Het gelijk van Yvonne Keuls m Gedachten lezen Denkwijzer Onze taal De 'vriendschapsbanden' van een Arnhemse kinderrechter ZATERDAG 20 FEBRUARI 1988 EXTRA PAGINA 23 Enkele jaren geleden deed de Haagse schrijfster Yvonne Keuls de rechterlijke macht in Nederland op zijn grondvesten schudden met haar documentaire roman Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel', opgehangen aan een pedofiele Haagse kinderrechter. De rechter werd eervol ontslag verleend en de tegen hem aangespannen strafzaak werd geseponeerd. Met haar roman legde ze destijds slechts het topje van de ijsberg bloot, maar inmiddels is haar gelijk over gesignaleerde misstanden binnen de professionele hulpverlening wederom aangetoond. Want opnieuw is een kinderrechter ernstig in opspraak geraakt. Ditmaal gaat het om een 43-jarige Nijmeegse magistraat tegen wie tot dusverre vier aanklachten lopen wegens ontuchtelijke handelingen, gepleegd met op één uitzondering na aan hem toevertrouwde jongens. Toen Yvonne Keuls haar roman publiceerde werd ze voornamelijk verguisd, omdat ze het beeld van mensen met een bepaalde autoriteit had beschadigd. „Bij het in het openbaar signeren van mijn boek werd ik meer dan eens in mijn gezicht gespuwd. Want ik had kennelijk mensen in hun vertrouwen geschokt waardoor ineens voor velen een onaantastbaar houvast wegviel. Ze vonden het vooral zielig voor die rechter, terwijl er met geen woord over zijn slachtoffers werd gerept". Datzelfde doet zich nu weer voor rond de affaire met de Arnhemse kinderrechter, overigens woonachtig in Nijmegen. Inmiddels is er een steungroep gevormd om hem moreel bij te staan. Yvonne Keuls: „Alsof hij het slachtoffer is. Slechts weinigen bekommeren zich om het lot van de werkelijke slachtoffers. Jongens, die als het ware door intimidatie vanuit een machts- en vertrouwenspositie zijn misbruikt". Overigens, vindt zij, moet de fout niet alleen bij de in opspraak geraakte rechter die inmiddels een gedeeltelijke bekentenis heeft afgelegd worden gezocht. Maar ook bij het systeem. „Sinds de tijd van Napoleon is er in de functie van kinderrechter niets veranderd. Naast rechter is hij nog steeds tevens de grote hulpverlener. Een soort oervader, die is aangesteld om te waken over het lichamelijk, geestelijk en zedelijk welzijn van de onder zijn toezicht geplaatste, gehavende kinderen. Maar daarnaast moet hij recht over hen spreken, waarbij het vaak moeilijk is gevoel en verstand te splitsen. Daarin schuilt het gevaar dat grenzen vervagen of zelfs worden overtreden". Uit de bekentenis van de Nijmeegse kinderrechter en voorheen van zijn Haagse collega blijkt dat zij in tal van gevallen meer plannen met zichzelf hadden dan met de aan hen toevertrouwde jongeren. Yvonne Keuls: „Ze worden in een functie losgelaten die ze om hun eigen wereld heen kunnen kneden. Het zou op z'n minst zijn aan te bevelen dat kinderrechters voor hun installatie psychologisch worden onderzocht. Want het blijkt opnieuw dat sommigen dat ambt niet voor niets kiezen". Makkers, zo noemt hij zijn pupillen steevast. En andersom wil hij zelf al leen maar bij zijn voornaam Thomas worden genoemd. Want dat schept zo'n band van gelijkwaardigheid en van vertrouwen. door Rob Hirdes Om dat alles nog eens extra te accentu eren stelt de in opspraak geraakte Nij meegse kinderrechter zijn kapitale wo ning in Heilig Landstichting graag voor zijn makkers open. „In mijn huis moet ie dereen zich veilig voelen", geeft hij tel kenmale aan. Maar die veiligheid blijkt uiteindelijk slechts schijn, want in zijn studeerkamer pleegt hij een reeks van ontuchtelijke handelingen met zijn uit verkoren pupillen, terwijl intussen bran dende druipkaarsen en een knappend haardvuur er de sfeer mede bepalen. Schoon schip Uiteindelijk hebben