Het verkiezingscircus kan beginnen DE DERTIEN PRESIDENTSKANDIDATEN De campagne-kalender ZATERDAG 23 JANUARI 1988 EXTRA PAGINA 29 Nog deze maand wordt het serieus: op 30 en 31 januari wijzen de Republikeinen in de staat Michigan de eerste gedelegeerden aan voor hun nationale conventie. De race naar het Witte Huis is dan officieel begonnen. De vraag wie op 8 november de 41ste president van de Verenigde Staten zal worden is nog moeilijker te beantwoorden dan bij vorige verkiezingen. Noch de Democraten, noch de Republikeinen hebben een echte gedoodverfde kandidaat president. door Henk Dam Dat komt onder meer omdat het de eerste keer in 20 jaar is dat een zittende president niet meedoet. De zittende president namelijk is al zo goed als zeker van de nominatie van zijn partij: Reagan kreeg die in 1984, Carter in 1980, Ford in 1976, en Nixon in 1972. Dat maakt de uitkomst onzekerder dan ooit, nu Reagan na acht jaar presidentschap niet meer mag meedoen. Bij de Republikeinen, die zes kandidaten hebben, zit er niettemin al enige tekening in de strijd. Het zal vrijwel zeker gaan tussen vice-president Bush en senator en fractieleider Dole. Wie de Democratische presidentskandidaat wordt is veel moeilijker te voorspellen. Het probleem bij deze kandidaten is dat ze vrijwel allemaal landelijk onbekend zijn, en degene die wel bekend zijn (Hart en Jackson) zijn om uiteenlopende redenen niet goed denkbaar als winnaar. Voor de zeven Democratische gegadigden zal daarom veel afhangen van de vraag hoe ze door de eerste voorverkiezingen en caucussen (dat zijn vergaderingen van partijleden waarbij wordt gestemd) rollen. Winnaars daarvan krijgen het voordeel van het zogenaamde 'bandwagon-effect'. De caucus in Iowa van 8 februari en de voorverkiezingen in New Hampshire van 16 februari zullen wel de eerste afvallers opleveren, maar dan nog blijven er ongetwijfeld een stuk of vier Democratische kandidaten over. Die krijgen dan de moeizame taak bij de vele voorverkiezingen en caucussen in de 50 staten zo goed mogelijk voor de dag te komen. Want die leveren gedelegeerden op, en het zijn de gedelegeerden die op de nationale conventies de beslissende stemmen uitbrengen. In het geval van de Democraten zou het wel eens zo kunnen uitpakken dat niemand ook maar bij benadering voldoende gedelegeerden krijgt. De terugkeer van Hart heeft de zaken wat dit betreft alleen nog maar problematischer gemaakt. Bij zo'n 'onbeslist' zullen de partijbonzen tijdens de nationale conventie aan het werk moeten. De partij heeft dan de mogelijkheid om iemand aan te zoeken die zichzelf niet kandidaat heeft gesteld. Mogelijke keuzen: gouverneur Cuomo, senator Nunn en senator Bradley, alle drie politici van landelijk formaat. Als de conventies eenmaal hebben gesproken kan de tweestrijd tussen de Democratische en Republikeinse kandidaat beginnen. Kan er nu al iets over de kansen van de kandidaten worden gezegd? Veel zal natuurlijk afhangen van de persoonlijkheid van de kandidaten zelf. Op dit moment zijn de Democraten die feitelijk uitsluitend kandidaten uit de politieke tweede divisie in petto heeft in het nadeel. Maar aan de andere kant is het in 40 jaar niet voorgekomen dat een en dezelfde partij drie presidentstermijnen van vier jaar achter elkaar won. En met Reagan zijn nu twee Republikeinse termijnen achter de rug. De kiezers zijn na acht jaar van hetzelfde doorgaans aan verandering toe. Als het bovendien de komende maanden economisch slecht gaat (dollarcrisis, een nieuwe crach op Wall Street, een recessie zelfs), dan kunnen de Democraten, in de woorden van oud president Nixon, „een ezel kandidaat stellen, en dan winnen ze nog". Dertien mannen hebben zich tot nu toe kandidaat gesteld voor de presidentsverkiezingen, zes aan