Steeds ergens anders zonder gesjouw
Marokko waar het gebergte koningin is
Cruisen langs exotische eilanden;
Liechtenstein:
de navel
van Europa
DONDERDAG 21 JANUARI 1988
PAGINA II
Een roman van Arthur Hailey
('Hotel', 'Airport') zou over
een
reis aan boord van het
cruiseschip 'Black Prince'
hebben kunnen gaan. Een
internationaal gezelschap
vakantiegangers, een Noorse
cruise-commodore, een
Nederlandse scheepsarts en
hoofdzakelijk Philippijnse
bemanningsleden. Een cruise
langs exotiche eilanden en
havensteden als Tenerife, Las
Palmas, Lanzarote, Agadir
(Marokko), Madeira, la
Gomera
en weer Tenerife.
door
Carlo Nagel
Maar ook Richard Gordon ('Met de
kapitein aan tafel', 'Dokter op zee')
zou er inspiratie hebben kunnen
opdoen. Het zwembad op het Lido-
dek, de luxueuze restaurants Royal
Garter en Fleur de Lys, de ver
plichte sloepenrol, de cocktailpar
ty van de cruise commodore, de
dansavondjes op muziek van The
Cruizers en het casino.
Op vrijdag vlieg ik van Schiphol
naar Tenerife. Met de bus van Hol
land International naar het haven
plaatsje Los Christianos. Daar ligt
de Black Prince. Ruim 143 meter
lang, meer dan 20 meter breed. Een
motorbootje vaart nieuwe passa
giers naar het schip.
Voordelen
Aan de voordelen van een cruise
denk ik als we 's avonds Las Pal
mas binnenvaren. Je hoeft een
week lang je koffer niet in te pak
ken, terwijl je toch iedere dag een
nieuw (ei)land kunt verkennen.
Het nadeel is dat je niet op een
plaats kunt blijven, waar het je
goed bevalt. In de namiddag vaart
de Black Prince weer verder en jij
moet mee.
In een bus toeren we op een za
terdag over Gran Canaria. Charters
naar dit Canarische eiland begon
nen vijfentwintig jaar geleden al.
maar de laatste twee a drie jaar is
het aantal bedden twee a drie keer
vergroot. Tussen januari en okto
ber '87 begroetten de Canarische
eilanden meer dan 150.000 Neder
landers.
Tussen de Playa del Ingles en
Maspalomas is binnen enkele jaren
de Campo International uit de
grond gestampt. Het ziet er van bo
ven uit als lego.
Bungalowtjes in de zon, bij een
temperatuur van 28 graden Celci-
us, luierende Nederlanders rond
het zwembad.' De oorspronkelijke
bewoners van de Canarische eilan
den (Guanches) moeten er net zo
hebben uitgezien: lang, blond en
met blauwe ogen. Een raadsel! Het
restaurant vermeldt acceptabele
prijzen. Het bungalowpark is vol.
Eten
We eten in een visrestaurantje
oesters, garnalen, inktvis en tong
in alle soorten en maten. Het grap
pigste zijn de groene vruchten die
qua vorm het midden houden tus
sen paprika's en Spaanse pepers.
Negen van de tien smaken als pa
prika's, eén op de tien is zo scherp
als en Spaanse peper. Je ziet het
aan iemands gezicht of hij er zo één
te pakken heeft.
Lanzarote is de volgende dag het
tweede Canarische eiland dat de
Black Prince aandoet: veel minder
toeristisch, wel duurder dan Gran
Canaria. Landbouw (uien) en vis
vangst zijn er niet onbelangrijk.
Toch is ook hier het aantal logeer
bedden de laatste jaren gegroeid
van 20.000 naar 34.000. In de jaren
'90 zal het maximum van 80.000
bedden worden bereikt. Een dit
jaar opgerichte aktiegroep verzet
zich krachtig tegen de bezoedeling
door het toerisme op Lanzarote.
Het regent hier maar vier of vijf
keer per jaar. Alle huizen op Lan
zarote zijn wit, de ramen en deuren
groen, zo heeft de architect en kun
stenaar César Manrique bepaald.
Alles moet laagbouw zijn. Reclame
is niet toegestaan. Campings zijn er
niet.
Vulkaanuitbarstingen
We passeren zoutvelden, in de
oceaan uitgespaarde bassins, waar
in het zout in verschillende stadia
ook nog verschillende kleuren
heeft. Als verbleekte bollenvelden
liggen ze er bij. Overigens is de
zoutwinning op het eiland minder
belangrijk dan vroeger toen de vis
nog met zout moest worden gecon
serveerd.
