Délfts is meer dan blauw
'Problemen met junks
steeds ingewikkelder'
EXTRA op maandag
Sprookje voor volwassenen
Traditie van ruim 300 jaar
Bondsrepubliek bij
immigranten in trek
CAD Amsterdam voor 'verplicht' afkicken
Kou even uit de lucht voor Leidsche Wol
PAGINA 6
MAANDAG 8 FEBRUARI 1988
Er was eens een jongen die door zijn vriendjes 'muizebek' werd
genoemd. Ze noemden hem niet zo omdat hij erg van kaas hield maar
omdat hij zo'n smal gezicht had.
Die jongen woonde in een straat waarvan de huizen er erg deftig
uitzagen. Onder de dakgoten schuilden goden. Je kunt dus wel
nagaan hoe deftig die huizen waren.
In die deftige huizen woonden arme mensen. Ze haalden de kaas per
ons, ze kochten hun kleren op de markt en in de winter maakten de
bovenburen ruzie met de benedenburen over de kolen die op zolder
lagen. Sommige mensen strooiden meel over hun voorraad heen,
zodat ze direkt konden zien als er wat was gestolen.
In het huis waar de jongen woonde, hadden ze geen kolen. Ze hadden
wel een kachel waarop in het Frans stond: 'Ik brand de hele winter
door, zonder op te houden'. Maar dat was een leugen. Vaak brandde de
kachel helemaal niet. Dan kon je erop spugen zonder dat het siste.
De jongen werd er om de twee dagen op uit gestuurd om kolen te
halen bij Keij, de brandstoffenhandelaar die in een zijstraat woonde,
vlak naast wat men 'de rouwkamer' noemde. Als hij in de winkel van
Keij binnenkwam, begon het zweet hem al snel over het voorhoofd te
'stromen. Niet alleen omdat de haard er zo stond te loeien maar ook
omdat hij zich een beetje schaamde om het briefje te laten zien dat zijn
moeder hem had meegegeven. Op dat briefje stond: 'Beste Keij. Een
zak antraciet. Ik betaal volgende week'.
'Het is vandaag volgende week', zei Keij, toen de jongen hem het
briefje liet lezen. 'En vorige week was het ook al volgende week. Jij
denkt zeker dat warmte niks kost'.
De jongen bloosde tot in zijn nek. Hij kon niet begrijpen datje moest
betalen voor stenen die je in brand stak en waar alleen maar-as van
overbleef.
'Het beste met je benen', zei de kolenhandelaar tegen hem. 'Zeg maar
tegen je moeder dat ik het niet meer doe'.
De jongen ging zonder kolen terug naar huis. Eigenlijk vond hij dat
niet zo erg, want de zak woog altijd erg zwaar en hij moest hem als een
baby telkens van de ene arm naar de andere overbrengen, wilde hij
hem niet laten vallen. Maar wat zou zijp móéder kwaad zijn als hij met
niks thuiskwam. Ze vond het een schande dat ze arm was. Zelfs de
buren, van wie de man altijd zo dronk, hadden genoeg kolen. De
buurvrouw had zelfs kachelbenen.
Hé, wacht eens, als hij nu eens naar zijn vriend Ruud toe ging. Zijn
vader had een kruidenierszaak en die zou ook vast wel wat kolen
hebben.
Ruud zei: 'Ha, muizebek, wat kom jij doen?'
De jongen antwoordde: 'Heb jij soms wat kolen voor me, mijn vader
en moeder hebben het koud en ik ook'.
Ruud ging het vragen aan zijn vader. Die kwam op zijn sloffen naar
beneden en keek de jongen door zijn bril streng aan. 'Waarom gaan
jullie nooit naar de kerk?', vroeg hij. 'Het is geen wonder dat God jullie
in de kou laat zitten als jullie nooit bidden'.
De jongen bloosde voor de tweede keer die dag. Hij moest ineens
denken aan zijn vader, die Jezus aan het kruis 'Tinus aan de rekstok'
noemde. De pastoor zei dat mensen die vloekten of die Jezus
beledigden in de hel zouden komen. En daar brandde een eeuwig
Als ik straks thuis kom en begin te vloeken als mijn moeder wat zegt,
mogen wij misschien morgeh al naar de hel. Dan hoeven we zelf niet
meer voor kolen te zorgen, dacht de jongen.
Hij rende vlug naar huis. 'Waar zijn de kolen', vroeg zijn moeder
verbaasd.
