'Wapenbezit baart mij veel zorgen' Mannenwaan Denkwijzer Criminoloog dr. Van Dijk constateert grote toename geweldsmisdrijven Onze taal sM eu. lY ui. m oe ZATERDAG 23 JANUARI 1988 EXTRA PAGINA 27 Acht avonden lang wordt aan de Leidse universiteit in het kader van de cyclus Studium Generale gesproken over geweld. Vragen die vanaf 2 februari aan de orde komen: Neemt het aantal geweldsmisdrijven toe? Wie zijn de slachtoffers en wie zijn de daders? De criminoloog dr. J.J.M. van Dijk (hij verzorgt op 23 februari een lezing) geeft in onderstaand interview alvast wat antwoorden. Hij is directeur van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (WODC), een instituut dat in dienst van het ministerie van justitie beleidsmatig onderzoek verricht. "Geweld beangstigt en geweld fascineert". Toename van geweld: werkelijkheid of schijn? Ruim tien jaar geleden koos dr. J.J.M. van Dijk in een arti kel voor het laatste. "Door de Viet- nam-demonstraties en de bezettin gen, waaraan ik op de Leidse univer siteit overigens ook heb meegedaan, ontstond de indruk van een ge- weldsgolf. Ik schreef toen dat dat slechts schijn was". door Bart Jungmann In zijn werkkamer op het ministerie van justitie in Den Haag komt hij nu tot een heel andere conclusie. De directeur van het ministerieel onderzoeksbureau toont een paar statistiekjes waarop de curves inderdaad de laatste tien jaar de weg omhoog hebben gevonden. "Ik heb zelf destijds beweerd dat er niets alar merends aan de hand is, en ik vind dat het nu mijn plicht is om te zeggen dat er een scherpe stijging is van geweldsmis drijven. Ik wil niet meedoen met de men sen die het allemaal maar een beetje af wimpelen, die beweren dat het allemaal zo erg niet is". De vraag luidde: is er tegenwoordig meer geweld in Nederland dan voor heen? In eerste instantie antwoordde Van Dijk daarop: het hangt ervan af hoe ver je teruggaat in de tijd, hoe ver je te ruggaat in het historisch voorspel, zoals de criminoloog dat noemt. "In vergelij king met de Middeleeuwen zijn er onein dig veel minder geweldsdelicten. Het aantal doodslagen lag toen honderdmaal hoger dan thans". "Ik ben dat ook tegengekomen in de stukken over Leiden. Het bleek bijvoor beeld dat na de vestiging van de universi teit in de zestiende eeuw het geweld door de komst van de studenten sterk toenam. Op grote schaal werden er ruiten inge gooid bij de burgerij, en door dronken schap maakten studenten zich schuldig aan straatschenderij. Daarbij vielen ook doden". "De gemeente meende toen dat het zo niet langer kon. Dat soort delicten moest voortaan onder de eigen rechtspraak val len. Daarvóór deed de vierschaar, een college van vier hoogleraren, die recht spraak, zoals je nu nog het militair tucht recht hebt. Om een einde aan de straat schenderij te maken besloot de universi teit een topeel- en een schermschool op te richten. Inderdaad, om de studenten van de straat te houden". Stabiel "Sinds het begin van deze eeuw is de ontwikkeling van het geweldsniveau sta tistisch beter bijgehouden. Die is eigen lijk steeds tamelijk stabiel gebleven. Tot 1975. Daarna schiet de curve omhoog. Mishandeling is toegenomen, het aantal doodslagen eveneens, en diefstal met ge weld is zelfs een enorme uitschieter. Dat is verviervoudigd. Alleen seksueel ge weld is niet toegenomen. Heel opval lend. Ik denk dat dat komt door een ze kere bewustwording, op gang gebracht door de emancipatiebeweging. Er is meer respect voor het vrouwelijk li chaam. Vrouwen zelf zijn minder naïef, ze verweren zich meer". Hoe is die stijging van geweldsmis drijven te verklaren? "De periode van 1965 tot 1975 was de tijd van de verzetsbeweging. Groeps- agressie zonder criminele inslag. Na 1975, maar