Republikeinse en zeven aan De mocratische kant. Bij de Republikeinen gaat het om: George Bush: Heeft een indruk wekkende staat van dienst. Verdien de eerst miljoenen met een eigen olie- bedrijf, werd daarna onder meer am bassadeur bij de Verenigde Naties, af gezant in China en directeur van de CIA. Is sinds 1980 vice-president on der Reagan. Het pluspunt daarvan is dat hij grote naamsbekendheid heeft en kan bogen op ervaring in het Witte Huis. Maar het nadeel is dat veel Ame rikanen hem als een soort eeuwige nummer twee zien, een beetje een wimp (slappeling), geen leidersfiguur kortom. Bush heeft bovendien pro blemen doordat er nooit duidelijk heid is gekomen over zijn rol in het Iran-Contra-schandaal. Zijn afkomst uit een rijk patriciërsmilieu doet hem ten slotte electoraal ook meer kwaad dan goed. Voert campagne op een programma dat goeddeels een ver volg is van het beleid van Reagan. Leidt in de peilingen, heeft enorme fondsen, maar. wekt desondanks wei nig enthousiasme op. Kans op nominatie: goed, maar Do le is een formidabel concurrent. Robert Dole: Is fractieleider van de Republikeinen in de Senaat en heeft 25 jaar ervaring in het Congres achter de rug. Komt uit een straatarme fami lie uit Kansas, en wekt dus regionale sympathie in het midden van het land. Heeft grote steun aan zijn vrouw Elizabeth die haar ministerschap van vervoer opgaf om voor haar man cam pagne te voeren. Zijn vrouw komt uit het zuiden en moet dus daar de stem men zien los te weken. Dole geldt als gematigd conservatief. Verwijt Reagan onder meer dat deze het fede rale begrotingstekort zo heeft laten oplopen. Heeft het imago een straat vechter te zijn, en zal z'n buitenge woon scherpe tong in bedwang moe ten zien te houden. Nummer twee in de peilingen. Kans op nominatie: goed. Pat Robertson: Tot voor kort Ame- rika's bekendste tv-predikant. Op richter van de grote christelijke om roep CBN. Voert met een extreem conservatief programma campagne. Is tegen abortus, tegen elke dialoog met de Sovjetunie, voor verplichte in voering van het ochtendgebed op de scholen en tegen de verzorgingsstaat. Ziet de bijbel als richtsnoer voor over heidsbeleid. Meer vooruitstrevende mensen krijgen de rillingen van Ro bertson, maar de dominee doet het goed in de behoudende middenklas se. Heeft een legertje zeer fanatieke volgelingen, veelal 'wedergeboren christenen'. Kan door de ijver van die discipelen voor verrassingen zorgen. Staat in de peilingen op derde plaats, ver achter Bush en Dole. Kans op nominatie: klein, ondanks een vermoedelijk aanzienlijk aantal gedelegeerden op de nationale con ventie. Jack Kemp: Ex-football-speler, thans invloedrijk en ideeënrijk (voor al op het gebied van de economie) lid van het Huis van Afgevaardigden. Is de theoreticus achter Reagans grote belastingverlagingen. Gelooft dat het federale begrotingstekort niets met lage belastingen heeft te maken, maar eerder met een Democratisch geleid Congres dat te veel uitgeeft. Is dus zeer conservatief. Warm voorstander van Star Wars en tegenstander van het onlangs gesloten INF-akkoord met de Sovjetunie. Ziet zichzelf als de enige echte erfgenaam van Reagan en voert op die titel campagne. Heeft daarmee niet al te veel succes. Wil te graag, en komt daardoor niet goed Kans op nominatie: gering. Alexander Haig: Maakte carrière in het leger en heeft de rang van gene raal. Diende in Korea en Vietnam, en eindigde zijn militaire carrière als op perbevelhebber bij de Navo. Werd in 1981 minister van buitenlandse zaken onder Reagan, maar was na anderhalf jaar en veel ruzies alweer weg. Maakte naam toen hij, na een moordaanslag op Reagan, zenuwachtig in het Witte Huis rondliep, roepend: ,,Ik heb hier nu de leiding'". Geen team-werker, ty pische ijzervreter