Het gelijk van Yvonne Keuls
m
Gedachten lezen
Denkwijzer
Onze taal
De 'vriendschapsbanden' van een Arnhemse kinderrechter
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1988
EXTRA
PAGINA 23
Enkele jaren geleden deed de Haagse
schrijfster Yvonne Keuls de rechterlijke
macht in Nederland op zijn grondvesten
schudden met haar documentaire roman
Annie Berber en het verdriet van een
tedere crimineel', opgehangen aan een
pedofiele Haagse kinderrechter.
De rechter werd eervol ontslag verleend
en de tegen hem aangespannen strafzaak
werd geseponeerd. Met haar roman legde
ze destijds slechts het topje van de ijsberg
bloot, maar inmiddels is haar gelijk over
gesignaleerde misstanden binnen de
professionele hulpverlening wederom
aangetoond. Want opnieuw is een
kinderrechter ernstig in opspraak geraakt.
Ditmaal gaat het om een 43-jarige
Nijmeegse magistraat tegen wie tot
dusverre vier aanklachten lopen wegens
ontuchtelijke handelingen, gepleegd met
op één uitzondering na aan hem
toevertrouwde jongens.
Toen Yvonne Keuls haar roman
publiceerde werd ze voornamelijk
verguisd, omdat ze het beeld van mensen
met een bepaalde autoriteit had
beschadigd. „Bij het in het openbaar
signeren van mijn boek werd ik meer dan
eens in mijn gezicht gespuwd. Want ik had
kennelijk mensen in hun vertrouwen
geschokt waardoor ineens voor velen een
onaantastbaar houvast wegviel. Ze
vonden het vooral zielig voor die rechter,
terwijl er met geen woord over zijn
slachtoffers werd gerept".
Datzelfde doet zich nu weer voor rond de
affaire met de Arnhemse kinderrechter,
overigens woonachtig in Nijmegen.
Inmiddels is er een steungroep gevormd
om hem moreel bij te staan. Yvonne Keuls:
„Alsof hij het slachtoffer is. Slechts
weinigen bekommeren zich om het lot van
de werkelijke slachtoffers. Jongens, die als
het ware door intimidatie vanuit een
machts- en vertrouwenspositie zijn
misbruikt".
Overigens, vindt zij, moet de fout niet
alleen bij de in opspraak geraakte rechter
die inmiddels een gedeeltelijke
bekentenis heeft afgelegd worden
gezocht. Maar ook bij het systeem. „Sinds
de tijd van Napoleon is er in de functie van
kinderrechter niets veranderd. Naast
rechter is hij nog steeds tevens de grote
hulpverlener. Een soort oervader, die is
aangesteld om te waken over het
lichamelijk, geestelijk en zedelijk welzijn
van de onder zijn toezicht geplaatste,
gehavende kinderen. Maar daarnaast
moet hij recht over hen spreken, waarbij
het vaak moeilijk is gevoel en verstand te
splitsen. Daarin schuilt het gevaar dat
grenzen vervagen of zelfs worden
overtreden".
Uit de bekentenis van de Nijmeegse
kinderrechter en voorheen van zijn
Haagse collega blijkt dat zij in tal van
gevallen meer plannen met zichzelf
hadden dan met de aan hen
toevertrouwde jongeren. Yvonne Keuls:
„Ze worden in een functie losgelaten die
ze om hun eigen wereld heen kunnen
kneden. Het zou op z'n minst zijn aan te
bevelen dat kinderrechters voor hun
installatie psychologisch worden
onderzocht. Want het blijkt opnieuw dat
sommigen dat ambt niet voor niets
kiezen".
