Een landrot aan boord van de Abel Tasman
'Veel werknemers komen bij prestatiebeloning bedrogen uit'
Leidse studente doet mee
aan reis om de wereld
Nederlandse jongeren doen unieke ervaring op in jubilerend Australië
Van Le ar
ZATERDAG 30 JANUARI 1988
PAGINA 23
Op nieuwjaarsmorgen, om 0.01 uur,
begon in Australië de viering van de
Bicentenial, Afgelopen dinsdag was
het op de kop af 200 jaar geleden dat
Australië toen nog Terra Incogni
ta Australis (het onbekende Zuid-
land) door kapitein Philip tot En
gels grondgebied werd verklaard.
Daarvoor hadden overigens al talloze
zeevaarders een ontdekkingsreis naar
het zuidelijkste continent gemaakt. On
der hen bevond zich ook de Nederlander
Abel Jansz. Tasman.
In 1642 zond de gouverneur-generaal
van de Verenigde Oostindische Com
pagnie, Van Diemen, Abel Tasman op
expeditie. Aan de eerdere verkennings
tochten rond Nieuw-Holland moest naar
de mening van Van Diemen een vervolg
worden gegeven.
Tasman en diens cartograaf Visscher
zeilden met twee schepen de Heems
kerk en de Zeehaan vanuit Batavia
eerst naar Mauritius. Vandaaruit zeilden
ze naar het diepe zuiden, zonder overi
gens het mysterieuze Zuidland te vin
den.
Het keerpunt van hun tocht lag op 49
graden zuiderbreedte; daar besloten
Tasman en Visscher koers te zetten
naar het Noordoosten. Op 24 november
1642 verkenden Tasman en zijn carto
graaf onbekend land. Niet alleen brach
ten ze daarvan de westkust, de zuidkust
en de oostkust in kaart, ze gaven het ook
de naam Van Diemensland. Als een eer
bewijs aan Tasman werd dat later omge
doopt tot Tasmanië.
Het was Tasman niet vergund ook
Australië te ontdekken. Maar zijn expe
dities naar onder meer Tasmanië hebben
er zeker toe bijgedragen dat 146 jaar na
derhand de eerste stappen op dat conti
nent werden gezet.
Inhoud
De Australiërs herdenken dat feit elk
jaar op Australia Day. Vooral in Sydney
zal aan deze nationale feestdag meer dan
ooit inhoud worden gegeven. Zeilsche
pen vanuit de hele wereld zullen deelne
men aan een van de grootste zeilevene-
menten die ooit in de Australische wate
ren zijn gehouden, aan de 'Tall Ships
Australia 1988'.
Vanwege de historische banden met
Nederland -r denk maar aan Abel
Tasman heeft de organisatie de STAN
(Sail Training Association the Nether
lands) uitgenodigd. Voor de STAN was
dat reden genoeg om de SAT (Stichting
Abel Tasman) in het leven geroepen.
Niet minder dan 12.000 jongeren reageer
den op de oproep in hetTros-programma
'de Eerste de Beste'; in december 1986
sloot de aanmeldingstermijn.
Uiteindelijk zijn er 99 jongeren tussen
de 16 en 25 jaar uitverkoren om een etap
pe mee te maken van de reis om de we
reld (onderverdeeld in negen etappes;
het vertrek was op 22 juni 1987 in Delf
zijl). Er werd geselecteerd op motivatie,
op inzet en teamgeest. De kandidaat
deelnemers werd bovendien de vraag ge
steld hoe ze dachten hun reis te financie-
Op 7 december ben ik, studente psy
chologie in Leiden, in het gezelschap van
tien jongeren naar Perth afgereisd om
me als deelneemster aan de vierde etap
pe in te schepen op de 'Abel Tasman'.
Met enkele busjes reden we die maan
dagmorgen vanaf het Centraal Station in
Den Haag richting Zeebrugge. Met de
ferry zijn we overgestoken naar Dover,
van waar koers werd gezet richting vlieg
veld Heathrow nabij Londen.
Na ongeveer 25 uur vliegen landde de
volle Boeing 747 in Perth. Datum en tijd:
9 december om 3.15 uur. Direct al wer
den we getroffen door het weidse land
schap, door de grootsheid van dit land,
door de geur van de Eucalyptusbomen.
Aandacht
In de haven van Fremantlle had de af
lossing van de bemanning plaats. De ver
halen van de afzwaaiers moedigden ons
eens te meer aan tot een verblijf op de
'Abel Tasman'. Tall Ships uit landen als
Polen, Westduitsland, Engeland, Nieuw-
Zeeland. India etc. lagen in de haven af
gemeerd. Ons schip kreeg veel aandacht
van de pers en van vele duizenden bezoe
kers.
