Délfts is meer dan blauw 'Problemen met junks steeds ingewikkelder' EXTRA op maandag Sprookje voor volwassenen Traditie van ruim 300 jaar Bondsrepubliek bij immigranten in trek CAD Amsterdam voor 'verplicht' afkicken Kou even uit de lucht voor Leidsche Wol PAGINA 6 MAANDAG 8 FEBRUARI 1988 Er was eens een jongen die door zijn vriendjes 'muizebek' werd genoemd. Ze noemden hem niet zo omdat hij erg van kaas hield maar omdat hij zo'n smal gezicht had. Die jongen woonde in een straat waarvan de huizen er erg deftig uitzagen. Onder de dakgoten schuilden goden. Je kunt dus wel nagaan hoe deftig die huizen waren. In die deftige huizen woonden arme mensen. Ze haalden de kaas per ons, ze kochten hun kleren op de markt en in de winter maakten de bovenburen ruzie met de benedenburen over de kolen die op zolder lagen. Sommige mensen strooiden meel over hun voorraad heen, zodat ze direkt konden zien als er wat was gestolen. In het huis waar de jongen woonde, hadden ze geen kolen. Ze hadden wel een kachel waarop in het Frans stond: 'Ik brand de hele winter door, zonder op te houden'. Maar dat was een leugen. Vaak brandde de kachel helemaal niet. Dan kon je erop spugen zonder dat het siste. De jongen werd er om de twee dagen op uit gestuurd om kolen te halen bij Keij, de brandstoffenhandelaar die in een zijstraat woonde, vlak naast wat men 'de rouwkamer' noemde. Als hij in de winkel van Keij binnenkwam, begon het zweet hem al snel over het voorhoofd te 'stromen. Niet alleen omdat de haard er zo stond te loeien maar ook omdat hij zich een beetje schaamde om het briefje te laten zien dat zijn moeder hem had meegegeven. Op dat briefje stond: 'Beste Keij. Een zak antraciet. Ik betaal volgende week'. 'Het is vandaag volgende week', zei Keij, toen de jongen hem het briefje liet lezen. 'En vorige week was het ook al volgende week. Jij denkt zeker dat warmte niks kost'. De jongen bloosde tot in zijn nek. Hij kon niet begrijpen datje moest betalen voor stenen die je in brand stak en waar alleen maar-as van overbleef. 'Het beste met je benen', zei de kolenhandelaar tegen hem. 'Zeg maar tegen je moeder dat ik het niet meer doe'. De jongen ging zonder kolen terug naar huis. Eigenlijk vond hij dat niet zo erg, want de zak woog altijd erg zwaar en hij moest hem als een baby telkens van de ene arm naar de andere overbrengen, wilde hij hem niet laten vallen. Maar wat zou zijp móéder kwaad zijn als hij met niks thuiskwam. Ze vond het een schande dat ze arm was. Zelfs de buren, van wie de man altijd zo dronk, hadden genoeg kolen. De buurvrouw had zelfs kachelbenen. Hé, wacht eens, als hij nu eens naar zijn vriend Ruud toe ging. Zijn vader had een kruidenierszaak en die zou ook vast wel wat kolen hebben. Ruud zei: 'Ha, muizebek, wat kom jij doen?' De jongen antwoordde: 'Heb jij soms wat kolen voor me, mijn vader en moeder hebben het koud en ik ook'. Ruud ging het vragen aan zijn vader. Die kwam op zijn sloffen naar beneden en keek de jongen door zijn bril streng aan. 'Waarom gaan jullie nooit naar de kerk?', vroeg hij. 'Het is geen wonder dat God jullie in de kou laat zitten als jullie nooit bidden'. De jongen bloosde voor de tweede keer die dag. Hij moest ineens denken aan zijn vader, die Jezus aan het kruis 'Tinus aan de rekstok' noemde. De pastoor zei dat mensen die vloekten of die Jezus beledigden in de hel zouden komen. En daar brandde een eeuwig Als ik straks thuis kom en begin te vloeken als mijn moeder wat zegt, mogen wij misschien morgeh al naar de hel. Dan hoeven we zelf niet meer voor kolen te zorgen, dacht de jongen. Hij rende vlug naar huis. 'Waar zijn de kolen', vroeg zijn moeder verbaasd. 