Makkers, zo noemt hij zijn pupillen
steevast. En andersom wil hij zelf al
leen maar bij zijn voornaam Thomas
worden genoemd. Want dat schept
zo'n band van gelijkwaardigheid en
van vertrouwen.
door Rob Hirdes
Om dat alles nog eens extra te accentu
eren stelt de in opspraak geraakte Nij
meegse kinderrechter zijn kapitale wo
ning in Heilig Landstichting graag voor
zijn makkers open. „In mijn huis moet ie
dereen zich veilig voelen", geeft hij tel
kenmale aan. Maar die veiligheid blijkt
uiteindelijk slechts schijn, want in zijn
studeerkamer pleegt hij een reeks van
ontuchtelijke handelingen met zijn uit
verkoren pupillen, terwijl intussen bran
dende druipkaarsen en een knappend
haardvuur er de sfeer mede bepalen.
Schoon schip
Uiteindelijk hebben twee .makkers'
van Thomas aangifte gedaan van door
hem veelvuldig gepleegde onzedelijke
handelingen. Hij geeft die aantijgingen
aan zijn adres direct en volmondig toe.
Dat houdt de eerbiedwaardige kinder
rechter de vóór hem verschijnende jon
geren ook altijd voor. „Maak nou maar
schoon schip. Dan ben je meteen overal
van af', drukt de corpulente kinder
vriend hen immer op het hart.
Maar dat schoon schip maken" van
Thomas is slechts betrekkelijk. Want na
dat het onderzoek tegen hem is afgerond,
moet de rijksrecherche dat korte tijd la
ter ijlings heropenen omdat wederom
twee van zijn .makkers' aangifte komen
doen. In de lijvige processen-verbaal ver
klaart het tweetal dat Thomas hen tot
voor kort regelmatig tongzoenen geeft,
in het kruis wrijft en dat hij met één van
hen wel zeer intieme betrekkingen on
derhoudt. Onder andere in zijn studeer
kamer. Maar ook in het bos en op de ka
mer van de jongen.
De 43-jarige kinderrechter presenteert
dat alles onder het hoofdstuk van .thera
pie'. Zo vertelt hij een van zijn protégés
dat hij op die wijze met zijn eigen li
chaam en seksualiteit moet leren om
gaan. En in het andere geval motiveert
hij zijn handelingen om zodoende zijn
pupil te helpen door zijn barrières heen
te breken, omdat hij pas daarna zijn
seksualiteit leert accepteren.
De 19-jarige Joost: „Hij vroeg me in het
begin of ik z'n vriend wilde zijn. Nou, dat
wilde ik maar al te graag. Want wie wil nu
niet een kinderrechter als vriend heb
ben".
In duigen
Precies tien jaar na zijn installatie tot
rechter ziet Thomas zijn glanzende car
rière in duigen vallen. Bij die plechtige
gebeurtenis destijds hoopt de recht
bankpresident nog dat de toendertijd als
internationaal hockeygcheidsrechter
faam makende Thomas ook in zijn werk
als rechter een goed arbiter zal zijn. Ie
mand die de scheidslijnen duidelijk kan
onderscheiden.
In zijn installatierede wijst de presi
dent tevens op het tekort aan rechters in
het arrondissement Arnhem. „Vooral de
vervulling van de vacature van kinder
rechter zal", zo houdt hij zijn aandachtig
gehoor voor, „nog wel enige tijd duren,
omdat het moeilijk is iemand te vinden
die de capaciteit daarvoor bezit en ook
werkelijk interesse heeft".
Alsof het zo moet zijn, want later blijkt
Thomas de aangewezen persoon voor die
functie. Mede vanuit zijn .bijzondere in
teresse'. De zeer gelovige Thomas, vader
van zes kinderen, weet zich in korte tijd
uitermate geliefd te maken onder zijn
collega's. Hij wordt gekenschetst als een
joviaal en amicaal man en ontpopt zich
als een hardwerkend magistraat die aan
vijf uur slaap per dag genoeg heeft. Maar
bij dat alles verliest hij de destijds door
de rechtbankpresident aangehaalde
scheidslijnen uit het oog. Zijn echtgeno
te zal later zeggen: „Ik heb wel eens het
gevoel gehad dat er concurrentie in huis
aanwezig was".
