Notaristelefoonblijkt succesnummer Denkwijzer m Leven optimisten langer? Gratis vraagbaak voor degenen die nog drempelvrees koesteren Onze taal ZATERDAG 13 FEBRUARI 1988 PAGINA 25 is. Als het om onroerend goed gaat lopen de notarissen veelal achter de feiten aan. Pas als de transportakte, zeg maar de le veringsakte moet worden getekend, ko men de betrokkenen naar het notaris-» kantoor". En dan is het te laat. is de opvatting die leeft onder de leden van de Koninklijke Notariële Broederschap. Het is, zo be zweren Van Velzen en Mulders, niet uit eigen belang dat opbellers bij herhaling wordt voorgehouden dat ze eerst naar een notaris moeten gaan voordat ze huis gaan kopen. Nogal wat mensen schijnen zich er onvoldoende rekenschap van te geven wat het bezit van een pand hun maandelijks kost en krabbelen hun handtekening eerder op een officieel pa pier dan feitelijk goed is. "Alle respect voor de makelaars, maar zij zijn in de eerste plaats deskundigen op de onroerendgoedmarkt", zegt Van Velzen. "Zeker als het gaat om een be langrijke zaak als het kopen van eèn huis, valt het een potentiële koper aan te bevelen de juridische kennis van een no taris uit te buiten". Gratis Inlichtingen over de belastingvoorde len die kunnen voortvloeien uit het bezit van een eigen woning en ook de adviezen over de financieringsmogelijkheden van onroerend goed verstrekt de notaris gra tis. Van Velzen: "Het is van ongemeen belang dat men een ontbindende voor waarde in de koopakte laat opnemen, zo dat een overeenkomst ontbonden kan worden als de koper de financiering niet rond krijgt. Ontbreekt zo'n voorwaarde, dan kan de verkoper in alle gestrengheid zijn rechten uitoefenen. De koper kan dan een boete krijgen van minimaal tien procent van de koopsom". Bij de Broederschap hebben ze geens zins de pretentie makelaars en andere onroerendgoed-bemiddelaars onnodig voor de schenen te schoppen ("met de meesten werken we immers goed sa men"). Maar wel zijn de Nederlandse no tarissen van mening dat ook de koopak ten op notariskantoren zouden moeten worden gesloten. Deze overeenkomsten met een defini tief karakter, maar in de praktijk merk waardig genoeg aangeduid als 'voorlopi ge koopakten', worden nu meestal elders ondertekend. Het schijnt geregeld voor te komen dat kopers pas in aanraking ko men met 'bezwarende bepalingen' die rusten op het onroerend goed als de nota ris de transportakte opmaakt. Eenvou dig omdat de koper er uit onwetendheid onvoldoende acht op heeft geslagen, tij dens de onderhandelingen met de verko per. En achteraf kan het voor iemand die zichzelf de last van een jarenlange hypo theek heeft opgelegd om in een pand een café uit te baten uitermate vervelend zijn te moeten horen dat er zoiets als een 'ket- tingbeding' bestaat, volgens welk er geen café in het bewuste perceel mag worden gedreven. Mulders: "En zo is het ook onze taak de mensen te adviseren eens te kijken naar bestemmingsplannen. Het zou niet de eerste keer zijn dat iemand een woning koopt met vrij uitzicht en vervolgens na enige tijd te maken krijgt met de bouw van een gigantische flat". Geen verwarring Hoe zit het met het kopen van een huis? Hoe wordt een erfenis geregeld? Wat is de gang van zaken rond een echt scheiding? Welke rechten en plichten hebben samenwonenden? Hoe richt je een BV op, een eigen bedrijf of een stich ting? Als om te bewijzen dat de notarissen van nu zich letterlijk beschouwen als een 'openbaar ambtenaar' geven ze het pu bliek sinds 1 september 1986 antwoord op dergelijke vragen. Ons telefoonnum mer is een succesnummer, zeggen ze bij de Koninklijke Notariële