'Die zijn naar de snotverdomme, pokkewijf!', antwoordde de jongen
zachtjes. Zijn moeder sloeg hem met haar vlakke hand een paar keer
hard in het gezicht. Toen de jongen in bed lag, voelde hij hoe zijn
wangen lekker gloeiden.
ANGELA PINNEBERG
De fraai beschilderde siervoorwerpen passen overal en altijd. (Foto gpd>
gebracht of een typisch Hollands
vrouwtje werd omringd door aller
lei oosterse decoraties.
Faïencerie Masse Frères, een oud
familiebedrijf in Frankrijk, maakt
perfecte kopieën van o.a. antiek
Delfts. Wie Delfts aardewerk be
wondert maar niet in staat is het
oude handwerk te betalen, kan dus
daar terecht. Men zou kunnen zeg
gen dat in de produkten van Faïen
cerie Masse Frères het Delfts weer
in de oude stijl herleeft en 'het an
tiek van de toekomst' is. Ieder stuk
wordt gesigneerd en wordt gele
verd met een 'bewijs van echtheid'.
Hierin staat dat het produkt, vol
gens oude traditie, met de hand is
gevormd en beschilderd. Er kun
nen zelfs speciaal gewenste model
len, aan de hand van afbeeldingen
worden besteld.
Delfts wit
Terug naar de Porseleyne fles. Al is
het 'Delfts' om zijn 'blauw' wereld
beroemd, er worden in de fabriek
van de Porseleyne Fles veel voor
werpen, zoals wandborden, bloem
bakken, vazen, kandelaars enz. ver
vaardigd in andere prachtige kleu
ren en dessins.
Heel apart is de tulpenhouder in di
verse vormen. Alle typen hebben
een ding gemeen, namelijk dat ze
voorzien zijn van kleine tuiten
waar bloemen in kunnen worden
gezet. De naam 'tulpenvaas' is een
19e-eeuwse term. In de 17e eeuw
heetten ze eenvoudig 'bloemen-
vaas' of 'pyramide' als het een
obliskvorm betrof.
Verder is er het theedoosje, de
wandklok, een inktpot en de be
kende blauwe potvaas met deksel
in kasjmiervorm. De knop van de
deksel bestaat veelal uit een die-
renfiguurtje zoals o.a. een met een
bal spelend poesje. Beroemd is te
vens het Delfts Polychrome ofte
wel Delfts wit en zwart. De witte
tint is veelal roomkleurig.
Vóór de Tweede Wereldoorlog was
er veel vraag naar voorwerpen in
een warme glanzende donkerrode
tint en een aantrekkelijke zachte
kleur groen.
De aardewerkfabricage is een am
bachtelijk bedrijf. Handwerk moet
nu eenmaal duur worden betaald.
Het is eveneens waar dat zo'n voor
werp, mits decoratief geplaatst,
een fraaie blikvanger is die nooit
gaat vervelen.
pottenbakkerswerk, heeft ons land
eigenijk pas in de 17e eeuw in het
keramische vlak een grote naam
verworven. In 1612 werden Delftse
pottenbakkers toegelaten tot het
kunstenaarsgilde van St. Lucas en
begon de aanloop tot de bloeiperio
de van de aardewerkfabricage.
Grote voorstellingen moeten we
ons hiervan niet maken. Zelfs de
grootste bedrijven hadden niet
meer dan tien man personeel in
dienst. Onderling was er tevens vrij
veel concurrentie tussen de gezel
len. De plateelbakkers en de schil
dersgezellen bleven heus niet altijd
bij dezelfde meester.
Van de ongeveer 30 werkplaatsen
die omstreeks het midden van de
17e eeuw in Delft waren gevestigd,
is alleen de Porseleyne Fles, opge
richt in 1653, gebleven. In deze pot
tenbakkerij van wereldnaam
wordt echter geen porselein maar
aardewerk gefabriceerd en beschil
derd. Vermoedelijk hebben de Hol
landers, die fraai porselein uit het
verre oosten meebrachten, deze
naam bedacht.
Ten slotte is het 'de eigen naam' ge
worden. Porseleyne Fles is de his
torisch gegroeide naam die de stad
min of meer tot exclusieve plaats
van herkomst bestempelt. Dit
vraagt wel om enige uitleg. De ge
schiedenis van het plateel is voor
de liefhebber interessant genoeg
om er kennis van te nemen. Er be
staat een uitgebreide literatuur
over met veel achtergrondinforma
tie.
