Steeds ergens anders zonder gesjouw Marokko waar het gebergte koningin is Cruisen langs exotische eilanden; Liechtenstein: de navel van Europa DONDERDAG 21 JANUARI 1988 PAGINA II Een roman van Arthur Hailey ('Hotel', 'Airport') zou over een reis aan boord van het cruiseschip 'Black Prince' hebben kunnen gaan. Een internationaal gezelschap vakantiegangers, een Noorse cruise-commodore, een Nederlandse scheepsarts en hoofdzakelijk Philippijnse bemanningsleden. Een cruise langs exotiche eilanden en havensteden als Tenerife, Las Palmas, Lanzarote, Agadir (Marokko), Madeira, la Gomera en weer Tenerife. door Carlo Nagel Maar ook Richard Gordon ('Met de kapitein aan tafel', 'Dokter op zee') zou er inspiratie hebben kunnen opdoen. Het zwembad op het Lido- dek, de luxueuze restaurants Royal Garter en Fleur de Lys, de ver plichte sloepenrol, de cocktailpar ty van de cruise commodore, de dansavondjes op muziek van The Cruizers en het casino. Op vrijdag vlieg ik van Schiphol naar Tenerife. Met de bus van Hol land International naar het haven plaatsje Los Christianos. Daar ligt de Black Prince. Ruim 143 meter lang, meer dan 20 meter breed. Een motorbootje vaart nieuwe passa giers naar het schip. Voordelen Aan de voordelen van een cruise denk ik als we 's avonds Las Pal mas binnenvaren. Je hoeft een week lang je koffer niet in te pak ken, terwijl je toch iedere dag een nieuw (ei)land kunt verkennen. Het nadeel is dat je niet op een plaats kunt blijven, waar het je goed bevalt. In de namiddag vaart de Black Prince weer verder en jij moet mee. In een bus toeren we op een za terdag over Gran Canaria. Charters naar dit Canarische eiland begon nen vijfentwintig jaar geleden al. maar de laatste twee a drie jaar is het aantal bedden twee a drie keer vergroot. Tussen januari en okto ber '87 begroetten de Canarische eilanden meer dan 150.000 Neder landers. Tussen de Playa del Ingles en Maspalomas is binnen enkele jaren de Campo International uit de grond gestampt. Het ziet er van bo ven uit als lego. Bungalowtjes in de zon, bij een temperatuur van 28 graden Celci- us, luierende Nederlanders rond het zwembad.' De oorspronkelijke bewoners van de Canarische eilan den (Guanches) moeten er net zo hebben uitgezien: lang, blond en met blauwe ogen. Een raadsel! Het restaurant vermeldt acceptabele prijzen. Het bungalowpark is vol. Eten We eten in een visrestaurantje oesters, garnalen, inktvis en tong in alle soorten en maten. Het grap pigste zijn de groene vruchten die qua vorm het midden houden tus sen paprika's en Spaanse pepers. Negen van de tien smaken als pa prika's, eén op de tien is zo scherp als en Spaanse peper. Je ziet het aan iemands gezicht of hij er zo één te pakken heeft. Lanzarote is de volgende dag het tweede Canarische eiland dat de Black Prince aandoet: veel minder toeristisch, wel duurder dan Gran Canaria. Landbouw (uien) en vis vangst zijn er niet onbelangrijk. Toch is ook hier het aantal logeer bedden de laatste jaren gegroeid van 20.000 naar 34.000. In de jaren '90 zal het maximum van 80.000 bedden worden bereikt. Een dit jaar opgerichte aktiegroep verzet zich krachtig tegen de bezoedeling door het toerisme op Lanzarote. Het regent hier maar vier of vijf keer per jaar. Alle huizen op Lan zarote zijn wit, de ramen en deuren groen, zo heeft de architect en kun stenaar César Manrique bepaald. Alles moet laagbouw zijn. Reclame is niet toegestaan. Campings zijn er niet. Vulkaanuitbarstingen We passeren zoutvelden, in de oceaan uitgespaarde bassins, waar in het zout in verschillende stadia ook nog verschillende kleuren heeft. Als verbleekte bollenvelden liggen ze er bij. Overigens is de zoutwinning op het eiland minder belangrijk dan vroeger