'Wapenbezit baart mij veel zorgen'
Mannenwaan
Denkwijzer
Criminoloog dr. Van Dijk constateert grote toename geweldsmisdrijven
Onze taal
sM
eu.
lY
ui.
m
oe
ZATERDAG 23 JANUARI 1988
EXTRA
PAGINA 27
Acht avonden lang wordt aan de Leidse universiteit in het kader
van de cyclus Studium Generale gesproken over geweld.
Vragen die vanaf 2 februari aan de orde komen: Neemt het
aantal geweldsmisdrijven toe? Wie zijn de slachtoffers en wie
zijn de daders? De criminoloog dr. J.J.M. van Dijk (hij verzorgt op
23 februari een lezing) geeft in onderstaand interview alvast wat
antwoorden. Hij is directeur van het Wetenschappelijk
Onderzoek en Documentatie Centrum (WODC), een instituut dat
in dienst van het ministerie van justitie beleidsmatig onderzoek
verricht. "Geweld beangstigt en geweld fascineert".
Toename van geweld: werkelijkheid
of schijn? Ruim tien jaar geleden
koos dr. J.J.M. van Dijk in een arti
kel voor het laatste. "Door de Viet-
nam-demonstraties en de bezettin
gen, waaraan ik op de Leidse univer
siteit overigens ook heb meegedaan,
ontstond de indruk van een ge-
weldsgolf. Ik schreef toen dat dat
slechts schijn was".
door Bart Jungmann
In zijn werkkamer op het ministerie
van justitie in Den Haag komt hij nu tot
een heel andere conclusie. De directeur
van het ministerieel onderzoeksbureau
toont een paar statistiekjes waarop de
curves inderdaad de laatste tien jaar de
weg omhoog hebben gevonden. "Ik heb
zelf destijds beweerd dat er niets alar
merends aan de hand is, en ik vind dat
het nu mijn plicht is om te zeggen dat er
een scherpe stijging is van geweldsmis
drijven. Ik wil niet meedoen met de men
sen die het allemaal maar een beetje af
wimpelen, die beweren dat het allemaal
zo erg niet is".
De vraag luidde: is er tegenwoordig
meer geweld in Nederland dan voor
heen? In eerste instantie antwoordde
Van Dijk daarop: het hangt ervan af hoe
ver je teruggaat in de tijd, hoe ver je te
ruggaat in het historisch voorspel, zoals
de criminoloog dat noemt. "In vergelij
king met de Middeleeuwen zijn er onein
dig veel minder geweldsdelicten. Het
aantal doodslagen lag toen honderdmaal
hoger dan thans".
"Ik ben dat ook tegengekomen in de
stukken over Leiden. Het bleek bijvoor
beeld dat na de vestiging van de universi
teit in de zestiende eeuw het geweld door
de komst van de studenten sterk toenam.
Op grote schaal werden er ruiten inge
gooid bij de burgerij, en door dronken
schap maakten studenten zich schuldig
aan straatschenderij. Daarbij vielen ook
doden".
"De gemeente meende toen dat het zo
niet langer kon. Dat soort delicten moest
voortaan onder de eigen rechtspraak val
len. Daarvóór deed de vierschaar, een
college van vier hoogleraren, die recht
spraak, zoals je nu nog het militair tucht
recht hebt. Om een einde aan de straat
schenderij te maken besloot de universi
teit een topeel- en een schermschool op
te richten. Inderdaad, om de studenten
van de straat te houden".
Stabiel
"Sinds het begin van deze eeuw is de
ontwikkeling van het geweldsniveau sta
tistisch beter bijgehouden. Die is eigen
lijk steeds tamelijk stabiel gebleven. Tot
1975. Daarna schiet de curve omhoog.
Mishandeling is toegenomen, het aantal
doodslagen eveneens, en diefstal met ge
weld is zelfs een enorme uitschieter. Dat
is verviervoudigd. Alleen seksueel ge
weld is niet toegenomen. Heel opval
lend. Ik denk dat dat komt door een ze
kere bewustwording, op gang gebracht
door de emancipatiebeweging. Er is
meer respect voor het vrouwelijk li
chaam. Vrouwen zelf zijn minder naïef,
ze verweren zich meer".
Hoe is die stijging van geweldsmis
drijven te verklaren?
