landeilanden om inktvissen te vangen.
Maar als je op de grote vaart zit verdien je
even meer. En je zit op een grotere boot.
Op een vissersboot kun je je reet niet ke
ren aan boord, die is heel klein".
"Ik kom niet uit een scheepvaartfami
lie. Maar de scheepvaart trekt me, ik wil
zo snel mogelijk hier vandaan. Ik heb het
in Katwijk wel gezien, ik wil wel eens
wat anders. Al heb ik al veel in het bui
tenland gezeten, want m'n vader is
vrachtwagenchauffeur, hij rijdt interna
tionaal. Maar het is onwijs leuk om nog
meer nieuwe dingen te zien".
Zwaar werk
"Ik zit nu in het tweede jaar van mijn
opleiding. Met zeven andere Katwijkers.
We zijn de beste leerlingen van de school.
Soms kan ik het me ook wel veroorloven
mijn huiswerk niet te maken. Maar niet
te vaak, want bij een repetitie heb je daar
nadeel van. Als ik klaar ben met de oplei
ding moet ik nog een jaar varen. Maar de
kansen op een baan zijn niet zo groot,
want de scheepvaart is de laatste tijd na
tuurlijk wat in het slop geraakt. De
scheepvaart loopt altijd drie jaar achter
op de economie. Misschien dat ik eerst in
dienst ga als ik van school kom, en dan
zie ik wel verder. Maar aan de andere
kant ben je gauw te oud natuurlijk. De
meesten die dit en vorig jaar geslaagd
zijn daar heb ik ook kennissen onder
zitten hebben nog geen baan gekre
gen. Ze gaan dan in dienst of ze hebben
een of ander lullig baantje bij een super
markt of zo".
"Als ik machinist ben mag ik op de
grote vaart varen. Containerschepen,
tankers, kustvaarders. Zwaar werk? Nou
kijk, de motoren zijn soms wel zeven me
ter hoog, daarin zitten dus grote onder
delen. Als je dan bijvoorbeeld een vastlo
per hebt en je moet dan zuigers gaan
trekken is het wel zwaar werk. Of als het
in de tropen zo'n beetje veertig graden is
in de machinekamer, dan zweet je je wel
de pleuris. Of je moet een tank schoon
maken waarin een grote laag troep zit.
Dat moet je ook zelf doen. Als je in het
begin aan boord komt en je bent derde
machinist, dan ben je in feite gewoon
klusjesman. Maar als je opleidingen tus
sendoor volgt heb je kans op promotie.
Wanneer je dus hogerop wil komen moet
je wel blijven doorleren tussen het wer
ken door".
"Kapitein kan ik nooit worden, hoog
stens hoofdwerktuigkundige. Die ver
dienen redelijk goed, mag ik wel zeggen.
Misschien dat je dan na een jaar of vijf,
zes aan de wal kunt gaan werken. Je kunt
bijvoorbeeld terecht in een ziekenhuis,
een stoomgemaal of bij de waterleiding.
Dat kan allemaal met die opleiding. Want
ik weet niet hoe lang ik het uithou aan
boort van zo'n boot. Je bent toch steeds
een half jaar weg. Maar zo ver is het dus
nog niet. Ik heb nu met een stuk of zes
vrienden een jachtje gekocht. Dat gaan
we nu opknappen en daarmee gaan we
van de zomer varen. We gaan denk ik ge
woon naar de Kaag, want het. is een heet
krakkemikkig ding, dus ik denk dat we
niet ver komen".
"Voordien gingen we altijd naar Val
kenburg in Limburg. Het enige wat je
doet met zo'n vakantie is de bar verken
nen, en niet de omgeving. Dat heerst hier
in Katwijk toch al, een lekker biertje
doen en gezellig zitten, 's Zaterdags zit
Scum dicht en dan gaan we naar een dis
cotheek, Maribelle aan de boulevard. Het
is daar sinds een jaar redelijk druk. En 's
zomers gaan we ook naar het strand hier
in Katwijk. Ik weet niet of het strand hier
mooier is dan in Noordwijk, maar het is
in elk geval minder ver lopen. We zitten
hier altijd bij de watering, met een aantal
kratten en een muziekje erbij. Wie niet
werkt zit daar gewoon op het strand. Dat
is best wel gezellig"
Drinken
"Nog tijd voor andere hobby's? Ik
voetbal altijd op zaterdagmiddag. En
ook op zondagochtend als ik de avond er
voor niet te dronken ben geweest. Maar
niet in clubverband, gewoon met familie
en een paar vrienden. Dat is lekker, ik
kijk ook veel naar voetballen op de tele-
"Nee, naar Quick Boys ga ik nooit kij
ken. We zitten op zaterdagmiddag altijd
een beetje te drinken in een wijkgebouw.