twee .makkers' van Thomas aangifte gedaan van door hem veelvuldig gepleegde onzedelijke handelingen. Hij geeft die aantijgingen aan zijn adres direct en volmondig toe. Dat houdt de eerbiedwaardige kinder rechter de vóór hem verschijnende jon geren ook altijd voor. „Maak nou maar schoon schip. Dan ben je meteen overal van af', drukt de corpulente kinder vriend hen immer op het hart. Maar dat schoon schip maken" van Thomas is slechts betrekkelijk. Want na dat het onderzoek tegen hem is afgerond, moet de rijksrecherche dat korte tijd la ter ijlings heropenen omdat wederom twee van zijn .makkers' aangifte komen doen. In de lijvige processen-verbaal ver klaart het tweetal dat Thomas hen tot voor kort regelmatig tongzoenen geeft, in het kruis wrijft en dat hij met één van hen wel zeer intieme betrekkingen on derhoudt. Onder andere in zijn studeer kamer. Maar ook in het bos en op de ka mer van de jongen. De 43-jarige kinderrechter presenteert dat alles onder het hoofdstuk van .thera pie'. Zo vertelt hij een van zijn protégés dat hij op die wijze met zijn eigen li chaam en seksualiteit moet leren om gaan. En in het andere geval motiveert hij zijn handelingen om zodoende zijn pupil te helpen door zijn barrières heen te breken, omdat hij pas daarna zijn seksualiteit leert accepteren. De 19-jarige Joost: „Hij vroeg me in het begin of ik z'n vriend wilde zijn. Nou, dat wilde ik maar al te graag. Want wie wil nu niet een kinderrechter als vriend heb ben". In duigen Precies tien jaar na zijn installatie tot rechter ziet Thomas zijn glanzende car rière in duigen vallen. Bij die plechtige gebeurtenis destijds hoopt de recht bankpresident nog dat de toendertijd als internationaal hockeygcheidsrechter faam makende Thomas ook in zijn werk als rechter een goed arbiter zal zijn. Ie mand die de scheidslijnen duidelijk kan onderscheiden. In zijn installatierede wijst de presi dent tevens op het tekort aan rechters in het arrondissement Arnhem. „Vooral de vervulling van de vacature van kinder rechter zal", zo houdt hij zijn aandachtig gehoor voor, „nog wel enige tijd duren, omdat het moeilijk is iemand te vinden die de capaciteit daarvoor bezit en ook werkelijk interesse heeft". Alsof het zo moet zijn, want later blijkt Thomas de aangewezen persoon voor die functie. Mede vanuit zijn .bijzondere in teresse'. De zeer gelovige Thomas, vader van zes kinderen, weet zich in korte tijd uitermate geliefd te maken onder zijn collega's. Hij wordt gekenschetst als een joviaal en amicaal man en ontpopt zich als een hardwerkend magistraat die aan vijf uur slaap per dag genoeg heeft. Maar bij dat alles verliest hij de destijds door de rechtbankpresident aangehaalde scheidslijnen uit het oog. Zijn echtgeno te zal later zeggen: „Ik heb wel eens het gevoel gehad dat er concurrentie in huis aanwezig was". De werkelijke redenen die leiden tot de plotselinge ontslagaanvraag van de kindvriendelijke rechter slaan in als een bom. Niemand binnen het arrondisse ment Arnhem wil het nieuws geloven. Vrienden sturen Thomas brieven vol medeleven, terwijl bij hem thuis ook bloemenattenties worden bezorgd. Bo vendien wordt er een steungroep in het leven geroepen om hem moreel bij te staan in deze bange dagen. Want in nood leert men pas werkelijk zijn vrienden kennen. Heel royaal Dat laatste houdt de gastvrije Thomas zijn .makkers' bij hem thuis ook altijd voor, terwijl hij quasi-nonchalant zijn arm gemoedelijk om hun schouders slaat om zijn zoekende hand vervolgens in de blouse of lager te laten glijden. Joost: „Hij was altijd heel royaal tegen over ons. Geld speelt geen rol, zei hij me nigmaal. Dat komt pas op de tweede plaats". Nee, voor Thomas staan de omzichtig gesmeden vriendschapsbanden onbe twist op de eerste plaats. Het betalen van het