met bijbehorend taalgebruik. Voert campagne op rela tief gematigd conservatief program- George Bush: geen leidersfi guur. Jesse Jackson: links programma. ma. Zegt president te willen worden omdat zijn land hem nodig heeft. Blij kens de peilingen is het land het daar niet mee eens. Kans op nominatie: te verwaarlo zen. Pete du Pont: Was in september 1986 de allereerste die zich kandidaat stelde. Is een telg uit de rijke familie achter het bekende chemische con cern. Was onder meer Afgevaardigde en gouverneur van Delaware. Geldt als conservatiever dan bijvoorbeeld Reagan. Koestert extreme ideeën zo als verplicht werk voor iedereen die een uitkering krijgt. Heeft ondanks een langdurige campagne weinig in druk gemaakt. Kans op nominatie: geen enkele. Bij de Democraten hebben de vol gende politici zich kandidaat voor het Witte Huis gesteld: Gary Hart: De ex-senator was bij de presidentsverkiezingen van 1984 dè grote verrassing toen hij, uit het niets komend, een regelrechte bedrei ging voor de gedoodverfde Democra tische winnaar Mondale werd. Begon aan de campagne voor 1988 als de overduidelijke favoriet. Zijn uitgelek te affaire met het fotomodel Donna Rice gooide echter roet in het eten. Trok zich terug, maar meldde zich vo rige maand tot veler verbazing op nieuw als kandidaat-president aan. Voert campagne op een ideeënrijk programma maar met weinig fondsen en weinig organisatie. Heeft de De mocratische top tegen zich, heeft de pers tegen. Hoopt daarom op 'under- dog'-stemmers. Veel Amerikanen vragen zich af: is Hart, getuige de af- faire-Rice, niet te weinig verantwoor delijk en gedisciplineerd voor het pre sidentschap? Leidt desondanks in de landelijke peilingen. Kans op nominatie: niet groot. Ge loofwaardigheid is zijn grote pro bleem. Robert Dole: formidabel con current. Mike Dukakis: mist charisma. Jesse Jackson: Ook wel bekend als 'de president van zwart Amerika'. Be kend geworden als een van de cory feeën van de burgerrechtenbeweging. Is dominee en een groot spreker. Haalde bij de presidentsverkiezingen van 1984 19 procent van de Democra tische stemmen, vooral dank zij zwar te kiezers. Dat zouden er nu best meer kunnen worden, want Jackson heeft zijn aanhang verbreed onder ook an dere minderheden, zoals de armen, et nische groepen en seksuele minder heden. Maar hij voert campagne op een naar Amerikaanse begrippen wel erg links programma. Bovendien: Amerika lijkt nog niet rijp te zijn voor een zwarte president. Kans op nominatie: ondanks een groot percentage van de stemmen uit eindelijk niet groot. Mike Dukakis: Gouverneur van de staat Massachusetts. Dat ligt naast de staat New Hampshire waar straks de eerste voorverkiezing plaatsvindt. Dukakis hoopt daar dus te winnen, en vervolgens stormenderhand in de rest van het land. Heeft in Massachusetts gezorgd voor een economische ople ving en voert op die reputatie ook campagne. Na de van hun landelijke bekendheid profiterende Hart en Jackson derde in de peilingen. Heeft de meeste fondsen van alle Democra tische kandidaten weten binnen te slepen. Maar weet mensen niet tot en thousiasme op te zwepen. Is nogal dor en technocratisch. Heeft meer vuur en charisma nodig. Kans op nominatie: redelijk. Paul Simon: Senator en de oudste Democratische presidentskandidaat. Geldt als een echte ouderwetse libe raal (in Amerikaanse zin), vol compas sie voor de minder bedeelden en altijd bereid werkgelegenheidsprojecten op te starten. Dat laatste is zelfs de hoeksteen van zijn economische pro gramma. Maar hij wil tegelijk het fe derale begrotingsgat dichten. Hoe rijmt hij dat? Daarop heeft Simon nog Albert Gore: kan ver komen. geen antwoord verzonnen. Komt over als een bijzonder aardige man, maar zijn voorkomen (kleine gestalte, hoor nen