Faience
De gangbare internationale term
voor de aardewerkgroep waartoe
het 'Delfts' technisch gerekend
moet worden is faience, naar de Ita
liaanse stad Faenza. Soms wordt
ook wel de benaming plateel ge
bruikt, in het bijzonder waar het
vlakke schotels betreft. Beide ter
men doen recht aan de geschiede
nis. Reeds in de 17e en de 18e eeuw
zijn zij gemeengoed geworden.
De vrijwel ononderbroken traditie
van ruim driehonderd jaar Delfts
aardewerkproduktie heeft een gro
te verscheidenheid aan vormen,
technieken en decoraties opgele
verd waarin invloeden uit het verre
oosten, Italië en Duitsland zijn aan
te wijzen naast een uitgesproken
Nederlandse inbreng. Combinaties
van oosterse en westerse motieven
waren overigens heel gewoon. Zo
werd rond een Hollands landschap
rustig een Chinees randdessin aan-
Door de eeuwen heen heeft
er altijd een levendige be
langstelling bestaan voor
keramiek en bepaald niet
alleen voor huishoudelijk
gebruik. Mooi klassiek aar
dewerk of porselein past in
elk interieur. Het laat zich
combineren met modern,
klassiek en antiek. Vooral
verzamelaars bezitten soms
hele collecties porseleinen
en aardewerken blikvan
gers. Ons vermaarde 'Delfts'
is ook in het buitenland bij
zonder populair.
door
Joke Vos
Echt antiek aardewerk is zeldzaam
en kostbaar. De mooiste stukken
staan overal ter wereld in diverse
musea, maar ook wanneer men een
hedendaags gefabriceerde echte
Delftse vaas, kandelaar of wand-
bordje koopt, moet daar een aardi
ge bedragje voor worden betaald.
Om misverstanden te voorkomen,
dit zijn niet de produkten die de
toeristen in de vele souvenierswin-
kels als 'Delfts blauw' krijgen aan
geboden.
Merkjes
Echt Delfts is gemerkt met een pot-
tetekentje; ook moeten de letter J
en de naam Delft er op te zien zijn.
Alleen met deze drie tekens is het
onvervalst Delfts.
Hoewel al in de late middeleeuwen
in de Nederlanden een grote be
drijvigheid was gegroeid in het
Tulpvaas een model dat in de 17e eeuw al werd gemaakt. Geheel rechts
op de foto de merkjes die op echt Delfts moeten staan. (foto gpd>
BINNENLAND BUITENLAND ECONOMIE
BONN (DPA) - De Duitse Bondsre
publiek heeft de laatste tijd te kam
pen met een ware 'invasie' van im
migranten, vluchtelingen en asie
laanvragers uit communistische
Oosteuropese landen. In 1987 kwa
men meer dan 100.000 mensen uit
de Sovjetunie, Polen, Tsjechoslo-
wakije en de Balkan-landen de
Bondsrepubliek binnen. Verreweg
de meesten van hen hebben Duitse
voorouders.
De Wetsduitse regering raakt
door deze ontwikkeling in een las
tig parket: aan de ene kant waar
deert zij het positief dat de regerin
gen in Oost-Europa meer onderda
nen van Duitse herkomst laten
emigreren, maar aan de andere
kant drukt de toestroom op de kas
sa's van de sociale dienst en op de
arbeidsmarkt, waar één op de tien
actieve Westduitsers (of 2,5 miljoen
personen) zonder baan is.
Iedereen is het erover eens dat de
Bondsrepubliek elke immigrant
van Duitse afstamming met open
armen moet opnemen. Maar bin
nen de regering komen langzamer
hand stemmen op om vluchtelin
gen uit Oost-Europa zonder Duitse
identiteit terug te sturen.
Tot nu toe krijgen burgers uit
communistische landen een voor
keursbehandeling: zij mogen blij
ven, ook al wijzen de autoriteiten
een verzoek om politiek asiel van
de hand. Dit heeft er toe geleid dat
vooral Polen in steeds groteren ge
tale naar de Bondsrepubliek ko
men. In 1987 vroegen meer dan
15.000 Polen, 1.500 mensen uit
Tsjechoslowakije en enkele hon
derden vluchtelingen uit andere
landen in Oost-Europa om asiel.