Tweehonderd jaar geleden werd Australië ontdekt. Ter gelegenheid van
dat jubileum werd een groots zeilevenement georganiseeerd, waaraan
schepen uit de hele wereld deelnamen. Vanuit Delfzijl voer de Abel
Tasman op 22 juni 1987 uit voor een zeezeilreis naar Perth vice versa.
Een trip die, verdeeld over negen etappes, in totaal 411 dagen vergt.
Negenennegentig Nederlandse jongeren werden ervoor geselecteerd,
van wie er elf deelnamen aan de vierde etappe in het feestende
Australië. Onder hen de Leidse studente Pascalle van der Hurk, die
bijgaand verslag doet van haar verblijf op de Abel Tasman. Het zeilschip
kwam onlangs overigens in het nieuws. In de haven van Hobart werd het
op 13 januari geramd door een schip uit Ecuador. Bij de aanvaring
raakten twee bemanningsleden licht gewond. Het schip moest worden
gerepareerd, maar is inmiddels weer in de vaart.
door Pascalle van der Hurk
r Pascalle van der Hurk aan het roer van de Abel Tasman.
Nadat we talloze recepties hadden af
gelopen en hadden voldaan aan andere
verplichtingen, was het hoog tijd gewor
den om de eerste instructies met het oog
op de reis door te nemen. Dat was bittere
noodzaak, want de meesten van ons had
den in het geheel geen zeezeil-ervaring.
Zelf had ik wel op de Nederlandse bin
nenwateren gezeild, maar dat is niet te
vergelijken met een zeezeilreis op Ber
muda Schoener met een lengte van 23
meter, een breedte van 5 meter, een diep
te van 28 meter en een zeiloppervlak van
300 vierkante meter.
Tijdens de taakverdeling werd ik be
noemd tot proviandmeester. Mij werden
de volgende werkzaamheden toever
trouwd: menu's samenstellen, inkopen
doen, de voorraden registreren en op
slaan.
Mij bleek al gauw dat dit bepaald geen
eenvoudig karwei was. Bedorven voed
sel aan boord van een schip staat zo on
geveer gelijk aan een ramp die te allen tij
de voorkomen moet worden. Maar aan
gezien een schip altijd vochtig is, is de
houdbaarheid van verse groente en fruit
beperkt. Bovendien was het op volle zee
vervelend te moeten constateren dat er
geen kaas aan boord was. En dat na drie
uur winkelen in de supermarkt. Ik had
dus een boodschappenkar over het
hoofd gezien.
Op 11 december vertrokken we in een
Parade of Sail uit Fremantle, uitge
zwaaid door duizenden mensen en geë
scorteerd door plezierboten, kleine zeil
jachten en helikopters.
De reisroute beloofde ons ruige stuk
ken zee. De passage van Kaap Leeuwin
geldt in kringen van zeezeilers als een
lastige, vergelijkbaar met Kaap de Goe
de Hoop. Bij Kaap Leeuwin komen twee
oceanen samen. Als gevolg daarvan is er
ter plaatse een enorme deining.
Weermeting
Een van de taken aan boord was de
weermeting, in opdracht van het KNMI
in De Bilt. Vier keer per dag werden de
wolken bekeken en de luchtdruk, de
vochtigheidsgraad en de temperatuur
van lucht en water gemeten.
Dit alles gebeurde onder leiding van
twee trainees, zeg maar leerlingibeman-
ningsleden, die waren aangesteld als me-
teomeesters.
We hebben stormen over ons heen ge
had. Windkracht 9. Tot tweemaal toe
middenin de nacht. Maar we kregen ook
te maken met windstiltes, waardoor he
laas de motor moest worden gebruikt.
Na drie dagen waren we Kaap Leeu
win gepasseerd. Zonder brokken, al had
den we wel acht zieken aan boord. Ge
lukkig was ik een van degenen die zon
der zeeziekte, zonder dat afschuwelijke
gevoel van onevenwichtigheid, de reis
meemaakte. Zeeziekte is de normale re
actie op de beweging van de zee, die voor
die daaraan niet gewend zijn on
De Abel Tasman in volle glorie.
voorspelbaar is. Volgens een oude zee-
manswet raken 'landrotten' meestal na
een dag of vijf op zee 'ingeslingerd', dan
leren ze als het ware mee te deinen op het
ritme van de golven.