nu spreek ik alleen maar ver moedens uit, is er een algemene omslag in de cultuur gekomen. Het collectivisti- sche maakte plaats voor een ikkerige, el- lebogerige houding. En sommigen schuwden het geweld daarbij niet". "Tot 1975 was bovendien de periode van soft drugs, met op het laatst ook he roïne. Nu zijn alcohol, cocaïne en peppil len de verdovende middelen die worden gebruikt. De eerste zijn downers, daar word je rustig van, en de tweede zijn op peppers. Als criminoloog kies ik voor het eerste. Vooral het alcoholgebruik speelt bij geweldsmisdrijven een belangrijke rol. Het overgrote deel ervan, zowel openbaar als privé, gebeurt onder in vloed van sterke drank". Tekortgeschoten "Verder wordt binnen de kinderpsy chiatrie verkondigd dat de generatie die zich heeft bevrijd van autoriteiten is te kortgeschoten als opvoeder. Ze zijn te ver gegaan, en hun kinderen zijn daar door onzeker geworden over bepaalde regels. De generatie van de jaren zestig was immers voorstander van een vrije opvoeding. Ik maakte zelf ook deel uit van die generatie, en terugkijkend moet ik constateren dat ik daarover nu minder optimistisch ben. Het aanleren van nor men is in het onderwijs bijvoorbeeld be neden niveau. Leraren zijn wat dat be treft doorgeslagen, handhaven geen ge dragsnormen meer. Er is geen enkel toe zicht meer op spijbelen, zodat leerlingen groepsgewijs op strooptocht gaan". "Waar groepen gewelddadig optreden is prestige vaak het motief. Dat zie je ook bij chimpansees, die doden jonge dieren alleen maar om indruk te maken. Bij voetbalvandalisme is dat ook een soort onderlinge competitie. Het gaat erom wie de sterkste side heeft". "Nederland was altijd het veiligste land van Europa. We zaten in een heel gunstige positie. Ik weet nog wel dat Amerikaanse toeristen daarover zo ver baasd waren. Dat je zomaar op de Dam kon slapen en dat je met cheques in je achterzak door de stad kon lopen zonder dat er iets gebeurde". "Nu zijn we een gemiddeld Europees land geworden. Ten onrechte wordt nu de indruk gewekt dat Amsterdam de on veiligste stad van Europa is geworden. Dat is onzin. Amsterdam is net zo onvei lig als Londen, Parijs, Berlijn of Barce lona. Voor Nederlanse begrippen is Am sterdam in elk geval veruit het onvei ligst. Dan een hele tijd niets, dan komt Den Haag en daarna steden als Utrecht en Rotterdam. Dat is heel opvallend: Rotterdam is al tientallen jaren een merkwaardig veilige stad, ondanks dat het een haven heeft. Zoals Den Haag een traditie heeft van een gewelddadige on derwereld". Wapenbezit "Als wordt beweerd dat het in Neder land wel meevalt verwijst men altijd naar Amerika. Het grote verschil is het wa penbezit. Het is daar doodnormaal een wapen te hebben en dat wapen kan bij elke ruzie tevoorschijn worden gehaald. Vandaar dat het aantal doodslagen in Amerika zoveel hoger ligt. Maar het aan tal bedreigingen en geweldplegingen verschilt naar verhouding maar weinig, dat cijfer ligt misschien wel lager. Ameri ka heeft namelijk in principe een heel be leefde cultuur. Als je er in winkels of res taurants komt, merk je dat iedereen zo netjes met elkaar omgaat". "De toename van het wapenbezit in Nederland baart mij echter wel veel zor gen. Het aantal processen-verbaal voor wapenbezit is sterk toegenomen. In be paalde subculturen is het al heel normaal een wapen te hebben. Dat is een gevaar lijke ontwikkeling. Als wapenbezit een maal gewoon is kun je dat niet meer te rugdraaien. Elke Amerikaanse crimino loog zal dat bevestigen. Er is dan niets meer aan te doen". - Wat voor mensen plegen gewelds misdrijven en wat voor mensen zijn er het slachtoffer van? "Geweldscriminaliteit is vaak sterk milieugebonden. De harde kern in het