Massavluchten
Men schat dat duizenden ande
ren zonder aanmelding in de
Bondsrepubliek verblijven. Ook
daarbij gaat het vooral om Polen.
In de krantekoppen is herhaalde
lijk sprake van "massavluchten"
van Polen, die een vakantiereis per
veerboot van Gdansk naar Trave-
münde aangrijpen om in de Bonds
republiek van boord te gaan en de
terugtocht te laten voor wat die is.
In 1987 kwamen op deze manier
ongeveer 4.000 Polen definitief
naar de Bondsrepubliek.
Slechts enkelen van hen worden
als politiek vluchteling erkend,
maar zij hoeven in tegenstelling tot
Turken, Ghanezen en Srilankanen
niet bang te zijn voor uitwijzing. Li
berale politici in Bonn neigen naar
de gedachte dat dit uit de tijd van
de 'koude oorlog' daterende privi
lege afgeschaft moet worden. Al
leen degene die kan aantonen bloot
te staan aan vervolging zou aan
spraak kunnen maken op bescher
ming door de Duitse Bondsrepu
bliek.
Een uitzondering, waarover niet
snel een discussie zal ontstaan,
geldt voor de "emigranten" met
Duitse wortels. Onder hen zijn be
woners van de na de oorlog verlo
ren gegane Duitse gebieden in
Oost-Europa en de nakomelingen
van emigranten, die zich ooit in het
Russische rijk of op de Balkan ge
vestigd hadden. In 1987 lieten de
Oosteuropese landen in het kader
van een algehele liberalisering
86.000 mensen emigreren, die zich
beriepen op hun "Duitse bloed".
Meer dan de helft van hen kwam
uit Polen.
De Westduitse grondwet en de
lagere wetgeving garanderen aan
deze nieuwe immigranten de natio
naliteit van de Bondsrepubliek,
waarbij hun Duits-zijn blijkt uit af
stamming, taal, opvoeding en cul
tuur. Vandaag de dag is volgens de
ze strenge criteria een-derde van de
toestromenden niet meer "van
Duitse stam": velen hebben nooit
Duits gesproken of zij hebben de
taal verleerd. Maar de Westduitse
autoriteiten zijn grootmoedig en
vergemakkelijken de integratie
door middel van subsidies, goed
kope kredieten en andere sociale
voorzieningen.
PORT-AU-PRINCE Haïti heeft een nieuwe president in de persoon
van Leslie Manigat. De installatie gisteren werd door bijna geen enkele
hoge buitenlandse diplomaat bijgewoond vanwege de grootscheepse frau
de bij de verkiezingen op 17 januari. De vier belangrijkste leden van de
oppositie deden niet mee. Eerdere verkiezingen, waarvoor zij zich wel
kandidaat hadden gesteld, werden op 29 november vorig jaar afgelast na
bloedigs onlusten, die aan minstens 34 mensen het leven kostten. Aanhan
gers van de twee jaar geleden verdreven dictator Duvalier en soldaten
van luitenant-generaal Namphy, die sinds 1986 een overgangsbewind
leidde, maakten het stemmen onmogelijk. Namphy was zondag degene die
Manigat de presidentiële sjerp omhing. (foto ap)
AMSTERDAM Junks moeten
vaker worden veroordeeld tot het
ondergaan van een korte behande
ling. Dat zegt Roland Wolters van
het Amsterdamse Consultatiebu
reau voor Alcohol en Drugs (CAD).
"Korte behandelingen zijn zo afge
stemd op de problemen van ver
slaafden, dat ze in combinatie met
voldoende nazorg goede resultaten
opleveren", meent Wolters. Hij
staat volkomen achter het voorne
men van minister Korthals Altes
(justitie) en staatssecretaris Dees
(volksgezondheid) om op crimine
le verslaafden maximale druk uit
te oefenen om af te kicken.
door Wilma Borgman
Wanneer een verslaafde in aanra
king komt met Justitie, kan hij
worden veroordeeld tot gevange
nisstraf met een bijzondere voor
waarde. Die is meestal dat de ver
slaafde tweederde van zijn straf
uitzit in een huis van bewaring en
VEENENDAAL (GPD) - Met de
bereidheid van de Amrobank het
grootste deel van de gigantische
wolvoorraad van de Leidsche Wol
spinnerij in Veenendaal over te ne
men, is een van de belangrijkste
problemen van de onderneming
opgelost. Voorzitter De Zoete van
de ondernemingsraad denkt dat
hiermee een eerste stap naar een
constructieve oplossing voor het
bedrijf is gezet.
