Het kind van de rekening indennishandeling Mishandeling van minderjarigen komt meer voor dan men denkt Nogal wat opvoeders geven dagelijks een brevet van onvermogen af als het gaat om de uitvoering van hun opvoedkundige taak. Kindermishandeling komt in alle geledingen van de maatschappij voor, in allerlei vormen ook. Vroeger werd deze maatschappelijke uitwas nogal eens gebagatelliseerd, wellicht ook omdat de mogelijkheid ontbrak om uitingen van kindermishandeling anoniem te melden. Sinds een jaar of vijftien kan dit bij het Bureau Vertrouwensarts inzake Kindermishandeling. Dag en nacht. Het voornaamste uitgangspunt van deze instantie: "Niet de ouders het bestraffende vingertje voorhouden, maar de ouders helpen waardoor ook hun kinderen worden geholpen". Vertrouwensarts Van Stockum en maatschappelijk werkster Anita Haas: "We houden de ouders niet het bestraffende vingertje voor, nee, we bieden ze tiulp óm zodoende de kinderen te helpen". (,olo mm oukman) "Wie zijn roede spaart haat zijn zoon, maar wie hem liefheeft tuchtigt hem reeds vroeg". (Spreuken 13:24). Ook al wordt op de tien, in Ne derland gevestigde Bureaus Ver trouwensarts stellig respect opge bracht voor een bijbelvaste le vensbeschouwing, met een al te letterlijke naleving van deze spreuk wordt daar bepaald niet ingestemd. door Gerard van Putten "Een kind dat je liefhebt moet je houvast geven", meent de in Den Haag praktizerende vertrouwensarts Th. J. van Stockum. "Een pak op de broek kan best eens heilzaam werken, maar het mag nooit een uitgangpunt van de opvoeding zijn". Ooit werd dat een vader voorgehou den door Anita Haas, als maatschap pelijk werkster verbonden aan zijn bureau. Die man rechtvaardigde zijn al te hardhandige opvoedingsmetho den met een variant op een andere bij beltekst. "Hij schermde met: wie zijn kind liefheeft kastijdt het. Het ware beter geweest als hij zijn kind had be naderd vanuit het belangrijkste le vensbeginsel dat in de bijbel staat ver meld: Heb uw naasten lief gelijk uzelf' Taboe Nog niet eens zo lang geleden ont glipte het delict kindermishandeling sporadisch aan de beslotenheid van de ouderlijke woning. Op het pro bleem rustte als het ware taboe, het placht dikwijls te worden gebagatelli seerd en zelfs te worden doodgezwe gen. Meldposten waar anoniem geval len van ernstige handtastelijkheden konden worden aangegegeven, ont braken al evenzeer. Dat sommige ouders of voogden in hun relatie met hun kinderen wel de gelijk verder konden gaan dan de be faamde pedagogische tik op de billen, werd pas in 1969 officieel onderkend. Door dr. R.J.H. Kruisinga, toentertijd staatssecretaris van sociale zaken en volksgezondheid, die na een briefwis seling met de Koninklijke Nederland se Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst besloot een onderzoek te laten instellen naar het wezen en de achtergronden van deze maatschap pelijke uitwas. De bewindsman for meerde daartoe de Interdepartemen tale Commissie Kindermishandeling, waarin behalve ambtenaren van di verse departementen ook vertegen woordigers uit de medische wereld zitting namen. Op aanbeveling van de commissie stelde de regering met ingang van 1 ja nuari vier vertrouwensartsen aan en wel in Amsterdam, Rotterdam, Arn hem en Groningen. Successievelijk werd het aantal bureaus in het land in de loop der tijd uitgebreid tot tien. Van Stockum: "De instelling van de bureaus Vertrouwensarts opende ook voor mensen met een beroepsgeheim de mogelijkheid bepaalde signalen over kindermishandeling te geven. We nemen ook anonieme meldingen in behandeling". Mepperij Een jaar of tien is de gepensioneer de huisarts Vail Stockum nu verbon den aan het bureau