Broederschap. De noodzaak om bij de PTT een 06-num- mer aan te vragen wordt dan ook niet in gezien. Al was het maar om verwarring met andere succesvol optredende telefo nische dienstverleners en dienstverleen- sters te voorkomen. eu. ui. DOOR JOOP VAN DER HORST Om zeep helpen, ombrengen, vermoor den, doodslaan, doden, kelen, afmaken, om hals brengen. Keuze genoeg. Onze taal is rijk aan woorden en uitdrukkingen voor vermoorden. Wie zich hiermee be zighoudt komt meestal vroeg of laat voor de rechter. Die rechter gebruikt minder verschillende woorden. Maar met een wat nauwkeuriger afgesproken beteke nis. Dat is nodig voor het bepalen van de strafmaat. De rechter onderscheidt eigenlijk alleen moord, doodslagen dood door schuld. En hij doet dat omdat het in de Nederlandse wet zo geregeld is. Wanneer iemand zijn buurman om zeep heeft geholpen, een medeminnaar de strot afgesneden of een collega met het broodmes doorboord, dan gaat de rechter bezien of dat moord, doodslag of dood door schuld genoemd moet worden. Een van drieën. Van dood door schuld is sprake, volgens de wet, wanneer iemand onopzettelijk maar wel door schuld een ander dood. Bijvoorbeeld in een verkeersongeval. Ie mand kan schuldig zijn aan een ver keersongeluk door geen voorrang te heb ben verleend. In een ernstig geval kan het slachtoffer dood zijn, dood door de schuld van hem die geen voorrang gaf. Het kan ook in een hooglopende ruzie gebeuren. Iemand gooit een bloemen- vaas. De vaas komt nogal ongelukkig aan, met dodelijke afloop. De vazengooi- er had zeker niet de bedoeling zijn tegen stander te doden, maar het is wel door zijn schuld gebeurd. Onopzettelijk, wel door schuld: dat heet in de wet dood door schuld. Een heel ander geval hebben we als ie mand tijdens zo'n ruzie een pistool op zijn tegenstander afschiet of het broodmes een andere bestemming geeft. Dat is re gelrecht doden, ook al gebeurt het in een vlaag van woede. De wet spreekt in zo'n geval van doodslag, met opzet iemand doden. Het verschil tussen dood door schuld en doodslag is duidelijk: doodslag gebeurt opzettelijk. Voor de wet is hier nog geen sprake van moord. Moordis het wanneer iemand niet alleen met opzet maar ook met voor bedachte rade iemand doodt. Voordat de rechter het moord noemt moet eerst aan getoond zijn dat degene die doodde van te voren het plan had opgevat iemand te doden. Het is alledrie heel erg, maar moord is erger dan doodslag, en doodslag is erger dan dood door schuld. En vandaar dat er verschillend gestraft wordt. Het is heel goed dat de wet zulke onderscheidingen kent en dat deze woorden door de rechter gebruikt worden in deze nauwkeurig af gesproken betekenis. Als we in een woordenboek kijken bij vermoorden zien we daar als betekenis: 'gewelddadig van het leven beroven'. Dat is dus niet zo nauwkeurig als in de wet. Niets over 'met opzet', niets over 'met voorbedachte rade'. Gewelddadig van het leven beroven, dat zou evengoed doodslag kunnen zijn of zelfs dood door schuld. Is het woordenboek slordiger dan de rechter? Nee, het woordenboek heeft ge lijk voor wat betreft het gewone gebruik. Het woordenboek beschrijft wat het woord buiten de rechtszaal betekent: de wet zegt alleen iets over de betekenis bin nen de rechtszaal, bij de toepassing van het recht. Het gebeurt vaak dat die twee betekenissen niet precies hetzelfde zijn. Allebei zijn ze goed, maar elk op hun ei gen terrein. Verder kunnen we buiten de rechtszaal zeggen dat die ene zangeres Schubert vermoordt. En dat betekent wat anders dan wanneer we hetzelfde binnen de rechtszaal zouden zeggen. schuld, het wordt niet beter, en