"De periode van 1965 tot 1975 was de
tijd van de verzetsbeweging. Groeps-
agressie zonder criminele inslag. Na
1975, maar nu spreek ik alleen maar ver
moedens uit, is er een algemene omslag
in de cultuur gekomen. Het collectivisti-
sche maakte plaats voor een ikkerige, el-
lebogerige houding. En sommigen
schuwden het geweld daarbij niet".
"Tot 1975 was bovendien de periode
van soft drugs, met op het laatst ook he
roïne. Nu zijn alcohol, cocaïne en peppil
len de verdovende middelen die worden
gebruikt. De eerste zijn downers, daar
word je rustig van, en de tweede zijn op
peppers. Als criminoloog kies ik voor het
eerste. Vooral het alcoholgebruik speelt
bij geweldsmisdrijven een belangrijke
rol. Het overgrote deel ervan, zowel
openbaar als privé, gebeurt onder in
vloed van sterke drank".
Tekortgeschoten
"Verder wordt binnen de kinderpsy
chiatrie verkondigd dat de generatie die
zich heeft bevrijd van autoriteiten is te
kortgeschoten als opvoeder. Ze zijn te
ver gegaan, en hun kinderen zijn daar
door onzeker geworden over bepaalde
regels. De generatie van de jaren zestig
was immers voorstander van een vrije
opvoeding. Ik maakte zelf ook deel uit
van die generatie, en terugkijkend moet
ik constateren dat ik daarover nu minder
optimistisch ben. Het aanleren van nor
men is in het onderwijs bijvoorbeeld be
neden niveau. Leraren zijn wat dat be
treft doorgeslagen, handhaven geen ge
dragsnormen meer. Er is geen enkel toe
zicht meer op spijbelen, zodat leerlingen
groepsgewijs op strooptocht gaan".
"Waar groepen gewelddadig optreden
is prestige vaak het motief. Dat zie je ook
bij chimpansees, die doden jonge dieren
alleen maar om indruk te maken. Bij
voetbalvandalisme is dat ook een soort
onderlinge competitie. Het gaat erom
wie de sterkste side heeft".
"Nederland was altijd het veiligste
land van Europa. We zaten in een heel
gunstige positie. Ik weet nog wel dat
Amerikaanse toeristen daarover zo ver
baasd waren. Dat je zomaar op de Dam
kon slapen en dat je met cheques in je
achterzak door de stad kon lopen zonder
dat er iets gebeurde".
"Nu zijn we een gemiddeld Europees
land geworden. Ten onrechte wordt nu
de indruk gewekt dat Amsterdam de on
veiligste stad van Europa is geworden.
Dat is onzin. Amsterdam is net zo onvei
lig als Londen, Parijs, Berlijn of Barce
lona. Voor Nederlanse begrippen is Am
sterdam in elk geval veruit het onvei
ligst. Dan een hele tijd niets, dan komt
Den Haag en daarna steden als Utrecht
en Rotterdam. Dat is heel opvallend:
Rotterdam is al tientallen jaren een
merkwaardig veilige stad, ondanks dat
het een haven heeft. Zoals Den Haag een
traditie heeft van een gewelddadige on
derwereld".
Wapenbezit
"Als wordt beweerd dat het in Neder
land wel meevalt verwijst men altijd naar
Amerika. Het grote verschil is het wa
penbezit. Het is daar doodnormaal een
wapen te hebben en dat wapen kan bij
elke ruzie tevoorschijn worden gehaald.
Vandaar dat het aantal doodslagen in
Amerika zoveel hoger ligt. Maar het aan
tal bedreigingen en geweldplegingen
verschilt naar verhouding maar weinig,
dat cijfer ligt misschien wel lager. Ameri
ka heeft namelijk in principe een heel be
leefde cultuur. Als je er in winkels of res
taurants komt, merk je dat iedereen zo
netjes met elkaar omgaat".
"De toename van het wapenbezit in
Nederland baart mij echter wel veel zor
gen. Het aantal processen-verbaal voor
wapenbezit is sterk toegenomen. In be
paalde subculturen is het al heel normaal
een wapen te hebben. Dat is een gevaar
lijke ontwikkeling. Als wapenbezit een
maal gewoon is kun je dat niet meer te
rugdraaien. Elke Amerikaanse crimino
loog zal dat bevestigen. Er is dan niets
meer aan te doen".
- Wat voor mensen plegen gewelds
misdrijven en wat voor mensen zijn er
het slachtoffer van?