Na vijf dagen was dit aan boord van de
'Abel Tasman' te merken. De sfeer verbe
terde zienderogen, er groeide als het wa
re een hecht team om het woord familie
niet te gebruiken.
Het leven op zee is gebonden aan vele
regels. Een zeiltocht op zee vraagt om
goed teamwork. Het is geen luie vakan
tie, zoals sommigen misschien zullen
denken. Bij ons werd er gewerkt met
ploegen van acht man. 's Nachts vier uur
op, vier uur af. Overdag zes uur op, zes
uur af.
Wie wacht heeft, moet te allen tijde pa
raat zijn. Soms heb je van die wachten tij
dens welke er weinig gebeurt. Maar bij
slecht weer ben je constant aan dek, ge
stoken in zeilpak. Klaar om te wenden, te
laveren, de zeilen te hijsen, te strijken of
te verzetten.
Kok en zeun
Wie voor kortere of langere tijd tot de
bemanning van de 'Abel Tasman' be
hoort wordt ook geacht bij toerbeurt te
koken, een en ander volgens het 'kok- en
zeun-systeem. Als kok diende je 's
De bemanning van de Abel Tasman in zeventiende eeuwse klederkracht tij
dens de 'Parade of Sail'.
nachts brood te bakken en overdag voor
het diner te zorgen. Als zeun diende je de
kok te helpen, een bezigheid die zich
voornamelijk benedendeks liet voltrek
ken. Enige trainees ondervonden dat be
nedendeks werken niet altijd een pretje
is. Ten eerste, omdat ze nog niet waren
ingeslingerd, nog niet gewend waren aan
het schommelende ritme van de zee. En
ten tweede, omdat ze nog nooit hadden
gekookt.
Het lag in de bedoeling om na tien da
gen de haven van Adelaide binnen te va
ren om met de overige Tall Ships kerst te
vieren in de brandende zon. Maar helaas,
na acht dagen lagen we al zover op het
schema achter dat we van Adelaide
moesten afzien.
Als regel komt de wind in de Australi
sche Baai uit het Westen. Westenwind,
oftewel wind in de rug hadden we nodig.
Maar we hebben vrijwel voortdurend
wind uit het Oosten gehad. Tegenwind
dus. Voor ons betekende dat tegen de
wind kruisen. Zouden we voor de wind
hebben kunnen zeilen, dan hadden we
bijna de helft minder mijlen hoeven af te
leggen.
Behoudens een overnachting op kerst
avond toen we in een baai van Kangoor-
oo-eiland voor anker zijn gegaan, hebben
we twintig dagen gezeild. Om een waar
kerstmaal te kunnen aanrichten, hebben
we de dagen daarvoor 'vanuit de beper
king' geleefd. Een dag hebben we zelfs
bij wijze van proef op noodrantsoen
doorgebracht, maar dat is niemand echt
bevallen. Sommigen lieten het moderne
scheepsbeschuit voor het was en aten in
plaats daarvan drop en pepernoten. De
opofferingen voor het kerstmaal bleken
niet voor niets geweest, zo bleek op
kerstavond. Al helde het schip plus mi
nus 20 graden, het eten liet zich heerlijk
smaken.
'Drenkeling'
Varend op volle zee bracht de 'man-
over-boord oefening' aan boord de nodi
ge opwinding teweeg. Sommigen kregen
er de kriebels van. Er werd vier keer ge
traind met een drijvende plastic zak, die
een drenkeling voorstelde. Iedereen zag
de noodzaak van deze oefening in, omdat
het schip als gevolg van de straffe wind
nogal eens in rep en roer was. Twee van
de vier 'drenkelingen' hebben we overi
gens kunnen redden. In elk geval moet
gezegd dat de lijflijnen (veiligheidsgor
dels aan dek) na de oefening veel beter
werd gebruikt.
Wassen met zout water. Leren navige
ren met satelliet en sterrenhemel. Bijna
elke morgen dolfijnen rondom het schip.
Tonijnen van wel twee kilo vangen. De
boordkrant, aan boord aangeduid als de
Fabeltjeskrant, volschrijven. Bonen uit
blik eten. Dit alles maakte deze reis tot
een onvergetelijk avontuur.
Het is fijn om dit te constateren. Want
er had natuurlijk van alles mis kunnen
gaan, met zestien man twintig dagen
lang op een ruimte van 23 bij vijf meter.
Niemand die deze feestmaand vol afwis
selingen (temperaturen van dertig gra
den; storm; windstiltes) niet uniek vond.