'Die zijn naar de snotverdomme, pokkewijf!', antwoordde de jongen zachtjes. Zijn moeder sloeg hem met haar vlakke hand een paar keer hard in het gezicht. Toen de jongen in bed lag, voelde hij hoe zijn wangen lekker gloeiden. ANGELA PINNEBERG De fraai beschilderde siervoorwerpen passen overal en altijd. (Foto gpd> gebracht of een typisch Hollands vrouwtje werd omringd door aller lei oosterse decoraties. Faïencerie Masse Frères, een oud familiebedrijf in Frankrijk, maakt perfecte kopieën van o.a. antiek Delfts. Wie Delfts aardewerk be wondert maar niet in staat is het oude handwerk te betalen, kan dus daar terecht. Men zou kunnen zeg gen dat in de produkten van Faïen cerie Masse Frères het Delfts weer in de oude stijl herleeft en 'het an tiek van de toekomst' is. Ieder stuk wordt gesigneerd en wordt gele verd met een 'bewijs van echtheid'. Hierin staat dat het produkt, vol gens oude traditie, met de hand is gevormd en beschilderd. Er kun nen zelfs speciaal gewenste model len, aan de hand van afbeeldingen worden besteld. Delfts wit Terug naar de Porseleyne fles. Al is het 'Delfts' om zijn 'blauw' wereld beroemd, er worden in de fabriek van de Porseleyne Fles veel voor werpen, zoals wandborden, bloem bakken, vazen, kandelaars enz. ver vaardigd in andere prachtige kleu ren en dessins. Heel apart is de tulpenhouder in di verse vormen. Alle typen hebben een ding gemeen, namelijk dat ze voorzien zijn van kleine tuiten waar bloemen in kunnen worden gezet. De naam 'tulpenvaas' is een 19e-eeuwse term. In de 17e eeuw heetten ze eenvoudig 'bloemen- vaas' of 'pyramide' als het een obliskvorm betrof. Verder is er het theedoosje, de wandklok, een inktpot en de be kende blauwe potvaas met deksel in kasjmiervorm. De knop van de deksel bestaat veelal uit een die- renfiguurtje zoals o.a. een met een bal spelend poesje. Beroemd is te vens het Delfts Polychrome ofte wel Delfts wit en zwart. De witte tint is veelal roomkleurig. Vóór de Tweede Wereldoorlog was er veel vraag naar voorwerpen in een warme glanzende donkerrode tint en een aantrekkelijke zachte kleur groen. De aardewerkfabricage is een am bachtelijk bedrijf. Handwerk moet nu eenmaal duur worden betaald. Het is eveneens waar dat zo'n voor werp, mits decoratief geplaatst, een fraaie blikvanger is die nooit gaat vervelen. pottenbakkerswerk, heeft ons land eigenijk pas in de 17e eeuw in het keramische vlak een grote naam verworven. In 1612 werden Delftse pottenbakkers toegelaten tot het kunstenaarsgilde van St. Lucas en begon de aanloop tot de bloeiperio de van de aardewerkfabricage. Grote voorstellingen moeten we ons hiervan niet maken. Zelfs de grootste bedrijven hadden niet meer dan tien man personeel in dienst. Onderling was er tevens vrij veel concurrentie tussen de gezel len. De plateelbakkers en de schil dersgezellen bleven heus niet altijd bij dezelfde meester. Van de ongeveer 30 werkplaatsen die omstreeks het midden van de 17e eeuw in Delft waren gevestigd, is alleen de Porseleyne Fles, opge richt in 1653, gebleven. In deze pot tenbakkerij van wereldnaam wordt echter geen porselein maar aardewerk gefabriceerd en beschil derd. Vermoedelijk hebben de Hol landers, die fraai porselein uit het verre oosten meebrachten, deze naam bedacht. Ten slotte is het 'de eigen naam' ge worden. Porseleyne Fles is de his torisch gegroeide naam die de stad min of meer tot exclusieve plaats van herkomst bestempelt. Dit vraagt wel om enige uitleg. De ge schiedenis van het plateel is voor de liefhebber interessant genoeg om er kennis van te nemen. Er be staat een uitgebreide literatuur over met veel achtergrondinforma tie. Faience De gangbare internationale term voor de aardewerkgroep waartoe