toen de vis nog met zout moest worden gecon serveerd. Maar Lanzarote is vooral het ei land van de vulkaanuitbarstingen. De Timanfaya werkte van 1830 tot 1836 en vormde niet minder dan 300 kleinere vulkanen. Elf dorpen met 420 huizen werden bedolven onder een tien meter dikke laval- aag. In 1824 was de laatste uitbar sting. Op de Montanas del Fuego hoef je de schop maar ter hand te nemen en je brandt je hand in het gegraven gat. Temperaturen tot 400 graden zijn hier nog te meten als je maar diep genoeg graaft. Het restaurant op de top is beroemd om zijn op de vulkanische natuuroven gebakken koeken. In het nationale park van Timan faya, uitsluitend in autobussen toe gankelijk, is een indrukwekkend maanlandschap te zien. Manrique ontwierp een duivel, als symbool voor de hitte die het park deed ont staan. Niet voor niets oefenden hier de eerste ruimtevaarders NASA voor zij op de maan zelf landden. Niet voor niets werd er een Film als The Aliens opgeno- Kamelen We komen langs een smaragd groene lagune, zouter dan het wa ter in de Dode Zee. Je zoi teloos in blijven drijven. „Maar ik wil niet graag worden ingepekeld", zegt Marleen Scheerens, onze Bel gische gids. Ze laat ons de kamelen zten, die Jaiza als thuishaven heb ben en die dagelijks toeristen op hun rug nemen voor een ritje in de bergen. Veel meer dieren dan de 180 kamelen en wat paarden, ezels en geiten zijn er niet op het eiland. Dat de mens er bijna altijd in slaagt profijt te trekken uit zijn on geluk, is ook op Lanzarote weer be wezen. Op de bruine moederaarde hebben boeren een laagje lavastof gebracht, dat de vochtigheid aan de lucht onttrekt. Dank zij deze vorm van hydro-cultuur is het mo gelijk om op het eigenlijk te droge eiland druiven te kweken. Tegen de onbarmhartig warme noord- oost-passaat hebben de boeren kleine stenen muurtjes om de drui- venstokken gebouwd. Wat ook nog van het eiland komt is de kleurstof van de luis (cochinil- la), die zich voedt met cactusblad. Het lijkt een onbetekenend beest je, maar het is deze luis die de Cam pari, lipstick en de ëen of andere hoestdrank zijn rode kleur geeft. Club 'La Santa', op Lanzarote, is een paradijs voor sporters. Iedere sport behalve wintersport kun je hier in een aangename omgeving beoefenen. Agadir Terug aan boord is er nog maar net tijd om een kostuum met strop das aan te trekken, want voor de cocktailparty van de cruise-com modore vermeldt Today's Pro- gramme of Events': formele kle ding. Wie zich aan dat soort advie zen niet houdt, wordt beschouwd als een soort verstekeling. Na het diner dansen we, in een sfeer internationale verbroedering. Ie dereen verheugt zich op Agadir in Marokko de volgende ochtend. Zó klein is de afstand, zó groot het verschil tussen twee wereldde len. Dat blijkt onmiddellijk in Ag adir. Een Arabische wereld, waarin over prijzen onderhandeld dient te worden en waarin de mensen be paald opdringerig zijn in hun ge rechtvaardigd verlangen een graantje van de westerse welstand mee te pikken. Drommen Marok kanen wachten ons op bij de in gang van het Fort in de Kasbah, hoog boven Agadir gelegen om in vroeger tijden aanvallers vanuit zee vroegtijdig te kunnen signale- Op 29 februari 1960 - een schrik keljaar - verwoestte een aardbe ving 80 procent van Agadir. Er wa ren 15.000 doden te betreuren. Maar ook hier hebben de bewoners geprobeerd hun rampspoed in po sitieve zin om te buigen door op de puinhopen toeristische accommo daties te bouwen. Vorstelijke ho tels zijn er. hoefje nergens te zoeken. Agadir is na de aardbeving een moderne stad. Voor een echt oriën taals centrum, met overdekte win keltjes (souks), moet je landin waarts. Naar Inezgane bijvoor beeld. Het krioelt er van de karre