Maar Lanzarote is vooral het ei
land van de vulkaanuitbarstingen.
De Timanfaya werkte van 1830 tot
1836 en vormde niet minder dan
300 kleinere vulkanen. Elf dorpen
met 420 huizen werden bedolven
onder een tien meter dikke laval-
aag. In 1824 was de laatste uitbar
sting. Op de Montanas del Fuego
hoef je de schop maar ter hand te
nemen en je brandt je hand in het
gegraven gat. Temperaturen tot
400 graden zijn hier nog te meten
als je maar diep genoeg graaft. Het
restaurant op de top is beroemd om
zijn op de vulkanische natuuroven
gebakken koeken.
In het nationale park van Timan
faya, uitsluitend in autobussen toe
gankelijk, is een indrukwekkend
maanlandschap te zien. Manrique
ontwierp een duivel, als symbool
voor de hitte die het park deed ont
staan. Niet voor niets oefenden
hier de eerste ruimtevaarders
NASA voor zij op de maan zelf
landden. Niet voor niets werd er
een Film als The Aliens opgeno-
Kamelen
We komen langs een smaragd
groene lagune, zouter dan het wa
ter in de Dode Zee. Je zoi
teloos in blijven drijven. „Maar ik
wil niet graag worden ingepekeld",
zegt Marleen Scheerens, onze Bel
gische gids. Ze laat ons de kamelen
zten, die Jaiza als thuishaven heb
ben en die dagelijks toeristen op
hun rug nemen voor een ritje in de
bergen. Veel meer dieren dan de
180 kamelen en wat paarden, ezels
en geiten zijn er niet op het eiland.
Dat de mens er bijna altijd in
slaagt profijt te trekken uit zijn on
geluk, is ook op Lanzarote weer be
wezen. Op de bruine moederaarde
hebben boeren een laagje lavastof
gebracht, dat de vochtigheid aan
de lucht onttrekt. Dank zij deze
vorm van hydro-cultuur is het mo
gelijk om op het eigenlijk te droge
eiland druiven te kweken. Tegen
de onbarmhartig warme noord-
oost-passaat hebben de boeren
kleine stenen muurtjes om de drui-
venstokken gebouwd.
Wat ook nog van het eiland komt
is de kleurstof van de luis (cochinil-
la), die zich voedt met cactusblad.
Het lijkt een onbetekenend beest
je, maar het is deze luis die de Cam
pari, lipstick en de ëen of andere
hoestdrank zijn rode kleur geeft.
Club 'La Santa', op Lanzarote, is
een paradijs voor sporters. Iedere
sport behalve wintersport kun je
hier in een aangename omgeving
beoefenen.
Agadir
Terug aan boord is er nog maar
net tijd om een kostuum met strop
das aan te trekken, want voor de
cocktailparty van de cruise-com
modore vermeldt Today's Pro-
gramme of Events': formele kle
ding. Wie zich aan dat soort advie
zen niet houdt, wordt beschouwd
als een soort verstekeling. Na het
diner dansen we, in een sfeer
internationale verbroedering. Ie
dereen verheugt zich op Agadir in
Marokko de volgende ochtend.
Zó klein is de afstand, zó groot
het verschil tussen twee wereldde
len. Dat blijkt onmiddellijk in Ag
adir. Een Arabische wereld, waarin
over prijzen onderhandeld dient te
worden en waarin de mensen be
paald opdringerig zijn in hun ge
rechtvaardigd verlangen een
graantje van de westerse welstand
mee te pikken. Drommen Marok
kanen wachten ons op bij de in
gang van het Fort in de Kasbah,
hoog boven Agadir gelegen om in
vroeger tijden aanvallers vanuit
zee vroegtijdig te kunnen signale-
Op 29 februari 1960 - een schrik
keljaar - verwoestte een aardbe
ving 80 procent van Agadir. Er wa
ren 15.000 doden te betreuren.
Maar ook hier hebben de bewoners
geprobeerd hun rampspoed in po
sitieve zin om te buigen door op de
puinhopen toeristische accommo
daties te bouwen. Vorstelijke ho
tels zijn er.
hoefje nergens te zoeken.