het 'Delfts' technisch gerekend moet worden is faience, naar de Ita liaanse stad Faenza. Soms wordt ook wel de benaming plateel ge bruikt, in het bijzonder waar het vlakke schotels betreft. Beide ter men doen recht aan de geschiede nis. Reeds in de 17e en de 18e eeuw zijn zij gemeengoed geworden. De vrijwel ononderbroken traditie van ruim driehonderd jaar Delfts aardewerkproduktie heeft een gro te verscheidenheid aan vormen, technieken en decoraties opgele verd waarin invloeden uit het verre oosten, Italië en Duitsland zijn aan te wijzen naast een uitgesproken Nederlandse inbreng. Combinaties van oosterse en westerse motieven waren overigens heel gewoon. Zo werd rond een Hollands landschap rustig een Chinees randdessin aan- Door de eeuwen heen heeft er altijd een levendige be langstelling bestaan voor keramiek en bepaald niet alleen voor huishoudelijk gebruik. Mooi klassiek aar dewerk of porselein past in elk interieur. Het laat zich combineren met modern, klassiek en antiek. Vooral verzamelaars bezitten soms hele collecties porseleinen en aardewerken blikvan gers. Ons vermaarde 'Delfts' is ook in het buitenland bij zonder populair. door Joke Vos Echt antiek aardewerk is zeldzaam en kostbaar. De mooiste stukken staan overal ter wereld in diverse musea, maar ook wanneer men een hedendaags gefabriceerde echte Delftse vaas, kandelaar of wand- bordje koopt, moet daar een aardi ge bedragje voor worden betaald. Om misverstanden te voorkomen, dit zijn niet de produkten die de toeristen in de vele souvenierswin- kels als 'Delfts blauw' krijgen aan geboden. Merkjes Echt Delfts is gemerkt met een pot- tetekentje; ook moeten de letter J en de naam Delft er op te zien zijn. Alleen met deze drie tekens is het onvervalst Delfts. Hoewel al in de late middeleeuwen in de Nederlanden een grote be drijvigheid was gegroeid in het Tulpvaas een model dat in de 17e eeuw al werd gemaakt. Geheel rechts op de foto de merkjes die op echt Delfts moeten staan. (foto gpd> BINNENLAND BUITENLAND ECONOMIE BONN (DPA) - De Duitse Bondsre publiek heeft de laatste tijd te kam pen met een ware 'invasie' van im migranten, vluchtelingen en asie laanvragers uit communistische Oosteuropese landen. In 1987 kwa men meer dan 100.000 mensen uit de Sovjetunie, Polen, Tsjechoslo- wakije en de Balkan-landen de Bondsrepubliek binnen. Verreweg de meesten van hen hebben Duitse voorouders. De Wetsduitse regering raakt door deze ontwikkeling in een las tig parket: aan de ene kant waar deert zij het positief dat de regerin gen in Oost-Europa meer onderda nen van Duitse herkomst laten emigreren, maar aan de andere kant drukt de toestroom op de kas sa's van de sociale dienst en op de arbeidsmarkt, waar één op de tien actieve Westduitsers (of 2,5 miljoen personen) zonder baan is. Iedereen is het erover eens dat de Bondsrepubliek elke immigrant van Duitse afstamming met open armen moet opnemen. Maar bin nen de regering komen langzamer hand stemmen op om vluchtelin gen uit Oost-Europa zonder Duitse identiteit terug te sturen. Tot nu toe krijgen burgers uit communistische landen een voor keursbehandeling: zij mogen blij ven, ook al wijzen de autoriteiten een verzoek om politiek asiel van de hand. Dit heeft er toe geleid dat vooral Polen in steeds groteren ge tale naar de Bondsrepubliek ko men. In 1987 vroegen meer dan 15.000 Polen, 1.500 mensen uit Tsjechoslowakije en enkele hon derden vluchtelingen uit andere landen in Oost-Europa om asiel. Massavluchten Men schat dat duizenden ande ren zonder aanmelding in de Bondsrepubliek verblijven. Ook daarbij gaat het vooral om Polen. In de krantekoppen is herhaalde lijk sprake van "massavluchten" van Polen, die