Op oudejaarsdag voeren we de haven
van Melbourne binnen, in een Parade of
Sail. Gastvrije Australiërs en Nederland
se gastgezinnen stonden ons op de kade
op te wachten. De verdere week hebben
wij bij hen doorgebracht. De 'AbelTas-
man Club', waar alleen Nederlanders lid
van zijn, organiseerde voor ons een groot
feest dat we niet snel zullen vergeten.
Gesprekjes leerden mij dat het hart
van vele Nederlanders die hier wonen,
nog steeds in ons land ligt. Ook al zeggen
ze er tegelijkertijd bij in Australië econo
misch beter af te zijn. Groot is bijvoor
beeld hun verlangen naar winterse kerst
dagen met als ideaalbeeld een branden
de open haard binnenshuis en dansende
sneeuwvlokken aan de' andere kant van
het raam. Vertellen dat we meestal geen
witte kerst hebben, wekt ongeloof of ont
luistering op.
Afgelopen dinsdag was het tweehon
derd jaar geleden dat Australië door ka
pitein Philip tot Engels grondgebied
werd verklaard. Met uitzondering van de
aboriginals, de nazaten van de oorspron
kelijke bevolking, vierden de Australiërs
dat feest uitbundig. Zo ook de Neder
landse immigranten, die hier datgene
hebben gevonden wat ontdekkingsreizi
ger Abel Tasman indertijd vergeefs heeft
gezocht.
Loon naar werken. Sinds kort is dat
voor veel werkgevers hét middel
geworden om de produktiviteit in het
bedrijfsleven te verhogen. In de
bestaande beloningssystemen
ontbreekt volgens hen de prikkel om
harder en beter te werken.
Prestatiebeloning daarentegen
vergroot de betrokkenheid van de
werknemer bij het bedrijf. Het heeft
dan immers 'zin' om je extra in te
spannen en uiteindelijk profiteert ook
de onderneming daarvan. De
belangen van werkgevers en
werknemers lopen dus in feite
parallel, maar zo eenvoudig ligt dat
toch niet.
door Nicole Lucas
De meeste werknemers in ons land krij
gen een loon dat is gebaseerd op functie
waardering. Elke werkplek in het bedrijf
is geanalyseerd en de zwaarte van het
werk is via een puntensysteem bepaald.
Op basis daarvan wordt vastgesteld wel
ke salarisschaal bij welke functie hoort.
Werkt iemand eenmaal in een bepaalde
functie, dan staat min of meer vast hoe
veel hij of zij de komende jaren gaat ver
dienen. In veel organisaties krijgt een
werknemer automatisch elk jaar een
kleine loonsverhoging (periodiek) tot het
hoogste niveau in de salarisschaal is be
reikt. Veel werkgevers willen van dat au
tomatisme af.
Begin
Enkele grotere bedrijven, zoals Shell,
Philips, HBG en DAF hebben de afgelo
pen jaren al een begin gemaakt met het
invoeren van prestatiebeloning voor het
hogere personeel. Inmiddels zijn in de
industrie (het laselektrodebedrijf Smit-
weid in Nijmegen) en de dienstensector
(de Apeldoornse verzekeringsmaat
schappij Centraal Beheer) de eerste cao's
afgesloten waarbij ook voor het lagere
personeel een deel van het loon afhanke
lijk wordt gemaakt van arbeidspresta
ties. Ten slotte begint ook bij de overheid
het verschijnsel voet aan de grond te krij
gen. Sinds kort kunnen de 700 gemeente
lijke werkgevers hun ruim 210.000 werk
nemers verschillend belonen afhanke
lijk van hun 'persoonlijk functioneren'.
Topomzet
De term prestatiebeloning roept al
snel associaties op met de 'jaagsystemen'
zoals Charlie Chaplin in de Film Modern
Times heeft verbeeld. Het systeem dat de
supermarktketen Konmar in oktober vo
rig jaar invoerde doet daar ook enigszins
aan denken. Cassières die in een bepaal
de week een topomzet halen en weinig
foute aanslagen maken krijgen netto 75
gulden meer loon.
De meeste voorstellen voor prestatie
beloning gaan echter niet in die richting,
aldus Han Noten, beleidsmedewerker bij
de Industriebond FNV. "Het is niet waar
dat, wat soms wel wordt gesuggereerd,
de werkgevers het stukloon weer willen
invoeren. Die manier van belonen is sys
tematisch teruggedrongen. Alleen in bij
voorbeeld de schoonmaaksector komt
het nog wel voor dat mensen worden be
taald per vierkant meter".