De werkelijke redenen die leiden tot
de plotselinge ontslagaanvraag van de
kindvriendelijke rechter slaan in als een
bom. Niemand binnen het arrondisse
ment Arnhem wil het nieuws geloven.
Vrienden sturen Thomas brieven vol
medeleven, terwijl bij hem thuis ook
bloemenattenties worden bezorgd. Bo
vendien wordt er een steungroep in het
leven geroepen om hem moreel bij te
staan in deze bange dagen. Want in nood
leert men pas werkelijk zijn vrienden
kennen.
Heel royaal
Dat laatste houdt de gastvrije Thomas
zijn .makkers' bij hem thuis ook altijd
voor, terwijl hij quasi-nonchalant zijn
arm gemoedelijk om hun schouders
slaat om zijn zoekende hand vervolgens
in de blouse of lager te laten glijden.
Joost: „Hij was altijd heel royaal tegen
over ons. Geld speelt geen rol, zei hij me
nigmaal. Dat komt pas op de tweede
plaats".
Nee, voor Thomas staan de omzichtig
gesmeden vriendschapsbanden onbe
twist op de eerste plaats. Het betalen van
het schoolgeld van 1030 gulden voor
Joost betekent ogenschijnlijk niets voor
hem. En met een gul gebaar geeft hij vijf
tig gulden als Joost 's avonds op zijn kin
deren past. „Er werd nooit over geld ge
sproken", vertelt de 19-jarige Eric, die
eveneens tot een van de uitverkorenen
behoorde. „Maar daarmee kocht hij je als
het ware en dwong hij je nog eens extra
in die afhankelijkheidspositie die je toch
al ten opzichte van hem had".
Zowel Eric als Joost zijn jongens met
problematische ervaringen uit hun jonge
kinderjaren. Joost heeft bovendien al
eerder negatieve seksuele ervaringen op
gedaan. „Ik heb als kind van elf al in het
pedo-circuit gezeten door toedoen van
een internaatsleider. Naaktfoto's maken
enzovoort. Eigenlijk ben ik op seksueel
gebied zo gefrustreerd als een paling".
Onwillekeurig zoekt het tweetal, dat
elkaar aanvankelijk nauwelijks kende,
menselijke warmte en genegenheid. En
de Nijmeegse hoogwaardigheidsbekle
der wil die maar al te graag schenken.
„Bovendien zochten we waardering. In
gesprekken met de kinderrechter dach
ten we die bij hem te vinden".
Joost: „Tijdens zo'n gesprek bij de
rechter thuis brak hij als het ware door
me heen. Ik had al jaren niet gehuild,
maar toen zat ik ineens als een klein kind
bij hem op de bank te huilen. Ik schrok
van mijn eigen gevoel en hij legde kame
raadschappelijk een arm om me heen. Je
bent een gevoelsmens, zei hij. Maar je
bent niet gewend om aangeraakt te wor
den. We zijn toch vrienden, sprak hij.
Daarna gaf hij me een tongzoen".
Borreltje
De dag daarna belt Thomas Joost op.
Of hij een borreltje met hem wil drinken.
„Ik had het gevoel dat hij duidelijk een
grens had overschreden. Maar ik voelde
me tevens in zijn macht en zodoende
ging ik op zijn uitnodiging in". Tijdens
die tweede ontmoeting vertelt hij de jon
gen, dat hij bij hem de deur op een kier
heeft gezet en even bij hem naar binnen
heeft gekeken. „Nu moeten we de hele
weg aflopen. We moeten tot de bodem
gaan tot je jezelf kunt accepteren en je
met je eigen seksualiteit kunt omgaan".
„Vervolgens reden we naar het bos.
Om, zoals hij zei, het gevoel van pijn en
verdriet te delen. Ik voelde me, gevangen
in zijn ban, koning en slaaf tegelijk".