"Geweldscriminaliteit is vaak sterk
milieugebonden. De harde kern in het
voetbalvandalisme bestaat uit jongeren
met een meervoudige achterstand, dat
wil zeggen: slechte behuizing èn weinig
onderwijs. Vaak zijn het bekenden van
de politie. Slachtoffers hebben vaak het
zelfde profiel als daders. Niet zelden zijn
de daders zelf ook wel eens slachtoffer.
Wat betreft berovingen ligt dat weer an
ders. Dan wordt er vaak een zwak doel
wit gekozen, bejaarde vrouwen bijvoor
beeld. Bij het geweld dat zich in de pri-
vésfeer afspeelt zijn vrouwen vaak het
slachtoffer. Daarbij gaat het dan meestal
om ruzies tussen partners of ex-
partners".
Privé-geweld
"Overigens is er een tendens al het
privé-geweld in de criminele hoek te du
wen. Alle seksuele spelletjes worden nu
Dr. J.J. M. van Dijk: "Het overgrote deel van het geweld, zowel openbaar als privé, gebeurt onder invloed van sterke
drank". (foto Wim Dijkman)
bijvoorbeeld incest genoemd. Ik ben er
op tegen dat alles op die manier bij het
strafrecht terecht komt. Dan kom je uit
bij een soort puritanisme, waarvan ik
geen voorstander ben. Aan de andere
kant: als een vrouw aangifte doet na mis
handeling door een familielid, dan moet
dat beslist serieus worden genomen.
Maar het mag niet doorslaan".
Hebben de media een rol gespeeld bij
de stijging van het aantal geweldsmis
drijven?
"Geweld krijgt in elk geval een gewel
dige aandacht in de kranten. Geweld be
angstigt en geweld fascineert. Het wordt
door iedereen gelezen. Die aandacht
geeft een vertekend beeld. De uitzonde
ring wordt als regel gezien. Ik zou wel
willen dat de misdaadverslaggeving zich
wat meer richtte op de achtergrond en
wat minder op de incidenten".
"Onderzoek heeft gelukkig aange
toond dat de meeste mensen toch wel
een realistisch beeld van de gevaren op
straat hebben. Maar er is ook een groep
mensen, de bejaarden bijvoorbeeld, die
tamelijk geïsoleerd leeft. Ze zijn voor
hun informatie vooral aangewezen op de
media en hebben een scheef beeld daar-
"Een ander punt is de imitatie, de zoge
naamde recept-werking. Zoals na die tv-
serie met werpsterren. Maar die werking
gaat slechts voor een kleine groep op, la
biele jongeren die daarvoor toch al ge
voelig zijn. Op de meeste kinderen heeft
het absoluut geen invloed".
Bevoegdheden
Wat moet de overheid doen om het
aantal geweldsmisdrijven terug te drin
gen?
"Straf heeft weliswaar een beperkte
werking, al wordt er tegenwoordig wel
zwaarder gestraft. Dat geldt zeker voor
roofovervallen, gijzelingen en seksueel
geweld. Ook het aantal sepots (daarbij
wordt niet tot verdere vervolging overge
gaan, red.) is flink afgenomen'.
"Daarnaast zijn er voorstellen om de
politie meer bevoegdheden te geven.
Meer mogelijkheden om mensen te fouil
leren en het pistool te gebruiken. Ik denk
dat het vooral is bedoeld om bepaalde er
gernissen bij de politie weg te nemen.
Politiemensen voelen zich nu vaak in
hun handelwijze beperkt. Maar dat is na
tuurlijk ook niet de oplossing van het cri
minaliteitsprobleem. Op een gegeven
moment zal de wal het schip ook wel
weer keren. Als mensen inderdaad zon
der enige reden worden aangehouden
voor fouillering, zal daar ongetwijfeld
een sterke reactie op volgen".
"Ik zoek de oplossing vooral in de pre
ventie. Op het gebied van het onderwijs
zou een hoop kunnen gebeuren. Wat dat
betreft vind ik Zweden een glanzend
voorbeeld. Leraren op lagere scholen
grijpen daar meteen in als een leerling
het slachtoffer van een andere leerling
dreigt te worden. Al op die leeftijd kan
het latere wangedrag worden ontwik
keld en het is dus heel belangrijk als dat
meteen wordt gecorrigeerd".