het beïn vloedt alles wat ik doe", dan ligt het voor de hand dat je onder ongezond hoge spanning komt te staan als er werkelijk beroerde dingen in je leven gebeuren. Dat wordt duidelijk bevestigd door de re sultaten van een onderzoek naar hoe op timistische en pessimistische studenten op nare gebeurtenissen reageren. Van beide groepen werd lichamelijke gezond heid en stemming (mate van gedepri meerdheid) gemeten. Na een periode van een jaar bleek dat, ongeacht hun aan vankelijke gezondheidstoestand en stem ming, de pessimisten vaker ziek waren geweest en veel meer doktersconsulten hadden gehad. Pessimistisch denken kan niet alleen mis lukking verergeren, maar ook succes on dermijnen. Alleen zijn pessimisten bij succes juist geneigd de 'niet-constant- specifiek-extern' denkwijze te volgen: "Dat duurt niet lang, toevallig dat het me gelukt is, ik had net alles mee". Topspor ters die op die manier hun succes verkla ren, zo blijkt uit een ander onderzoek van Seligman, houden het minder lang op topniveau uit èn sterven eerder. Dat laatste gegeven kan worden verklaard op grond van de uitkomsten van heel re cent onderzoek naar het verband tussen denkwijzen en lichamelijke afweerpro- cessen. Bij 50 mensen tussen 60 en 90 jaar bleek dat bij de pessimisten bepaalde groepen afweercellen minder talrijk wa ren en dat deze minder actief waren dan bij de optimisten. De hamvraag wordt nu: is optimisme of pessimisme een karaktertrek waar je niets aan kan doen, zo ben je nu eenmaal, of kan je van een aartspessimist af en toe een voorzichtige optimist maken? Voor de zwartlezers zal ik de komende weken een paar optimistische denkaanwijzin- door Gerard van Putten door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden De notaristelefoon wordt, amper ander halfjaar in bedrijf, bij de Koninklijke No tariële Broederschap beschouwd als een succesnummer. Dagelijks ("op werkda gen") draaien of drukken gemiddeld honderdtwintig Nederlanders tussen ne gen uur 's morgens en twee uur 's mid dags het nummer 070-469393. Meer dan vijftig kandidaat-notarissen uit de omgeving van Den Haag bedienen bij toerbeurt de notaristelefoon; telkens zit in het kantoor van de Broederschap een bemanning van drie personen klaar om een spervuur van vragen te beant woorden. Om maar meteen een misverstand uit de wereld te helpen: het team van kandi daat-notarissen herbergt wel degelijk deskundigheid. Er zijn mensen die eèn kandidaat-notaris zien als een notaris in opleiding, maar daarmee wordt geen recht gedaan aan deze functionaris die alle wettelijk voorgeschreven notariële examens met goed gevolg heeft afge legd. De wet schrijft voor dat kandidaat-no taris eerst dan door de koningin tot nota ris kan worden benoemd, als hij of zij op een notariskantoor ten minste drie jaar praktijkervaring heeft opgedaan. Maar in de praktijk kan het wel een jaar of vijf tien duren, voordat een kandidaat-nota ris zijn aanstelling als notaris op zak heeft. Niet alleen omdat er doorgaans pas een notariële standplaats vrijkomt als iemand de pensioengerechtigde leef tijd ("vroeger 70 jaar, tegenwoordig 65 jaar") bereikt. Maar vooral ook omdat een vacature als regel behoorlijk wat sol licitaties oproept, zodat maar moet wor den afgewacht welke kandidaat de Ka mer van Toezicht (een vijfhoofdig colle ge onder voorzitterschap van de presi dent van een arrondissementsrecht bank) voordraagt bij de minister van jus titie. Deskundig Het enige juridisch-technische onder scheid dat er bestaat tussen een kandi daat-notaris en een notaris, is dat de laatste bevoegd is akten te tekenen. De kandidaat-notarissen, de