een vakantiereis per veerboot van Gdansk naar Trave- münde aangrijpen om in de Bonds republiek van boord te gaan en de terugtocht te laten voor wat die is. In 1987 kwamen op deze manier ongeveer 4.000 Polen definitief naar de Bondsrepubliek. Slechts enkelen van hen worden als politiek vluchteling erkend, maar zij hoeven in tegenstelling tot Turken, Ghanezen en Srilankanen niet bang te zijn voor uitwijzing. Li berale politici in Bonn neigen naar de gedachte dat dit uit de tijd van de 'koude oorlog' daterende privi lege afgeschaft moet worden. Al leen degene die kan aantonen bloot te staan aan vervolging zou aan spraak kunnen maken op bescher ming door de Duitse Bondsrepu bliek. Een uitzondering, waarover niet snel een discussie zal ontstaan, geldt voor de "emigranten" met Duitse wortels. Onder hen zijn be woners van de na de oorlog verlo ren gegane Duitse gebieden in Oost-Europa en de nakomelingen van emigranten, die zich ooit in het Russische rijk of op de Balkan ge vestigd hadden. In 1987 lieten de Oosteuropese landen in het kader van een algehele liberalisering 86.000 mensen emigreren, die zich beriepen op hun "Duitse bloed". Meer dan de helft van hen kwam uit Polen. De Westduitse grondwet en de lagere wetgeving garanderen aan deze nieuwe immigranten de natio naliteit van de Bondsrepubliek, waarbij hun Duits-zijn blijkt uit af stamming, taal, opvoeding en cul tuur. Vandaag de dag is volgens de ze strenge criteria een-derde van de toestromenden niet meer "van Duitse stam": velen hebben nooit Duits gesproken of zij hebben de taal verleerd. Maar de Westduitse autoriteiten zijn grootmoedig en vergemakkelijken de integratie door middel van subsidies, goed kope kredieten en andere sociale voorzieningen. PORT-AU-PRINCE Haïti heeft een nieuwe president in de persoon van Leslie Manigat. De installatie gisteren werd door bijna geen enkele hoge buitenlandse diplomaat bijgewoond vanwege de grootscheepse frau de bij de verkiezingen op 17 januari. De vier belangrijkste leden van de oppositie deden niet mee. Eerdere verkiezingen, waarvoor zij zich wel kandidaat hadden gesteld, werden op 29 november vorig jaar afgelast na bloedigs onlusten, die aan minstens 34 mensen het leven kostten. Aanhan gers van de twee jaar geleden verdreven dictator Duvalier en soldaten van luitenant-generaal Namphy, die sinds 1986 een overgangsbewind leidde, maakten het stemmen onmogelijk. Namphy was zondag degene die Manigat de presidentiële sjerp omhing. (foto ap) AMSTERDAM Junks moeten vaker worden veroordeeld tot het ondergaan van een korte behande ling. Dat zegt Roland Wolters van het Amsterdamse Consultatiebu reau voor Alcohol en Drugs (CAD). "Korte behandelingen zijn zo afge stemd op de problemen van ver slaafden, dat ze in combinatie met voldoende nazorg goede resultaten opleveren", meent Wolters. Hij staat volkomen achter het voorne men van minister Korthals Altes (justitie) en staatssecretaris Dees (volksgezondheid) om op crimine le verslaafden maximale druk uit te oefenen om af te kicken. door Wilma Borgman Wanneer een verslaafde in aanra king komt met Justitie, kan hij worden veroordeeld tot gevange nisstraf met een bijzondere voor waarde. Die is meestal dat de ver slaafde tweederde van zijn straf uitzit in een huis van bewaring en VEENENDAAL (GPD) - Met de bereidheid van de Amrobank het grootste deel van de gigantische wolvoorraad van de Leidsche Wol spinnerij in Veenendaal over te ne men, is een van de belangrijkste problemen van de onderneming opgelost. Voorzitter De Zoete van de ondernemingsraad denkt dat hiermee een eerste stap naar een constructieve oplossing voor het bedrijf is gezet. De Twentse hoogleraar