OEKEN 'Gemeenschap' oppervlakkig Over drie-sterren-hotels en honken voor zeelieden 'De aanklager': een indrukwekkend thrillerdebuut Verhalenbundels voor jongeren van wisselende kwaliteit De psychische koude van een ballingschap Hans Berghuis en Ovidius DONDERDAG 4 FEBRUARI 1988 In de beperking toont zich de meester, is algemeen het idee als we met kunstuitingen te maken hebben - ook als het om literatuur gaat. Met dat uitgangspunt voor ogen zou het literaire debuut van Ton Anbeek, Gemeenschap, voor een positieve waardering in aan merking komen. Het verhaal is be trekkelijk eenvoudig, in onopge smukte taal verteld. Socioloog Erik van Veen komt via zijn verliefdheid op Liza, een ge huwde studente, in contact met een godsdienstige sekte, het 'Her steld Evangelisch Zendingsver- bond'. Hij besluit zyn proefschrift te wijden aan deze 'gemeenschap' en hoewel aanvankelijk zijn enige drijfveer zijn hartstocht voor Liza is, raakt hij gaandeweg en sluipen derwijs steeds inniger betrokken bij de sekte en de onderlinge band der gelovigen. Zozeer dat hij zich tijdens zijn promotie moet inhou den zijn sympathie voor de sekte en haar Profeet niet luidkeels te be lijden. Hij maakt indruk op het hoogge leerde gezelschap door hen voor te houden dat de Ware leider alleen dan volstrekt kan heersen over zijn volgelingen, als hij macht heeft over hun dromen. "Erik besefte dat hii iets gezegd J. C. Bloem eeuw geleden geboren De dichter J.C. Bloem werd in 1887 geboren. Naar aanleiding van diens honderdste verjaardag hield Wiel Kusters enige tijd geleden zes korte beschouwingen voor de ra dio. Aangevuld met drie andere zijn ze nu gebundeld onder de titel 'Dit lege hart'. Bloem is een typische citaten- dichter, voornamelijk bekend door een aantal 'pasklare' regels voor ge legenheden, stelt Camiel Hamans in zijn nawoord. Ook in de interpre tatie zijn allerlei clichés geslopen, voegt hij daar terecht aan toe. Min der juist is Haman's opmerking dat Kusters zich 'los van de traditione le interpretatie' met Bloems werk heeft beziggehouden. Uiteraard kent Kusters de traditie, maar hij kan zich er in een aantal opzichten niet in vinden. Zo komt hij in zijn typering van Bloems werk uit op de dood als voltooiing van het le ven, in plaats van 'het heimwee naar een bovenaardse vervulling*. Het aardigst is de manier waarop Kusters passages van Bloem verge lijkt met het werk van andere dich ters. Vroegere, onder wie Hölderlin en Hélène Swarth zowel als latere Cees Nooteboom en Ed Leeflang. Juist hierdoor wordt Kusters nieu we interpretatie zowel interessant als aannemelijk. AUGUST HANS DEN BOEF 'Dit lege hart'. Over J.C. Bloem, Wiel Kusters. Uitgeverij Gerards Schreurs. 20,-. ADVERTENTIE BOEKHANDEL KOOYKER Nieuwe Rijn 13,15,16 2312 JC Leiden Academisch Ziekenhuis Leidse Plein Hoe zorgvuldig worden verhalen bundels samengesteld? Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat sommige bundels maar in elkaar worden geflanst. Iemand bedenkt een overkoepelend thema, bena dert links en rechts wat auteurs uit het fonds voor een bijdrage of put uit eerder verschenen werk. Het re sultaat is een geheel samengesteld onder het motto 'God zegene de greep'. Het passen van verhalen binnen het kader is het belangrijk ste, de kwaliteit is ondergeschikt. Ligt dit aan het onderwerp? Nee, denk ik, als ik kijk naar twee on langs verschenen .bundels voor jongeren over 'reizen' en met 'echt gebeurde verhalen'. Interessante gegevens waar heel wat van te ma ken valt. Hoe verschillend heeft dit uitgepakt. Allereerst 'Dit is echt gebeurd'. Uitgever Van Goor heeft een aantal had dat de aanwezigen raakte on der de huid. Ja, dat hij zelf op dat moment door die mysterieuze macht werd bezeten. Hij zou nu door kunnen gaan, de gemeente voorhouden dat ze verkeerd leef den, hun tijd verbeuzelden met ijdele kibbelarijen. Wat