mensen achter de notaristelefoon, staan derhalve garant voor deskundige informatie. Zoals bij voorbeeld de Leidse kandidaat-notaris mr. A.E.G. Mulders. Toch al overtuigd van het belang van de notaristelefoon, zag hij dat eens te meer bevestigd op de dag dat hij als notarieel telefonist fun geerde. "Vooral bij de mensen die op hu welijkse voorwaarden waren gehuwd heb ik nogal wat misverstanden moeten wegruimen. Zij gingen er van uit dat ze niet van elkaar erfden. Maar dat is niet waar. Neem bijvoorbeeld het echtpaar met kinderen dat op huwelijkse voor waarden is getrouwd. Overlijdt de man, dan is de vrouw toch nog voor een kinds deel gerechtigd in de nalatenschap. Bij een vergelijkbaar echtpaar dat in ge meenschap van goederen is gehuwd ver krijgt de langstlevende de helft van de gemeenschap plus een kindsdeel". Verreweg de meeste vragen die op de notariële telefonisten worden afgevuurd kunnen op grond van parate kennis meteen worden beantwoord. En dat gaat zeker op voor de vraag die menige Ne derlander van de wieg tot het graf achter volgt: wat gaat het me kosten? "Meestal denkt men aan vette rekeningen", is de ervaring van mr. Mulders. "Maar de in formatie via de notaristelefoon wordt gratis verstrekt en dat geldt ook voor het gesprekje van pakweg een kwartier, twintig minuten op het notariskantoor. Tenzij er een akte uit voortvloeit zijn ook daaraan geen kosten verbonden". Volgens mr. A.J.M. van Velzen, na mens de Broederschap optredend als persnotaris, is de notaristelefoon bij uit stek een middel om mensen ervan te doordringen dat ze naast een huisarts ook over een huisnotaris zouden moeten beschikken. Nee, er moet vooral niet worden gedacht dat de lijn een goedkope reclamestunt is met het oogmerk de doorsnee notaris aan meer klandizie te helpen. "De notaristelefoon is in het le ven geroepen om juist die mensen te be reiken die al door drempelvrees worden overvallen zodra ze het woord notaris ho ren. Volkomen ten onrechte natuurlijk, tegenwoordig is een notariskantoor net zo gemakkelijk te betreden als een wachtkamer van de dokter". Integer Geregeld krijgen mensen die het num mer van de notaristelefoon draaien der gelijke woorden, of althans iets van die strekking te horen, Helemaal vrij van een wervende klank lijkt een dergelijke vol zin niet. Dat zou zeker niet het geval zijn als een notarieel informant de opbeller ook nog uitnodigde voor een nader ge sprek op het eigen kantoor. Het vroeger voor onkreukbaar gehouden imago van het notariaat mag in het begin van de ja ren tachtig door, toedoen van een enke ling dan danig zijn gekreukt, Van Velzen De notaris van vandaag wil gemakkelijker aanspreekbaar zijn dan de stijle aktenopmaker van weleer. Op 1 september 1986 werd daarom de notaristelefoon ingesteld. Een verkapt reclamestuntje om het publiek naar het notariskantoor te krijgen? "Geen sprake van, een notaris mag geen reclame maken. De notaristelefoon is een vraagbaak waarvan men tegen het normale opbeltarief gebruik kan maken". Waarvan akte. De Leidse kandidaat-notaris mr. A.E.G. Mulders: "Helaas wordt er vaak pas gebeld als de beer reeds geschoten is". (foto Wim Dijkman) acht de woordvoerders van de Broeder schap wel zo integer dat ze de notaristele foon niet zullen misbruiken ten bate van zichzelf. "De notaristelefoon is ervoor om de communicatie met het publiek te verbe teren. Degenen die hun medewerking verlenen aan de notaristelefoon mogen zich niet met naam en toenaam bekend maken. Als een vraag meer vraagt dan het spuien van parate kennis verwijzen wij naar een notaris. En dan laten wij het aan de mensen over voor