"In Nederland heb je nu voor het eerst
een campagne tegen alcoholgebruik on
der jongeren. Maar op dat gebied moet
echt veel meer gebeuren. Een sterke ac
cijnsverhoging op sterke drank bijvoor
beeld, of een verbod op alcoholverkoop
in kantines. Maar de Tweede Kamer is
kennelijk niet echt van de ernst te door
dringen. De drankindustrie wordt be
schermd. Aan het probleem van alcohol
gebruik onder jongeren wordt niet echt
wat gedaan. Er wordt een beetje over ge
zeurd, dat is alles".
DOOR JOOP VAN DER HORST
Dat is het wat hun vaak doen. Namelijk
hun zeggen waar in goed Nederlands zij
behoort te klinken. En hun zijn met een
heleboel, zodat je je afvraagt of het on
dertussen niet al lang goed Nederlands
geworden is. Ik weet al wat veel lezers nu
denken: een fout kan toch niet goed wor
den alleen doordat zoveel mensen de-
ze"de fout maken? Hun is toch fout in bo
venstaande zinnen?
Daarom haast ik mij te zeggen dat ik er
zelf ook een hekel aan heb. Maar wat ko
pen we daarvoor7 We kunnen een beetje
gaan klagen en zeuren over slordig taal
gebruik. maar dat gebeurt al genoeg. Lie
ver zou ik willen uitvinden waar dat ge
bruik van hun vandaan komt. Wie zijn er
mee begonnen, en waarom? Wanneer is
de hun-zeggerij begonnen? Is het iets
van de laatste tien jaar. of gebeurt het al
sedert 1950?
De laatste vragen zijn nog het minst
moeilijk. Maar laten we eerst even pre
cies zeggen wat we met hun-zeggerij be
doelen. Hun is immers vaak een gewoon
goed Nederlands woord. Bijvoorbeeld in
zinnen als: Ik heb het hun gisteren ver
teld, of: Men mag dat hun niet aanreke
nen. Hier is hun meewerkend voorwerp
en dan is er niets aan de hand.
Ook als bezittelijk voornaamwoord is
hun onberispelijk: Dat is hun zaak. of:
Waar zijn hun koffers? In spreektaal
wordt hun ook wel eens als lijdend voor
werp gebruikt: Ik heb hun in geen jaren
gezien, ook al schrijven we hier liever
hen. Tot zover is er niets bijzonders. Het
wordt pas opvallend als mensen hun
gaan gebruiken als onderwerp van een
zin: Dat is het wat hun vaak doen. Dan
hebben we hun-zeggerij: Morgen zijn hun
aan de beurt; hun komen altijd te laat.
Deze hun-zeggerij is niet iets van de
laatste jaren. Toevallig weten we dat het
in de oorlogsjaren ook al voorkwam. Toe
vallig, omdat het in de meeste boeken uit
die tijd niet te vinden is. Het werd. als het
al eens voorkwam, wel verbeterd. Bij
voorbeeld in de dagboeken van Anne
Frank: Het Achterhuis. De vader van An
ne Frank heeft na de oorlog de tekst van
Anne voor druk gereed gemaakt en de
taalfouten van zijn dochter verbeterd.
Maar sinds 1986 beschikken we ook over
de precieze tekst van wat Anne Frank op
schreef, dank zij de uitgave van De dag
boeken van Anne Frank. Daarin kunnen
we lezen dat zij op 14 augustus 1942
schreef: ik denk tenminste dat hun het
waren. Op 29 juli 1943 schreef ze: want
dat is het wat hun vaak doen. Haar vader
veranderde dat voor Het Achterhuis in:
want dat is het wat ze vaak doen. Maar
Anne zelf, een meisje uit een keurig mil
ieu, schreef in 1942 en 1943 hun!
Anne Frank zal wel geen uitzondering
geweest zijn. In het boek Residentie/even
uit 1928, geschreven door Jeanne Rey-
neke van Stuwe, de vrouw van de dichter
Willem Kloos, lezen we over een eenvou
dig meisje dat bij een deftige familie in
Den Haag komt. Die deftige familie lacht
het meisje uit omdat ze gezegd heeft:
...hun hebben wel wat anders te doen.
We kunnen nog verder terug. De eer
ste keer dat we er iets over horen, voor
zover mij bekend, is 1911. In dat jaar
schreef de taalkundige J.A, Vor der Hake
een artikel in een vakblad, 'De Nieuwe
Taalgids', over onze persoonlijke voor
naamwoorden. En daar lezen we. anno
1911: 'Hun doen dat niet hoorde ik meer
malen in Haarlem'.