betekende eigenlijk deze verkleedpartij waar bij volwassen mannen zich in lan ge, zwarte jurken hulden en een fluwelen pet opzetten? En met al lerlei standaardfrasen iets opvoer den dat niets meer inhield dan het traditionele ontgroeningsritueel van een studentenvereniging?" (p. 163) Dergelijke semi-religieuze bespie gelingen beheersen een groot deel van het boek en zijn te taai om het boek vaart te geven, ondanks het niet onvermakelijke optreden van de typetjes Hoornweg en Jansoni- us, Eriks twee promotors, die el kaar absoluut niet kunnen zetten. Er valt nog meer kritiek te leveren op de 'flat characters', die de auteur in zijn boek neerzet. De titel van het boek slaat niet al leen op de 'gemeenschap' der gelo vigen, maar ook op de seksuele 'ge meenschap' die Erik en Liza vol Enkele jaren geleden vond ik op een rommelmarkt een zeer curieus boekje. De titel: 'Histoire anecdoti- que des Hotels de France'. Toen ik er eenmaal in begon te lezen, kon ik niet meer ophouden. Het werkje bevatte een schat aan verrukkelij ke anekdotes over het leven in ho tels in Frankrijk, en dit dan vooral 'toegespitst op de belevenissen van beroemde kunstenaars die verble ven in deze hotels. Een van de aardigste verhaaltjes ging over de schrijver Marcel Proust, die altijd in de Ritz in Parijs logeerde. Hij bestond het om van een kelner honderd francs te lenen en deze daarna weer aan hem terug te geven met de woorden: 'Hou ze. Ze zijn van jou. Voor je goede dien sten'. Een anekdote van dit kaliber heb ik in Rudie Kagie's boek 'Hotelle ven' niet aangetroffen. Maar bij hem ligt de nadruk dan ook niet op beroemde gasten. Nee, hij heeft een staalkaartje willen geven van het Nederlandse en Belgische ho telbestand. Dat hij af en toe een be roemde gast op zijn weg tegen kwam moet als meegenomen wor den beschouwd. Maar het gaat Ka- gie toch vooral om het wel en wee van hotels in het algemeen. Een van de dingen die in zijn boek opvalt is dat vrijwel alle hotel- Het klinkt als een door de public- relationafdeling verzonnen ver kooppraatje maar in dit geval ben ik geneigd het te geloven. Ik kan mij althans voorstellen dat Ameri kaanse uitgevers stevig tegen el kaar hebben opgeboden om Scott Turows eerste boek 'De aanklager' ('Presumed innocent') in handen te krijgen: een intelligent verteld ver haal met een perfect opgebouwd plot en een verrassende ontkno ping. Farrar, Straus and Giroux - nor maal meer geïntereseerd in Itali aanse literatuur dan in thrillers - zou ten slotte aan het langste eind hebben getrokken, niet omdat zij het hoogste bod uitbrachten maar omdat deze literaire uitgeverij de voorkeur van de schrijver had. Die kwam trouwens toch wel aan zijn trekken: de pocketrechten brach ten drie miljoen dollar op en Sid ney Pollack betaalde nog eens een miljoen voor de filmrechten. Scott Turow was eens zelf open baar aanklager in Chicago, nu is hij medefirmant van een advocaten kantoor in dezelfde stad. Door zijn grote kennis van zaken in de Ame rikaanse rechtsgang was het hem mogelijk een trefzekere thriller op te bouwen rondom de openbaar aanklager Rusty Sabich, die wordt belast met het onderzoek naar de moord op zijn ex-collega en gelief de, maar tot zijn verbijstering in de verdachtenbank terecht komt. Turow laat de man zelf zijn ge schiedenis vertellen. auteurs van jeugdboeken gevraagd 'onmogelijke maar ware' gebeurte nissen uit hun eigen leven op te schrijven. Een leuk idee, dat een gevarieerde bundel heeft opgele verd. De onderwerpen zijn zeer uit eenlopend en bieden 'voor elk wat wils'. Henk Barnard komt met een se rieus verhaal over een pindaman netje (het opkomen voor rninder- heden zat er al vroeg in), Mies Bouhuys over een heimelijk en angstig tochtje met een schuit. Wim Hofman brengt een wrang verhaal over een Bram en zijn nieu we fiets: 'toen was er dat afgrijselij