Janssen, die als adviseur van de OR het plan heeft bedacht en de medewerking de Amrobank heeft weten los Nederlandse wolvoorraad, een zware rentelast. Daarnaast wil de Amro 2,5 mil joen van de 25 miljoen gulden aan vorderingen in aandelen omzetten. De beide afspraken samen zorgen ervoor dat de Leidsche Wol nog over 10 miljoen gulden rente aan de bank hoeft te betalen. Het tweede gevaar vormen de banden met de Nederlandse en buitenlandse dochters. Janssen: "Daar zijn veel Ogem-achtige kruisverbanden bij. Die moeten we dochter voor dochter bekijken. Misschien zit er wel een bij die de te krijgen, denkt dat een van dehele Leidsche Wol c twee grote gevaren voor Leidsche Wol nu is afgewend. De voorraad werd zo groot toen Leidsche Wol zich begin vorig jaar genoodzaakt zag het failliete Van Schuppen (Scheepjeswol) in Veenendaal over te nemen. Later inkwam daar nog eens de voorraad van Zareska in Hengelo bij. Het bedrijf moet voor komen dat teveel wol ineens op de markt komt omdat de prijs dan te sterk daalt. Daardoor betekende die wol, 80 procent van de totale kan ha len". Een kritische beschouwing is ook een wens van de Amrobank. Die wil bovendien meer informatie over de vraag of het centrale maga zijn in Veenendaal kan blijven en of inderdaad rond de 75 werkne mers in Veenendaal kunnen blij ven werken. Het welslagen van het reddings plan is nu verder afhankelijk van de verdere reorganisatie van het bedrijf en van de bereidheid van andere participanten hun geld in Leidsche Wol te steken. Ook moet de raad van commissarissen nog zijn goedkeuring geven. In de ko mende periode zou een bijstands team de raad van commissarissen moeten helpen. Janssen en enkele van zijn Twentse collega's moeten deel gaan uitmaken van dat team. Ten slotte sluit Janssen niet uit dat hij zelf in de toekomst presi dent-commissaris wordt. Per se hoeft dat niet van hem: "Ik speld de commissariaten niet als speldjes op mijn revers". De Veenendaalse onderneming lijdt, naar schatting van Janssen, op dit moment zo'n miljoen gulden verlies per maand. In het boekjaar '88/'89 zou het be drijf geen verlies meer hoeven ma ken terwijl het jaar erop een lichte winst mogelijk moet zijn. Leidsche Wol is niet het eerste bedrijf waarmee Janssen, in het da gelijks leven hoogleraar onderne mingsrecht, zich bemoeit. Beginja ren tachtig redde hij op verzoek van de ondernemingsraad de Ne derlandse Jute Industrie in Rijssen van de ondergang. Janssen zelf is er president-commissaris 'om op het bedrijf te passen', zoals hij het omschrijft. Ook de fietsenfabriek Union in Nieuwleusen (voorheen) Unikap en de beddenproducent Auping in Deventer schakelden Janssen in in moeilijke tijden. In beide bedijven is hij nu nog presi dent-commissaris. Bovendien is hij president-commissaris van het IBM-bedrijf Management Share in Amsterdam en van enkele kleinere bedrijven. De problemen waarin Leidsche Wol op dit moment verkeert, moe ten overigens niet alleen in het be drijf zelf gezocht worden. De wol markt is al enkele jaren oververza digd. De mode van het zelf breien liep terug, zodat winkels en fabri kanten met hun voorraden bleven zitten. Dus dumpten de fabrikan ten hun voorraad in het buiten land. Maar Duitse fabrikanten de den hetzelfde hier, en zo werd de si tuatie steeds slechter en werden de verliezen van Leidsche Wol steeds groter. de rest doorbrengt in een afkick- kliniek voor een 24-uurs behande ling. "Ik zou me ook goed kunnen voorstellen dat zo'n bijzondere voorwaarde inhoudt dat de ver slaafde wordt verplicht zich in een dagopvangcentrum te laten behan delen", zegt Wolters. "Afhankelijk van de omstandigheden zou je zelfs kunnen besluiten junks te veroor