Vertrouwensarts dat in de Haagse Javastraat is geves tigd. Geassisteerd door vier (part-ti me) maatschappelijke werksters en "anderhalve beroepskracht" runt hij zijn praktijk met collega Van Bek- kum. Zijn rayon is de provincie Zuid- Holland benoorden de lijn Delft- Gouda. "Toen ik een jaar of tien geleden be gon had ik alleen maar te maken met meldingen van mepperij, met fractu ren. Later zijn daar de verslaafd gebo ren kinderen bijgekomen. Dan heb je ook de kinderen die door de ouders onnodig worden gedrogeerd met me dicijnen om ze in ziekenhuizen opge nomen te krijgen. Om hun kinderen in een ziekenhuisbed te krijgen leve ren die ouders zelfs flesjes met urine in, die ze hebben gemengd met bloed. Ouders die dat doen lijden aan het Münchhausen-syndroom. Ze schreeuwen om aandacht en daartoe misbruiken ze hun kinderen, typische gevallen voor de psychiatrie. En dan is er nog de incest, waarmee we de laatste jaren meer en meer worden ge confronteerd". Behoudens Van Stockum ("als huisarts in ruste ben ik een bijzonder geval") verdelen de vertrouwensart sen hun werktijd tussen de bureaus waarvoor ze werken en hun eigen praktijk. "De meeste van mijn colle ga's zijn huisarts of kinderarts", ver duidelijkt Van Stockum. Als vertrou wensarts worden ze per uur betaald, op declaratiebasis, door het ministe rie van volksgezondheid en milieuhy giëne. Dag en nacht Het Bureau Vertrouwensarts is dag en nacht bereikbaar. Zodra iemand er maar het geringste vermoeden van heeft dat een mindeijarige bij herha ling onheus door een volwassene wordt bejegend, staat het die persoon vrij om de vertrouwensarts daarvan op de hoogte te stellen. Mocht nader hand blijken ,dat het signaal loos alarm was, dan worden de gegevens over het tevoren verdachte gezin ver nietigd. De naam van de familie waar wel het een en ander loos is, verdwijnt pas uit het bestand van de vertrou wensarts op de dag dat het jongste kind volwassen is geworden. Aangezien er in dit land geen wette lijke verplichting bestaat tot aangifte van kindermishandeling, zijn de meldposten die onder het beheer van de stichting 'Buro's Vertrouwensarts inzake Kindermishandeling' vallen geheel aangewezen op tips uit het pu bliek. En van beroepskrachten die ge regeld met kinderen te maken heb ben. Zoals huisartsen, onderwijzers, medewerkers van consultatiebu reaus, wijkverpleegkundigen, politie agenten en maatschappelijk werkers. Als regel wordt elke melding van kin dermishandeling op het Bureau Ver trouwensarts geregistreerd. Indien de melder of meidster niet als zegsman of zegsvrouw naar buiten wil treden, blijft de naam geheim. Er zijn drie vormen van kindermis handeling: lichamelijk geweld, gees telijke terreur en incest. Onder kin dermishandeling wordt binnen de landelijke stichting Buro's Vertrou wensarts het volgende verstaan: "El ke vorm van lichamelijke of emotio nele geweldpleging of verwaarlozing, die kinderen niet door toeval of onge luk overkomt, maar door toedoen van ouders of verzorgers. Waarbij afwij kingen bij het kind ontstaan of rede lijkerwijs verwacht mag worden dat deze zullen ontstaan". Over de definitie van kindermis handeling kunnen nauwelijks mis verstanden bestaan, maar het onder kennen ervan is niet altijd even een voudig. Zeker niet als er sprake is van geestelijke mishandeling. Een kind dat als het ware beurs is van de blau we plekken en dat geregeld de school verzuimt, ja, dergelijke aanwijzingen kunnen doorgaans in verband wor den gebracht met een uit de hand ge lopen lichamelijke tucht. Van Stockum: "De school is een goed meetpunt als het gaat om geval len van kindermishandeling waar te nemen. Niet voor niets drukken wij er via de