ke lawaai van de trein, het geloei en het gepiep van over ijzer schuren de wielen'. Soms kun je je niet aan de indruk onttrekken dat een en ander is aan gedikt, zoals het verhaal van Lily van der Velde over een meisje dat hartstocht beleven. Er wordt ge wipt dat het een aard heeft, zonder dat er iets definitief moois uit kan groeien, wapt Liza is getrouwd. Het gaat haar, als ik het wel heb, om de avontuurlijke seks en niet om het vervangen van de ene echt genoot door de andere. De zeer voorspelbare afloop zal ik niet verklappen, behalve dat ze zich op Bouquet-niveau beweegt, terwijl de karakters, zowel van Erik als Liza, volstrekt tweedimen- sioneel blijven - zo plat als een dub beltje. Als de relatie definitief dreigt mis te lopen tenslotte, besluit de merk waardige held van deze geschiede nis zich opeens aan een seksadver- tentie/avontuurtje over te geven. Dat leidt tot een hoogst wonderlijk intermezzo, waarvan de band met de rest van het verhaal mij nogal ontgaat. Door de beheerste vertel trant weet Anbeek inderdaad alle overbodige franje en verkeerde overdaad te vermijden, maar het oppervlakkige van de thematiek en de gebrekkige diepgang in de uit werking der personages onthou den Gemeenschap elke literaire meerwaarde. Veel gewip en weinig eigenaren zich zeer toegewijd to nen in de uitoefening van hun vak. Velen lijken hun hotel te zien als een uitbreiding van hun eigen huis. En niet alleen de eigenaren koesteren een grote liefde voor hun hotels. Ook het personeel doet dat. Ik denk dat men in het Nederland se bedrijfsleven niet veel werkne mers tegenkomt die met zoveel warmte spreken over hun werk plek. Bloei en verval - het zijn de sleu telwoorden die welhaast in elke re ceptie lijken te hangen. Het gaat een tijd ergens goed en dan opeens - men weet vaak niet waardoor - komt de klad erin. In het zeelieden- honk Nanking in Katendrecht weet men wel hoe dat komt. De ex- eigenaar, een Chinees, wijt het aan het verlopen van het rosse leven in de buurt. Maar, als is de straatpros- titutie dan teruggedrongen, in zijn hotel zitten nu toch wel mooi enke le 'mokkeltjes'. Een van de ontroerendste verha len is dat over het zeer oude hotel 'De Draak' in Bergen op Zoom. Van Agt schijnt daar in de winter dag nog eens zijn jas te hebben uit getrokken om deze over de ver kleumde schouders van een zwan gere vrouw te hangen. Wanneer de zaak door een scheiding van de twee echtelieden die het bewind Zelden ben ik zo'n indrukwek kend thrillerdebuut tegengeko men. Op uiterst indringende wijze wordt een beeld geschetst van het ingewikkeld functioneren van de Amerikaanse rechtspraak, die zo sterk verschilt van de hier gebrui kelijke gang van zaken. Van alle kanten wordt juridisch theater op gevoerd om de personen op de ju- rybanken van schuld of onschuld te overtuigen. De mens is volko men ondergeschikt aan de geschre ven en ongeschreven spelregels van het juridische steekspel, dat weliswaar boeiende boeken en te levisiestukken oplevert, maar al te gemakkelijk zwaar gewonden ach terlaat. Intelligent en bewogen bouwt Turow zo het fascinerende decor op, waartegen de sympathieke Rusty Sabich dreigt te worden ge vonnist voor een niet begane mis daad. Maar vele aanwijzingen wij zen in zijn richting. Hij heeft langs t het buitenechtelijke liefdespad de nodige sporen achtergelaten, die als een boemerang op zijn hoofd te recht dreigen te komen. Want al moet in het Amerikaanse rechtssysteem worden uitgegaan van de onschuld van de verdachte, als zijn relatie met de vermoorde bekend zou worden zou nagenoeg niets hem meer kunnen helpen. Maar de gewiekste advocaat Sandy Stern weet die waarheid te verbloe men. Op weg naar een verrassende opknoping. In grote lijnen lijkt het op een af levering van de televisieserie Mat in bezit wordt genomen door een rondwarende schim die haar over leden moeder blijkt te zijn. Imme Dros (een schrijfster met een fraaie stijl) levert de sterkste bijdrage met haar prachtige verhaal over ver liefdheid. Frank Herzen komt met een Jan Wolkers-achtig verhaal over een zwakzinnige jongen. Kortom: niet alles is even boeiend, maar op zijn minst onderhoudend voor lezers vanaf 10 jaar. Veel minder geslaagd is 'Tien x op reis'. Ooit een aardig initiatief van uitgever Holkema en Waren- dorf om tien auteurs over een be paald onderwerp te laten schrijven. 