De Twentse hoogleraar Janssen,
die als adviseur van de OR het plan
heeft bedacht en de medewerking
de Amrobank heeft weten los
Nederlandse wolvoorraad, een
zware rentelast.
Daarnaast wil de Amro 2,5 mil
joen van de 25 miljoen gulden aan
vorderingen in aandelen omzetten.
De beide afspraken samen zorgen
ervoor dat de Leidsche Wol nog
over 10 miljoen gulden rente aan de
bank hoeft te betalen.
Het tweede gevaar vormen de
banden met de Nederlandse en
buitenlandse dochters. Janssen:
"Daar zijn veel Ogem-achtige
kruisverbanden bij. Die moeten we
dochter voor dochter bekijken.
Misschien zit er wel een bij die de
te krijgen, denkt dat een van dehele Leidsche Wol c
twee grote gevaren voor Leidsche
Wol nu is afgewend. De voorraad
werd zo groot toen Leidsche Wol
zich begin vorig jaar genoodzaakt
zag het failliete Van Schuppen
(Scheepjeswol) in Veenendaal over
te nemen. Later inkwam daar nog
eens de voorraad van Zareska in
Hengelo bij. Het bedrijf moet voor
komen dat teveel wol ineens op de
markt komt omdat de prijs dan te
sterk daalt. Daardoor betekende
die wol, 80 procent van de totale
kan ha
len".
Een kritische beschouwing is
ook een wens van de Amrobank.
Die wil bovendien meer informatie
over de vraag of het centrale maga
zijn in Veenendaal kan blijven en
of inderdaad rond de 75 werkne
mers in Veenendaal kunnen blij
ven werken.
Het welslagen van het reddings
plan is nu verder afhankelijk van
de verdere reorganisatie van het
bedrijf en van de bereidheid van
andere participanten hun geld in
Leidsche Wol te steken. Ook moet
de raad van commissarissen nog
zijn goedkeuring geven. In de ko
mende periode zou een bijstands
team de raad van commissarissen
moeten helpen. Janssen en enkele
van zijn Twentse collega's moeten
deel gaan uitmaken van dat team.
Ten slotte sluit Janssen niet uit
dat hij zelf in de toekomst presi
dent-commissaris wordt. Per se
hoeft dat niet van hem: "Ik speld
de commissariaten niet als speldjes
op mijn revers". De Veenendaalse
onderneming lijdt, naar schatting
van Janssen, op dit moment zo'n
miljoen gulden verlies per maand.
In het boekjaar '88/'89 zou het be
drijf geen verlies meer hoeven ma
ken terwijl het jaar erop een lichte
winst mogelijk moet zijn.
Leidsche Wol is niet het eerste
bedrijf waarmee Janssen, in het da
gelijks leven hoogleraar onderne
mingsrecht, zich bemoeit. Beginja
ren tachtig redde hij op verzoek
van de ondernemingsraad de Ne
derlandse Jute Industrie in Rijssen
van de ondergang. Janssen zelf is
er president-commissaris 'om op
het bedrijf te passen', zoals hij het
omschrijft. Ook de fietsenfabriek
Union in Nieuwleusen (voorheen)
Unikap en de beddenproducent
Auping in Deventer schakelden
Janssen in in moeilijke tijden. In
beide bedijven is hij nu nog presi
dent-commissaris. Bovendien is
hij president-commissaris van het
IBM-bedrijf Management Share in
Amsterdam en van enkele kleinere
bedrijven.
De problemen waarin Leidsche
Wol op dit moment verkeert, moe
ten overigens niet alleen in het be
drijf zelf gezocht worden. De wol
markt is al enkele jaren oververza
digd. De mode van het zelf breien
liep terug, zodat winkels en fabri
kanten met hun voorraden bleven
zitten. Dus dumpten de fabrikan
ten hun voorraad in het buiten
land. Maar Duitse fabrikanten de
den hetzelfde hier, en zo werd de si
tuatie steeds slechter en werden de
verliezen van Leidsche Wol steeds
groter.
de rest doorbrengt in een afkick-
kliniek voor een 24-uurs behande
ling. "Ik zou me ook goed kunnen
voorstellen dat zo'n bijzondere
voorwaarde inhoudt dat de ver
slaafde wordt verplicht zich in een
dagopvangcentrum te laten behan
delen", zegt Wolters. "Afhankelijk
van de omstandigheden zou je zelfs
kunnen besluiten junks te veroor
delen tot het volgen van een ambu
lante therapie, die zich beperkt tot
een paar uur per week".