delen tot het volgen van een ambu lante therapie, die zich beperkt tot een paar uur per week". Verslaafden die zijn veroordeeld tot een behandeling, komen vrij wel altijd terecht bij het CAD. De amsterdamse justitie verwees er vorig jaar ongeveer 2000 naar het CAD. Die bekijkt samen met de verslaafde welk programma het best gevolgd kan worden. Meestal komt de verslaafde eerst in een ont wenningscentrum, waar in korte tijd de lichamelijke afhankelijk heid wordt bestreden. Geestelijk "Maar een verslaving is hoofdza kelijk psychisch. De lichamelijke afhankelijkheid is een factor die het probleem van de verslaving in gewikkelder maakt', zegt Wolters. "De gevolgen daarvan zie je vooral bij verslaafden die afkicken met behulp van vervangende midde len. De dosis wordt langzaam ver minderd met 5 milligram. Die ver mindering levert pas problemen op als de verslaafde van 5 milligram terug moet naar nul. De verslaving heeft namelijk een belangrijke functie in zijn leven. Je zou zelfs kunnen zeggen dat alles draait rond die verslaving en als die func tie wegvalt verliest de junk ook een gevoel van veiligheid", aldus Wol ters. De meeste verslaafden gebrui ken meer middelen dan alleen he roïne. "Slaapmiddelen, cocaïne en soft-drugs zijn een gebruikelijke combinatie met heroïne". Van de bij het CAD behandelde junks zijn 85 procent mannen. Dat betekent volgens Wolters dat man nelijke verslaafden vaker met Jus titie in aanraking komen dan hun vrouwelijke lotgenoten, want in Amsterdam is een kwart van de junks vrouw. Omdat die veelal worden onderhouden door ande ren of in de prostitutie zitten, ko men ze minder in aanraking met de politie. Druk Om de problemen met drugsver slaafden in de hoofdstad op te los sen, zou de druk op verslaafden om af te kicken groter moeten worden, vindt Wolters. "Voorzieningen als de methadonbus zorgen voor de dagelijkse portie verdovende mid delen. Dat neemt de prikkel om af te kicken vöor een groot deel weg. Ze zouden eisen moeten gaan stel len aan verslaafden, bijvoorbeeld dat ze naast methadon geen heroï ne mogen gebruiken. Dat bijge- bruik kan worden gecontroleerd met urineonderzoek. Zulke eisen zouden voor een groot aantal junks de stimulans zijn om toch af te gaan kicken". De Amsterdamse GG&GD heeft onlangs de resultaten bekend ge maakt van een onderzoek naar de groep verslaafden in de hoofdstad. De gemiddelde leeftijd ligt nu aan zienlijk hoger dan in 1981 toen het onderzoek begon, rond de 30 jaar. Er komen bijna geen nieuwe junks bij die jonger zijn dan 21 jaar. De bestaande groep verslaafden is echter wel vaak al heel lang afhan kelijk van de verdovende midde len. "Daardoor zijn de problemen van die groep drugsverslaafden in gewikkelder dan zeven jaar gele den. Ze zijn moeilijk te bereiken voor de hulpverleners". Inconsequent Volgens Wolters handelt Justitie vaak inconsequent. Als een ver slaafde zich niet aan de afkick-af- spraken doet, zet het CAD de be handeling stop, maar Justitie doet meestal niets met de melding daar van. "Zo'n verslaafde moet eigen lijk direct weer opgepakt worden. Nu blijft hij vrij rondlopen en de volgende keer is de maatregel van de gevangenisstraf nauwelijks nog serieus te nemen". Bovendien vindt Wolters dat het niet'meer mag voorkomen dat een verslaafde na een aanhouding direct weer wordt vrijgelaten. Dat is volgens Wolters niet ge heel toe te schrijven aan het grote tekort aan cellen. "Er zijn genoeg alternatieven voor gevangenis straf. De mogelijkheid bestaat dat een celstraf thuis wordt uitgezeten, waarbij via de telefoon gecontro leerd wordt of de gedetineerde in derdaad thuis zit".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 6