Agadir is na de aardbeving een
moderne stad. Voor een echt oriën
taals centrum, met overdekte win
keltjes (souks), moet je landin
waarts. Naar Inezgane bijvoor
beeld. Het krioelt er van de karre
tjes, getrokken door ezels of muil
ezels. Je snuift er de geuren van
honderden kruiden, groenten,
vruchten en vers gebakken brood.
Een koopman zet een kameleon op
je arm en lacht verheugt als het
diertje dezelfde blauwe kleur aan
neemt als je mouw.
De volgende dag zijn we in Ma
deira. De lucht is zwoel en aange
naam. Ik zonder me van de rest van
het gezelschap af en wandel van de
haven naar Funchal, de hoofdstad.
Het voetgangerspad langs de
kust naar de hoofdstad passeert
het ene terras na het andere. Ik
proef er verschillende soorten Ma
deira, de droge Sercial en de iets
minder droge Verdelho, allebei
licht van kleur, mild en geurig.
Funchal - zo stel ik met de reis
gids in mijn hand vast - ligt aan de
zuidkust van het door een vulkani
sche uitbarsting ontstane eiland.
De stad is rijk aan parken, tuinen,
brede lanen, bloemenmarkten,
kunstnijverheid, luxe hotels met
zwembaden, casino's, restaurants
en folklore.
Van die folklore merk ik de vol
gende dag iets als van het hoogge
legen Monte sleden met toeristen
over de gladde keien naar beneden
suizen. In het wit geklede begelei
ders rennen er naast en houden de
sleden met touwen in bedwang.
Aan de noordkust, in Santana,
staan sprookjesachtige huisjes in
prachtige kleuren met strodaken.
Oorspronkelijk veestallen, maar
niet speciaal voor toeristen neerge
zet. Casas tipicas heten ze in het
Portugees.
Overigens is een autotocht van
de ene kant van het eiland naar de
anders vergelijkbaar met deelna
me aan een autorally. Enorme
hoogteverschillen, smalle wegen,
af en toe bezaaid met stenen of ba
nanenbomen, die van de plantages
zijn gewaaid. Want het weer is nu
echt omgslagen. Het regent bij vla
gen hard.
Vooral het schilderachtige vis
sershaventje Camara de Lobos -
indertijd zo gaarne geschilderd
door Sir Winston Churchill - geeft
me te denken. De oceaan trekt er
ruw naar binnen, fonteinen van op
spattend schuim veroorzakend.
Vissers staan er, de wenkbrauwen
gefronst, naar te kijken.
Op de terugweg naar de vertrek-
haven koop ik een paar flessen Ma
deira en eet nog wat. Een stortbui
maakt me drijfnat net voor ik aan
boord van de Black Prince ga. Ruk
winden gieren om het schip. Dat
even later uitvaart, nagetuurd door
de gelukkigen die op Madeira blij-
Zeeziek
Van het ene moment op het an
dere weet ik niet wat me overkomt.
Alles wat niet vastzit, vliegt door de
hut. De telefoon, de ventilator, boe
ken. De Black Prince, die er in de
haven toch zo indrukwekkend uit
ziet, is zijn evenwicht kwijt bij
windkracht 10. Van de ongeveer
250 passagiers komen er 's avonds
70 naar het restaurant, de anderen
zijn zeeziek.
De volgende ochtend is alle leed
geleden, als we op La Gomera aan
komen, een van de kleinste Canari
sche eilanden. Al ziet menigeen
nog wat bleek om de neus, de bus
sen die een excursie over het eiland
gaan maken, zijn goed gevuld. Een
grappig idee is dat Columbus hier
om water in te nemen zijn laatste
stop maakte voor hij Amerika ont
dekte.
Woest is dit eiland, woester nog
dan alle andere die we deze week
hebben aangedaan. De hoogste
piek, Alto de Garajonay, is 4.878
voet hoog. Twee geliefden die niet
mochten trouwen, sprongen er af.
Hun lichamen werden aan de voet
in de vorm van een kruis gevon
den, zo wil de legende. Sommige
bergtoppen hebben de vorm van
de Domtoren, vrijwel onneembaar.
Vroeger, toen er nog geen tele
foon bestond, communiceerden
bewoners van La Gomera met el
kaar door boodschappen van berg
top naar bergtop naar elkaar te flui
ten. Een taal, in principe vergelijk
baar met de tam-tam, die bekend
staat als silbo. Er zijn nog enkele
bewoners die de taal verstaan.