tjes, getrokken door ezels of muil ezels. Je snuift er de geuren van honderden kruiden, groenten, vruchten en vers gebakken brood. Een koopman zet een kameleon op je arm en lacht verheugt als het diertje dezelfde blauwe kleur aan neemt als je mouw. De volgende dag zijn we in Ma deira. De lucht is zwoel en aange naam. Ik zonder me van de rest van het gezelschap af en wandel van de haven naar Funchal, de hoofdstad. Het voetgangerspad langs de kust naar de hoofdstad passeert het ene terras na het andere. Ik proef er verschillende soorten Ma deira, de droge Sercial en de iets minder droge Verdelho, allebei licht van kleur, mild en geurig. Funchal - zo stel ik met de reis gids in mijn hand vast - ligt aan de zuidkust van het door een vulkani sche uitbarsting ontstane eiland. De stad is rijk aan parken, tuinen, brede lanen, bloemenmarkten, kunstnijverheid, luxe hotels met zwembaden, casino's, restaurants en folklore. Van die folklore merk ik de vol gende dag iets als van het hoogge legen Monte sleden met toeristen over de gladde keien naar beneden suizen. In het wit geklede begelei ders rennen er naast en houden de sleden met touwen in bedwang. Aan de noordkust, in Santana, staan sprookjesachtige huisjes in prachtige kleuren met strodaken. Oorspronkelijk veestallen, maar niet speciaal voor toeristen neerge zet. Casas tipicas heten ze in het Portugees. Overigens is een autotocht van de ene kant van het eiland naar de anders vergelijkbaar met deelna me aan een autorally. Enorme hoogteverschillen, smalle wegen, af en toe bezaaid met stenen of ba nanenbomen, die van de plantages zijn gewaaid. Want het weer is nu echt omgslagen. Het regent bij vla gen hard. Vooral het schilderachtige vis sershaventje Camara de Lobos - indertijd zo gaarne geschilderd door Sir Winston Churchill - geeft me te denken. De oceaan trekt er ruw naar binnen, fonteinen van op spattend schuim veroorzakend. Vissers staan er, de wenkbrauwen gefronst, naar te kijken. Op de terugweg naar de vertrek- haven koop ik een paar flessen Ma deira en eet nog wat. Een stortbui maakt me drijfnat net voor ik aan boord van de Black Prince ga. Ruk winden gieren om het schip. Dat even later uitvaart, nagetuurd door de gelukkigen die op Madeira blij- Zeeziek Van het ene moment op het an dere weet ik niet wat me overkomt. Alles wat niet vastzit, vliegt door de hut. De telefoon, de ventilator, boe ken. De Black Prince, die er in de haven toch zo indrukwekkend uit ziet, is zijn evenwicht kwijt bij windkracht 10. Van de ongeveer 250 passagiers komen er 's avonds 70 naar het restaurant, de anderen zijn zeeziek. De volgende ochtend is alle leed geleden, als we op La Gomera aan komen, een van de kleinste Canari sche eilanden. Al ziet menigeen nog wat bleek om de neus, de bus sen die een excursie over het eiland gaan maken, zijn goed gevuld. Een grappig idee is dat Columbus hier om water in te nemen zijn laatste stop maakte voor hij Amerika ont dekte. Woest is dit eiland, woester nog dan alle andere die we deze week hebben aangedaan. De hoogste piek, Alto de Garajonay, is 4.878 voet hoog. Twee geliefden die niet mochten trouwen, sprongen er af. Hun lichamen werden aan de voet in de vorm van een kruis gevon den, zo wil de legende. Sommige bergtoppen hebben de vorm van de Domtoren, vrijwel onneembaar. Vroeger, toen er nog geen tele foon bestond, communiceerden bewoners van La Gomera met el kaar door boodschappen van berg top naar bergtop naar elkaar te flui ten. Een taal, in principe vergelijk baar met de tam-tam, die bekend staat als silbo. Er zijn nog enkele bewoners die de taal verstaan. Maar in de dalen groeien cactus sen die vruchten dragen (pico's), bananenbomen, avocado's, kiwi's, bamboe