Je drinkt dan natuurlijk niet zoveel, een
paar flesjes maar. Want daarna gaan we
dus altijd voetballen. Ik heb ook nog een
tijdje op karate gezeten, maar toen had ik
twee keer binnen een maand wat aan
mijn been. Dat kwam niet door het kara
te. Van mijn knie kreeg ik last door het
voetballen, en mijn enkel blesseerde ik
in een dronken bui. Ik was met een
vriend een beetje aan het stoeien. Toen
hij viel kwam ik met mijn been onder
hem terecht. Daarna ben ik maar met ka
rate gestopt. Je wordt ook gekeurd voor
de school. En als je wordt afgekeurd is de
hele opleiding voor niks geweest. Ik mis
het niet, want ik ben gaan hardlopen om
wat conditie te krijgen voor het voetbal
len. Ik loop dan meestal een kilometer of
vijf. Maar niet echt hard hoor, je wordt
ouder en drinkt nogal veel. Nou ja veel, je
neemt best een aardig biertje. En het is
goed om het er een beetje uit te zweten".
"Of ik in de toekomst hardrock nog
leuk zal vinden weet ik niet. Misschien
wel. Ik vind mezelf nu niet meer een ech
te hardrocker. Vijf jaar terug nog wel.
Dat komt denk ik omdat je je op die leef
tijd nergens zorgen over hoeft te maken.
Ik liep er toen ook anders bij dan nu. Een
zwarte leren jas met een hoop kettingen.
Maar dat is afgelopen, ik voelde me niet
lekker meer in die kleren. Dat soort kle
ding raakt ook uit, je ziet het niet zo veel
meer. Ze trekken nog wel strakke broe
ken en leren jassen aan. Het image van
de groepen die nu bekend zijn is ook an
ders, zoals van Bon Jovi en Europe. Die
lopen meer met sjaaltjes".
"Headbangen doe ik ook niet meer,
vroeger heb ik dat nog wel eens gedaan.
Maar het is ook meer voor het jongere
soort, denk ik. Nu sta ik liever te luiste
ren. Headbangen is natuurlijk ook onge
zond, het kan nooit goed zijn dat die lui
in een razend tempo d'r kop heen een
weer schudden. Als er een goed concert
is waar het een beetje wild aan toe gaat
spring ik ook wel eens op het podium
(het zogenaamde stagediven red.),
maar dan heb ik 'm ook wel aardig zitten.
En je komt er ook achter dat er belangrij
kere dingen in het leven zijn dan muziek.
Dan ben je niet zo fanatiek meer".
"Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk
om een baan te krijgen. Maar dat zal niet
meevallen, want de laatste tijd is dat toch
wel moeilijk in de scheepvaart. Mis
schien dat ik het een half jaar leuk zou
vinden om werkloos te zijn, maar het ligt
er aan natuurlijk hoeveel geld je krijgt.
Als je niet hebt gewerkt is de uitkering
niet zo hoog. Als je wel een paar jaar hebt
gewerkt krijg je veel meer. Dat is prettig
als je een klotebaan hebt gehad, maar als
je je werk leuk vond vergoedt dat niet zo
veel. Ik zou het niet leuk vinden een baan
als machinist kwijt te raken".
"Ik hoop hier in Katwijk te kunnen
blijven, al wil ik eerst tijdje weg om te va
ren. Maar het is leuk om na zes maanden
weer terug te komen. Want je hebt hier
toch je vrienden zitten. Ik voel me ook
een echte Katwijker, ik woon er natuur
lijk al 21 jaar. Ik zou bijvoorbeeld niet in
Groningen willen wonen. Het is toch wel
leuk als je je vrienden vaak ziet".
Toen ik een aantal jaren geleden nog
les gaf, zat in één van 'mijn' 5—VWO-
klassen een jongen die duidelijk niet
in de smaak viel bij zijn klasgenoten.
In een poging om hem enige steun te
bieden liet ik hem een keer voor het
bord een lastige economie-opgave
maken. Ik wist dat-ie dat goed kon en
dacht dat het zijn aanzien in de klas
misschien wat zou opvijzelen. Dat
pakte anders uit.
door Nicole Lucas
Op fluistertoon, maar toch duidelijk
hoorbaar voor iedereen, maakten zijn
klasgenoten voortdurend opmerkingen.