Is het in Haarlem begonnen? Nee, Vor
der Hake woonde in Haarlem. We kunnen
alleen zeggen dat het er in 1911 in
spreektaal al was. Als een van de lezers
een vroegere vindplaats weet dan 1911,
houd ik mij van harte aanbevolen. Voorlo
pig houden we het erop dat de hun-zeg
gerij in elk geval in het begin van deze
eeuw al voorkwam.
Vrouwen kennen de situatie inaar al te
goed: ze gedragen zich tegenover een
man vriendelijk en open, eh plotseling
wil hij 'meer'. De vrouw wordt dan vaak
onzeker, weet niet wat ze verkeerd heeft
gedaan. De man is gefrustreerd en in ex
treme gevallen zelfs vol met verwijten.
Hoe komt het toch steeds weer tot dit
misverstand? Volgens onderzoekers aan
de universiteit van Kansas treft de
vrouw meestal geen schuld. Hun onder
zoekingen tonen duidelijk aan dat man
nen ertoe neigen de vriendelijkheid van
een vrouw verkeerd uit te leggen en als
seksuele belangstelling op te vatten. In
een onderzoek lieten ze bijvoorbeeld het
volgende videofilmpje door mannelijke
en vrouwelijke studenten beoordelen: na
een college spreekt een studente haar pro
fessor aan en verzoekt hem de inleverda
tum van haar schriftelijke werkstuk te
verschuiven. Ze heeft er al veel aan ge
daan en de professor weet dat. Hoewel hij
erom bekend staat heel strikt te zijn met
inleverdata is hij bereid in haar geval
een uitzondering te maken.
Verrassend is wat mannen allemaal in
deze scène zien willen. In hun ogen flirten
de professor en de studente mét elkaar,
proberen ze elkaar te verleiden en wor
den beiden als heel sexy boordeeld. De
studentes daarentegen zagen in de scène
alleen dat wat ze in feite laat zien: een
vriendelijk onderhoud tussen een profes
sor en zijn studente. Dezelfde beoorde
lingsfout werd ook bij andere videofilmp
jes vastgesteld. Steeds schreven de man
nelijke beoordelaars aan de actrices in
de filmpjes seksuele bedoelingen toe.
Om uit te vinden of vrouwen mogelijk
toch opzettelijk seksuele signalen uitzen
den, lieten de onderzoekers gewone man
nen en vrouwen vriendelijke gesprekken
met elkaar voeren, namen die op en lieten
de beelden beoordelen. Weer vonden ze
dat mannelijke kijkers geneigd zijn seks
uele signalen te zien. Vervolgens werden
de vrouwen die aan de opgenomen ge
sprekken hadden deelgenomen, geïnter
viewd. Uit hun antwoorden bleek over
duidelijk dat ze tegenover hun mannelij
ke gesprekspartners alleen maar vrien
delijk wilden zijn en geen seksuele be
langstelling voor hen hadden.
Het is niet zo gemakkelijk dit hardnek
kige misverstand te verklaren. Maar dui
delijk is wel dat het een belangrijke oor
zaak van 'seksuele overvallen' en moge
lijk van verkrachting kan zijn. Mannen
neigen ertoe alles wat vrouwen ten op
zichte van hen doen in een seksueel licht
te zien. Dus kan een vriendelijk gebaar
van een vrouw - zij legt bijvoorbeeld de
hand op de arm van een collega - voor de
man onherroepelijk de suggestie van een
uitnodiging in zich dragen. Wanneer ze
de volgende dag opnieuw vriendelijk is,
kan zich het idéé fixe bij hem ontwikke
len dat zij beslist iets met hem wil of in
hem ziet.
Wat doet een vrouw die door een man
seksueel wordt belaagd, maar die geen
zin heeft zich met hem in te laten? Uit een
ander Amerikaans onderzoek, in New
York uitgevoerd, blijkt dat een vrouw
zich dan vaak tegen haar eigen gevoelens
of verlangens in gedraagt. Veel vrouwen
schijnen aan de aandrang van mannen
vooral toe te geven omdat ze geloven dat
een afwijzing hem te zeer zou kwetsen.