Verwachtingen
"Stukloon is in de huidige discussie
niet aan de orde. Dat hangt ook samen
met het feit dat de meeste voorstellen die
er liggen voor prestatiebeloning niet be
doeld zijn voor mensen in de produktie-
sfeer, maar vooral voor het hogere perso
neel". In de nieuwe beloningsssystemen
komt het er meestal op neer dat periodie
ke salarisverhogingen afhankelijk wor
den gemaakt van de geleverde presta
ties. De directe chef moet daarbij oorde
len over de kwaliteit van het geleverde
werk.
Uit onderzoek van de Amsterdamse
arbeids- en organisatiepsycholoog prof.
dr. H. Thierry is gebleken dat niet alleen
de werkgevers, maar ook veel werkne
mers de huidige beloningsystemen te
star vinden. Noten: "We hebben enquê
tes verricht onder het hoger personeel bij
DAF en Philips en daar kwam inderdaad
naar voren dat een heel groot deel van de
mensen vóór prestatiebeloning is". Vol
gens hem zijn ze dat echter vaak op
grond van verkeerde verwachtingen.
"We hebben ook gevraagd hoe ze hun ei
gen prestaties zagen. Ruim zeventig pro
cent beoordeelde zichzelf als meer dan
gemiddeld. Die zagen zichzelf er bij een
systeem van prestatiebeloning dus op
vooruit gaan".
De meesten komen echter bedrogen
uit, aldus Noten: "De ondernemers gaan
er namelijk vanuit dat een nieuw belo
ningssysteem niet meer mag gaan kos
ten dan het huidige. De totale loonkosten
moeten hetzelfde blijven, alleen de ver
deelsleutel willen ze veranderen".
Motivatie
Veel werknemers zullen dus teleurge
steld uit de beoordelingsrondes te voor
schijn komen. "Dat werkt uiteindelijk
demotiverend, het tegendeel dus van
wat de werkgevers denken te bereiken",
oordeelt Noten.
Prestatiebeloning kan volgens de be
leidsmedewerker zelfs een averechts ef
fect hebben op de resultaten van een on
derneming. "De laatste jaren is het den
ken over management en organisatie
sterk in beweging. Bedrijven leggen
minder de nadruk op de kwantiteit van
de produktie, maar meer op de kwaliteit.
Dat vereist een grotere betrokkenheid
van dé werknemers en meer teamwerk.
Er worden dus hogere eisen gesteld aan
hoe mensen met elkaar samenwerken.
Maar dat ondergraaf je op het moment
dat je een individueel prestatiebelo
ningssysteem gaat invoeren".
Grote problemen voorziet hij ook bij
de manier waarop de beoordeling van
prestaties moet gaan plaatsvinden.
"Werknemers presteren niet individueel.
Hun werk is afhankelijk van dat van an
deren. Je kunt dus bijna nooit aangeven
hoeveel één bepaalde werknemer heeft
bijgedragen aan het totale resultaat. Je
ziet dan ook dat bij de beoordelingssys
temen die worden voorgesteld allerlei
zeer vage en algemene criteria worden
gehanteerd". Dat kan er al gauw toe lei
den dat niet de meest presterende werk
nemer er het meest op vooruit gaat, maar
degene die zijn inspanningen het best
onder de aandacht van hun chef weet te
brengen.
Ondanks alle bezwaren is praten over
andere manieren van belonen bij de In
dustriebond echter niet taboe. "Het zou
niet verstandig zijn om te zeggen 'daar
doen we niet aan mee', want dan gebeurt
het toch wel, maar zonder dat we daar
enige invloed op hebben. Nu kunnen we
in ieder geval bijvoorbeeld nog regelin
gen treffen dat mensen in beroep kun
nen gaan als ze het niet eens zijn met het
oordeel van hun chef over hun functio
neren", aldus Noten.
Over meer variatie in het loon valt te
praten, maar dan bij voorkeur collectief.
"Zo hebben we onlangs een overeen
komst gesloten met Atag, waarbij is afge
sproken dat de werknemers, naast hun
basisloon, 50 procent krijgen van de
overwinst (de winst boven het normale
rendement). Daar hebben zowel bedrijf
als werknemers meer aan dan een indivi
dueel prestatieloon".
Noten blijft namelijk grote vraagte
kens zetten bij de relatie die de werkge
vers leggen tussen 'loon naar werken' en
stijging van de produktiviteit. "Er zijn
andere, betere methodes om meer en be
ter te produceren. Scholing bijvoorbeeld
of loopbaanbegeleiding. Daar wordt ech
ter totaal niet over gepraat. Wat dat be
treft zijn de werkgevers nauwelijks crea
tief'.