Maar in de dalen groeien cactus
sen die vruchten dragen (pico's),
bananenbomen, avocado's, kiwi's,
bamboe en druiven. De plaatselij
ke wijn uit Agulo laat zich voortref
felijk smaken in combinatie met de
plaatselijke kaas.
Een zinderende middag op het gro
te Djemaa El Fna plein in Mar-
rakesh. Een man met een van pijn
vertrokken gezicht neemt zuch
tend en wijzend op de plaats waar
zijn gebit hem kwelt, plaats op een
krukje. Een andere man, met een
tangetje in de hand, bekijkt de oor
zaak van de ellende vluchtig. Nog
even raadpleegt hij een collega.
door
Ton Meeuwis
Dan, terwijl honderden Marokka
nen en toeristen toekijken, neemt
de 'dentiste' de tang ter hand. Er
vloeit een dun straaltje bloed op
het hemd van de patiënt en de ge
trokken kies verdwijnt op een
enorme stapel, waar duizenden
tanden en kiezen liggen. Honde- en
kattetanden incluis. De stapel is
het bewijs van de grote ervaring
van de tandentrekker.
Binnen een straal van honderd
meter kan men slangenbezweer
ders aan het werk zien, gedresseer
de en achteraf geld ophalende
apen, acrobaten, verhalenvertel
lers en dansers. In de directe nabij
heid van het plein, in de souk of
medina (markt) is allerlei exotische
waar te koop.
Deze niet-alledaagse taferelen
kan men zien op een paar uur vlie
gen van Nederland. En daarna
heeft men thuis iets te vertellen.
Want slechts betrekkelijk weinig
Nederlanders bezoeken Marokko;
ongeveer 13.000 per jaar.
Onlangs maakte ik een korte
rondreis door Marokko, van Agadir
in het zuidwesten, via Marrakesh
in het centrum van het land naar
Casablanca in het noordwesten.
Daarbij bleef éen zin uit een folder
bij me hangen; Marokko is het ko
ninkrijk waar het gebergte konin
gin is.
Dat het land sedert de onafhan
kelijkheid in 1956 een koninkrijk
is, kan niemand ontgaan. De beel
tenis van de huidige vorst, Hassan
II, ziet men letterlijk overal. In ie
der openbaar gebouw is een staat
sieportret verplicht. In de steden
hangt werkelijk om de lantaarn
paal een lichtbakje met de beelte
nis van de koning, die ook daad
werkelijk het land bestuurt. Met
straffe hand. En tot in de details. Zo
verbood hij onlangs een popcon
cert 'omdat de scholieren niet vol
doende hun best hadden gedaan'.
En ook het gebergte domineert
het land. In het noorden de Rif-ber
gen, in de rest van het land de At
las, verdeeld in Hoge Atlas, Mid
den Atlas en Anti Atlas. Aan een
specifieke ligging ten opzichte van
de Anti Atlas en de warme golfs
troom van de Atlantische Oceaan
dankt Agadir zijn heerlijke kli
maat. Gemiddeld 350 dagen per
jaar is het er schitterend weer. Een
graad of 20 tot 25, uiterst zelden re
gen en een verkoelend windje uit
zee op zijn tijd.
Men vindt er uitstekende hotels,
stuk voor stuk voorzien van prima
zwembaden, disco's, enzovoorts,
en voor de liefhebbers van histori
sche gebouwen is er een fortificatie
uit de zestiende eeuw, bovenop een
berg. Agadir is geknipt voor men
sen die aan een mooi-weer vakan
tie behoefte hebben. En een histo
rische stad met een interessante
souk, Taroudant, ligt binnen be
reik.
Wie meer geïnteresseerd is in het
exotische dan in het strandleven
kan zijn hart ophalen in Mar
rakesh. Een bezoek aan de souk is
daar een belevenis eerste klas. Zo'n
enorme markt moet men zich voor
stellen als een wirwar van meest
half overdekte straatjes en steeg
jes. Er valt diffuus licht door netten
en latten naar binnen. De aparte
kleuren van de gebouwtjes, van
magenta tot helgeel, van rood tot
donkerblauw, leveren in combina
tie met het gefilterde licht prima
coulissen voor de exotische waren.
Toen ik heel even naar een kame
leon keek, die rondscharrelde op
grote manden met kruiden, verze
kerde de koopman dat het heel lek
ker zou smaken. Hij bedoelde de
kameleon. Men ziet er koperwerk,
leer, allerlei kruiden, roofvogels,
bont gekleurde stoffen, schildpad
den en ambachtelijke produkten.