De ontmoetingen volgen elkaar in rap
tempo op. „Al heel snel kleedde hij me
bij hem thuis uit. Daar stond ik spier
naakt en toen begon hij me intiem te stre
len. Dat was om me te helpen m'n verle
den af te sluiten. Je moet nee leren zeg
gen tegen mensen, vertelde hij me. Maar
om zo ver te komen zal je door een diep
dal moeten en ik zal je daarbij helpen".
Thomas gaat steeds verder en al snel
ontaarden de .therapeutische' ontmoe
tingen in stoeipartijen die per definitie in
bed eindigen. Joost: „Hij was pas echt
gelukkig als hij mijn hart op het zijne
voelde. Zo noemde hij dat. Ik wist dat ik
met dynamiet speelde en ik probeerde
me telkens los van hem te maken. Maar
dan belde hij opnieuw en vroeg wat ik
nou voelde en of ik hem niet meer ver
trouwde. Hij had me afhankelijk van
hem gemaakt en ik voelde me gevangen
in een zekere machtspositie die hij bezat.
Elke keer opnieuw wist ik, zodra hij bel
de, dat ik het spel zou verliezen".
Eric heeft eigenlijk altijd al vanuit een
diep geworteld wantrouwen problemen
gehad met genegenheid, met vriend
schap, met het aanknopen en onderhou
den van relaties. „Ik had nog nooit van
m'n leven een echte vriend gehad en wist
ook niet hoe vriendschap in elkaar stak.
Toen ik Thomas ontmoette gaf hij me het
gevoel dat ik nu eindelijk eens iemand
had ontmoet die ik kon vertrouwen. Dat
is dus vriendschap, dacht ik eerst nog
verbaasd. Maar uiteindelijk heeft hij mij
geestelijk de vernieling in geholpen.
Heel stapsgewijs bouwde hij het contact
op. Eerst een zoen op je wang, daarna op
je mond en als hij wist dat je iets graag
wilde hebben, gaf hij je er geld voor. Zon
der om een schuldbekentenis te vragen.
Maar daarmee zat je meteen moreel aan
hem vast".
Thomas, die zich tegenover zijn .mak
kers' ontpopt als een soort oervader, is
overactief in de jeugdhulpverlening. Al
zijn vrije tijd stopt de kinderrechter in
projecten om jongeren van de ondergang
te behoeden. Hij vervult binnen het
jeugdwerk een ware voortrekkersrol. Zo
bekleedt hij allerlei bestuursfuncties in
verenigingen en stichtingen op het ge
bied van kinderbescherming en reclasse
ring. Altijd is hij voor de goede zaak in
touw. Vaak tot diep in de nacht.
Op de mond
Vanuit die gedrevenheid komt hij ook
regelmatig in een Nijmeegs opvanghuis,
eigendom van de door de kinderrechter
geëntameerde Stichting Michel. Daar
ontmoet hij ook Eric, die hij vervolgens
uitnodigt op zijn koperen bruiloft vorig
jaar. „Op die receptie zoende hij me plot
seling op de mond. Hij had een zeer li
chamelijke manier om met mensen om
te gaan en daar sprak hij ook voortdu
rend over. Over jezelf geven, emoties to
nen en je uiten. Ik was in die tijd ver
slaafd aan gokken en toen ik met hem
over mijn gokschulden sprak duwde hij
me een paar honderdjes in de hand. Van
terugbetalen wilde hij niets weten".
De gulheid van de kinderrechter is il
lustratief. Zo kunnen ook tal van jon
gens, onder wie Joost, op zijn kosten
naar Taizé in Frankrijk, waar binnen een
woon- en werkgemeenschap het verlich
te katholicisme in praktijk wordt ge
bracht. Thomas wordt door sommige
van zijn collega's en door veldwerkers in
het jeugdwerk als een idealist pur sang
omschreven. Vanuit dat idealisme werpt
hij zich enkele jaren geleden nog op als
energieke motor achter het overigens Fi
naal geflopte project Opstap, binnen
welk kader vier jeugdige delinquenten
een voetreis door Frankrijk maken ter re
socialisatie.