en druiven. De plaatselij ke wijn uit Agulo laat zich voortref felijk smaken in combinatie met de plaatselijke kaas. Een zinderende middag op het gro te Djemaa El Fna plein in Mar- rakesh. Een man met een van pijn vertrokken gezicht neemt zuch tend en wijzend op de plaats waar zijn gebit hem kwelt, plaats op een krukje. Een andere man, met een tangetje in de hand, bekijkt de oor zaak van de ellende vluchtig. Nog even raadpleegt hij een collega. door Ton Meeuwis Dan, terwijl honderden Marokka nen en toeristen toekijken, neemt de 'dentiste' de tang ter hand. Er vloeit een dun straaltje bloed op het hemd van de patiënt en de ge trokken kies verdwijnt op een enorme stapel, waar duizenden tanden en kiezen liggen. Honde- en kattetanden incluis. De stapel is het bewijs van de grote ervaring van de tandentrekker. Binnen een straal van honderd meter kan men slangenbezweer ders aan het werk zien, gedresseer de en achteraf geld ophalende apen, acrobaten, verhalenvertel lers en dansers. In de directe nabij heid van het plein, in de souk of medina (markt) is allerlei exotische waar te koop. Deze niet-alledaagse taferelen kan men zien op een paar uur vlie gen van Nederland. En daarna heeft men thuis iets te vertellen. Want slechts betrekkelijk weinig Nederlanders bezoeken Marokko; ongeveer 13.000 per jaar. Onlangs maakte ik een korte rondreis door Marokko, van Agadir in het zuidwesten, via Marrakesh in het centrum van het land naar Casablanca in het noordwesten. Daarbij bleef éen zin uit een folder bij me hangen; Marokko is het ko ninkrijk waar het gebergte konin gin is. Dat het land sedert de onafhan kelijkheid in 1956 een koninkrijk is, kan niemand ontgaan. De beel tenis van de huidige vorst, Hassan II, ziet men letterlijk overal. In ie der openbaar gebouw is een staat sieportret verplicht. In de steden hangt werkelijk om de lantaarn paal een lichtbakje met de beelte nis van de koning, die ook daad werkelijk het land bestuurt. Met straffe hand. En tot in de details. Zo verbood hij onlangs een popcon cert 'omdat de scholieren niet vol doende hun best hadden gedaan'. En ook het gebergte domineert het land. In het noorden de Rif-ber gen, in de rest van het land de At las, verdeeld in Hoge Atlas, Mid den Atlas en Anti Atlas. Aan een specifieke ligging ten opzichte van de Anti Atlas en de warme golfs troom van de Atlantische Oceaan dankt Agadir zijn heerlijke kli maat. Gemiddeld 350 dagen per jaar is het er schitterend weer. Een graad of 20 tot 25, uiterst zelden re gen en een verkoelend windje uit zee op zijn tijd. Men vindt er uitstekende hotels, stuk voor stuk voorzien van prima zwembaden, disco's, enzovoorts, en voor de liefhebbers van histori sche gebouwen is er een fortificatie uit de zestiende eeuw, bovenop een berg. Agadir is geknipt voor men sen die aan een mooi-weer vakan tie behoefte hebben. En een histo rische stad met een interessante souk, Taroudant, ligt binnen be reik. Wie meer geïnteresseerd is in het exotische dan in het strandleven kan zijn hart ophalen in Mar rakesh. Een bezoek aan de souk is daar een belevenis eerste klas. Zo'n enorme markt moet men zich voor stellen als een wirwar van meest half overdekte straatjes en steeg jes. Er valt diffuus licht door netten en latten naar binnen. De aparte kleuren van de gebouwtjes, van magenta tot helgeel, van rood tot donkerblauw, leveren in combina tie met het gefilterde licht prima coulissen voor de exotische waren. Toen ik heel even naar een kame leon keek, die rondscharrelde op grote manden met kruiden, verze kerde de koopman dat het heel lek ker zou smaken. Hij bedoelde de kameleon. Men ziet er koperwerk, leer, allerlei kruiden, roofvogels, bont gekleurde stoffen, schildpad