voetbalvandalisme bestaat uit jongeren met een meervoudige achterstand, dat wil zeggen: slechte behuizing èn weinig onderwijs. Vaak zijn het bekenden van de politie. Slachtoffers hebben vaak het zelfde profiel als daders. Niet zelden zijn de daders zelf ook wel eens slachtoffer. Wat betreft berovingen ligt dat weer an ders. Dan wordt er vaak een zwak doel wit gekozen, bejaarde vrouwen bijvoor beeld. Bij het geweld dat zich in de pri- vésfeer afspeelt zijn vrouwen vaak het slachtoffer. Daarbij gaat het dan meestal om ruzies tussen partners of ex- partners". Privé-geweld "Overigens is er een tendens al het privé-geweld in de criminele hoek te du wen. Alle seksuele spelletjes worden nu Dr. J.J. M. van Dijk: "Het overgrote deel van het geweld, zowel openbaar als privé, gebeurt onder invloed van sterke drank". (foto Wim Dijkman) bijvoorbeeld incest genoemd. Ik ben er op tegen dat alles op die manier bij het strafrecht terecht komt. Dan kom je uit bij een soort puritanisme, waarvan ik geen voorstander ben. Aan de andere kant: als een vrouw aangifte doet na mis handeling door een familielid, dan moet dat beslist serieus worden genomen. Maar het mag niet doorslaan". Hebben de media een rol gespeeld bij de stijging van het aantal geweldsmis drijven? "Geweld krijgt in elk geval een gewel dige aandacht in de kranten. Geweld be angstigt en geweld fascineert. Het wordt door iedereen gelezen. Die aandacht geeft een vertekend beeld. De uitzonde ring wordt als regel gezien. Ik zou wel willen dat de misdaadverslaggeving zich wat meer richtte op de achtergrond en wat minder op de incidenten". "Onderzoek heeft gelukkig aange toond dat de meeste mensen toch wel een realistisch beeld van de gevaren op straat hebben. Maar er is ook een groep mensen, de bejaarden bijvoorbeeld, die tamelijk geïsoleerd leeft. Ze zijn voor hun informatie vooral aangewezen op de media en hebben een scheef beeld daar- "Een ander punt is de imitatie, de zoge naamde recept-werking. Zoals na die tv- serie met werpsterren. Maar die werking gaat slechts voor een kleine groep op, la biele jongeren die daarvoor toch al ge voelig zijn. Op de meeste kinderen heeft het absoluut geen invloed". Bevoegdheden Wat moet de overheid doen om het aantal geweldsmisdrijven terug te drin gen? "Straf heeft weliswaar een beperkte werking, al wordt er tegenwoordig wel zwaarder gestraft. Dat geldt zeker voor roofovervallen, gijzelingen en seksueel geweld. Ook het aantal sepots (daarbij wordt niet tot verdere vervolging overge gaan, red.) is flink afgenomen'. "Daarnaast zijn er voorstellen om de politie meer bevoegdheden te geven. Meer mogelijkheden om mensen te fouil leren en het pistool te gebruiken. Ik denk dat het vooral is bedoeld om bepaalde er gernissen bij de politie weg te nemen. Politiemensen voelen zich nu vaak in hun handelwijze beperkt. Maar dat is na tuurlijk ook niet de oplossing van het cri minaliteitsprobleem. Op een gegeven moment zal de wal het schip ook wel weer keren. Als mensen inderdaad zon der enige reden worden aangehouden voor fouillering, zal daar ongetwijfeld een sterke reactie op volgen". "Ik zoek de oplossing vooral in de pre ventie. Op het gebied van het onderwijs zou een hoop kunnen gebeuren. Wat dat betreft vind ik Zweden een glanzend voorbeeld. Leraren op lagere scholen grijpen daar meteen in als een leerling het slachtoffer van een andere leerling dreigt te worden. Al op die leeftijd kan het latere wangedrag worden ontwik keld en het is dus heel belangrijk als dat meteen wordt gecorrigeerd". "In Nederland heb je nu voor het eerst een campagne tegen alcoholgebruik on der jongeren. Maar op dat gebied moet echt veel meer gebeuren. Een sterke ac cijnsverhoging op sterke