schoolartsen bij onderwijs krachten op aan alert te zijn op ver schijnselen die kunnen duiden op mishandeling. Als het gaat om een melding van geestelijke onderdruk king zal er scherp op het gedrag van het kind moeten worden gelet. Op school zal zo'n kind niet het zonnetje in huis zijn, het zal zich afzonderen van leeftijdgenoten. Juist in de klas kan het geestelijk mishandelde kind het beste worden herkend. De leer prestaties zullen achteruit gaan, het kind zal contactgestoord raken". Kleineren Wie geestelijke terreur uitoefent op kinderen, maakt zich bewust of onbe wust schuldig aan onderdrukking van kinderen. "Door ze stelselmatig te kleineren bijvoorbeeld", aldus Van Stockum, "zodat het kind op een ge geven moment niet meer weet hoe het vader of moeder kan plezieren. Het komt voor dat een kind uit een eerste huwelijk systematisch wordt achter gesteld bij een kind uit een tweede. En zo krijgen we ook geregeld mel dingen binnen over kinderen die van hun ouders geen gelegenheid krijgen zich te ontplooien en te ontwikkelen. Omdat ze geen vriendjes of vriendin netjes mee naar huis mogen nemen. Maar ook omdat ze niet buiten mogen spelen, vanwege het feit dat ze hun kieren niet mogen vuil maken". Elke melding, anoniem gedaan of niet, wordt serieus behandeld. Ook die, welke riekt naar kwade trouw. De ervaring heeft geleerd dat lang niet al le aangiftes van vermeende kinder mishandeling die bij de vertrouwens arts op het bureau belanden, worden gedaan uit zorg om het kind. Van Stockum en maatschappelijk mede werkster Haas hebben het meer dan eens meegemaakt dat gezinnen als kindermishandelaafs werden aange klaagd door anderen, louter met de bedoeling ze een hak te zetten. Van Stockum: "Bij familievetes en bij bu renruzies wil dat nog wel eens voor komen. Of als ex tegenover ex komt te staan als kat tegenover hond". Haas: "Maar ook als de meldingen uit die kringen komen, mag je ze niet zomaar terzijde leggen. Want uit ervaring we ten we ook dat familieleden goede sig naalposten kunnen zijn". De behandelingsprocedure die in werking treedt na het signaal, zoals dat in het jargon van de vertrouwens arts heet, voltrekt zich volgens een vastomlijnd schema. Van Stockum: "Allereerst vragen wij hier ons tel kens af of het signaal een nader onder zoek waard is. Is dat zo, dan moet de melding zo snel mogelijk geverifieerd worden, onderzocht op betrouwbaar heid". Haas: "In de regel zoeken wij geen rechtstreeks contact met de ouders, omdat het door hen als heel bedrei gend zal worden ervaren als ze op hun vermeende schuld aan mishandeling of incest worden geattendeerd. Er is geen gezin dat volledig geïsoleerd leeft, er zijn altijd wel mensen die zich geregeld in de directe omgeving van het kind en de familie ophouden. Denk maar aan de onderwijzer of on derwijzeres, de huisarts, de wijkzus ter. Uit de gesprekken met die men sen proberen we zoveel mogelijk ge gevens te peuren en op basis daarvan ons een beeld te vormen van de ge zinssituatie". Tenzij de melding kan worden op gevat als een noodkreet, verleent het Bureau Vertrouwensarts geen recht streekse hulp. Als het betrokken ge zin nog niet in contact staat met een hulpverlenende instantie, stelt de ver trouwensarts in overleg met maat schappelijke werkers, de huisarts en eventueel met hulpverleners van de Riagg wel een begeleidingsplan op. De uitvoering ervan wordt in hoofd zaak overgelaten aan anderen. Op de achtergrond ziet de als coördinator fungerende vertrouwensarts wel toe op het verloop van de hulpverlening en op het effect ervan. "Alleen dan wanneer er in de gezinssituatie geen verbetering intreedt, wordt de Raad van de Kinderbescherming inge licht". Dat