den en ambachtelijke produkten. Alles is te koop en voor dat alles wordt een exorbitante prijs ge vraagd. Afdingen is een noodzaak - evenals een gids - en bij dat af dingen is het zaak uiterst hardnek kig en scherp te bieden. Wat de taal betreft; op de markt kan men altijd met Frans, vrijwel altijd met Engels en een enkele keer zelfs met Nederlands uit de voeten ('kijke, kijke, nie kope'). Al le Marokkanen die naar school zijn geweest, spreken Frans en alle voorwerpen - van een suikerklont je tot een taxi - hebben naast een opschrift in het Arabisch ook een Franse vermelding. Genieten In Marrakesh is het doorgaans zeer warm, vaak 25 tot 30 graden, maar de warmte is droog en dus niet drukkend. De stad, vanouds kruispunt van kamelenroutes, heeft cultureel veel te bieden. Een fraai museum m de vorm van het Dar Si Said paleis met tapijten en oude ambachtelijke meesterstuk ken, een indrukwekkende moskee (Koutoubia, 800 jaar oud) en eeu wen oude marmeren graven van de Saadi dynastie, met plafonds van bladgoud. Arabische invloeden, Andalusische en Afrikaanse zijn er terug te vinden. Ook Marrakesh heeft uitsteken de hotels en restaurants, waar men kan genieten van de Marokkaanse specialiteiten. Bijvoorbeels pastil- la, een hartig-zoete koek met duif, eieren, kaneel, suiker en kruiden, dat alles gehuld in flinterdunne deeglaagjes. Maar ook de Franse keuken is er erg goed. Naar mijn smaak is Marrakesh vele malen interessanter dan Casa blanca, dat ondanks zijn exotische naam toch niet veel meer is dan een wat groezelige metropool, met veel haven-activiteit en industrie. De ongeveer 2,5 miljoen mensen wo nen er - zoals de naam van de stad al zegt - in witte huizen, maar de werkelijkheid is er vaal en smoeze lig wit. Contrasten Al wandelend naar het schitterde en uiterst luxueuze Casablanca Hyatt Regency hotel viel me eens te meer het grote contrast op tus sen arm en rijk in Marokko. Vlak bij de overdadige luxe van dat ho tel, waar de exquise borrelhapjes alleen al meer dan een volledige maaltijd zouden vormen, staan vrouwen met baby's en lege zuig flessen te bedelen. Een vrouw draagt in een doek op haar rug een kindje van een maand of zes. Als ik hen even heel dicht nader, steekt het kind meteen een vragend hand je uit. Overal op straat krijgt men artikelen als broekriemen aange boden. Marokko, een land van contras ten. Grote verschillen in arm en rijk. Grote verschillen ook in de ve getatie. In de steden en vooral bij hotels, vaak prachtig. Met palmen, fantastische bouganvillea, sinaas appelbomen met de vruchten er aan. Daarentegen op de wegen tus sen de steden hele grote stukken met niets, volstrekt niets. Dan duikt plots een plantage op van olijfachtige boompjes, waarin gei ten klimmen om zich met de vruch ten te voeden. Grote contrasten ook in de wijze waarop de mensen zich kleden. Van volkomen wes ters tot zwaar gesluierd. Op één ding hoeft men in Marok ko niet af te dingen; de prijzen van hotelkamers. Die worden door het ministerie van toerisme vastge steld en gecontroleerd. Die prijzen (ê^T Schellenbérg. ^Schaan f M \^®V»0UZ A LIECHTENSTEIN liggen beduidend lager dan in Ne derland. Voor zo'n zestig gulden per nacht heeft men een fantas- een deel van het beroemde Djemaa tisch mooie tweepersoons accom modatie, die in Nederland zeker 200 gulden zou kosten. Wanneer wij de Rijn stroomop waarts volgen komen wij in het vorstendom Lichtenstein tegen in het geografische hart van ons con tinent. Vandaar dat de Liechten- steiners hun land de 'navel van Eu ropa' noemen. Een navel, die 160 km2 meet en daardoor qua opper vlakte te vergelijken is met ge meenten als Epe of .Nijmegen. De Rijn vormt aan de westkant de grens met Zwitserland. Aan