'Woede, verliefdheid, ruzie, horror' zijn enkele thema's uit het verle den. Dit keer is gekozen voor 'rei zen'. Het eindresultaat is jammer lijk. De bundel bevat volstrekt onin teressante bijdragen. De enigen die wol, achteraf. Dat overdaad niettemin nog ernsti ger schaadt, blijkt wel uit Begeerte van Peier Klaassen, een andere de butant. Het begint al met de flap tekst. Niet te geloven dat een uitge verij een nieuw, beginnend acteur denkt te kunnen opstoten in de slakkegang van ons literaire volkje met een gebruik als: "Een indruk wekkend debuut! Een auteur die niet alleen het talent maar ook de onverzettelijkheid bezit om meteen een meesterwerk af te leve ren!" Zelfs als komische overdrij ving is dergelijk geschetter dode lijk. Begeerte bevat het vrouwbeluste leven van de jeugdige Cock, die er maar niet in slaagt tot een bevredi gende relatie te komen met wie dan ook. "In explosieve zinnen en met een indringende verbeeldings kracht weet deze auteur het bo demloos verlangen op te roepen waar ieder mens in zijn ontwikke ling naar duurzame relaties mee heeft geworsteld", weet de flap tekst. Allemaal leugens en bedrog. De au teur ratelt er als een bezetene op los, een diarree van woorden pro- voeren als een kaartenhuis in el kaar dreigt te storten, blijkt de ei genaresse alleen nog maar in staat om in rijmvorm met het personeel te communiceren. Alsof ze wilde dat tenminste de zinnen nog bij el kaar bleven. Een zeer curieuze reportage is die over het anti-alcoholhotel 'At lanta' in Enschede, waar een gevel steen met de tekst 'Weest nuchte- ren' is ingemetseld. Geen druppel alcohol is er in dit hotel te beken nen. Wanneer de eigenaar ziet dat iemand een fles jenever mee naar zijn kamer smokkelt, zet hij eigen handig zijn koffers buiten de deur. Het verhaal is met een gouden pen netje en veel gevoel voor het spre kende detail door Kagie opgete kend. Ik schrijf nu wel telkens: ver haal, maar eigenlijk zijn deze, in het NRC-Handelsblad verschenen, stukken van Kagie reportages. Maar ze zijn met zoveel stilistisch vernuft geschreven dat hier de scheidslijn tussen journalistiek en literatuur vervaagt. Alweer een te ken dat de krant steeds meer de functie van het literaire tijdschrift gaat overnemen. CEES VAN HOORE Hotelleven, Rudie Kagie, Veen uitgevers, Utrecht/Antwerpen. lock. Ook is Scott Turow niet vrij te pleiten van commerciële effecten. Maar daarnaast graaft hij diep in de menselijke relaties en geeft hij een scherpzinnige gerechtelijke analy se, waarin hij op bijna verbijsteren de wijze het manipuleren met de waarheid aantoont. Het boek boei de mij van het begin tot het einde. Amerikaans ego David Aaron" heeft een thriller geschreven waarin het Witte Huis een telefoontje krijgt dat een grote stad met een gestolen Amerikaans kernwapen zal worden wegge vaagd. David Aaron is niet de eerste de beste. Hij behoorde jarenlang tot de staf van het Witte Huis. Hij was belast met diverse veiligheidsta ken en was een van de topmensen in de Nationale Veiligheidsraad. Hij was ook lid van een door de Se naat ingestelde onderzoekscom missie voor het inlichtingenwerk. Als hij - weliswaar in een gefin geerde thriller - beschrijft hoe moeilijk het is het logge bureaucra tische staatsapparaat op gang te krijgen om het gevaar te bezweren, dan kan dat niet op louter fictie be rusten. De namen