schoolgeld van 1030 gulden voor Joost betekent ogenschijnlijk niets voor hem. En met een gul gebaar geeft hij vijf tig gulden als Joost 's avonds op zijn kin deren past. „Er werd nooit over geld ge sproken", vertelt de 19-jarige Eric, die eveneens tot een van de uitverkorenen behoorde. „Maar daarmee kocht hij je als het ware en dwong hij je nog eens extra in die afhankelijkheidspositie die je toch al ten opzichte van hem had". Zowel Eric als Joost zijn jongens met problematische ervaringen uit hun jonge kinderjaren. Joost heeft bovendien al eerder negatieve seksuele ervaringen op gedaan. „Ik heb als kind van elf al in het pedo-circuit gezeten door toedoen van een internaatsleider. Naaktfoto's maken enzovoort. Eigenlijk ben ik op seksueel gebied zo gefrustreerd als een paling". Onwillekeurig zoekt het tweetal, dat elkaar aanvankelijk nauwelijks kende, menselijke warmte en genegenheid. En de Nijmeegse hoogwaardigheidsbekle der wil die maar al te graag schenken. „Bovendien zochten we waardering. In gesprekken met de kinderrechter dach ten we die bij hem te vinden". Joost: „Tijdens zo'n gesprek bij de rechter thuis brak hij als het ware door me heen. Ik had al jaren niet gehuild, maar toen zat ik ineens als een klein kind bij hem op de bank te huilen. Ik schrok van mijn eigen gevoel en hij legde kame raadschappelijk een arm om me heen. Je bent een gevoelsmens, zei hij. Maar je bent niet gewend om aangeraakt te wor den. We zijn toch vrienden, sprak hij. Daarna gaf hij me een tongzoen". Borreltje De dag daarna belt Thomas Joost op. Of hij een borreltje met hem wil drinken. „Ik had het gevoel dat hij duidelijk een grens had overschreden. Maar ik voelde me tevens in zijn macht en zodoende ging ik op zijn uitnodiging in". Tijdens die tweede ontmoeting vertelt hij de jon gen, dat hij bij hem de deur op een kier heeft gezet en even bij hem naar binnen heeft gekeken. „Nu moeten we de hele weg aflopen. We moeten tot de bodem gaan tot je jezelf kunt accepteren en je met je eigen seksualiteit kunt omgaan". „Vervolgens reden we naar het bos. Om, zoals hij zei, het gevoel van pijn en verdriet te delen. Ik voelde me, gevangen in zijn ban, koning en slaaf tegelijk". De ontmoetingen volgen elkaar in rap tempo op. „Al heel snel kleedde hij me bij hem thuis uit. Daar stond ik spier naakt en toen begon hij me intiem te stre len. Dat was om me te helpen m'n verle den af te sluiten. Je moet nee leren zeg gen tegen mensen, vertelde hij me. Maar om zo ver te komen zal je door een diep dal moeten en ik zal je daarbij helpen". Thomas gaat steeds verder en al snel ontaarden de .therapeutische' ontmoe tingen in stoeipartijen die per definitie in bed eindigen. Joost: „Hij was pas echt gelukkig als hij mijn hart op het zijne voelde. Zo noemde hij dat. Ik wist dat ik met dynamiet speelde en ik probeerde me telkens los van hem te maken. Maar dan belde hij opnieuw en vroeg wat ik nou voelde en of ik hem niet meer ver trouwde. Hij had me afhankelijk van hem gemaakt en ik voelde me gevangen in een zekere machtspositie die hij bezat. Elke keer opnieuw wist ik, zodra hij bel de, dat ik het spel zou verliezen". Eric heeft eigenlijk altijd al vanuit een diep geworteld wantrouwen problemen gehad met genegenheid, met vriend schap, met het aanknopen en onderhou den van relaties. „Ik had nog nooit van m'n leven een echte vriend gehad en wist ook niet hoe vriendschap in elkaar stak. Toen ik Thomas ontmoette gaf hij me het gevoel dat ik nu eindelijk eens iemand had ontmoet die ik kon vertrouwen. Dat is dus vriendschap, dacht ik eerst nog verbaasd. Maar uiteindelijk heeft hij mij geestelijk de vernieling in geholpen. Heel stapsgewijs bouwde hij het contact op. Eerst een zoen op je wang, daarna op je mond en als hij wist dat je iets graag