de oostkant scheidt een bergketen het landje van Oostenrijk. Vanzelfsprekend heeft Liechten stein het zich nooit kunnen permit teren onafhankelijk naast de beide machtige buurlanden voort te be staan. Zo was in 1919 sprake van een 'huwelijk' met de oosterbuur. Maar Oostenrijk-Hongarije be hoorde tot de verliezende partijen van de Eerste Wereldoorlog en men besloot de bakens te verzet ten. Tolunie In 1923 werd een tolverdrag afge sloten met Zwitserland. Sindsdien wordt meegeprofiteerd van de ster ke Zwitserse frank. Het is vooral deze 'vrijage' waaraan het vorsten dom zijn huidige welvaart dankt. Liechtenstein kan evenmin los gezien worden van het vorsten huis, dat het staatje zelfs zijn naam schonk. De bevoegdheden van de prins zijn groter dan bij de overige constitutionele monarchieën in Europa het geval is. Want: volgens de grondwet van 1921 heeft de vorst het samen met de Landdag voor het zeggen, met evenwel het recht zijn veto uit te spreken. De huidige vorst, Franz Josef II (81), heeft ervoor gezorgd dat de achternaam van zijn geslacht een voorvoegsel erbij kreeg, door zijn domicilie in Vaduz, Liechtensteins 'hoofddorp' te kiezen. Von Liech tenstein werd Von und Zu Liech tenstein. De residentie van Franz Josef II en diens zoon erfprins Hans Adam (die sinds 1984 de zaken voor zijn vader waarneemt) is meteen dè be zienswaardigheid van Liechten stein. Als een arendsnest torent het slot, dat deels van de 14e eeuw da teert, boven Vaduz uit. Vooral 's avonds, wanneer het kasteel sprookjesachtig is verlicht, wordt duidelijk waarom dit dorp een ge liefd doel is voor dagjesmensen. Dan kan de - nostalgische - sfeer ge proefd worden, die hoort bij de laatste Duitstalige monarchie. Een verbijf langer dan een dag in Vaduz is af te raden. Het postmuse- um (met de beroemde Liechten steinse postzegels), het Landesmu- seum (met voorwerpen uit de ge schiedenis van het land) en een ten toonstelling met schilderijen uit de - rijke - kunstverzameling van het vorstenhuis, bieden weliswaar een aardig tijdverdrijf, de sprookjes sfeer is bij daglicht ver te zoeken. Wandelen Maar omdat bergen het leeuwe- deel van het land uitmaken, valt er in Liechtenstein nog heel wat van natuurschoon te genieten. Rond het noordelijk gelegen Schellen berg bijvoorbeeld, één van de kleinste van de in totaal elf ge meenten, kom je als bezoeker plot seling in een rustieke omgeving te recht, die doet denken aan Luxem burg. Schellenberg is daarom de aangewezen plaats om een van die gerechten te proberen, die hun ont staan danken aan armoede in ver vlogen tijden: Kase Knöpfli, ook wel Kase Spatzli genaamd, be staande uit stukjes gefrituurd deeg, die door een kaassaus zijn ge haald. Mooi is het ook m Planken, dat door zijn ligging op 786 meter hoogte vergeleken kan worden met een loge, omdat vrijwel alle ge meenten van de 'operettestaat' er bij mooi weer aan je voeten liggen. En als toch al sprake is van voeten; de benenwagen is uitermate ge schikt om het 'andere' Liechten stein te verkennen. Iedere gemeen te beschikt over een eigen, goed be- wegwijzerd wandelwegennet. Op geteld meten de gezamenlijke ge markeerde routes maar liefst 270 kilometer. Bij langere (trek)toch- ten zijn overnachtingen in berghut ten mogelijk. Een gemeente, die u bij dergelij ke omzwervingen in de Alpen bij na niet kunt missen, is Triesen- berg. De oplettende, bereisde be zoeker zal hier iets eigenaardigd opvallen. De bouwstijl is er name lijk dezelfde als welke men in het Zwitserse kanton Wallis (Valais) aantreft. De oplossing van dit raad sel: de oorspronkelijke bewoners van Triesenberg waren uit Wallis afkomstig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1988 | | pagina 11