Alles is te koop en voor dat alles
wordt een exorbitante prijs ge
vraagd. Afdingen is een noodzaak
- evenals een gids - en bij dat af
dingen is het zaak uiterst hardnek
kig en scherp te bieden.
Wat de taal betreft; op de markt
kan men altijd met Frans, vrijwel
altijd met Engels en een enkele
keer zelfs met Nederlands uit de
voeten ('kijke, kijke, nie kope'). Al
le Marokkanen die naar school zijn
geweest, spreken Frans en alle
voorwerpen - van een suikerklont
je tot een taxi - hebben naast een
opschrift in het Arabisch ook een
Franse vermelding.
Genieten
In Marrakesh is het doorgaans
zeer warm, vaak 25 tot 30 graden,
maar de warmte is droog en dus
niet drukkend. De stad, vanouds
kruispunt van kamelenroutes,
heeft cultureel veel te bieden. Een
fraai museum m de vorm van het
Dar Si Said paleis met tapijten en
oude ambachtelijke meesterstuk
ken, een indrukwekkende moskee
(Koutoubia, 800 jaar oud) en eeu
wen oude marmeren graven van de
Saadi dynastie, met plafonds van
bladgoud. Arabische invloeden,
Andalusische en Afrikaanse zijn er
terug te vinden.
Ook Marrakesh heeft uitsteken
de hotels en restaurants, waar men
kan genieten van de Marokkaanse
specialiteiten. Bijvoorbeels pastil-
la, een hartig-zoete koek met duif,
eieren, kaneel, suiker en kruiden,
dat alles gehuld in flinterdunne
deeglaagjes. Maar ook de Franse
keuken is er erg goed.
Naar mijn smaak is Marrakesh
vele malen interessanter dan Casa
blanca, dat ondanks zijn exotische
naam toch niet veel meer is dan een
wat groezelige metropool, met veel
haven-activiteit en industrie. De
ongeveer 2,5 miljoen mensen wo
nen er - zoals de naam van de stad
al zegt - in witte huizen, maar de
werkelijkheid is er vaal en smoeze
lig wit.
Contrasten
Al wandelend naar het schitterde
en uiterst luxueuze Casablanca
Hyatt Regency hotel viel me eens
te meer het grote contrast op tus
sen arm en rijk in Marokko. Vlak
bij de overdadige luxe van dat ho
tel, waar de exquise borrelhapjes
alleen al meer dan een volledige
maaltijd zouden vormen, staan
vrouwen met baby's en lege zuig
flessen te bedelen. Een vrouw
draagt in een doek op haar rug een
kindje van een maand of zes. Als ik
hen even heel dicht nader, steekt
het kind meteen een vragend hand
je uit. Overal op straat krijgt men
artikelen als broekriemen aange
boden.
Marokko, een land van contras
ten. Grote verschillen in arm en
rijk. Grote verschillen ook in de ve
getatie. In de steden en vooral bij
hotels, vaak prachtig. Met palmen,
fantastische bouganvillea, sinaas
appelbomen met de vruchten er
aan. Daarentegen op de wegen tus
sen de steden hele grote stukken
met niets, volstrekt niets. Dan
duikt plots een plantage op van
olijfachtige boompjes, waarin gei
ten klimmen om zich met de vruch
ten te voeden. Grote contrasten
ook in de wijze waarop de mensen
zich kleden. Van volkomen wes
ters tot zwaar gesluierd.
Op één ding hoeft men in Marok
ko niet af te dingen; de prijzen van
hotelkamers. Die worden door het
ministerie van toerisme vastge
steld en gecontroleerd. Die prijzen
(ê^T
Schellenbérg.
^Schaan f M
\^®V»0UZ
A LIECHTENSTEIN
liggen beduidend lager dan in Ne
derland. Voor zo'n zestig gulden
per nacht heeft men een fantas-
een deel van het beroemde Djemaa
tisch mooie tweepersoons accom
modatie, die in Nederland zeker
200 gulden zou kosten.
Wanneer wij de Rijn stroomop
waarts volgen komen wij in het
vorstendom Lichtenstein tegen in
het geografische hart van ons con
tinent. Vandaar dat de Liechten-
steiners hun land de 'navel van Eu
ropa' noemen. Een navel, die 160
km2 meet en daardoor qua opper
vlakte te vergelijken is met ge
meenten als Epe of .Nijmegen. De
Rijn vormt aan de westkant de
grens met Zwitserland. Aan de
oostkant scheidt een bergketen het
landje van Oostenrijk.