wilde hebben, gaf hij je er geld voor. Zon der om een schuldbekentenis te vragen. Maar daarmee zat je meteen moreel aan hem vast". Thomas, die zich tegenover zijn .mak kers' ontpopt als een soort oervader, is overactief in de jeugdhulpverlening. Al zijn vrije tijd stopt de kinderrechter in projecten om jongeren van de ondergang te behoeden. Hij vervult binnen het jeugdwerk een ware voortrekkersrol. Zo bekleedt hij allerlei bestuursfuncties in verenigingen en stichtingen op het ge bied van kinderbescherming en reclasse ring. Altijd is hij voor de goede zaak in touw. Vaak tot diep in de nacht. Op de mond Vanuit die gedrevenheid komt hij ook regelmatig in een Nijmeegs opvanghuis, eigendom van de door de kinderrechter geëntameerde Stichting Michel. Daar ontmoet hij ook Eric, die hij vervolgens uitnodigt op zijn koperen bruiloft vorig jaar. „Op die receptie zoende hij me plot seling op de mond. Hij had een zeer li chamelijke manier om met mensen om te gaan en daar sprak hij ook voortdu rend over. Over jezelf geven, emoties to nen en je uiten. Ik was in die tijd ver slaafd aan gokken en toen ik met hem over mijn gokschulden sprak duwde hij me een paar honderdjes in de hand. Van terugbetalen wilde hij niets weten". De gulheid van de kinderrechter is il lustratief. Zo kunnen ook tal van jon gens, onder wie Joost, op zijn kosten naar Taizé in Frankrijk, waar binnen een woon- en werkgemeenschap het verlich te katholicisme in praktijk wordt ge bracht. Thomas wordt door sommige van zijn collega's en door veldwerkers in het jeugdwerk als een idealist pur sang omschreven. Vanuit dat idealisme werpt hij zich enkele jaren geleden nog op als energieke motor achter het overigens Fi naal geflopte project Opstap, binnen welk kader vier jeugdige delinquenten een voetreis door Frankrijk maken ter re socialisatie. Maar juist door die misser doet de kin derrechter er nog een schepje bovenop. Zo probeert hij eind vorig jaar namens de Fondsenstichting Nijmegen-Oost gelden bijeen te krijgen voor een nieuw te stich ten religieuze leefgemeenschap om er jeugdigen, die hun koers zijn kwijt ge raakt, in op te nemen. „Want", zo schrijft hij in zijn actiebrief, "de akker van onze samenleving staat helaas in toenemen de mate vol met gekwetste jongeren". Inderdaad, Joost en Eric voelen zich diep gekwetst. Naar hun zeggen moet Thomas in de loop der jaren nog veel meer jongeren hebben gekwetst. Zij schatten het aantal op minstens een stuk of tien. Maar die durven vooralsnog geen aangifte te doen uit schaamte. (Op verzoek van de betrokkenen zijn de namen van de slachtoffers veran derd). eu. ii- ui. oe DOOR JOOP VAN DER HORST Wat is viezer: vies of vuil? Vieze handen of vuile handen? Vuile lakens of vieze la kens? We waren op een familiefeestje bij elkaar en ik weet niet meer hoe we er op kwamen. Een van ons, die vuil erger vond dan vies. begon erover. Vies weer is het al met een motregentje, maar vuil weer is sterker. Dan stormt of onweert het. Als je het zo beziet, is vuil erger dan vies. Maar de gastvrouw was het er niet mee eens. Neem nou lakens, zei ze. Als la kens een week op een bed hebben gele gen zijn ze vuil, maar niet vies. Wanneer er een boterham met jam op gevallen is of als iemand heeft overgegeven, dan zijn het vieze lakens. Volgens haar was vies erger dan vuil. Een ander vond vieze schoenen erger dan vuile schoenen. Vuile schoenen moeten^ nodig gepoetst worden, vieze schoenen zitten met poep. Weer een an der zou het precies andersom zeggen en er was ook iemand die vond dat vuil en vies precies hetzelfde betekenen. Al gauw ging het gesprek over iets heel an ders, maar ik loop er nog steeds over na te denken. Kinderen vinden spruitjes vies, niet lek ker. Volwassenen vinden ook allerlei eten niet lekker, denken