Maar juist door die misser doet de kin
derrechter er nog een schepje bovenop.
Zo probeert hij eind vorig jaar namens de
Fondsenstichting Nijmegen-Oost gelden
bijeen te krijgen voor een nieuw te stich
ten religieuze leefgemeenschap om er
jeugdigen, die hun koers zijn kwijt ge
raakt, in op te nemen. „Want", zo schrijft
hij in zijn actiebrief, "de akker van onze
samenleving staat helaas in toenemen
de mate vol met gekwetste jongeren".
Inderdaad, Joost en Eric voelen zich
diep gekwetst. Naar hun zeggen moet
Thomas in de loop der jaren nog veel
meer jongeren hebben gekwetst. Zij
schatten het aantal op minstens een stuk
of tien. Maar die durven vooralsnog geen
aangifte te doen uit schaamte.
(Op verzoek van de betrokkenen zijn
de namen van de slachtoffers veran
derd).
eu.
ii-
ui.
oe
DOOR JOOP VAN DER HORST
Wat is viezer: vies of vuil? Vieze handen
of vuile handen? Vuile lakens of vieze la
kens? We waren op een familiefeestje bij
elkaar en ik weet niet meer hoe we er op
kwamen. Een van ons, die vuil erger vond
dan vies. begon erover. Vies weer is het
al met een motregentje, maar vuil weer is
sterker. Dan stormt of onweert het. Als je
het zo beziet, is vuil erger dan vies.
Maar de gastvrouw was het er niet mee
eens. Neem nou lakens, zei ze. Als la
kens een week op een bed hebben gele
gen zijn ze vuil, maar niet vies. Wanneer
er een boterham met jam op gevallen is of
als iemand heeft overgegeven, dan zijn
het vieze lakens. Volgens haar was vies
erger dan vuil.
Een ander vond vieze schoenen erger
dan vuile schoenen. Vuile schoenen
moeten^ nodig gepoetst worden, vieze
schoenen zitten met poep. Weer een an
der zou het precies andersom zeggen en
er was ook iemand die vond dat vuil en
vies precies hetzelfde betekenen. Al
gauw ging het gesprek over iets heel an
ders, maar ik loop er nog steeds over na
te denken.
Kinderen vinden spruitjes vies, niet lek
ker. Volwassenen vinden ook allerlei eten
niet lekker, denken hetzelfde, maar zeg
gen het niet zo duidelijk. Vies is vooral on
aangenaam. Vuile spruitjes zijn niet goed
gewassen, maar dat is minder akelig.
De Vieze Man uit het programma van Van
Kooten en De Bie zou niet de Vuile Man
kunnen heten. Vuil genoeg, maar hij was
meer dan alleen vuil, hij was weerzinwek
kend. Hetzelfde zien we in vieze boekjes
en vieze moppen.
Hoe langer ik erover nadenk, hoe groter
het verschil tussen vies en vuil mij lijkt.
Vies is onaangenaam, weerzinwekkend,
akelig. Vies is subjectief, het zegt wat ik
ervan vind. Vuil is minder emotioneel en
noemt iets wat gewassen moet worden,
iets wat niet schoon meer is. Vuil duidt ob
jectiever op een zekere graad van vervui
ling. Vandaar dat ik onze gastvrouw goed
kan begrijpen als ze vieze lakens erger
vindt dan vuile lakens. Als ze vies zijn
moet er meteen verschoond worden; als
ze vuil zijn kan het desnoods nog een dag
uitgesteld worden. Wie met zijn schoenen
in de viezigheid (vuiligheid?) heeft ge
trapt, zal ze eerder vies dan vuil noemen.
Want het gaat opnieuw niet om de nuch
tere constatering van 'gepoetst moeten
worden', maar om iets onaangenaams.