Over zijn haar ("hij mag weieens naar de
kapper"), over zijn spijkerbroek ("zeker
van Zeeman") en ten slotte over het feit
dat hij de opgave feiUoos maakte ("wat
een slijmbal"). Ik voelde de jongen onge
lukkig worden en was het liefst samen
met hem door de grond gezakt.
Aan dat voorval werd ik herinnerd tij
dens het lezen van het boek 'De zonde
bok in de klas' geschreven door Bob van
der Meer, oud-gymnastiekleraar, psy
choloog en sinds 1982 medewerker van
het Katholiek Pedagogisch Centrum in
den Bosch. Ruim tien jaar houdt hij zich
al met 'de zondebokken' bezig. "Ik werd
er plotseling mee geconfronteerd toen
tijdens een gymnastiekles een meisje
huilend naar de kleedkamer rende. Ik
begreep niet wat er aan de hand was en
liep haar achterna. Ze vertelde dat ze
door de hele klas werd gepest en gesla
gen".
Hoewel het meisje al langere tijd het
mikpunt was, had Van der Meer er eer
der niets van gemerkt. "Je moet er ook
heel erg op bedacht zijn dat zoiets kan
gebeuren. Vaak kun je het maar aan heel
kleine dingen merken. Er worden bij
voorbeeld steeds briefjes door gegeven.
Of een leerling zit steeds alleen. Of hij is
altijd zijn kleren kwijt bij gymnastiek".
Extra probleem is dat de kinderen die
het slachtoffer zijn niet zo gauw zeggen
dat ze worden getreiterd. Noch thuis
noch op school. "Vaak zijn ze bang dat ze
niet worden geloofd. En ze hebben enor
me angst voor de reactie van de groep als
blijkt dat ze 'geklikt' hebben".
Dat kinderen heel vaak het idee heb
ben dat het hun eigen schuld is dat juist
zij eruit worden gehaald, bestrijdt Van
der Meer. "Iedereen kan tot zondebok
worden gemaakt. Je hoeft alleen maar
uit de toon te vallen, af te wijken van een
bepaalde norm. Bijvoorbeeld hoge cij
fers willen halen, terwijl in de klas een
sfeer hangt van: sloofje niet uit. Het ge
beurt ook als je iets anders praat, of de
'verkeerde' kleding draagt".
Het is een mythe, aldus Van der Meer,
dat vooral kinderen uit de lagere sociale
milieus tot zondebok worden gemaakt of
dat het verschijnsel zich vooral voor zou
doen bij het lager beroepsonderwijs.
"Het komt echt op alle soorten scholen
voor, ook op het gymnasium". Wel is er
misschien een verschil naar sekse. Bij de
Kindertelefoon bijvoorbeeld bellen va
ker meisjes dan jongens om te zeggen dat
ze worden gepest. Van der Meer: "Dat
kan echter ook samenhangen met het
feit dat de eersten wat sneller hun hart
uitstorten dan de laatsten. Daar wordt nu
onderzoek naar verricht".
Nagelkrassen
In heel veel klassen zit een zondebok,
aldus Van der Meer. Het leven kan voor
hen een hel zijn. Enkele klasgenoten rea
geren hun agressie op hen af. De rest van
de klas doet mee of houdt zich afzijdig.
Ze hebben misschien wel medelijden,
maar waken er voor die te tonen uit angst
zelf het slachtoffer te worden.
Kinderen kunnen keihard zijn, zo
blijkt uit de voorbeelden in het boek. Het
meisje dat huilend de les van Van der
Meers uitliep, vertelt: "Meestal begon er
één en de rest begon me dan een beetje te
stompen. Met zo'n stuk of vijf. Het kon
ook gebeuren dat er een stuk of drie klas
sen om me heen stonden. Om me te trei
teren. Allemaal vriendinnen van de mei
den die mij pesten. Ik heb weieens gehad
dat er nagelkrassen op mijn rug waren.
Een meisje had gewoon mijn rug hele
maal opengekrabd".
Soms worden ook 'subtielere' metho
den gebruikt dan bruut fysiek geweld.
Een ander meisje kreeg tijdens de lessen
briefjes van klasgenoten met teksten als:
"Ingeborg, je bent een ongelooflijk gore
trut (maar dat wist je zelf natuurlijk ook
al)". Of: "Je hoeft niet te slijmen bij wis
kunde, want daar trappen we niet in".