hetzelfde, maar zeg gen het niet zo duidelijk. Vies is vooral on aangenaam. Vuile spruitjes zijn niet goed gewassen, maar dat is minder akelig. De Vieze Man uit het programma van Van Kooten en De Bie zou niet de Vuile Man kunnen heten. Vuil genoeg, maar hij was meer dan alleen vuil, hij was weerzinwek kend. Hetzelfde zien we in vieze boekjes en vieze moppen. Hoe langer ik erover nadenk, hoe groter het verschil tussen vies en vuil mij lijkt. Vies is onaangenaam, weerzinwekkend, akelig. Vies is subjectief, het zegt wat ik ervan vind. Vuil is minder emotioneel en noemt iets wat gewassen moet worden, iets wat niet schoon meer is. Vuil duidt ob jectiever op een zekere graad van vervui ling. Vandaar dat ik onze gastvrouw goed kan begrijpen als ze vieze lakens erger vindt dan vuile lakens. Als ze vies zijn moet er meteen verschoond worden; als ze vuil zijn kan het desnoods nog een dag uitgesteld worden. Wie met zijn schoenen in de viezigheid (vuiligheid?) heeft ge trapt, zal ze eerder vies dan vuil noemen. Want het gaat opnieuw niet om de nuch tere constatering van 'gepoetst moeten worden', maar om iets onaangenaams. En hoe zit het dan met vies weer en vuil weer? Is het daar niet andersom? Vol gens mij niet. Vuil weer is een tamelijk nuchtere, objectieve aanduiding: het te genovergestelde van mooi weer. Van vies weer spreken we al bij een druilregentje, maar we zeggen het mis prijzend, met een heel andere intonatie dan 'vuil weer', Vies is iets waar we onze neus voor ophalen, vuil is een rustige constatering. Er is een spreekwoord Vieze varkens worden niet vet. Veel mensen hebben het wel eens gehoord maar weten niet wat het betekent. Mogen varkens niet in de modder rondkruipen? Is het een pleidooi voor de bio-industrie? De oplossing is an ders. Vies wordt hier gebruikt in de oude re betekenis 'kieskeurig': kieskeurige var kens worden niet vet. Dat is wat vies vroe ger betekende. Het is ook nog bewaard in de uitdrukking er (niet) vies van zijn. Wie 'vies' is, zal vaak zijn eten Vies' vinden. Op een avond zagen mensen een bejaard vrouwtje naar iets zoeken op straat vlak voor haar huisje. Ze keken elkaar aan en zeiden "die arme oude vrouw". En ze vroegen haar: "Wat is er aan de hand? Waar zoekt u naar?". De vrouw ant woordde "ik ben mijn naald verloren". Ze gingen haar helpen zoeken. Toen kwam iemand op de gedachte te vragen: "Mevrouw, de straat is behoorlijk lang, het wordt net donker en een naald is zo iets kleins, kunt u misschien zeggen waar hij precies gevallen is?". De vrouw zei: "Hij is binnen in huis gevallen". Toen zei den ze: "Bent u nu helemaal getikt gewor den. Als de naald binnen in huis is geval len, waarom zoekt u dan hier?". De vrouw zei: "Omdat hier licht is. Binnen is geen licht". Toen zei iemand: "Zelfs als hier licht is, hoe kunnen we die naald ooit hier vinden als u hem binnen verloren bent? De oplossing is om in huis ergens licht mee te maken zodat u daar de naald kunt vinden". De vrouw begon te lachen, "Jullie zijn zulke slimme mensen als het gaat om kleine dingen", zei ze. "Wanneer gaan jullie diezelfde slimheid eens ge bruiken voor je innerlijke problemen. Ik zie jullie alle dagen buiten zoeken, en ik weet heel goed uit mijn eigen ervaring, dat wat jullie zoeken ergens binnenin verloren is gegaan. Gebruik je verstand. Waarom zoeken naar de oplossing van je innerlijke problemen in de buitenwe reld? Zijn ze daar soms ontstaan"? Toen verdween de vrouw in haar huis. Dit verhaal, dat al vele eeuwen oud is, be vat een boodschapdie ook voor onze tijd geldig is. Veel mensen zoeken de oorzaak van huil gevoelens van ongelukkig zijn, boosheidverdriet of neerslachtigheid buiten zichzelf. In hun werk, relaties, ge zin of in de sociale en politieke situatie van het moment. Natuurlijk valt