En hoe zit het dan met vies weer en vuil
weer? Is het daar niet andersom? Vol
gens mij niet. Vuil weer is een tamelijk
nuchtere, objectieve aanduiding: het te
genovergestelde van mooi weer.
Van vies weer spreken we al bij een
druilregentje, maar we zeggen het mis
prijzend, met een heel andere intonatie
dan 'vuil weer', Vies is iets waar we onze
neus voor ophalen, vuil is een rustige
constatering.
Er is een spreekwoord Vieze varkens
worden niet vet. Veel mensen hebben het
wel eens gehoord maar weten niet wat
het betekent. Mogen varkens niet in de
modder rondkruipen? Is het een pleidooi
voor de bio-industrie? De oplossing is an
ders. Vies wordt hier gebruikt in de oude
re betekenis 'kieskeurig': kieskeurige var
kens worden niet vet. Dat is wat vies vroe
ger betekende. Het is ook nog bewaard in
de uitdrukking er (niet) vies van zijn. Wie
'vies' is, zal vaak zijn eten Vies' vinden.
Op een avond zagen mensen een bejaard
vrouwtje naar iets zoeken op straat vlak
voor haar huisje. Ze keken elkaar aan en
zeiden "die arme oude vrouw". En ze
vroegen haar: "Wat is er aan de hand?
Waar zoekt u naar?". De vrouw ant
woordde "ik ben mijn naald verloren".
Ze gingen haar helpen zoeken. Toen
kwam iemand op de gedachte te vragen:
"Mevrouw, de straat is behoorlijk lang,
het wordt net donker en een naald is zo
iets kleins, kunt u misschien zeggen waar
hij precies gevallen is?". De vrouw zei:
"Hij is binnen in huis gevallen". Toen zei
den ze: "Bent u nu helemaal getikt gewor
den. Als de naald binnen in huis is geval
len, waarom zoekt u dan hier?". De
vrouw zei: "Omdat hier licht is. Binnen is
geen licht". Toen zei iemand: "Zelfs als
hier licht is, hoe kunnen we die naald ooit
hier vinden als u hem binnen verloren
bent? De oplossing is om in huis ergens
licht mee te maken zodat u daar de naald
kunt vinden". De vrouw begon te lachen,
"Jullie zijn zulke slimme mensen als het
gaat om kleine dingen", zei ze. "Wanneer
gaan jullie diezelfde slimheid eens ge
bruiken voor je innerlijke problemen. Ik
zie jullie alle dagen buiten zoeken, en ik
weet heel goed uit mijn eigen ervaring,
dat wat jullie zoeken ergens binnenin
verloren is gegaan. Gebruik je verstand.
Waarom zoeken naar de oplossing van je
innerlijke problemen in de buitenwe
reld? Zijn ze daar soms ontstaan"? Toen
verdween de vrouw in haar huis.
Dit verhaal, dat al vele eeuwen oud is, be
vat een boodschapdie ook voor onze tijd
geldig is. Veel mensen zoeken de oorzaak
van huil gevoelens van ongelukkig zijn,
boosheidverdriet of neerslachtigheid
buiten zichzelf. In hun werk, relaties, ge
zin of in de sociale en politieke situatie
van het moment. Natuurlijk valt niet te
ontkennen, dat zulke factoi en van grote
invloed zijn op ons welbevinden en le
vensgeluk. Maar zijn ze allesbepalend in
dit opzicht? Of is het zo, dat onze innerlij
ke houding, onze manier van denken
over de dingen die ons overkomen, mede
bepalend is voor hoe gelukkig of ongeluk
kig we ons doorgaans voelen?
Er is inderdaad veel psychologisch on
derzoek gedaan dat aantoont dat onze
wijze van denken van grote invloed is op
hoe we ons voelen en wat we doen in be
paalde situaties. Een van mijn collega's
toonde dat heel overtuigend op de volgen
de manier aan. Hij liet drie groepen men
sen een film over een besnijdenisritueel-
het wegnemen van de voorhuid bij jonge
tjes- in een primitieve stam zien. Bij een
van de groepen werd in het gesproken
commentaar bij de film uitgelegd dat het
om een besnijdenisritueel ging en wat de
betekenis daarvan was binnen de stam.