drank bijvoor beeld, of een verbod op alcoholverkoop in kantines. Maar de Tweede Kamer is kennelijk niet echt van de ernst te door dringen. De drankindustrie wordt be schermd. Aan het probleem van alcohol gebruik onder jongeren wordt niet echt wat gedaan. Er wordt een beetje over ge zeurd, dat is alles". DOOR JOOP VAN DER HORST Dat is het wat hun vaak doen. Namelijk hun zeggen waar in goed Nederlands zij behoort te klinken. En hun zijn met een heleboel, zodat je je afvraagt of het on dertussen niet al lang goed Nederlands geworden is. Ik weet al wat veel lezers nu denken: een fout kan toch niet goed wor den alleen doordat zoveel mensen de- ze"de fout maken? Hun is toch fout in bo venstaande zinnen? Daarom haast ik mij te zeggen dat ik er zelf ook een hekel aan heb. Maar wat ko pen we daarvoor7 We kunnen een beetje gaan klagen en zeuren over slordig taal gebruik. maar dat gebeurt al genoeg. Lie ver zou ik willen uitvinden waar dat ge bruik van hun vandaan komt. Wie zijn er mee begonnen, en waarom? Wanneer is de hun-zeggerij begonnen? Is het iets van de laatste tien jaar. of gebeurt het al sedert 1950? De laatste vragen zijn nog het minst moeilijk. Maar laten we eerst even pre cies zeggen wat we met hun-zeggerij be doelen. Hun is immers vaak een gewoon goed Nederlands woord. Bijvoorbeeld in zinnen als: Ik heb het hun gisteren ver teld, of: Men mag dat hun niet aanreke nen. Hier is hun meewerkend voorwerp en dan is er niets aan de hand. Ook als bezittelijk voornaamwoord is hun onberispelijk: Dat is hun zaak. of: Waar zijn hun koffers? In spreektaal wordt hun ook wel eens als lijdend voor werp gebruikt: Ik heb hun in geen jaren gezien, ook al schrijven we hier liever hen. Tot zover is er niets bijzonders. Het wordt pas opvallend als mensen hun gaan gebruiken als onderwerp van een zin: Dat is het wat hun vaak doen. Dan hebben we hun-zeggerij: Morgen zijn hun aan de beurt; hun komen altijd te laat. Deze hun-zeggerij is niet iets van de laatste jaren. Toevallig weten we dat het in de oorlogsjaren ook al voorkwam. Toe vallig, omdat het in de meeste boeken uit die tijd niet te vinden is. Het werd. als het al eens voorkwam, wel verbeterd. Bij voorbeeld in de dagboeken van Anne Frank: Het Achterhuis. De vader van An ne Frank heeft na de oorlog de tekst van Anne voor druk gereed gemaakt en de taalfouten van zijn dochter verbeterd. Maar sinds 1986 beschikken we ook over de precieze tekst van wat Anne Frank op schreef, dank zij de uitgave van De dag boeken van Anne Frank. Daarin kunnen we lezen dat zij op 14 augustus 1942 schreef: ik denk tenminste dat hun het waren. Op 29 juli 1943 schreef ze: want dat is het wat hun vaak doen. Haar vader veranderde dat voor Het Achterhuis in: want dat is het wat ze vaak doen. Maar Anne zelf, een meisje uit een keurig mil ieu, schreef in 1942 en 1943 hun! Anne Frank zal wel geen uitzondering geweest zijn. In het boek Residentie/even uit 1928, geschreven door Jeanne Rey- neke van Stuwe, de vrouw van de dichter Willem Kloos, lezen we over een eenvou dig meisje dat bij een deftige familie in Den Haag komt. Die deftige familie lacht het meisje uit omdat ze gezegd heeft: ...hun hebben wel wat anders te doen. We kunnen nog verder terug. De eer ste keer dat we er iets over horen, voor zover mij bekend, is 1911. In dat jaar schreef de taalkundige J.A, Vor der Hake een artikel in een vakblad, 'De Nieuwe Taalgids', over onze persoonlijke voor naamwoorden. En daar lezen we. anno 1911: 'Hun doen dat niet hoorde ik meer malen in Haarlem'. Is het in Haarlem begonnen? Nee, Vor der Hake woonde in Haarlem. We kunnen alleen zeggen dat het er in 1911 in spreektaal al was. Als een van de lezers een vroegere vindplaats weet