Verslaafden die zijn veroordeeld
tot een behandeling, komen vrij
wel altijd terecht bij het CAD. De
amsterdamse justitie verwees er
vorig jaar ongeveer 2000 naar het
CAD. Die bekijkt samen met de
verslaafde welk programma het
best gevolgd kan worden. Meestal
komt de verslaafde eerst in een ont
wenningscentrum, waar in korte
tijd de lichamelijke afhankelijk
heid wordt bestreden.
Geestelijk
"Maar een verslaving is hoofdza
kelijk psychisch. De lichamelijke
afhankelijkheid is een factor die
het probleem van de verslaving in
gewikkelder maakt', zegt Wolters.
"De gevolgen daarvan zie je vooral
bij verslaafden die afkicken met
behulp van vervangende midde
len. De dosis wordt langzaam ver
minderd met 5 milligram. Die ver
mindering levert pas problemen op
als de verslaafde van 5 milligram
terug moet naar nul. De verslaving
heeft namelijk een belangrijke
functie in zijn leven. Je zou zelfs
kunnen zeggen dat alles draait
rond die verslaving en als die func
tie wegvalt verliest de junk ook een
gevoel van veiligheid", aldus Wol
ters. De meeste verslaafden gebrui
ken meer middelen dan alleen he
roïne. "Slaapmiddelen, cocaïne en
soft-drugs zijn een gebruikelijke
combinatie met heroïne".
Van de bij het CAD behandelde
junks zijn 85 procent mannen. Dat
betekent volgens Wolters dat man
nelijke verslaafden vaker met Jus
titie in aanraking komen dan hun
vrouwelijke lotgenoten, want in
Amsterdam is een kwart van de
junks vrouw. Omdat die veelal
worden onderhouden door ande
ren of in de prostitutie zitten, ko
men ze minder in aanraking met de
politie.
Druk
Om de problemen met drugsver
slaafden in de hoofdstad op te los
sen, zou de druk op verslaafden om
af te kicken groter moeten worden,
vindt Wolters. "Voorzieningen als
de methadonbus zorgen voor de
dagelijkse portie verdovende mid
delen. Dat neemt de prikkel om af
te kicken vöor een groot deel weg.
Ze zouden eisen moeten gaan stel
len aan verslaafden, bijvoorbeeld
dat ze naast methadon geen heroï
ne mogen gebruiken. Dat bijge-
bruik kan worden gecontroleerd
met urineonderzoek. Zulke eisen
zouden voor een groot aantal junks
de stimulans zijn om toch af te gaan
kicken".
De Amsterdamse GG&GD heeft
onlangs de resultaten bekend ge
maakt van een onderzoek naar de
groep verslaafden in de hoofdstad.
De gemiddelde leeftijd ligt nu aan
zienlijk hoger dan in 1981 toen het
onderzoek begon, rond de 30 jaar.
Er komen bijna geen nieuwe junks
bij die jonger zijn dan 21 jaar. De
bestaande groep verslaafden is
echter wel vaak al heel lang afhan
kelijk van de verdovende midde
len. "Daardoor zijn de problemen
van die groep drugsverslaafden in
gewikkelder dan zeven jaar gele
den. Ze zijn moeilijk te bereiken
voor de hulpverleners".
Inconsequent
Volgens Wolters handelt Justitie
vaak inconsequent. Als een ver
slaafde zich niet aan de afkick-af-
spraken doet, zet het CAD de be
handeling stop, maar Justitie doet
meestal niets met de melding daar
van. "Zo'n verslaafde moet eigen
lijk direct weer opgepakt worden.
Nu blijft hij vrij rondlopen en de
volgende keer is de maatregel van
de gevangenisstraf nauwelijks nog
serieus te nemen". Bovendien
vindt Wolters dat het niet'meer
mag voorkomen dat een verslaafde
na een aanhouding direct weer
wordt vrijgelaten.
Dat is volgens Wolters niet ge
heel toe te schrijven aan het grote
tekort aan cellen. "Er zijn genoeg
alternatieven voor gevangenis
straf. De mogelijkheid bestaat dat
een celstraf thuis wordt uitgezeten,
waarbij via de telefoon gecontro
leerd wordt of de gedetineerde in
derdaad thuis zit".