Bij de tweede groep vertelde de commen
tator dat het ging om een martelpraktijk
bij kinderen. En bij de derde groep werd
geen commentaar gegeven. Bij alle drie
de groepen werden reacties als angst,
boosheid en symptonen van innerlijke
spanning, zoals hartslag en zweten, tij
dens het kijken gemeten. Wat bleek? De
meeste spanning, angst en boosheid ver
toonde de groep die te horen kreeg dat het
een martelpraktijk betrof. De minste
spanning werd waargenomen bij de
groep die vernam dat het om een ritueel
ging. In de groep, die geen commentaar
te horen kreeg, waren sommige kijkers
heel gespannen. Zij vertelden later dat ze
de vreselijkste dingen, zoals inderdaad
een martelpraktijk, hadden veronder
steld. Andere kijkers in die groep waren
veel minder gespannen. Zij hadden niet
van die vreselijke gedachten gehad en
sommigen hadden inderdaad terecht
aangenomen dat het om een besnijdenis
ritueel ging.
De conclusie? De betekenis die wij in onze
gedachten aan de dingen geven die we
om ons heen zien gebeuren, bepalen in be
langrijke mate hoe we ons daarover voe
len. In ons alledaagse leven kunnen we
dat, als we goed opletten, dagelijks zien.
U komt iemand, die u goed kent, op straat
tegen en die persoon loopt langs u zonder
te groeten. Hoe u zich in de volgende mi
nuten, uren of dagen voelt, gaat nu be
paald worden door de betekenis die u
aan die gebeurtenis geeft. Als u denkt,
dat die persoon u eenvoudig weg niet op
gemerkt of niet herkend heeft of in ge-
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
dachten verzonken was of zoiets, dan zult
u weinig of geen negatieve gevoelens er
varen. Maar als u denkt dat die persoon
u opzettelijk niet heeft gegroet, opzette
lijk heeft genegeerd, u te min vindt, dan
bent u alras op weg om uw eigen stem
ming te verpesten. En later vaak ook die
van uw huisgenoten. U bent dan boos of
ontstemd om dingen die u worden gesug
gereerd door uw eigen gedachten. Want
precies weten waarom die ander u niet
heeft gegroet, doet u immers niet.
We voelen ons vaak zoals we denken.
Maar omdat we niet gewend zijn om op
onze eigen gedachten te letten, in ons ei
gen binnenste te zoeken, geven we de
schuld van onze ontstemming of angst
maar al te gauw aan iets buiten ons.
Een ander voorbeeld. U loopt op een zo
merse dag langs het strand en ziet twee
kinderen van een jaar of 5 bij het water
spelen. De zee is nogal onrustig en wild.
Plotseling komt er een grote golf aan en
spoelt beide kinderen omver. Het ene
kind schrikt geweldig, begint enorm te
huilen en rent naar zijn moeder toe.
Vraag: "Wat heeft de angst van dit kind
veroorzaakt?" Het meest logische ant
woord lijkt te zijn: de golf die het omver
spoelde. Maar wat blijkt nu. Het andere
kind is helemaal niet geschrokken, vond
het schitterend en wacht vol plezier op de
volgende golf. Als de golfen alleen de golf
de angst had veroorzaakt, dan zouden
beide kinderen angstig geworden moeten
zijn. Dat bleek niet het geval. Dus kan de
golf niet de oorzaak van de angst zijn ge
weest. Er moet iets binnen in beide kinde
ren verschillend zijn, een innerlijke voor
stelling, beeld of reactiepatroon waar
door het ene kind met angst en het andere
met plezier reageert.