dan 1911, houd ik mij van harte aanbevolen. Voorlo pig houden we het erop dat de hun-zeg gerij in elk geval in het begin van deze eeuw al voorkwam. Vrouwen kennen de situatie inaar al te goed: ze gedragen zich tegenover een man vriendelijk en open, eh plotseling wil hij 'meer'. De vrouw wordt dan vaak onzeker, weet niet wat ze verkeerd heeft gedaan. De man is gefrustreerd en in ex treme gevallen zelfs vol met verwijten. Hoe komt het toch steeds weer tot dit misverstand? Volgens onderzoekers aan de universiteit van Kansas treft de vrouw meestal geen schuld. Hun onder zoekingen tonen duidelijk aan dat man nen ertoe neigen de vriendelijkheid van een vrouw verkeerd uit te leggen en als seksuele belangstelling op te vatten. In een onderzoek lieten ze bijvoorbeeld het volgende videofilmpje door mannelijke en vrouwelijke studenten beoordelen: na een college spreekt een studente haar pro fessor aan en verzoekt hem de inleverda tum van haar schriftelijke werkstuk te verschuiven. Ze heeft er al veel aan ge daan en de professor weet dat. Hoewel hij erom bekend staat heel strikt te zijn met inleverdata is hij bereid in haar geval een uitzondering te maken. Verrassend is wat mannen allemaal in deze scène zien willen. In hun ogen flirten de professor en de studente mét elkaar, proberen ze elkaar te verleiden en wor den beiden als heel sexy boordeeld. De studentes daarentegen zagen in de scène alleen dat wat ze in feite laat zien: een vriendelijk onderhoud tussen een profes sor en zijn studente. Dezelfde beoorde lingsfout werd ook bij andere videofilmp jes vastgesteld. Steeds schreven de man nelijke beoordelaars aan de actrices in de filmpjes seksuele bedoelingen toe. Om uit te vinden of vrouwen mogelijk toch opzettelijk seksuele signalen uitzen den, lieten de onderzoekers gewone man nen en vrouwen vriendelijke gesprekken met elkaar voeren, namen die op en lieten de beelden beoordelen. Weer vonden ze dat mannelijke kijkers geneigd zijn seks uele signalen te zien. Vervolgens werden de vrouwen die aan de opgenomen ge sprekken hadden deelgenomen, geïnter viewd. Uit hun antwoorden bleek over duidelijk dat ze tegenover hun mannelij ke gesprekspartners alleen maar vrien delijk wilden zijn en geen seksuele be langstelling voor hen hadden. Het is niet zo gemakkelijk dit hardnek kige misverstand te verklaren. Maar dui delijk is wel dat het een belangrijke oor zaak van 'seksuele overvallen' en moge lijk van verkrachting kan zijn. Mannen neigen ertoe alles wat vrouwen ten op zichte van hen doen in een seksueel licht te zien. Dus kan een vriendelijk gebaar van een vrouw - zij legt bijvoorbeeld de hand op de arm van een collega - voor de man onherroepelijk de suggestie van een uitnodiging in zich dragen. Wanneer ze de volgende dag opnieuw vriendelijk is, kan zich het idéé fixe bij hem ontwikke len dat zij beslist iets met hem wil of in hem ziet. Wat doet een vrouw die door een man seksueel wordt belaagd, maar die geen zin heeft zich met hem in te laten? Uit een ander Amerikaans onderzoek, in New York uitgevoerd, blijkt dat een vrouw zich dan vaak tegen haar eigen gevoelens of verlangens in gedraagt. Veel vrouwen schijnen aan de aandrang van mannen vooral toe te geven omdat ze geloven dat een afwijzing hem te zeer zou kwetsen. Dat is niet alleen het geval bij vrouwen die de man in kwestie nog niet zo goed door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden kennen, maar evenzeer bij vrouwen die al dertig jaar of langer een relatie met hem hebben. Veel vrouwen melden dat ze soms dagen later nog kunnen merken dat ze hun partner niet 'terwille' zijn ge weest. Ze merken dat niet alleen aan zijn stemming, maar ook aan zijn bereidheid bepaalde dingen