niet te ontkennen, dat zulke factoi en van grote invloed zijn op ons welbevinden en le vensgeluk. Maar zijn ze allesbepalend in dit opzicht? Of is het zo, dat onze innerlij ke houding, onze manier van denken over de dingen die ons overkomen, mede bepalend is voor hoe gelukkig of ongeluk kig we ons doorgaans voelen? Er is inderdaad veel psychologisch on derzoek gedaan dat aantoont dat onze wijze van denken van grote invloed is op hoe we ons voelen en wat we doen in be paalde situaties. Een van mijn collega's toonde dat heel overtuigend op de volgen de manier aan. Hij liet drie groepen men sen een film over een besnijdenisritueel- het wegnemen van de voorhuid bij jonge tjes- in een primitieve stam zien. Bij een van de groepen werd in het gesproken commentaar bij de film uitgelegd dat het om een besnijdenisritueel ging en wat de betekenis daarvan was binnen de stam. Bij de tweede groep vertelde de commen tator dat het ging om een martelpraktijk bij kinderen. En bij de derde groep werd geen commentaar gegeven. Bij alle drie de groepen werden reacties als angst, boosheid en symptonen van innerlijke spanning, zoals hartslag en zweten, tij dens het kijken gemeten. Wat bleek? De meeste spanning, angst en boosheid ver toonde de groep die te horen kreeg dat het een martelpraktijk betrof. De minste spanning werd waargenomen bij de groep die vernam dat het om een ritueel ging. In de groep, die geen commentaar te horen kreeg, waren sommige kijkers heel gespannen. Zij vertelden later dat ze de vreselijkste dingen, zoals inderdaad een martelpraktijk, hadden veronder steld. Andere kijkers in die groep waren veel minder gespannen. Zij hadden niet van die vreselijke gedachten gehad en sommigen hadden inderdaad terecht aangenomen dat het om een besnijdenis ritueel ging. De conclusie? De betekenis die wij in onze gedachten aan de dingen geven die we om ons heen zien gebeuren, bepalen in be langrijke mate hoe we ons daarover voe len. In ons alledaagse leven kunnen we dat, als we goed opletten, dagelijks zien. U komt iemand, die u goed kent, op straat tegen en die persoon loopt langs u zonder te groeten. Hoe u zich in de volgende mi nuten, uren of dagen voelt, gaat nu be paald worden door de betekenis die u aan die gebeurtenis geeft. Als u denkt, dat die persoon u eenvoudig weg niet op gemerkt of niet herkend heeft of in ge- door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden dachten verzonken was of zoiets, dan zult u weinig of geen negatieve gevoelens er varen. Maar als u denkt dat die persoon u opzettelijk niet heeft gegroet, opzette lijk heeft genegeerd, u te min vindt, dan bent u alras op weg om uw eigen stem ming te verpesten. En later vaak ook die van uw huisgenoten. U bent dan boos of ontstemd om dingen die u worden gesug gereerd door uw eigen gedachten. Want precies weten waarom die ander u niet heeft gegroet, doet u immers niet. We voelen ons vaak zoals we denken. Maar omdat we niet gewend zijn om op onze eigen gedachten te letten, in ons ei gen binnenste te zoeken, geven we de schuld van onze ontstemming of angst maar al te gauw aan iets buiten ons. Een ander voorbeeld. U loopt op een zo merse dag langs het strand en ziet twee kinderen van een jaar of 5 bij het water spelen. De zee is nogal onrustig en wild. Plotseling komt er een grote golf aan en spoelt beide kinderen omver. Het ene kind schrikt geweldig, begint enorm te huilen en rent naar zijn moeder toe. Vraag: "Wat heeft de angst van dit kind veroorzaakt?" Het meest logische ant woord lijkt te zijn: de golf die het omver spoelde. Maar wat blijkt nu. Het andere kind is helemaal niet geschrokken, vond het schitterend en wacht vol plezier op de volgende golf. Als de golfen alleen de golf de angst had veroorzaakt, dan zouden beide kinderen