gebeurt ook als de hulpverlener geen vat krijgt op de ouder die in tal van gesprekken de onschuld speelt, maar van wie op grond van de verza melde aanwijzingen wel degelijk kan worden aangenomen dat hij zijn han den niet in z'n broekzakken heeft ge houden. "Als wij ons echt zorgen ma ken, geven wij de Raad in overweging ter plaatse een onderzoek in te stellen. Dat kan ertoe leiden dat het kind het huis uitgaat". "Maar dat gebeurt pas, als- we echt geen andere uitweg zien", vertelt maatschappelijk werkster Anita Haas. "Het is nu eenmaal ons uit gangspunt om de ouders te helpen, waardoor als vanzelf ook de kinderen worden geholpen. In geen geval zijn we erop uit het bestraffende vingertje te heffen. Het streven is juist om op vrijwillige basis een netwerk van hulpverleners rond het betreffende gezin te spannen. Meestal mishande len ouders hun kinderen uit pure on macht. Ze zijn bijvoorbeeld niet goed opgewassen tegen de krappe huisves ting. Of ze weten niet goed hoe ze met een beperkt budget de maand moeten rondkomen. De kindermishandeling die voortvloeit uit een stress-situatie". Geen sadisme Een enkeling daargelaten is er geen ouder die kinderen mishandelt uit sa distisch genoegen, stelt vertrouwens arts Van Stockum. Met Anita Haas is hij van mening dat kindermishande ling eveneens valt terug te voeren op de jeugd van de ouders. "Noem het maar het effect van de repeterende breuk", zo verschaft de maatschappe lijk werkster nadere uitleg. "Helaas herhaalt de geschiedenis zich nogal eens bij die mensen, die in hun jeugd nooit hebben geleerd met mensen om te gaan en mensen te verzorgen". Van Stockum: "Het is heel triest te moeten constateren dat het dan veelal gaat om mensen die vroeger door hun ouders zijn mishandeld. Die nooit hebben ervaren wat ouderlijke liefde is en die zichzelf hebben voorgeno men het beter te doen in de relatie met hun kinderen. Wat dan weer mislukt omdat dergelijke ouders een ideaal beeld hebben van een kind waaraan him kind dan niet altijd kan voldoen. Aan het ideaalbeeld van het gehoorza me, lieve, makkelijk kneedbare, nooit tegensprekende kind". Opmerkelijk genoeg uiten de mees te ouders hun gevoel van betrapt zijn' zelden in agressief gedrag ten opzich te van de hulpverlener. Eerder maakt zich een gevoel van opluchting van hen meester, als iemand zich namens het Bureau Vertrouwensarts bij hen aandient. Anita Haas: "Het kan soms heel bevrijdend werken als ze aan dacht krijgen. Want nogmaals, meestal gaat het om mensen die met problemen kampen. En dan kan er in de gezinssituatie snel verbetering op treden, als de wijkzuster op ons ad vies eens een praatje gaat maken met de moeder die gek wordt van die al maar krijsende baby. Zo'n vrouw kan blij reageren op de komst van de wijk zuster. Zeker als ze merkt dat er iets aan haar probleem wordt gedaan. Als ze merkt dat haar niet wordt toegeroe pen dat ze als moeder faalt, maar dat haar in plaats daarvan allerlei sugges ties aan de hand worden gedaan hoe ze met dat kind moet omgaan". Onvrede Zodra het voor de vertrouwensarts vast staat dat ouders hun onvrede met hun persoonlijke situatie afreageren op de kinderen, zal de hulpverlening vóór alles worden gericht op een ver betering van de stemming in het ge zin. "Behalve dat hun geleerd wordt beter met de kinderen om te gaan, kan ook een andere woning uitkomst bie den in het geval de ouders zich on prettig voelen in hun woonomgeving. En de mensen die structureel krap bij kas zitten, die de maand niet kunnen rondkomen met hun geld en uit pure wanhoop om zich heen gaan meppen, die mensen krijgen van hulpverleners les in budgetteren. Als coördinator van de gezinsbegeleiding