voor hen te doen of aan hen te geven. Vrouwen die met zulke snel gefrustreerde mannen een relatie hebben, zijn daarom vaak geneigd met de regel maat van de klok toe te geven. Voor de kwaliteit van de relatie is dat niet erg verheffend, maar het bespaart ze op de korte termijn steeds een hoop gedonder. Helaas leidt het soms tot situaties in een relatie die niet erg veel verschillen van verkrachting. Het is bepaald onzin te geloven dat zo iets alleen in kringen van de minder ont wikkelden of minder beschaafden, wat dat ook precies mag betekenen, voor komt. Uit studies onder studenten, van wie je toch zou denken dat ze beter kon den weten, blijkt dat verkrachting, of iets wat er verbluffend veel op lijkt, bijna zo vaak voorkomt dat het normaal wordt gevonden. Uit een onderzoek blijkt dat 50 procentf!) van de studentes aangeeft te gen haar wil een seksuele relatie te heb ben gehad met een medestudent die ze kenden. Op de vraag waarom ze dat de den kwam een groot aantal studentes met het volgende merkwaardige antwoord: degene met wie ze waren was zo opge wonden dat hij 'niet meer te houden was'. Eenvijfde van de studentes zei dat ze met valse voorwendsels waren verleid zoals "nog een drankje bij jou en dan meteen naar huis, want ik moet morgen weer vroeg op"; "mijn verwarming is uitge vallen, dus als je nog een lege bank over hebt"; "je kunt rustig bij ons logeren". Opvallend is dat sommige studentes zich ertoe lieten verleiden bij hun begelei der in hetzelfde bed te kruipen onder de belofte dat er 'niks zou gebeuren', wat vervolgens niet altijd de waarheid bleek te zijn. Treurig is dat eveneens eenvijfde van de studentes lichamelijk bedreigd was en dat opgaf als een reden voor toe geven. Zijn mannen dan inderdaad zulke 'seksuele dieren' die vervelend of gevaar lijk worden als ze in hun lustbevrediging gedwarsboomd worden? Veel vrouwen denken dat inderdaad, zo blijkt uit een onderzoek onder 150 echtparen in Los Angeles. Volgens de vrouwen uit dat on derzoek is het zo dat hun mannen op de eerste plaats geïnteresseerd raken in an dere vrouwen om seksuele redenen. Hun mannen zijn geneigd dat in eerste in stantie te ontkennen. Volgen hen speelt sex natuurlijk een rol, maar het is niet het enige en zeker niet het voornaamste. Zulke mannen blijken zichzelf slecht te kennen, zoals uit een vervolg op dit on derzoek bleek. De mannen werd ge vraagd een serie foto's te beoordelen van vrouwen die meer en minder seocy waren aan- of uitgekleed. Sommige foto's waren van dezelfde vrouwen, maar dan steeds op een meer of minder seksueel aantrek kelijke manier gepresenteerd. Na een pauze van een uur werd de mannen ge vraagd om uit een stapel foto's die foto's van vrouwen te halen, die ze eerder had den gezien. De sexy vrouwen of de vrou wen in hun sexy versie bleken overweldi gend beter te zijn onthouden dan de an dere. Een week later bleek hetzelfde verschil nog steeds op te treden. Sommige mannen gaven toe dat ze in hun fantasie met de 'foto-vrouwen' hadden gespeeld. Het is ditzelfde gegeven waarop de talloze sex- bladen of de weekbladen, die zoveel sex op hun omslag doen, zo gretig inspelen. Ze voeden de fantasie van de 'seksuele beesten'. Een vraag blijft nog waarom vrouwen - ook vrouwen die vaker seksueel zijn las tiggevallen - zo manvriendelijk blijven. Vermoedelijk ligt dat aan het maar moei lijk veranderbare idee dat mannen het recht hebben bij sex het initiatief te ne- Het valt te hopen dat al de onderzoe kingen die ik genoemd heb slechts een deel van de werkelijkheid weergeven. Want anders moeten we wel aannemen dat veel relaties tussen mannen en vrou wen niks anders dan misverstanden zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 27