van de vele 'vor sten' en 'vorstjes' in de verschillen de staatsdomeinen mag hij uit zijn duim hebben gezogen, de figuren natuurlijk niet. Hij zal ze bij bosjes zijn tegengekomen, de mannen en vrouwen die meer uit zijn op het veilig stellen van het eigen aanzien dan op het beschermen van de be langen van gewone boeren, bur- boven de middelmaat uitsteken zijn (wederom) Imme Dros die het thema op originele wijze uitwerkt en de bijdrage van Wim Hofman. De overige vertellingen zijn voor namelijk reisverslagjes: langdra dig, saai, fantasieloos. In een enkel geval aardig (Annet Niterink) of zelfs verrassend (Pieter Roelse). Het vertelniveau is heel wisselend: sommige verhalen zijn bedoeld voor boven de twaalf, andere voor kinderen van een jaar of tien. Een onevenwichtig geheel, dat maar snel vergeten moet worden. Sjoerd Kuyper Tot slot een verhalenbundel van één auteur, 'De ogen van het paard' van Sjoerd Kuyper. Kuyper is een tamelijk eigenzinnig auteur met een poëtische, fantasievolle inslag. In deze bundel 'sterke verhalen' speelt hij een spel met fantasie en werkelijkheid. Dat levert mooie ducerend, en een onsmakelijke stoet van karikaturaal getekende vrouwen. Een uiterst mal boek, vol kwajongenspraat van een klets- "Een heroïsche daad stellen, het onbekende exploreren, witte vlek ken in kaart brengen, op zoek gaan naar een thuis ver van huis, gehoor geven aan de zucht naar het exorbi tante, een bevrijdende daad stellen grootse prestaties leveren, exoti sche oorden aandoen, de Mount Everest bedwingen, over het Nauw van Calais zwemmen, het wereld record paalzitten verbeteren, drie, vier keer achtereen de marathon lopen, overwinteren op Nova Zem- bla, spitsroeden lopen, levend be graven worden, in vreemde krijgs dienst treden, je bij revolutionai ren, extremisten, opstandelingen of anarchisten aansluiten;" (p. 124). Maar gewoon een goed boek schrij ven is andere koek. Misschien dat de schrijver na al die bovenge noemde activiteiten verricht te hebben, voldoende zal zijn gekal meerd om het nog eens te probe- ROB VOOREN Gemeenschap, Ton Anbeek. Uitg. De Arbeiderspers, 29,50 Begeerte, Peter Klaassen. Uitg. Ad. Donker 24,90 gers en buitenlui. De egotrippers, die niet verder kunnen denken dan tot de volgende verkiezingen. Aarons bedenksel is niet zo bijs ter origineel. Een door ontslag ge- frusteerde figuur ziet kans een kernwapen te stelen, chanteert daarmee het Witte Huis en de rechtschapen president roept een eens in ongenade gevallen geheim agent terug van de drank en vrou wen om de snoodaard op te sporen en de bom onschadelijk te maken. Het ligt voor de hand dat hem dat lukt. Minder voor de hand liggend is de chaos die niet alleen in Was hington maar ook in Moskou ont staat en de verbeten tegenwerking van Amerikaanse politici, die niets anders voor ogen hebben dan het consolideren of zo mogelijk nog versterken van hun eigen machts positie. Maar deze randverschijn selen geven een aparte dimensie aan Aarons boek en tillen het uit boven de gewone thrillers. Onzichtbaar De bizarre beelden van een kos tuum zonder inhoud en in de lucht zwevende hoed zijn vandaag de dag nog gebrand op het netvlies van degenen die meer dan een hal ve eeuw geleden de film van de on zichtbare man hebben gezien. H.G- .Wells' fantasie over een gekke ge leerde die zichzelf onzichtbaar maakte deed het prima, ook op het witte doek. In de literatuur is de onzichtbare verhalen op, die voor iedereen van af 12 jaar aantrekkelijk zijn Het titelverhaal gaat over de lief de van een mijnwerkerspaard voor een jongen die zo ver gaat dat, als het kind bedolven wordt, het paard zich tot de dood toe inspant om hem te bevrijden. Het stervend paard kijkt het kind in de ogen, die blik zal de jongen zijn hele leven achtervolgen. 'De kindermoord van Brielle' verhaalt over een wie lerwedstrijd midden in de winter die uitloopt op een moordpartij. 