bellen wij af en toe de huisarts en de onderwijzer hoe het gaat met het betreffende gezin en met het kind. Dat is onze nazorg. Met de huisarts en met het hoofd van de school maken we ook de afspraak dat wij een seintje krijgen, als mocht blijken dat het toch mis dreigt te gaan met het kind". Incest vraagt om een andere behan delingsprocedure. De gezinstherapie ("de hele zaak naar elkaar toepraten") wordt niet langer toegepast. Vandaag de dag wordt een familie waarbinnen een kind door een ouder seksueel is misbruikt begeleid volgens het zoge heten driesporen-beleid. Van Stockum: "De dader, het kind en de rest van het gezin, alle partijen wordt een hulpverlener toegewezen. Een sfeer van vertrouwen kan er nooit worden opgebouwd als een hulpver lener met alle leden van het gezin te gelijk in gesprek is. Dus met de dader, met het slachtoffer en met de rest van het gezin. Gegarandeerd dat de boel dan dichtklapt". Anders dan met andere uitingen van kindermishandeling laat de ver trouwensarts van een incestmelding telkens proces-verbaal door de politie opmaken. "Bij sommige slachtoffers wekt dat veel weerstanden op", weet Van Stockum uit ervaring. "Die afwe rende houding wordt dan aangeno men uit loyaliteit met de dader, dikwijls hun vader, hun broer of hun oom. Waarbij dan nog komt dat de da der meestal op zo'n kind heeft inge praat in de trant van: ga jij praten, dan ga ik het gevang in". Maatschappelijk werkster Haas meent dat justitiële bemoeienis met het gezin waar incest is gepleegd "ze ker van nut" kan zijn. "Justitie heeft immers de bevoegdheid een vader op te roepen en te verhoren. Een hulp verlener heeft die bevoegdheid niet". Niet op een lijn Vertrouwensarts Van Stockum is evenwel zo vrij op te merken dat de hulpverleners en sommige officieren van justitie lang niet altijd op één lijn zitten als het gaat om de aanpak van een incest-gezin. "Een veel breder overleg is zeer wenselijk", vindt hij. "De gedachten van menige officier van justitie gaan niet in de eerste plaats uit naar hulpverlening. Niet al tijd vraagt men zich af: wat moet er met het gezin gebeuren, willen moe der en kind nog verder met die vader? En zo laat ook het contact met de ad vocaten van de dader en met de re- classeringsambtenaren dikwijls nog veel te wensen over. Die zitten veelal minder op het spoor van het gezin en meer op het spoor van de vader, als het op hulpverlenen aankomt". Cijfers spreken dikwijls keiharde taal. Vergeleken met 1977 is het aantal meldingen dat alleen al het bureau van vertrouwensarts Van Stockum bereikte in tien jaar tijd verveelvou digd. "Toen kregen we 89 gevallen te behandelen, vorig jaar 567. Toch ge loof ik niet dat de kindermishande ling als verschijnsel de laatste jaren is toegenomen. Wel bestaat er veel meer dan vroeger de neiging om aangifte te doen van kindermishandeling. Om dat we op scholen veel voorlichting geven over dat onderwerp, omdat we er geregeld mee naar buiten treden. Dat neemt niet weg dat tot nu toe slechts het topje van de ijsberg boven water is gekomen. Dat is mijn stellige overtuiging, die alleen al is gebaseerd op de cijfers die de Vereniging tegen Seksuele Kindermishandeling on langs heeft bekendgemaakt. Een op de vijftien meisjes heeft te maken of heeft te maken gehad met incest. Nou, zoveel meldingen krijgen wij hier niet binnen. En dan te bedenken dat we nu al verzuipen in het werk. Waarmee ik maar wil zeggen dat kin dermishandeling helaas meer voor komt dan menigeen geneigd is te ver onderstellen". Het Bureau Vertrouwensarts inzake Kindermishandeling. Postbus 85927, 2508 CP Den Haag. Telefoon: 070-606078.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 19