Sommige mensen zeggen dan, dat het
aan het karakter van het kind ligt, 'de
aard van het beestje', en daarmee bedoe
len ze iets dat niet veranderbaar is. Dat
is niet juist. Een heleboel van onze zoge
naamde karaktertrekken zijn in meer of
mindere mate te veranderen. Daarom
kan het heel goed zijn, dat het angstige
kind na een half uur toch weer bij het wa
ter staat en nu ook vol opwinding op de
volgende golf wacht. Het heeft dan, bij
voorbeeld door een tijdlang van een af
stand te kijken naar hoe het andere kind
zich vermaakt bij het water, een nieuw,
minder angstwekkend, innerlijk beeld
gevormd van het water en de golven die
op het strand spoelen.
Wat voor kinderen geldt, geldt in ver
sterkte mate voor volwassenen. Een vol
wassene, die bang is in een groep of gezel
schap iets te zeggen, heeft meestal allerlei
angstwekkende gedachten over wat er
gebeurt of zou kunnen gebeuren als hij of
zij iets zegt. Gedachten bijvoorbeeld als:
"Ik weet niks zinnigs te zeggen, ik kan
niet goed uit mijn woorden komen, ande
ren zullen mijn opmerking maar dom
vinden, ik krijg een rooie kop of begin te
hakkelen en dan zullen ze ook wel denken
'wat een zenuwpees'.
Wie zo denkt of zo 'in gedachten tegen
zichzelf praat', die richt zijn aandacht
uitsluitend op wat er allemaal mis kan
gaan en wat voor negatieve dingen ande
ren wel niet allemaal kunnen denken.
Het verrassende is nu, dat zulke gedach
ten a) meestal niet waar zijn en b) precies
het tegenovergestelde veroorzaken van
wat de persoon in kwestie meestal graag
wil, namelijk zo ontspannen mogelijk in
een groep kunnen praten. We kunnen
nooit precies van tevoren weten wat an
deren zullen vinden van wat we gaan
zeggen. Dus er bij voorbaat van uitgaan,
dat ze het dom zullen vinden, is een onge
gronde veronderstelling. Zelfs als later
blijkt, dat ze het niet zo'n slimme opmer
king vonden, dan gebeurt er nog niks vre
selijks. Ze zullen u heus niet kruisigen of
de samenleving uitjagen. Als dat zo was,
dan was al eeuwen geleden al het mense
lijk leven van deze planeet verdwenen.
De werkelijke reden, waarom veel men
sen zulke negatieve gedachten hebben
over wat anderen wel allemaal niet over
hen denken kunnen, is dat ze een negatiej
innerlijk beeld van zichzelf hebben. Ie
mand die in stilte meestal over zichzelf
denkt dat hij dom en minderwaardig is,
die verwacht of is bang dat anderen dat
ook zullen vinden of ontdekken. Een
vrouw die met haar man naar een TV-
programma over een nieuw model auto
zat te kijken, zei op een bepaald moment:
"goh, zou niet gek zijn he', zo'n wagen
tje". Het werd even stil in de kamer,
waarna de man heel kribbig antwoord
de: "Je weet best dat dat voor ons niet is
weggelegd". Prompt ontstond er een
woordenwisseling die met deurengeklet-
ter eindigde.
Oorzaak? De man dacht in stille a) "mijn
vrouw wil ook zo'n auto, ze is niet tevre
den met de huidige, b) ik kan zo'n auto
niet betalen, want daarvoor verdien ik
niet genoeg, dus is ze niet tevreden met
mijn inkomen, c) dus is ze niet tevreden
met mij". Hij voelde zich dus gekwetst en
schoot in de verdediging. Later, in een ge
sprek met mij, bleek dat de vrouw wel te
vreden was met het gezinsinkomen (hoe
wel ze natuurlijk wel wensen had), maar
dat de man niet tevreden was over zijn
eigen maatschappelijke positie.
De moraal. Veel mensen denken dat an
deren denken wat zij zelf denken, terwijl
ze vaak geen bliksem weten van wat die
anderen denken.