'Een nieuw oog' is uiterst bizar (maar wel leuk). Meest fascineren de verhaal is 'Een jongen van nege nenzeventig jaar': een fotograaf mijmert over de mooiste foto die hij kent. Kuyper balanceert voortdurend op de grens van fantasie en werke lijkheid en doet dat op een heel ori ginele manier. Zijn verhalen begin- In het jaar 8 na Christus werd de Latijnse dichter Ovidius, toen vijf tig jaar oud, om onduidelijke rede nen door keizer Augustus verban nen naar Tomi, het huidige Roe meense Constanta, toen een stad aan de rand van het Romeinse im perium, aan de westkust van de Zwarte Zee. Vrouw, kinderen en bezittingen moest de dichter in Ro me achterlaten. Ovidius vond deze verbanning verschrikkelijk, ook vanwege het feit dat hij diep was gehecht aan het culturele en kosmopolitische klimaat van het wereldcentrum Rome. Hij moest nu leven in een niet onbelangrijke provinciestad met een minder aangenaam kli maat, waar de heersende voertaal Grieks was. man nu weer teruggekeerd. Wells' opvolger - een 45-jarige Ameri kaanse zakenman die onder het pseudoniem Harry F. Saint debu teert - heeft echter een andere in valshoek gekozen. In de ik-vorm beschrijft hij de belevenissen van een brave borst die bij een mysteri euze ontploffing in een laboratori um plotseling onzichtbaar wordt. De aanvankelijke schrik moet al snel plaats maken voor kil raffine ment als de man merkt dat de auto riteiten kost wat kost willen voor komen dat de zaak uitlekt. Uiteraard waren de filmrechten van deze debuutthriller snel ver kocht. De ervaringen van een on zichtbare man die alleen is te plaat sen door een afdruk in het vloer kleed of het opengaan van een deur zullen opnieuw spectaculaire film beelden kunnen opleveren. Maar hoe treffend ook, zij zullen nauwelijks recht kunnen doen aan het menselijke verhaal van Harry F. Saint over de wanhoop, de een zaamheid en pure paniek van het slachtoffer, die zonder uitzicht op een menswaardig bestaan (on danks de curieuze liefde van een vrouw) altijd voor de nooit aflaten de jagers op de vlucht zal moeten zijn. KOOS POST 'De aanklager' door Scott Turow. Verschenen bij Luitingh. prijs 32,50. 'Alarmfase rood' door David Aaron. Verschenen bij De Boekerij, prijs ƒ27,50. 'Herinneringen van een onzichtba re man', Harry F. Saint, uitg. Bruna, 32,50. nen vrij normaal maar worden gaandeweg steeds fantasievoller, tot in het absurde toe. Hier en daar verloopt de overgang van werke lijkheid naar fantasie wat stroef. Kuyper wil soms te veel van het goede en vervalt in mooischrijverij. Dat is jammer, want zinloze ver fraaiingen hebben zijn verhalen volstrekt niet nodig. De sterke beelden die hij oproept spreken voor zichzelf. MARGOT KLOMPMAKER Dit is echt gebeurd, verhalen, uitg. Van Goor; Tien x op reis, verhalen, uitg. Holkema en Warendorf; De ogen van het paard, Sjoerd Kuyper, uitg. Bert Bakker. Vanaf het begin van zijn balling schap schreef Ovidius brieven naar Rome met de bedoeling om indi rect keizer Augustug ervan te over tuigen dat de verbanning moest worden beëindigd. Deze brieven gaf hij de vorm van elegieën, klaag zangen. Ze werden gebundeld tot Tristium Libri V (vijf boeken met droefgeestige gedichten), in de wandeling Tristia genaamd. De brieven ontstonden tussen het jaar 8 en 12. Eens per jaar zond Ovidius een boek ter publikatie naar Rome. Het heeft niet mogen baten: in het jaar 18 stief Ovidius in Tomi. Tristia draagt de sporen van Ovi dius' intenties: leven en werk van de dichter worden gerechtvaar digd; het wonen in Rome wordt op gehemeld; de toestanden in Tomi juist zwartgallig als barbaars be schreven. Ook wordt het verlies van het directe contact met het pu bliek en de achteruitgang van de poëtische creativiteit benadrukt. In zoverre terecht dat Ovidius door de eeuwen heen beroemder is ge weest om zijn