welke notaris ze willen kiezen". Uit naam van de aangeslotenen bij de Koninklijke Notariële Broederschap zegt mr. Van Velzen het "onbegrijpelijk" te vinden dat vele Nederlanders onbe zorgd door het leven kunnen stappen zonder dat ze ooit een testament hebben laten opmaken. En dat hoeft toch niet meer dan rond 250 gulden te kosten. Wie een dergelijk bedrag neertelt voor z'n laatste wil kan een hoop narigheid voor komen. Of zoals Van Velzen het op zijn geheel eigen, plastische wijze uitdrukt: "Indien mogelijk zal een notaris er in be ginsel naar streven een onverdeelde boe del zo te masseren dat er een prachtige boedelafwikkeling zonder pijn volgt". In functie hebben de heren Van Velzen en Mulders evenwel genoeg leed moeten overzien om ervan te kunnen getuigen dat dit lang niet altijd gebeurt. Meer dan eens hebben ze het meegemaakt dat kin deren hun erfdeel kwamen opeisen om dat de ouders hadden nagelaten officieel te laten vastleggen dat het bezit bij over lijden in eerste aanleg moest toevallen aan de overblijvende. "Als gevolg daar van kan het gebeuren dat de langstleven de het huis moet verkopen omdat de kin deren hun deel van de nalatenschap, als al het geld in dat huis zit, opeisen". Beperkt De tijd van de telefonerende notaris is beperkt, maar voor de vragenstellers is een gedachtenwisseling van een kwar tier dikwijls meer dan voldoende om en kele kostenbesparende tips te vergaren. Te denken valt daarbij aan mensen die met elkaar willen trouwen en die met de gedachte spelen hun relatie vroeg of laat op huwelijkse voorwaarden te laten be staan. Zij die vóór het huwelijk op het stadhuis kenbaar maken dat ze zich bui ten gemeenschap van goederen in de echt willen verbinden, zijn beter af dan degenen die daartoe na de huwelijksdag alsnog toe willen overgaan. Dan moet er eerst een jaar worden gewacht. Mulders: "En aangezien dan ook nog de tussen komst van een advocaat nodig is, omdat toestemming van de rechtbank nu een maal is vereist, gaat het maken van hu welijkse voorwaarden al gauw duizend gulden meer kosten dan wanneer een en ander voor het huwelijk was geregeld". Ook de mensen die zich voor het eerst van hun leven op de onroerend goed- markt willen begeven zouden wat eerder het nummer van de notaristelefoon of van een notariskantoor in woon- of ver blijfplaats moeten draaien, vindt het no tariaat. Mulders: "Helaas wordt dat nu vaak gedaan als de beer reeds geschoten "Ach, dat komt wel goed joh". "Ja, dat zeg je wel zo makkelijk, maar ik weet het nog zo net niet. Ik heb de vorige week nog meegemaakt dat "Dat was een heel ander geval. Dat zag er van het begin af aan al veel beroerder uit". "Nou, ik weet het niet. Zulke gevallen gaan heel vaak mis". "Je zult zien: dit gaat lukken, let maar op mijn woorden". "Ik voor mij blijf er een hard hoofd in houden". De twee personen die dit gesprek voer den, behoren tot twee heel verschillende mensenrassen, namelijk de optimisten en de pessimisten. Een snijdende typering van de pessimist vond ik in een boekje uit de 18de eeuw (toen bestond dat type men sen dus ook al):Een pessimist is iemand die, wanneer hij bloemen ruikt, rond kijkt om te zien waar de doodskist staat". In hetzelfde boekje staat ook een mooie omschrijving van een (onverbeterlijke) optimist: "Iemand -die, wanneer hij merkt dat een roos beter ruikt dan kool, denkt dat je er ook lekkerder soep mee kan maken". Optimisme en pessimisme zijn woorden die wijzen op verschillende manieren van het leven en de toekomst bekijken. Bij de meeste mensen wisselen de pessimisti sche en optimistische kijk op zichzelf en de wereld elkaar regelmatig af, al naar gelang omstandigheden, lichamelijke toestand en zelfs tijdstip van de dag. 