brilletje en dat eeuwige vlin derstrikje) is niet erg presidentieel. Kans op nominatie: wel redelijk. Albert Gore: De 39-jarige senator uit Tennessee is de jongste kandidaat president. Is de enige zuidelijke De mocraat die campagne voert, en dat is een groot voordeel want zuidelijke stemmers geven de voorkeur aan een regionale kandidaat. Heeft daarom al zijn kaarten gezet op 'Super Tuesday', dinsdag 8 maart, als 16 zuidelijke sta ten naar de stembus gaan. Geldt als een nogal cerebrale man. Heeft zich, onder meer op het gebied van buiten lands beleid, enigszins rechts van de overige Democraten opgesteld. Kans op nominatie: zou wel eens een eind kunnen komen. Bruce Babbitt: Tot vorig jaar gou verneur van de staat Arizona. Heeft enige naam gemaakt in politieke krin gen doordat hij een van de weinige kandidaten is die durft te zeggen dat het nodig zal zijn om de belastingen te verhogen. Dat maakt evenwel bij veel kiezers zijn aantrekkingskracht nogal klein. Komt niet erg goed over op tele visie („daar werk ik aan"). Heeft tot dusver weinig indruk gemaakt. Bun gelt steevast onderaan bij de peilin gen. Kans op nominatie: klein. Richard Gephardt: Rossig lid van het Huis van Afgevaardigden. Heeft daar vorig jaar naam gemaakt door een stukje onvervalst protectionisti sche wetgeving in te dienen. Ernstige, studieuze, zeer ambitieuze figuur die in het Huis overwegend vooruitstre vend stemt. Komt uit Missouri en moet in de buurstaat Iowa, waar de eerste caucus wordt gehouden, win nen om zijn campagne levend te hou den. Geen groot spreker. Mist charis ma. Kans op nominatie: klein. Een (sterk verkorte) agenda van de gebeurtenissen die zullen leiden tot de ver kiezing van een nieuwe president, ziet er als volgt uit: 29 en 30 januari: de Republikeinse partij in Michigan kiest de eerste gedele geerden voor de Nationale Conventie in augustus. 8 februari: caucus van beide partijen in Iowa. Van groot belang voor zowel Democratische als Republikeinse kandidaten. 16 februari: eerste echte voorverkiezing, in de staat New Hampshire, voor beide partijen. 23 februari: voorverkiezing in Zuid-Dakota, caucus in Minnesota. 5 maart: Republikeinen houden voorverkiezing in Zuid-Carolina. Is van be lang omdat het de eerste zuidelijke staat is die stemt. 8 maart: Super Tuesday. Zestien zuidelijke staten houden tegelijk hun voor- verkiezingen. 15 maart: voorverkiezing in Illinois, als eerste grote industriële staat. 19 april: voorverkiezing in de bevolkingsrijke staat New York. 20 april: Democraten in het Congres kiezen hun eigen Afgevaardigden voor de Nationale Conventie. Grote vraag: zullen de parlementariërs zich achter één man scharen? 26 april: voorverkiezing in Pennsylvania. 3 mei: voorverkiezingen in Ohio, Indiana en Washington D.C. 7 juni: voorverkiezingen in Californië, New Jersey, Montana en New Mexico. Laatste verkiezingsdag waarbij grote aantallen gedelegeerden te verdienen zijn. tot 15 juli: handvol kleinere bijeenkomsten her en der in het land waarbij steeds nog hooguit enkele tientallen gedelegeerden worden aangewezen. 18 tot 21 juli: Nationale Democratische Conventie in Atlanta. Definitieve be paling van de Democratische presidentskandidaat. 15 tot 18 augustus: Nationale Republikeinse Conventie in New Orleans. Le vert Republikeinse presidentskandidaat op. 5 september: Labor Day. Traditionele start van de verkiezingscampagne van de twee overgebleven presidentskandidaten. Door de tv uitgezonden debatten tussen de twee mannen worden van groot belang. Voorlopige data van de tv-de- batten: 14 en 25 september, en 11 en 27 oktober. 8 november: Verkiezingsdag. Gary Hart: niet geloofwaardig. Jack Kemp: wil te graag. Alexander Haig: weinig kans.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 29