angstig geworden moeten zijn. Dat bleek niet het geval. Dus kan de golf niet de oorzaak van de angst zijn ge weest. Er moet iets binnen in beide kinde ren verschillend zijn, een innerlijke voor stelling, beeld of reactiepatroon waar door het ene kind met angst en het andere met plezier reageert. Sommige mensen zeggen dan, dat het aan het karakter van het kind ligt, 'de aard van het beestje', en daarmee bedoe len ze iets dat niet veranderbaar is. Dat is niet juist. Een heleboel van onze zoge naamde karaktertrekken zijn in meer of mindere mate te veranderen. Daarom kan het heel goed zijn, dat het angstige kind na een half uur toch weer bij het wa ter staat en nu ook vol opwinding op de volgende golf wacht. Het heeft dan, bij voorbeeld door een tijdlang van een af stand te kijken naar hoe het andere kind zich vermaakt bij het water, een nieuw, minder angstwekkend, innerlijk beeld gevormd van het water en de golven die op het strand spoelen. Wat voor kinderen geldt, geldt in ver sterkte mate voor volwassenen. Een vol wassene, die bang is in een groep of gezel schap iets te zeggen, heeft meestal allerlei angstwekkende gedachten over wat er gebeurt of zou kunnen gebeuren als hij of zij iets zegt. Gedachten bijvoorbeeld als: "Ik weet niks zinnigs te zeggen, ik kan niet goed uit mijn woorden komen, ande ren zullen mijn opmerking maar dom vinden, ik krijg een rooie kop of begin te hakkelen en dan zullen ze ook wel denken 'wat een zenuwpees'. Wie zo denkt of zo 'in gedachten tegen zichzelf praat', die richt zijn aandacht uitsluitend op wat er allemaal mis kan gaan en wat voor negatieve dingen ande ren wel niet allemaal kunnen denken. Het verrassende is nu, dat zulke gedach ten a) meestal niet waar zijn en b) precies het tegenovergestelde veroorzaken van wat de persoon in kwestie meestal graag wil, namelijk zo ontspannen mogelijk in een groep kunnen praten. We kunnen nooit precies van tevoren weten wat an deren zullen vinden van wat we gaan zeggen. Dus er bij voorbaat van uitgaan, dat ze het dom zullen vinden, is een onge gronde veronderstelling. Zelfs als later blijkt, dat ze het niet zo'n slimme opmer king vonden, dan gebeurt er nog niks vre selijks. Ze zullen u heus niet kruisigen of de samenleving uitjagen. Als dat zo was, dan was al eeuwen geleden al het mense lijk leven van deze planeet verdwenen. De werkelijke reden, waarom veel men sen zulke negatieve gedachten hebben over wat anderen wel allemaal niet over hen denken kunnen, is dat ze een negatiej innerlijk beeld van zichzelf hebben. Ie mand die in stilte meestal over zichzelf denkt dat hij dom en minderwaardig is, die verwacht of is bang dat anderen dat ook zullen vinden of ontdekken. Een vrouw die met haar man naar een TV- programma over een nieuw model auto zat te kijken, zei op een bepaald moment: "goh, zou niet gek zijn he', zo'n wagen tje". Het werd even stil in de kamer, waarna de man heel kribbig antwoord de: "Je weet best dat dat voor ons niet is weggelegd". Prompt ontstond er een woordenwisseling die met deurengeklet- ter eindigde. Oorzaak? De man dacht in stille a) "mijn vrouw wil ook zo'n auto, ze is niet tevre den met de huidige, b) ik kan zo'n auto niet betalen, want daarvoor verdien ik niet genoeg, dus is ze niet tevreden met mijn inkomen, c) dus is ze niet tevreden met mij". Hij voelde zich dus gekwetst en schoot in de verdediging. Later, in een ge sprek met mij, bleek dat de vrouw wel te vreden was met het gezinsinkomen (hoe wel ze natuurlijk wel wensen had), maar dat de man niet tevreden was over zijn eigen maatschappelijke positie. De moraal. Veel mensen denken dat an deren denken wat zij zelf denken, terwijl ze vaak geen bliksem weten van wat die anderen denken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 23