Vanzelfsprekend heeft Liechten
stein het zich nooit kunnen permit
teren onafhankelijk naast de beide
machtige buurlanden voort te be
staan. Zo was in 1919 sprake van
een 'huwelijk' met de oosterbuur.
Maar Oostenrijk-Hongarije be
hoorde tot de verliezende partijen
van de Eerste Wereldoorlog en
men besloot de bakens te verzet
ten.
Tolunie
In 1923 werd een tolverdrag afge
sloten met Zwitserland. Sindsdien
wordt meegeprofiteerd van de ster
ke Zwitserse frank. Het is vooral
deze 'vrijage' waaraan het vorsten
dom zijn huidige welvaart dankt.
Liechtenstein kan evenmin los
gezien worden van het vorsten
huis, dat het staatje zelfs zijn naam
schonk. De bevoegdheden van de
prins zijn groter dan bij de overige
constitutionele monarchieën in
Europa het geval is. Want: volgens
de grondwet van 1921 heeft de
vorst het samen met de Landdag
voor het zeggen, met evenwel het
recht zijn veto uit te spreken.
De huidige vorst, Franz Josef II
(81), heeft ervoor gezorgd dat de
achternaam van zijn geslacht een
voorvoegsel erbij kreeg, door zijn
domicilie in Vaduz, Liechtensteins
'hoofddorp' te kiezen. Von Liech
tenstein werd Von und Zu Liech
tenstein.
De residentie van Franz Josef II
en diens zoon erfprins Hans Adam
(die sinds 1984 de zaken voor zijn
vader waarneemt) is meteen dè be
zienswaardigheid van Liechten
stein. Als een arendsnest torent het
slot, dat deels van de 14e eeuw da
teert, boven Vaduz uit. Vooral 's
avonds, wanneer het kasteel
sprookjesachtig is verlicht, wordt
duidelijk waarom dit dorp een ge
liefd doel is voor dagjesmensen.
Dan kan de - nostalgische - sfeer ge
proefd worden, die hoort bij de
laatste Duitstalige monarchie.
Een verbijf langer dan een dag in
Vaduz is af te raden. Het postmuse-
um (met de beroemde Liechten
steinse postzegels), het Landesmu-
seum (met voorwerpen uit de ge
schiedenis van het land) en een ten
toonstelling met schilderijen uit de
- rijke - kunstverzameling van het
vorstenhuis, bieden weliswaar een
aardig tijdverdrijf, de sprookjes
sfeer is bij daglicht ver te zoeken.
Wandelen
Maar omdat bergen het leeuwe-
deel van het land uitmaken, valt er
in Liechtenstein nog heel wat van
natuurschoon te genieten. Rond
het noordelijk gelegen Schellen
berg bijvoorbeeld, één van de
kleinste van de in totaal elf ge
meenten, kom je als bezoeker plot
seling in een rustieke omgeving te
recht, die doet denken aan Luxem
burg. Schellenberg is daarom de
aangewezen plaats om een van die
gerechten te proberen, die hun ont
staan danken aan armoede in ver
vlogen tijden: Kase Knöpfli, ook
wel Kase Spatzli genaamd, be
staande uit stukjes gefrituurd
deeg, die door een kaassaus zijn ge
haald.
Mooi is het ook m Planken, dat
door zijn ligging op 786 meter
hoogte vergeleken kan worden met
een loge, omdat vrijwel alle ge
meenten van de 'operettestaat' er
bij mooi weer aan je voeten liggen.
En als toch al sprake is van voeten;
de benenwagen is uitermate ge
schikt om het 'andere' Liechten
stein te verkennen. Iedere gemeen
te beschikt over een eigen, goed be-
wegwijzerd wandelwegennet. Op
geteld meten de gezamenlijke ge
markeerde routes maar liefst 270
kilometer. Bij langere (trek)toch-
ten zijn overnachtingen in berghut
ten mogelijk.
Een gemeente, die u bij dergelij
ke omzwervingen in de Alpen bij
na niet kunt missen, is Triesen-
berg. De oplettende, bereisde be
zoeker zal hier iets eigenaardigd
opvallen. De bouwstijl is er name
lijk dezelfde als welke men in het
Zwitserse kanton Wallis (Valais)
aantreft. De oplossing van dit raad
sel: de oorspronkelijke bewoners
van Triesenberg waren uit Wallis
afkomstig.