Dat is niet alleen het geval bij vrouwen
die de man in kwestie nog niet zo goed
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
kennen, maar evenzeer bij vrouwen die
al dertig jaar of langer een relatie met
hem hebben. Veel vrouwen melden dat ze
soms dagen later nog kunnen merken dat
ze hun partner niet 'terwille' zijn ge
weest. Ze merken dat niet alleen aan zijn
stemming, maar ook aan zijn bereidheid
bepaalde dingen voor hen te doen of aan
hen te geven. Vrouwen die met zulke snel
gefrustreerde mannen een relatie hebben,
zijn daarom vaak geneigd met de regel
maat van de klok toe te geven. Voor de
kwaliteit van de relatie is dat niet erg
verheffend, maar het bespaart ze op de
korte termijn steeds een hoop gedonder.
Helaas leidt het soms tot situaties in een
relatie die niet erg veel verschillen van
verkrachting.
Het is bepaald onzin te geloven dat zo
iets alleen in kringen van de minder ont
wikkelden of minder beschaafden, wat
dat ook precies mag betekenen, voor
komt. Uit studies onder studenten, van
wie je toch zou denken dat ze beter kon
den weten, blijkt dat verkrachting, of iets
wat er verbluffend veel op lijkt, bijna zo
vaak voorkomt dat het normaal wordt
gevonden. Uit een onderzoek blijkt dat 50
procentf!) van de studentes aangeeft te
gen haar wil een seksuele relatie te heb
ben gehad met een medestudent die ze
kenden. Op de vraag waarom ze dat de
den kwam een groot aantal studentes met
het volgende merkwaardige antwoord:
degene met wie ze waren was zo opge
wonden dat hij 'niet meer te houden was'.
Eenvijfde van de studentes zei dat ze met
valse voorwendsels waren verleid zoals
"nog een drankje bij jou en dan meteen
naar huis, want ik moet morgen weer
vroeg op"; "mijn verwarming is uitge
vallen, dus als je nog een lege bank over
hebt"; "je kunt rustig bij ons logeren".
Opvallend is dat sommige studentes
zich ertoe lieten verleiden bij hun begelei
der in hetzelfde bed te kruipen onder de
belofte dat er 'niks zou gebeuren', wat
vervolgens niet altijd de waarheid bleek
te zijn. Treurig is dat eveneens eenvijfde
van de studentes lichamelijk bedreigd
was en dat opgaf als een reden voor toe
geven.
Zijn mannen dan inderdaad zulke
'seksuele dieren' die vervelend of gevaar
lijk worden als ze in hun lustbevrediging
gedwarsboomd worden? Veel vrouwen
denken dat inderdaad, zo blijkt uit een
onderzoek onder 150 echtparen in Los
Angeles. Volgens de vrouwen uit dat on
derzoek is het zo dat hun mannen op de
eerste plaats geïnteresseerd raken in an
dere vrouwen om seksuele redenen. Hun
mannen zijn geneigd dat in eerste in
stantie te ontkennen. Volgen hen speelt
sex natuurlijk een rol, maar het is niet
het enige en zeker niet het voornaamste.
Zulke mannen blijken zichzelf slecht te
kennen, zoals uit een vervolg op dit on
derzoek bleek. De mannen werd ge
vraagd een serie foto's te beoordelen van
vrouwen die meer en minder seocy waren
aan- of uitgekleed. Sommige foto's waren
van dezelfde vrouwen, maar dan steeds
op een meer of minder seksueel aantrek
kelijke manier gepresenteerd. Na een
pauze van een uur werd de mannen ge
vraagd om uit een stapel foto's die foto's
van vrouwen te halen, die ze eerder had
den gezien. De sexy vrouwen of de vrou
wen in hun sexy versie bleken overweldi
gend beter te zijn onthouden dan de an
dere.
Een week later bleek hetzelfde verschil
nog steeds op te treden. Sommige mannen
gaven toe dat ze in hun fantasie met de
'foto-vrouwen' hadden gespeeld. Het is
ditzelfde gegeven waarop de talloze sex-
bladen of de weekbladen, die zoveel sex
op hun omslag doen, zo gretig inspelen.
Ze voeden de fantasie van de 'seksuele
beesten'.
Een vraag blijft nog waarom vrouwen
- ook vrouwen die vaker seksueel zijn las
tiggevallen - zo manvriendelijk blijven.
Vermoedelijk ligt dat aan het maar moei
lijk veranderbare idee dat mannen het
recht hebben bij sex het initiatief te ne-
Het valt te hopen dat al de onderzoe
kingen die ik genoemd heb slechts een
deel van de werkelijkheid weergeven.
Want anders moeten we wel aannemen
dat veel relaties tussen mannen en vrou
wen niks anders dan misverstanden zijn.