Metamorfoses (Ver anderingen van gedaante) en Ars amatoria (De kunst der vrijage) dan door Tristia of het vervolg daarop Epistulae ex Ponto (Brieven van de Zwarte Zee). Beide laatste boeken zijn voorzover ik weet ook nooit in het Nederlands vertaald. De vierenzestigjarige dichter Hans Berghuis, die in 1986 op nieuw debuteerde met Plaatsen van onherbergzaamheid. - met ook al veel citaten uit de klassieke oudheid - heeft nieuwe inspiratie gevonden in de Tristia en Epistulae ex Ponto. Hij publiceerde Een win ter in Tomi, met als hoofdpersoon O., een passende afkorting voor de dichter-delinquent. Berghuis heeft veel aan O. te danken: de composi tie en de thematiek van de bundel, stukjes Tristia in vertaling, talrijke Ovidiaanse zinsneden maar anders gemonteerd, Romeinse namen zoals het in onbruik geraakte 'His- ter' voor 'Donau'. Berghuis' ge dichten zijn als het ware Ovidius- montages met aanvullende tek sten. Maar er zijn belangrijke verschil len. Allereerst wat de vorm betreft: de versificatie van Berghuis blijft achter bij die van Ovidius. Beide dichters schrijven weliswaar rijm loze verzen, maar andere poëtische middelen zoals metrum, alliteratie en assonantie worden door Berg huis minder vaak en minder sub tiel aangewend dan door Ovidius. De poëtische kwaliteit van Berg huis' eerste regel "Een dichter zon der lied en lier verlaat het huis" vinden we verderop te weinig te rug. Berghuis' montage blijkt een proza-achtige montage van poë tisch materiaal van tweeduizend jaar geleden. In de tweede plaats is er verschil in intentie: Berghuis heeft natuur lijk niet de bedoeling om wie dan ook over te halen om Ovidius' bal lingschap op te heffen. Daarom ontbreekt bv. een rechtvaardiging van leven en werk van O. en een po sitief beeld van het culturele cen trum Rome als tegenbeeld van de cultuurloze provinciestad. Een derde verschil is de culturele con text. Een belezen Romein zou geen moeite hebben met de overvloed aan klassieke en mythologische toespelingen. Maar een Nederlan der van nu moet wel een zeer goede klassieke opleiding hebben gehad om deze gedichten zonder veel op- zoekerij te kunnen begrijpen. Ten slotte zijn de teksten van Berghuis aanzienlijk korter dan die van Ovi dius. De zeventien gedichten van Een winter in Tomi beschrijven essen tiële aspecten van Ovidius' balling schap: van het vertrek uit Rome tot aan de crematie van de dichter, van de reis over de Griekse zeeën tot aan het verblijf in het onherbergza me maar niet onhartelijke Tomi, van het vieren van zijn verjaardag tot aan de visvangst en de jacht van de 'barbaren', van herinneringen aan zijn vader en zijn dochter tot aan het weer ophalen van de mythe van de tocht der Argonauten over de Zwarte Zee, van zijn heimwee naar het Latijn tot aan de inburge ring in Tomi. Zeventien gedichten over tien jaar leven in een stad, ver van de plaats waar je het liefste bent. De ti tel Een winter in Tomi duidt dan ook niet op één van de tien winters, maar op het gevoel van psychische koude dat het gevolg is van balling schap én op het levensseizoen van Ovidius: de winter van zijn leven. Dank zij Ovidius, maar ook dank zij Berghuis is Een winter in Tomi een goede bundel geworden. Want de versificatie van Berghuis mag tekortschieten, zijn stijl is krachtig en dwingend en zijn visie doet hem essentiële en relevante elementen selecteren en monteren. Het sterke slotgedicht, over de crematie van Ovidius, is geheel en al het werk van Berghuis zelf. Kortom, Berg huis lijkt mij de juiste man om Tris tia en Epistulae ex Ponto nu einde lijk eens in Nederlandse proza over te zetten. CHRISTLAAN VISSER Een winter in Tomi, Hans Berghuis. Uitgeverij Qucrido; 17,50. Rendez-vous-hotel 'Unique', plek waar de deur altijd op een kier staat voor de herenliefde. (foto pr)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 9