Weer anderen worden gedwongen iedere
dag snoep mee naar school te nemen. Op
die manier kan de agressie van de pesters
('agressoren' in vakjargon) worden 'afge
kocht'.
Het grote aantal zelfdodingen onder
Japanse scholieren een aantal jaar gele
den is volgens Van der Meer een aanwij
zing hoe ondraaglijk dat getreiter kan
zijn. Onderzoek in Japan heeft uitgewe
zen dat deze kinderen niet langer waren
opgewassen tegen ernstige vormen van
'ijime': doodzwijgen, sarren, schoppen
en uit de groep stoten. Een 25-jarige
vrouw zegt in 'De zondebok in de klas':
"Ik heb geen einde aan mijn leven ge
maakt, omdat ik dat mijn ouders niet wil
de aandoen".
Stempel
Leraren weten meestal niet wat ze
moeten doen en laten de situatie zoals ze
is. Of, erger nog, ze kiezen partij tegen de
zondebok. Van der Meer: "Het gebeurt
dat een docent om de orde te handhaven
gaat meehuilen met de wolven in het
bos". En een meisje van 15, dat jarenlang
het zwarte schaap van de klas was: "De
leraren hebben nooit iets gezegd, al had
den ze het wel in de gaten. Ze hebben mij
ook wel eens expres voor de gek gezet
om bij de klas in een goed blaadje te ko-
Dat kan absoluut niet, vindt Van der
Meer. De school heeft een taak om het
verschijnsel zondebok aan te pakken.
"Kinderen brengen een groot deel van de
dag op school door. Ze moeten zich daar
veilig en geborgen kunnen voelen". Wie
dat niet kan, heeft daar jaren later nog
last van. Een vrouw van 25: "Nog dage
lijks ondervind ik hinder van al die jaren
in een hoek gedrukt te zijn. Je laatje snel
overdonderen en ook gebruiken door
mensen. Het heeft een stempel op mij ge
drukt".
Ik vraag Van der Meer wat ik in het ge
val van die 5-VWO-klas had moeten
doen. "Je had de leerlingen kunnen con
fronteren met hun eigen gedrag. Door
bijvoorbeeld te zeggen dat je je verant
woordelijk voelt voor de hele klas en dat
het feit dat één persoon wordt gekwetst,
ook jou kwetst. Dat is in eerste instantie
voldoende. Als je dat eerlijk zegt, zal zo'n
klas dat ook accepteren".
Met mijn tegenwerping dat die jongen
daardoor juist misschien nog sterker in
een uitzonderingspositie was geplaatst,
is Van der Meer het niet eens. "Ik heb
ook met een aantal pestkoppen gespro
ken. En die zeiden zelf: als een docent
zo'n voorval laat passeren dan is de zon
debok volstrekt vogelvrij".
Gymnastiek
Daarmee is het probleem natuurlijk
niet uit de wereld. Vervolgens moet wor
den geprobeerd de sfeer in de klas te ver
beteren en de pestkoppen duidelijk te
maken dat hun gedrag niet kan. Van der
Meer: "Anders blijven ze op een vol
strekt verkeerde manier met andere
mensen omgaan". Hij geeft in zijn boek
verschillende voorbeelden waarop do
centen het zondebok-probleem in een
klas aan de orde kunnen stellen.
Een belangrijke rol kent hij daarbij toe
aan gymnastiek leraren. "Bij dat vak
kun je bijvoorbeeld leerlingen 'aan den
lijve' laten ondervinden wat het betekent
om buiten de groep gehouden te worden.
Bovendien is sport een uitstekende ma
nier om agressie te kanaliseren. Laat ze
maar judoën of worstelen, als je de spel
regels maar duidelijk uitlegt en toepast".
Hij pleit er in dit verband ook voor op
scholen een 'vertrouwenspersoon' aan te
stellen, waar leerlingen, ouders en do
centen met hun problemen terecht kun
nen, zodat tijdig naar een oplossing kan
worden gezocht.
Voorkomen is echter beter dan gene
zen. Door leerlingen met elkaar te leren
samenwerken en vooroordelen, ook van
docenten, bespreekbaar te maken kan
heel wat leed worden vermeden, aldus
Van der Meer. "Dat heeft alles te maken
met de zorg voor de zwakke in de samen
leving. Zo kan de school meewerken aan
een leefbare maatschappij".
PAGINA
Cock Zuijderduijn (21): "Ik heb het in Katwijk wel gezien, ik wil wel eens wat anders'