's Avonds laat, als we moe zijn, kunnen we iets als een onoverkomelijke moeilijk heid zien, die de volgende morgen als sneeuw voor de zon is verdwenen. Er is ook een vrij grote groep mensen die vrij constant öf een pessimistische öf een optimistische levensinstelling hebben. De onverbeterlijke optimisten en de aarts pessimisten. Uit onderzoek dat in de af gelopen jaren in verschillende psycholo gische laboratoria is uitgevoerd, komt naar voren dat dit type levensinstelling (mede) bepalend kan zijn voor levens loop, gezondheid en carrière. Aan de Harvard universiteit in de Vere nigde Staten stelde de psycholoog Selig man vast dat je op grond van de manier waarop jongeren tussen 18 en 25 jaar zichzelf beschrijven, goed kunt voorspel- len hoe optimistisch of pessimistisch hun levensinstelling 20 jaar later is. Een voor beeld: twee studenten geschiedenis, laten we ze Frank en Ton noemen, schreven na de eerste (proef)lessen die ze zelf aan leer lingen hadden gegeven de volgende com mentaren. (Ton): "Orde houden in de klas was soms erg moeilijk, haast onmo gelijk, omdat ik altijd het probleem had hoe met jongeren om te gaan, zelfs later toen ik al meer ervaring had". (Frank): "Tijdens een les had ik er af en toe de pest in, omdat de leerlingen, begrijpelijk ove rigens, zich soms zaten te vervelen of geen interesse hadden in de stof'. Twintig jaar later bleek Ton als leraar volkomen te zijn vastgelopen en een hart ziekte te hebben ontwikkeld. Frank deed het prima en had een functie binnen de directie van zijn school. Toch hadden ze beiden bij het begin van hun loopbaan dezelfde uitstekende gezondheid gehad, kwamen uit soortgelijke gezinnen en was er geen verschil in IQ geweest. Wat is dan de reden van hun zo verschillende leven? Volgens Seligman is dat het verschil in denken over gebeurtenissen of problemen die hen overkomen of die aan de horizon opdoemen. Ton en andere pessimisten hebben drie opvallende denkwijzen. De eerste (en vol gens Seligman meest desastreuze) is de neiging aan te nemen dat een probleem constant is. Ton zei: "Ik had. dit probleem altijd al". Op de tweede plaats geloven pessimisten dat de oorzaak van hun pro bleem iets algemeens is in plaats van iets concreets of specifieks ze geloven dat het ieder aspect van hun leven zal beder ven. Ton: "Ik had altijd al problemen met jongeren, niet alleen leerlingen". Ten slotte: pessimisten geven op de eerste plaats zichzelf de schuld als er moeilijk heden ontstaan. Seligman noemt dit het zoeken naar interne oorzaken. Ton neemt aan dat hij de oorzaak is van het oro- bleem, het gebrek aan orde in de klas. Frank daarentegen wijst op een specifie ke en externe oorzaak: hij heeft het pro bleem (soms) met leerlingen en niet met jongeren in het algemeen, en de oorzaak is dan vooral de stof die voor de leerlin gen niet interessant is. Frank ziet zijn or deprobleem dus ook als van voorbijgaan de aard (niet-constant). Volgens Seligman houden veel mensen hun hele leven vast aan een van deze twee denkwijzen over problemen: "Constant- globaal-intern" of "niet-constant-speci- fiek-extern"Een van zijn medewerkers vergeleek de dagboeken die mensen van 70 en ouder als tieners geschreven had den met hun huidige manier van over problemen schrijven. De overeenkomst was in alle gevallen bijzonder sterk. Begrijpelijk wordt nu dat pessimisten een grotere kans op een slechte gezond heid hebben dan optimisten. Als je altijd rondloopt met het idee "het is mijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 25